identifier
stringlengths
8
3.84k
collection
stringclasses
40 values
open_type
stringclasses
4 values
license
stringclasses
5 values
date
float64
1k
2.02k
title
stringlengths
1
4k
creator
stringlengths
0
3.04k
language
stringclasses
1 value
language_type
stringclasses
2 values
word_count
int64
1
2.9M
token_count
int64
4
6.44M
text
stringlengths
5
18.7M
__index_level_0__
int64
0
51.5k
00178853-2024_1
TEDEUTenders
Open Government
Various open data
null
None
None
Dutch
Spoken
124
275
6-D-04126-24a Junior Jurist Handhaving - Cluster SO Jij bent van bestuursrecht en handhaving. Rotterdam heeft als doel om voor iedereen een aantrekkelijke en veilige woonstad te realiseren. Jij weet als geen ander hoe je hieraan kunt bijdragen en de gemeente kunt vertegenwoordigen en adviseren. services 225566 79620000 Zie documentatie NL33C NLD LOT-0000 no-eu-funds 30 price prijs zie uitvraag 70 quality kwaliteit zie uitvraag ORG-0002 true false dps-nlist none 6-D-04126-24a Junior Jurist Handhaving - Cluster SO Jij bent van bestuursrecht en handhaving. Rotterdam heeft als doel om voor iedereen een aantrekkelijke en veilige woonstad te realiseren. Jij weet als geen ander hoe je hieraan kunt bijdragen en de gemeente kunt vertegenwoordigen en adviseren. services 225566 79620000 Zie documentatie NL33C NLD 1 1 x 12 maanden.
27,334
https://nl.wikipedia.org/wiki/Slag%20bij%20Te-Li-Ssu
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Slag bij Te-Li-Ssu
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Slag bij Te-Li-Ssu&action=history
Dutch
Spoken
555
1,111
De Slag bij Te-Li-Ssu (Japans: 得利寺の戦い, Tokuriji no tatakai) of Slag bij Wafangou (Russisch: Бой у Вафангоу) was een veldslag in de Russisch-Japanse Oorlog op 14 en 15 juni 1904. De slag vond plaats in de nabijheid van het dorp Te-Li-Ssu (het huidige Delisi in de provincie Liaoning), op zo'n 130 km ten noorden van Port Arthur. Achtergrond Na de verloren Slag bij Nanshan kwam onderkoning Jevgeni Ivanovitsj Aleksejev onder druk om iets te doen tegen een omsingeling van de strategisch belangrijke haven Port Arthur. Opperbevelhebber generaal Aleksej Koeropatkin verzette zich tegen een actie en wilde te Mukden wachten op versterking langs de Trans-Siberische spoorlijn. Op 27 mei 1904 ontbood Aleksejev generaal Koeropatkin naar Mukden. De twee ruzieden en Nicolaas II van Rusland te Sint-Petersburg moest beslissen. De tsaar volgde Aleksejev en generaal Koeropatkin moest tegen zijn zin vanuit Liaoyang aanvallen naar Port Arthur. Luitenant-generaal Georgi Stackelberg kreeg 27.000 infanterie, 2.500 cavalerie onder luitenant-generaal Simonov en 98 kanonnen en moest naar het zuiden om Nanshan te heroveren en Port Arthur te verdedigen. Na de Slag bij Nanshan bezette generaal Oku Yasukata de haven Dalian en hij herstelde er de pieren. Op 5 mei 1904 kwam generaal Maresuke Nogi te Dalian aan om met zijn 3e Leger Port Arthur aan te vallen. Oku beschikte over 36.000 infanterie, 2.000 cavalerie en 216 artilleriestukken. Op 13 juni 1904 marcheerde Oku naar het noorden langsheen de spoorlijn ten zuiden van Liaoyang. Er waren schermutselingen van infanterie en wederzijdse beschietingen met artillerie. Stackelberg dacht, dat generaal Oku Port Arthur wilde innemen. Stackelberg sloeg zijn hoofdkwartier op te Te-Li-Ssu en deed de stellingen versterken en de troepen ingraven langs de spoorweg. De ruiterij van Simonov dekte de rechterflank af. De slag Op 14 juni 1904 begon de slag met een artilleriebeschieting. De Japanners hadden meer kanonnen en schoten meer raak. Het nieuw Russisch Putilov M-1903 kanon werd voor het eerst gebruikt, maar de kanonniers waren slecht opgeleid. Oku viel frontaal aan met de 3e en 5e divisies, één aan weerszijden van de spoorlijn. Tegelijk manoeuvreerde de 4e divisie snel naar het westen langs de Fuchouvallei om de rechterflank te omsingelen. Russische voorposten bemerkten het manoeuvre, maar door de mist konden ze Stackelberg niet verwittigen met hun heliograaf. De aanval in het centrum woedde tot in de nacht. Stackelberg verwachtte een aanval op de linkerflank en hij stuurde zijn reserve naar links. Oku zette zijn hoofdaanval in tegen zonsopgang. Ook Stackelberg wilde in de ochtend een tegenaanval inzetten, maar hij had het tijdstip vaag gelaten en geen schriftelijke, maar mondelinge bevelen gegeven. De Russen vielen wel aan, maar noch allemaal, noch tegelijk, zodat de tegenaanval op niets uitliep. Niet lang daarna ontving Stackelberg berichten over een grote aanval op de rechterflank. Om omsingeling te vermijden, gaf Stackelberg om 11u30 bevel tot terugtocht. De Russen lieten hun artillerie achter. Er werd tot 14u00 gevochten. Russische versterking kwam per trein aan, net toen de Japanse artillerie het treinstation onder vuur nam. Rond 15u00 zag Stackelberg een grote nederlaag tegemoet, maar hevige storm met regen hielpen hem ontkomen naar Mukden. Resultaat De Russen telden minstens 477 doden, 2.240 gewonden en 754 vermisten. De Japanners telden 217 doden en 946 gewonden. De Japanners rukten op naar de strategisch belangrijke haven Port Arthur. Japanse veldslag Russische veldslag Veldslag in de 20e eeuw Veldslag in China Slag Te
4,497
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hanneke%20de%20Munck
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Hanneke de Munck
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Hanneke de Munck&action=history
Dutch
Spoken
451
997
Johanna Maria Louise de Munck (Rijswijk, 4 april 1951) is een Nederlandse beeldhouwer. Leven en werk De Munck volgde een opleiding aan de beeldhouwafdeling van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag (1976-1979) bij Henri van Haaren en Frank Letterie en vervolgens aan de Rijksakademie van beeldende kunsten (1979-1983) bij Paul Gregoire, Theresia van der Pant en Eric Claus. Vanaf 1983 is De Munck werkzaam als zelfstandig beeldhouwer in Amsterdam. Zij werkt in verschillende technieken met in wisselende mate geabstraheerde figuratie vanuit de klassieke traditie. In dialoog met de verschillende natuurlijke materialen (brons, natuursteen en diverse houtsoorten) is in de ontwikkeling van haar werk een rijke vormentaal ontstaan. Beweging is een belangrijk terugkerend element. Vanaf 1992 tot de opheffing van de vereniging was De Munck lid van het Amsterdams Beeldhouwers Kollektief, sindsdien is zij lid van de groep die doorstartte, Beeldhouwers.nu. Vanaf 1995 is zij docent aan de NDSM Academie en vanaf 2000 lid van het Nederlands Portretschap en de ondernemersvereniging De Toekomst NDSM terrein. Na diverse ateliers in Amsterdam-Oost heeft zij sinds 1994 haar atelier in Helling X op het NDSM-terrein in Amsterdam-Noord. In het minitheater ‘Helling X’ bij haar atelier organiseert De Munck voorstellingen in samenwerking met vertellers, dichters en musici waarbij haar beelden centraal staan. In 2001 trouwde zij met graficus Sietse Hielke Bakker. Vanaf 2001 werkte De Munck aan het Mandelstam project en het Altaarstukken project samen met kunstenaars uit diverse disciplines. In 2009 werd de Stichting de Gespreksgenoot – Sobesednik voor kunstprojecten door het echtpaar Bakker/De Munck opgericht. De Munck maakte in opdracht meerdere beelden voor de openbare ruimte. Werken (selectie) Eligius (1997), naast de Sint-Petrusbasiliek, Boxtel De Sprong (2003), bij Centrum De Roos, PC Hooft ingang van het Vondelpark, Amsterdam Monument voor de Liefde (2010), voor Mandelstam, universiteitsterrein, Sint Petersburg, Rusland Pietà (arvenhout) en Man der Smarten (perenhout) (2014), begraafplaats Rhijnhof, Leiden Monument voor de liefde (2015), Nadjezjda Mandelstamstraat, Amsterdam-Zuidoost Adelaar (graniet) en Meeuw (brons), begraafplaats Zorgvlied, Amsterdam Acrobaten (2016), Le Mas Blanc, Zuid-Frankrijk Tentoonstellingen (selectie) 1983 De Tuinen van Mien Ruys, Dedemsvaart 1984 Kunsthandel Ina Broerse, diverse tentoonstellingen, Laren 1987 en 2010 Keukenhof Lisse 1992 en 1994 De Oude Kerk, Amsterdam 1992 Tongerlohuys, Roosendaal 1997 Beeldentuin De Hoge Hees, Eersel 2002 Galerie Vlierhove, Blaricum 2006 Bijbels Museum, Amsterdam 2008 Domein De Beukenhof, Kluisbergen, België 2011 WTC Amsterdam, project moderne altaarstukken 2014 Hooglandse kerk "Toegewijde Kunst", Leiden 2018 Rosa Spier Huis, Laren. 19 augustus t/m 7 oktober. Beelden van brons en hout (Hanneke de Munck) en poëzie in grafiek (Sietse Bakker) 2021 NDSM Fuse Expo IX vanaf 12 maart (op afspraak) Fotogalerij Zie ook Lijst van Nederlandse beeldhouwers Externe links Officiële website Stichting de Gespreksgenoot - Sobesednik Beeldhouwers.nu Portretschap Nederlands beeldhouwer Hedendaagse kunst
16,729
https://ethereum.stackexchange.com/questions/59875
StackExchange
Open Web
CC-By-SA
2,018
Stack Exchange
Soham Lawar, Trevor Lee Oakley, https://ethereum.stackexchange.com/users/37751, https://ethereum.stackexchange.com/users/7503
Dutch
Spoken
452
890
Does array memory destroy other variables in memory? I have been testing and found that data is destroyed as follows. function getFreeWallets2( string mybonusname) public view returns ( uint length, uint k1, uint length1) { bytes32 bonusNameBytes32 = stringToBytes32(mybonusname); require(Bonuses[bonusNameBytes32].bonusExists, "Bonus does not exist"); length = Wallets.length; length1 = getNumberWallets(); address[] memory FreeWallets; k1=0; for(uint i = 0; i < length; i++) { address mywallet = Wallets[i]; if (!WalletBonuses[mywallet][bonusNameBytes32].bonusExists) { FreeWallets[k1]=mywallet; k1++; } } } Outcome - the return is 0,0,0 even though Wallets has data in it. When I comment out the allocation line for the array, then the return is 1,1,1 which shows the actual value. This is the offending line - FreeWallets[k1]=mywallet; Somehow this causes the data to be overwritten and then the whole function does not work. function getFreeWallets2( string mybonusname) public view returns ( uint length, uint k1, uint length1) { bytes32 bonusNameBytes32 = stringToBytes32(mybonusname); require(Bonuses[bonusNameBytes32].bonusExists, "Bonus does not exist"); length = Wallets.length; length1 = getNumberWallets(); address[] memory FreeWallets; k1=0; for(uint i = 0; i < length; i++) { address mywallet = Wallets[i]; if (!WalletBonuses[mywallet][bonusNameBytes32].bonusExists) { // FreeWallets[k1]=mywallet; <==== Commented out k1++; } } } I tried all kinds of combinations with storage and memory and it just throws errors all the time regarding push or something else. The design is easy enough (just to filter an array) but solidity has some issues in handling this. Has anyone any suggestions? It just returns the variables. There is no explicit return statement. I think the problem is since you are not allocating sufficient space to a dynamic array FreeWallets,mywallet is not getting inserted an array. Allocate sufficient space to FreeWallets array and then insert an element. For that, you need to change the code as follows while defining array FreeWallets- address[] memory FreeWallets = new address[](Wallets.length); Hope it helps. This works in terms of the memory issue. Thanks. Is there a way to control the size of the output array? Now I get back a lot of zeros in FreeWallets for the non-allocated wallets. It would be better to say have wallets(size 10) and the freewallets(size 5) when 5 wallets were already allocated (walletsbonus has the allocations). Welcome, glad to help you. If you want to control a size of an array then you need to create a dynamic arrayFreeWallets in storage and insert an element in a dynamic array using FreeWallets.push(mywallet). Yes that was what I was trying, but I met with endless errors when the array was declared in the function. It works fine when declared outside the function. I have a workaround of counting the allocations and then allocating the memory. The other option is to pass around a lot of arrays filled with zeros.
11,851
https://stackoverflow.com/questions/33530550
StackExchange
Open Web
CC-By-SA
2,015
Stack Exchange
Ben, flo scheiwiller, https://stackoverflow.com/users/1101945, https://stackoverflow.com/users/5438903
Dutch
Spoken
491
1,289
Moq - Setup method with complex parameters I'm trying to set up a mock of this interface: public interface IAuthenticatedRequestService { HttpClient CreateHttpClientForJwt(Func<HttpResponseMessage, bool> isUnauthenticated, int timeoutSeconds); HttpClient CreateHttpClientForAccessToken(Func<HttpResponseMessage, bool> isUnauthenticated, int timeoutSeconds); } This is one implementation of the method to setup that is in use and working: public HttpClient CreateHttpClientForAccessToken(Func<HttpResponseMessage, bool> isUnauthenticated, int timeoutSeconds) { var client = Mvx.Resolve<IPlatformOperationProvider>().CreateHttpClient(timeoutSeconds); return new HttpClient(new AuthenticatedHttpMessageHandler(this, client, AuthenticationUtils.AddAccessTokenToRequest, isUnauthenticated,_loggingService)); } This is one usage of the implemented method that is working: var client = service.CreateHttpClientForAccessToken(x => x.StatusCode == HttpStatusCode.Unauthorized, CoreConstants.TimeoutMyDetails); This is my unit test which sets up the mock: [Test] public async void TestIsLoggedInIsTrue() { //Arrange var authenticatedRequestService = new Mock<IAuthenticatedRequestService>(); authenticatedRequestService.Setup(foo => foo.CreateHttpClientForAccessToken((It.IsAny<Func <HttpResponseMessage, bool>>()) , 0 )).Returns(new HttpClient()); var platformOperationProvider = new Mock<IPlatformOperationProvider>(); platformOperationProvider.Setup(foo => foo.CreateHttpClient(1)).Returns(new HttpClient()); Mvx.RegisterSingleton<IPlatformOperationProvider>(platformOperationProvider.Object); Mvx.RegisterSingleton<IAuthenticatedRequestService>(authenticatedRequestService.Object); var loggedInProvider = new LoggedInProvider( new Mock<ISecuredSettings>().Object, new Mock<ILoggingService>().Object ); //Act await loggedInProvider.SetUserAndToken( new User(), new ApiAccessInfo("refresh token", "access token", "jwt") ); //Assert Assert.IsTrue(loggedInProvider.IsLoggedIn); } This unit test has no errors, but the test fails (I think it is because I am passing it any HttpResponseMessage? And I need to somehow pass it HttpStatusCode.Accepted? How would I do that? Take note of the usage of the method, how it passes HttpStatusCode.Unauthorized, then can I do something like that with HttpStatusCode.Accepted?: var client = service.CreateHttpClientForAccessToken(x => x.StatusCode == HttpStatusCode.Unauthorized, CoreConstants.TimeoutMyDetails); EDIT: To be clear, It is this line of code that I need to correct: authenticatedRequestService.Setup(foo => foo.CreateHttpClientForAccessToken((It.IsAny<Func <HttpResponseMessage, bool>>()) , 0 )).Returns(new HttpClient()); EDIT: Whilst debugging the problem starts here (check the code comment after the client is created): async Task<ServiceResponse> UpdateUserDetails() { // Have to late-resolve this otherwise we end up with a dependency loop var service = Mvx.Resolve<IAuthenticatedRequestService>(); try { var client = service.CreateHttpClientForAccessToken(x => x.StatusCode == HttpStatusCode.Unauthorized, CoreConstants.TimeoutMyDetails); // here is the problem, the client is null after this line of code. var user = _user; I have since found that it is not a Moq issue. MvvmCross is not registering the object to resolve correctly. This line is not working: Mvx.RegisterSingleton<IAuthenticatedRequestService>(authenticatedRequestService.Object); as this line creates an AuthenticatedRequestService but it is not the mock one that I made: var service = Mvx.Resolve<IAuthenticatedRequestService>(); Here is some context of resolving the AuthenticatedRequestService async Task<ServiceResponse> UpdateUserDetails() { // Have to late-resolve this otherwise we end up with a dependency loop var service = Mvx.Resolve<IAuthenticatedRequestService>(); try { var client = service.CreateHttpClientForAccessToken(x => x.StatusCode == HttpStatusCode.Unauthorized, CoreConstants.TimeoutMyDetails); var user = _user; var str = await client.GetStringAsync(new Uri(user.IdUrl)); var newUser = JsonConvert.DeserializeObject<User.Json>(str); var token = _token; if (token != null) You Assert a property of the instance loggedInProvider (of type LoggedInProvider) however. I can't se any declaration of that class in your sample. Can you provide a compiling sample? @flo There is a LoggedInProvider instantiated in the original unit test, however I have pasted some more code using the LoggedInProvider from a passing unit test. Cheers my hopes where, that might be able to shorten your sample to narrow the issue down :-)
6
https://nl.wikipedia.org/wiki/Pandiangan
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Pandiangan
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Pandiangan&action=history
Dutch
Spoken
22
57
Pandiangan is een bestuurslaag in het regentschap Dairi van de provincie Noord-Sumatra, Indonesië. Pandiangan telt 1456 inwoners (volkstelling 2010). Plaats in Noord-Sumatra
39,898
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ledong%20Barat
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Ledong Barat
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Ledong Barat&action=history
Dutch
Spoken
24
59
Ledong Barat is een bestuurslaag in het regentschap Asahan van de provincie Noord-Sumatra, Indonesië. Ledong Barat telt 4762 inwoners (volkstelling 2010). Plaats in Noord-Sumatra
9,651
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bisdom%20Cirta
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Bisdom Cirta
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Bisdom Cirta&action=history
Dutch
Spoken
645
1,244
Het Romeins bisdom Cirta en later aartsbisdom Constantine was een bisdom in het Romeinse Keizerrijk, met zetel in de huidige stad Constantine in Algerije. De bisschoppen van Cirta waren metropoliet in de Romeinse provincie Numidia. Romeins bisdom en aartsbisdom Het bisdom werd opgericht in Cirta, de hoofdstad van de Romeinse provincie Numidia in de loop van de 3e eeuw. Cirta was een welvarende handelsstad in Numidia. Tijdens de christenvervolgingen van keizer Diocletianus (begin 4e eeuw) verschansten de christenen zich in de eerste basiliek of kapel die er moet gestaan hebben. Deze plaats is beschreven als domus in qua christiani conveniebant. De basiliek werd door Romeinse soldaten met de grond gelijk gemaakt in het jaar 303, alsook de bijgebouwen zoals de bibliotheek, eetzaal en vergaderzaal. Na het bloedbad kwamen enkele bisschoppen van Numidië samen in Cirta (305). Hier wordt soms van het concilie van Cirta gesproken. De clerus kwam er samen om de stadsmagistraten te beschuldigen van diefstal van bijbels en heilige vazen. Het schisma tussen donatisten en zogenaamde verraders was een feit. De donatisten bouwden alvast hun eigen basiliek in Cirta. Met het Edict van Milaan (313) liet keizer Constantijn het christendom toe in het Romeinse Rijk. Wat de stad Cirta betrof, deze veranderde hij van naam in Constantine. Hij liet een triomfboog bouwen, die vandaag nog te bezichtigen is. De Donatisten hadden hun eigen basiliek in Constantine gebouwd; daarom betaalde keizer Constantijn de bouw van een 2e basiliek, voor de katholieken. Heel de 4e eeuw leefden de 2 strekkingen naast elkaar in Constantine. Ook keizer Constantijn II liet een kerk bouwen in Constantine. In heel de provincie Numidië ontstonden bisdommen, zowat in elke Romeinse stad. De aartsbisschop van Constantine was hun metropoliet. Waarschijnlijk was er ook een klooster tijdens de Romeinse tijd. In 396 hielden de donatisten hun eigen concilie in Constantine. Met de komst van de Vandalen hield het bisdom op te bestaan. Lijst van Romeinse bisschoppen van Cirta / Constantine De bisschoppen worden hier vernoemd voor zover ze bekend zijn en met het jaartal waarover een spoor gebleven is. Crescens, circa 256. Hij was aanwezig op een klein concilie in Carthago (256). Agapius Paulus, circa 303. Hij was bisschop van Cirta tijdens de vervolgingen door de troepen van keizer Diocletianus. Paulus schonk het meubilair van de eerste basiliek weg aan de gouverneur van Numidia. Silvanus, circa 305. Hij was betrokken bij het schisma tussen donatisten en katholieken. Zeuzius, circa 330. Hij was de bisschop tot wie keizer Constantijn zich richtte voor zijn bouwplannen van eigen kerk voor de katholieken. De keizer betaalde de bouw. Generosus. Hij kreeg een brief van Augustinus, bisschop van het naburige Hippo, om de strijd tegen de donatisten niet op te geven. Profuturus. Augustinus vermeldde hem in zijn boek De Unico Baptismo. Fortunatus. Hij trok namens de katholieke prelaten naar Carthago (411) om te discuteren met donatisten. Zijn tegenstrever was de donatisten-bisschop uit Constantine, Petilianus van Cirta. Fortunatus nam deel aan het Concilie van Carthago (418-419). Honoratus Antoninus. Het Romeinse Rijk was gevallen in Afrika en de Vandalen heersten in Noord-Afrika. Honoratus was bisschop tijdens het koningschap van Genserik de Vandaal (midden 5e eeuw). Victor. Hij was aartsbisschop op het einde van de 5e eeuw. Hij was een van de vele Numidische bisschoppen die op het appel moest komen (484) bij koning Hunerik de Vandaal. Hunerik stuurde Victor weg uit zijn rijk. Victor stierf in ballingschap op een onbekende plek. Byzantijns bisdom Constantine is als Byzantijns bisdom vermeld in 3 lijsten van bisschoppen bewaard in Byzantium. De lijsten dateren van de 7e en 8e eeuw. De bisdommen bestonden in de 6e en 7e eeuw. Titulair aartsbisdom Zeldzaam geeft de Roomse kerk de titel van aartsbisschop van Cirta/Constantine aan prelaten bij wijze van titulair aartsbisdom. Zie ook Bisdom Constantine, hedendaags bisdom, in de 19e eeuw heropgericht in Frans-Algerije. Romeinen in Algerije Christendom in de Romeinse oudheid Cirta Cirta Cirta
21,218
<urn:uuid:6e395158-2e12-4dad-b471-1185d87ce5f8>
French Open Data
Open Government
Various open data
null
https://francearchives.gouv.fr/facomponent/099cfc1be2431427e6345a2e011c4a7861c6eae2
francearchives.gouv.fr
Dutch
Spoken
31
64
Inventaire - GR 13 YF (NGUYEN VAN PHE à NIRETANDO) Dossier de pension de NGUYEN VAN PHIEN Document d'archives : Dossier de pension de NGUYEN VAN PHIEN GR 13 YF 16942
30,426
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lasnigo
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Lasnigo
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Lasnigo&action=history
Dutch
Spoken
69
165
Lasnigo is een gemeente in de Italiaanse provincie Como (regio Lombardije) en telt 401 inwoners (31-12-2004). De oppervlakte bedraagt 5,6 km², de bevolkingsdichtheid is 81 inwoners per km². Demografie Lasnigo telt ongeveer 180 huishoudens. Het aantal inwoners steeg in de periode 1991-2001 met 1,2% volgens cijfers uit de tienjaarlijkse volkstellingen van ISTAT. Geografie Lasnigo grenst aan de volgende gemeenten: Asso, Barni, Oliveto Lario (LC), Sormano, Valbrona. Gemeente in Como
34,521
https://nl.wikipedia.org/wiki/Molen%20van%20Aerden
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Molen van Aerden
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Molen van Aerden&action=history
Dutch
Spoken
247
459
De Molen van Aerden is een windmolen van het type beltmolen. De molen bevindt zich in het Noord-Brabantse Nispen (gemeente Roosendaal). De molen is gebouwd in 1850 en werd gebruikt als korenmolen. Opdrachtgever voor de bouw was Johannes van de Weijgert, die de molen vier jaar later verkocht aan Johannes Ludovicus Aerden uit Wouw. Hij was een zoon van Jacobus Aerden die niet alleen eigenaar was van molen De Arend aldaar, maar ook van de molen in Essen-Hoek. Om minder afhankelijk te zijn van de wind werd in 1883 een stoommachine geplaatst en in 1903 een petroleummotor. In 1918 kreeg de molen aansluiting op het elektriciteitsnet. Toch werd ook op de wind gemalen: in 1936 installeerde molenmaker Marinus van Riet zijn systeem van zelfzwichting, het van Riet-systeem, op beide roeden. Tot 1951 werd er op de wind gemalen. In 1975 kocht de gemeente Roosendaal en Nispen de Molen van Aerden om deze te laten restaureren. Het zelfzwichtingssysteem is daarbij hersteld. Later is de molen opnieuw gerestaureerd en in 1998 is hij maalvaardig gemaakt. De inrichting omvat onder andere 1 koppel 17der en 1 koppel 16der kunststenen en 1 koppel 14der blauwe stenen. De molen zou regelmatig moeten draaien, dit om het unieke van het Van Riet-systeem niet te laten vervallen. Dit is echter toch gebeurd en anno 2011 moest de molen opnieuw gerestaureerd worden. De Molen van Aerden is weer compleet opgeknapt, en draait inmiddels regelmatig, toch bijna wekelijks. Aerden Rijksmonument in Roosendaal Aerden Aerden Aerden Aerden
42,270
https://nl.wikipedia.org/wiki/Orectochilus%20discifer
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Orectochilus discifer
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Orectochilus discifer&action=history
Dutch
Spoken
29
49
Orectochilus discifer is een kever uit de familie van schrijvertjes (Gyrinidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1859 door Francis Walker. Schrijvertjes
31,509
2017/62016TO0071_INF_1/62016TO0071_INF_NL.txt_1
Eurlex
Open Government
CC-By
2,017
None
None
Dutch
Spoken
183
485
62016TO0071_INF Beschikking van het Gerecht (Kamer voor hogere voorzieningen) van 3 mei 2017 – De Nicola/EIB (Zaak T‑71/16 P) „Hogere voorziening – Openbare dienst – Personeel van de EIB – Beoordeling – Loopbaanontwikkelingsrapport – Beoordeling 2007 – Onjuiste rechtsopvattingen – Hogere voorziening kennelijk ongegrond” 1.  Hogere voorziening–Middelen–Middelen die kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond zijn–Afwijzing, op elk moment, bij met redenen omklede beschikking, zonder mondelinge behandeling (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 208) (zie punt 10) 2.  Ambtenaren–Niet-contractuele aansprakelijkheid van de instellingen–Voorwaarden–Schade–Materiële schade die zou zijn veroorzaakt door een niet-verleende bevordering na de nietigverklaring van het besluit betreffende het betwiste beoordelingsrapport–Niet-zekere schade wegens het ontbreken van een recht op bevordering (Ambtenarenstatuut, art. 45) (zie punten 19, 20, 24) Voorwerp Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Enkelvoudige kamer) van 18 december 2015, De Nicola/EIB (F‑82/12, EU:F:2015:166), en strekkende tot gedeeltelijke vernietiging van dat arrest Dictum 1) De hogere voorziening wordt afgewezen. 2) Carlo De Nicola draagt zijn eigen kosten en de kosten die de Europese Investeringsbank (EIB) in het kader van deze procedure heeft gemaakt.
23,222
https://nl.wikipedia.org/wiki/Spastica%20scutellaris
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Spastica scutellaris
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Spastica scutellaris&action=history
Dutch
Spoken
28
53
Spastica scutellaris is een keversoort uit de familie van oliekevers (Meloidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1825 door Klug. Oliekevers
47,675
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tricorythopsis%20chiriguano
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Tricorythopsis chiriguano
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Tricorythopsis chiriguano&action=history
Dutch
Spoken
39
71
Tricorythopsis chiriguano is een haft uit de familie Leptohyphidae. De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 2001 door Molineri. De soort komt voor in het Neotropisch gebied. Leptohyphidae Dier uit het Neotropisch gebied
29,209
https://nl.wikipedia.org/wiki/Aero%20L-159%20ALCA
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Aero L-159 ALCA
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Aero L-159 ALCA&action=history
Dutch
Spoken
156
446
De Aero L-159 ALCA is een Tsjechisch jachtvliegtuig gebouwd door Aero. ALCA staat voor Advanced Light Combat Aircraft, Geavanceerd Licht GevechtsVliegtuig. Op dit moment is de L-159 alleen in dienst bij de Tsjechische luchtmacht. Versies L-159A L-159B L-159T1 Specificaties (L-159A) Bemanning: 1, de piloot Lengte: 12,72 m Spanwijdte: 9,54 m Hoogte: 4,87 m Vleugeloppervlak: 18,8 m2 Leeggewicht: 4 350 kg Max. startgewicht: 8 000 kg Motor: 1× Honeywell/ITEC F124-GA-100, 28 kN Maximumsnelheid: 935 km/h Vliegbereik: 1 570 km Dienstplafond: 13 200 m Klimsnelheid: 48 m/s Gebruikers Militaire gebruikers Tsjechië: 20 L-159A en B’s en 4 L-159T1’s Irak Voormalige gebruikers: Hongarije Civiele gebruikers Verenigde Staten Draken International Lewis Fighter Fleet Zie ook Gerelateerde ontwikkelingen Aero L-39 Albatros Aero L-59 Super Albatros Vergelijkbare vliegtuigen Aermacchi MB-339 BAe Hawk CASA 101 Dassault/Dornier Alpha Jet FMA IA 63 Pampa Kawasaki T-4 Soko G-4 Super Galeb PZL I-22 Iryda IAR 99 Siom Externe links Airwar.ru (Russisch) L-159 ALCA Militair luchtvaartuig Gevechtsvliegtuig
47,364
https://nl.wikipedia.org/wiki/Got%20%27til%20It%27s%20Gone
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Got 'til It's Gone
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Got 'til It's Gone&action=history
Dutch
Spoken
138
219
Got 'til It's Gone is een nummer van de Amerikaanse zangeres Janet Jackson uit 1997, in samenwerking met de Amerikaanse rapper Q-Tip en de Canadese zangeres Joni Mitchell. Het is de eerste single van Jacksons zesde studioalbum The Velvet Rope. "Got 'til It's Gone" bevat een sample van Joni Mitchells hit Big yellow taxi uit 1970. Omdat het nummer in Amerika niet uitgebracht werd als single, haalde het de Billboard Hot 100 niet. Wel werd het in Amerika een radiohit, waardoor het de 36e positie haalde in de airplaylijst van Billboard. In Europa werd het nummer wel als single uitgegeven, en werd het dan ook een hit. In de Nederlandse Top 40 haalde het de 6e positie, en in de Vlaamse Radio 2 Top 30 de 23e. Nummer van Janet Jackson Single uit 1997 Nummer van Joni Mitchell
38,258
https://nl.wikipedia.org/wiki/Anna%20Catharina%20van%20Nassau
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Anna Catharina van Nassau
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Anna Catharina van Nassau&action=history
Dutch
Spoken
51
159
Anna Catharina van Nassau-Dillenburg (1652-1662), dochter van George Lodewijk van Nassau-Dillenburg. Anna Catharina van Nassau-Hadamar (1630-1630), dochter van Johan Lodewijk van Nassau-Hadamar. Anna Catharina van Nassau-Idstein (1590-1622), dochter van Johan Lodewijk I van Nassau-Idstein. Anna Catharina van Nassau-Ottweiler (1653-1731), dochter van Johan Lodewijk van Nassau-Ottweiler. Zie ook Anna van Nassau (doorverwijspagina).
40,946
https://nl.wikipedia.org/wiki/Traverella%20promifrons
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Traverella promifrons
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Traverella promifrons&action=history
Dutch
Spoken
50
90
Traverella promifrons is een haft uit de familie Leptophlebiidae. De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1996 door Lugo-Ortiz & McCafferty. De soort komt voor in het Nearctisch gebied en het Neotropisch gebied. Leptophlebiidae Dier uit het Nearctisch gebied Dier uit het Neotropisch gebied
17,176
https://nl.wikipedia.org/wiki/Pseudomeloe%20baeri
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Pseudomeloe baeri
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Pseudomeloe baeri&action=history
Dutch
Spoken
28
54
Pseudomeloe baeri is een keversoort uit de familie van oliekevers (Meloidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1903 door Fairmaire. Oliekevers
1,881
2022/Information note_77/Information note_NL.pdf_4
Eurlex
Open Government
CC-By
2,022
None
None
Dutch
Spoken
6,951
12,906
10967/22 smu/PAU/hb 84 BIJLAGE GIP.INST NL (59) Aanbieders van zeer grote onlineplatforms en van zeer grote onlinezoekmachines moeten ervoor zorgen dat hun benadering van risicobeoordeling en -beperking gebaseerd is op de beste beschikbare informatie en wetenschappelijke inzichten, e n moeten hun hypothesen controleren met die groepen op wie de impact van de risico’s en van de maatregelen die zij treffen het grootst is. Grote onlineplatforms moeten, waar nodig, hun risicobeoordelingen uitvoeren en hun risicobeperkende maatregelen opste llen, waarbij vertegenwoordigers van de afnemers van de dienst, vertegenwoordigers van groepen die de gevolgen van hun diensten kunnen ondervinden, onafhankelijke deskundigen en organisaties uit het maatschappelijk middenveld moeten worden betrokken. Zij m oeten ernaar streven dergelijke raadplegingen te integreren in hun methoden voor het beoordelen van de risico’s en het uitwerken van risicobeperkende maatregelen, bijvoorbeeld in de vorm van enquêtes, focusgroepen, rondetafeldiscussies en andere raadplegin gs- en ontwerpmethoden, zoals toepasselijk. Bij de beoordeling of een maatregel redelijk, evenredig en doeltreffend is, moet bijzondere aandacht worden besteed aan het recht op vrijheid van meningsuiting. 10967/22 smu/PAU/hb 85 BIJLAGE GIP.INST NL (59 bis) In crisistijden kan het gebeuren dat aa nbieders van zeer grote onlineplatforms dringend bepaalde specifieke maatregelen moeten nemen, bovenop de maatregelen die zij in het licht van hun verplichtingen uit hoofde van deze verordening nemen. In dit verband is een crisis het zich voordoen van buit engewone omstandigheden die kunnen leiden tot een ernstige bedreiging van de openbare veiligheid of de volksgezondheid in de Unie of aanzienlijke delen van de Unie. Dergelijke crises kunnen het gevolg zijn van gewapende conflicten, opkomende conflicten, te rroristische daden, natuurrampen zoals aardbevingen en orkanen, alsook pandemieën en andere ernstige internationale bedreigingen voor de volksgezondheid. De Commissie moet op aanbeveling van de Raad voor digitale diensten kunnen eisen dat dienstverleners o nverwijld een crisisrespons initiëren. Maatregelen die de dienstverlener kan identificeren en eventueel toepassen, kunnen bijvoorbeeld het volgende omvatten: het aanpassen van inhoudsmoderatieprocedures en het vergroten van de middelen voor inhoudsmoderati e, het aanpassen van de algemene voorwaarden, relevante algoritmische systemen en reclamesystemen, het intensiveren van de samenwerking met betrouwbare “flaggers”, het nemen van bewustmakingsmaatregelen, het bevorderen van betrouwbare informatie en het aan passen van het ontwerp van hun online -interfaces. Er moet worden voorzien in de nodige voorschriften om te garanderen dat dergelijke maatregelen binnen een zeer kort tijdsbestek worden genomen, dat het crisisresponsmechanisme alleen wordt gebruikt wanneer en voor zover dat strikt noodzakelijk is, en dat alle in het kader van dit mechanisme genomen maatregelen doeltreffend en evenredig zijn, rekening houdend met de rechten en legitieme belangen van alle betrokken partijen. Het gebruik van het mechanisme mag geen afbreuk doen aan de andere bepalingen van deze verordening, zoals die inzake risicobeoordelingen en risicobeperkende maatregelen en de handhaving daarvan, evenals de bepalingen inzake crisisprotocollen. 10967/22 smu/PAU/hb 86 BIJLAGE GIP.INST NL (60) Gezien de noodzaak om te zorgen voor een controle door onafhankelijke deskundigen, moeten aanbieders van zeer grote onlineplatforms en van zeer grote onlinezoekmachines door middel van onafhankelijke controles verantwoording afleggen over de naleving van de in deze verordening vastgelegde verpli chtingen en, in voorkomend geval, over eventuele aanvullende toezeggingen die zij hebben gedaan in het kader van gedragscodes en crisisprotocollen. Om ervoor te zorgen dat controles op doeltreffende, efficiënte en tijdige wijze worden uitgevoerd, moeten aa nbieders van zeer grote onlineplatforms en van zeer grote onlinezoekmachines de nodige samenwerking en bijstand verlenen aan de organisaties die de controles uitvoeren, onder meer door de controleur toegang geven tot alle relevante gegevens en gebouwen die nodig zijn om de controle naar behoren uit te voeren , inclusief, indien toepasselijk, tot gegevens met betrekking tot algoritmische systemen, en door mondelinge of schriftelijke vragen te beantwoorden . De controleurs moeten ook gebruik kunnen maken van andere objectieve informatiebronnen, zoals studies van erkende onderzoekers. Aanbieders van zeer grote onlineplatforms en van zeer grote onlinezoekmachines mogen de uitvoering van controles niet in de we g staan. Controles moeten worden uitgevoerd volgens de beste praktijken in de sector en met grote beroepsethiek en objectiviteit, en met inachtneming van de toepasselijke controlenormen en gedragscodes. De controleurs moeten de vertrouwelijkheid, veilighei d en integriteit van de informatie, zoals bedrijfsgeheimen, die zij bij de uitvoering van hun taken verkrijgen, waarborgen en over de nodige deskundigheid op het gebied van risicobeheer en technische bekwaamheid voor het controleren van algoritmen beschikk en. Deze waarborg mag geen middel zijn voor het omzeilen van de toepasselijkheid van controleverplichtingen in deze verordening. De controleurs moeten onafhankelijk zijn, zodat zij hun taken op passende en betrouwbare wijze kunnen uitvoeren. Zij moeten vol doen aan de essentiële onafhankelijkheidsvereisten inzake het verbod op de verstrekking van andere diensten dan controlediensten, het wisselen van auditkantoor en niet -voorwaardelijke honoraria. Wanneer hun onafhankelijkheid en technische bekwaamheid niet onomstotelijk vaststaan , moeten zij aftreden of de controleopdracht weigeren. 10967/22 smu/PAU/hb 87 BIJLAGE GIP.INST NL (61) Het controleverslag moet worden onderbouwd, zodat het een zinvolle rapportage geeft van de ondernomen activiteiten en de bereikte conclusies. Het moet helpen om informatie te verstrekken en, waar nodig, verbeteringen voor te stellen voor de maatregelen die de aanbieders van zeer grote onlineplatforms en van zeer grote onlinezoekmachines hebben genomen om aan hun verplichtingen uit hoofde van deze verordening te voldoen. Na ontvangst van het controleverslag moet dit verslag aan de coördinator voor digitale diensten van de plaats van vestiging , de Commissie en de Raad voor digitale diensten worden toegezonden. Na controles moeten aanbieders van zeer grote onlineplatforms of van zeer grote onlinezoekmachines ook onverwijld alle verslagen over de risicobeoordeling en de risicobeperkende maatregelen toezenden, alsook hun controleuitvoeringsrapporten, waaruit blijkt hoe zij gevolg hebben gegeven aan de aanbevelingen van de audit. H et verslag moet een controleoordeel bevatten dat gebaseerd is op de conclusies die uit het verkregen controlebewijs worden getrokken. Er moet een positief advies worden uitgebracht wanneer uit alle gegevens blijkt dat het zeer grote onlineplatform of de ze er grote onlinezoekmachine voldoet aan de verplichtingen van deze verordening of, in voorkomend geval, aan de toezeggingen die het onlineplatform of de onlinezoekmachine heeft gedaan in het kader van een gedragscode of een crisisprotocol, door met name de systeemrisico's van hun systeem en diensten op te sporen, te evalueren en te beperken. Een dergelijk positief advies moet vergezeld gaan van commentaar, wanneer de controleur opmerkingen wenst op te nemen die geen wezenlijke invloed hebben op het resultaat van de controle. Er moet een negatief advies worden gegeven wanneer de controleur van mening is dat het zeer grote onlineplatform of de zeer grote onlinezoekmachine niet voldoet aan deze verordening of aan de gedane toezeggingen. Indien in het controleadv ies geen conclusies konden worden geformuleerd over specifieke te controleren elementen, moet in het controleadvies een toelichting worden opgenomen waarin wordt uiteengezet waarom dit niet mogelijk was. In voorkomend geval moet het verslag een beschrijvin g bevatten van specifieke elementen die niet gecontroleerd konden worden en een verklaring waarom die niet gecontroleerd konden worden. 10967/22 smu/PAU/hb 88 BIJLAGE GIP.INST NL (62) De verplichtingen inzake risicobeoordeling en -beperking moeten er per geval toe leiden dat aanbieders van zeer grote onlineplatforms en van zeer grote onlinezoekmachines de noodzaak ervaren om het ontwerp van hun aanbevelingssystemen te beoordelen en indien nodig aan te passen, bijvoorbeeld door maatregelen te nemen om vooroordelen die leiden tot discriminatie van personen in kwetsbare situaties te voorkomen of tot een minimum te beperken, met name wanneer dit in overeenstemming is met het recht inzake gegevensbescherming en wanneer de informatie gepersonaliseerd is op basis van bijzondere categorieën persoonsgegeve ns in de zin van artikel 9 van Verordening (EU) 2016/679. Daarnaast moeten aanbieders van zeer grote onlineplatforms en van zeer grote onlinezoekmachines in aanvulling op de transparantieverplichtingen die van toepassing zijn op onlineplatforms met betrekk ing tot hun aanbevelingssystemen, er consequent voor zorgen dat afnemers van hun diensten alternatieve opties hebben die niet gebaseerd zijn op profilering, in de zin van Verordening (EU) 2016/679, voor de belangrijkste parameters van hun aanbevelingssyste men. Dergelijke opties moeten rechtstreeks toegankelijk zijn via de interface waar de aanbevelingen worden gepresenteerd. 10967/22 smu/PAU/hb 89 BIJLAGE GIP.INST NL (63) Reclamesystemen die door zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines worden gebruikt, brengen bijzondere risic o's met zich mee en vereisen verder openbaar en regulerend toezicht vanwege hun omvang en hun vermogen om de afnemers van de dienst aan te spreken en te bereiken op basis van hun gedrag binnen en buiten de online -interface van dat platform of die zoekmachi ne. Zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines moeten zorgen voor publieke toegang tot de databanken van de op hun online -interfaces gepresenteerde reclame, ter facilitering van het toezicht op en het onderzoek naar nieuwe risico’s als gev olg van de verspreiding van onlinereclame, bijvoorbeeld in verband met illegale reclame of manipulatieve technieken en desinformatie met een reële en voorspelbare negatieve impact op de volksgezondheid, de openbare veiligheid, het maatschappelijk debat, de politieke participatie en de gelijkheid. Deze databanken moeten de inhoud van de reclame , inclusief de naam van het product, de dienst of het merk en het voorwerp van de reclame, en de bijbehorende gegevens over de adverteerder en, indien verschillend, de natuurlijke of rechtspersoon die voor de reclame heeft betaald, en de levering van de reclame bevatten, met name wanneer het gaat om gerichte reclame. Deze informatie moet zowel informatie over de criteria ter bepaling van de doelgroep als over de aanbied ingscriteria bevatten, met name wanneer reclame wordt aangeboden aan personen in kwetsbare situaties, zoals minderjarigen. 10967/22 smu/PAU/hb 90 BIJLAGE GIP.INST NL (64) Om op passende wijze te controleren en te beoordelen of de in deze verordening vastgestelde verplichtingen door zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines worden nageleefd , kan de coördinator voor digitale diensten van de plaats van vestiging of de Commissie toegang tot of rapportage over specifieke gegevens vereisen , inclusief gegevens met betrekk ing tot algoritmen . Een dergelijke eis kan bijvoorbeeld betrekking hebben op de gegevens die nodig zijn om de risico's en mogelijke schade als gevolg van de systemen van het platform of van de zoekmachine te beoordelen, op gegevens over de nauwkeurigheid, de werking en het testen van algoritmische systemen voor inhoudsmoderatie, aanbevelingssystemen of reclamesystemen, in voorkomend geval met inbegrip van trainingsgegevens en -algoritmen, of op gegevens over processen en resultaten van inhoudsmoderatie of v an interne klachtenafhandelingssystemen in de zin van deze verordening. Dergelijke verzoeken om toegang tot gegevens omvatten geen verzoeken om specifieke informatie over individuele afnemers van de dienst te verstrekken om te bepalen of de afnemers voldoe n aan ander toepasselijk Unierecht of nationaal recht. Door onderzoekers uitgevoerde studies naar de evolutie en de ernst van onlinesysteemrisico's zijn met name belangrijk voor het overbruggen van informatieasymmetrieën en het opzetten van een veerkrachti g systeem voor risicobeperking, door de onlineplatforms, de onlinezoekmachines, de coördinatoren voor digitale diensten, andere bevoegde instanties, de Commissie en het publiek in te lichten. 10967/22 smu/PAU/hb 91 BIJLAGE GIP.INST NL Deze verordening biedt daarom een kader voor dwingende toegan g tot gegevens van zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines voor erkende onderzoekers die zijn aangesloten bij een onderzoeksorganisatie in de zin van artikel 2 van Richtlijn (EU) 2019/790, waaronder, voor de toepassing van deze verorden ing, maatschappelijke organisaties die wetenschappelijk onderzoek verrichten met als hoofddoel hun taken van algemeen belang te ondersteunen . Alle verzoeken voor toegang tot gegevens in dat kader moeten evenredig zijn en moeten de rechten en gerechtvaardigde belangen, waaronder de bescherming van persoonsgegevens, handelsgeheimen en andere vertrouwelijke informatie, van het platform of de zoekmachine en van a lle andere betrokken partijen, waaronder van de afnemers van de dienst, op passende wijze beschermen. Om ervoor te zorgen dat de doelstelling van deze verordening wordt verwezenlijkt, mag het in aanmerking nemen van de handelsbelangen van aanbieders evenwe l niet leiden tot een weigering om toegang te verlenen tot gegevens die nodig zijn voor een specifieke onderzoeksdoelstelling op grond van een verzoek uit hoofde van deze verordening. In dit verband moeten aanbieders, zonder afbreuk te doen aan Richtlijn ( EU) 2016/943 van het Europees Parlement en de Raad37, zorgen voor passende toegang voor onderzoekers, onder meer, waar nodig, door te voorzien in technische bescherming zoals gegevenskluizen. 37 Richtlijn (EU) 2016/943 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende de bescherming van niet -openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen) tegen het onrechtmati g verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan (PB L 157 van 15.6.2016, blz. 1). 10967/22 smu/PAU/hb 92 BIJLAGE GIP.INST NL Verzoeken om toegang tot gegevens kunnen bijvoorbeeld betrekki ng hebben op het aantal views of, in voorkomend geval, andere soorten toegang tot inhoud door afnemers van de dienst voorafgaand aan de verwijdering van de inhoud door de aanbieder. Daarnaast mogen aanbieders van zeer grote onlineplatforms onderzoekers die aan een passende reeks criteria voldoen, niet beletten openbaar toegankelijke gegevens te gebruiken voor onderzoeksdoeleinden die bijdragen tot het opsporen, identificeren en begrijpen van systeemrisico’s. Zij moeten deze onderzoekers, indien dat technisc h mogelijk is, in real time toegang bieden tot openbaar toegankelijke gegevens, bijvoorbeeld over geaggregeerde interacties met inhoud van openbare pagina’s, openbare groepen of publieke figuren, en met inbegrip van gegevens over indrukken en betrokkenheid , zoals het aantal reacties, “shares” en opmerkingen van afnemers van de dienst. Aanbieders moeten ertoe worden aangemoedigd om vrijwillig samen te werken met onderzoekers en vrijwillig bredere toegang te verlenen tot gegevens voor het monitoren van maatsc happelijke problemen, onder meer via toezeggingen en procedures die zijn overeengekomen in het kader van gedragscodes of crisisprotocollen. Aanbieders en onderzoekers moeten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van persoonsgegevens en ervoor zor gen dat de verwerking van persoonsgegevens in overeenstemming is met Verordening (EU) 2016/679. Aanbieders moeten persoonsgegevens anonimiseren of pseudonimiseren, behalve in gevallen waarin daardoor het nagestreefde onderzoeksdoel onmogelijk wordt. 10967/22 smu/PAU/hb 93 BIJLAGE GIP.INST NL (65) Gezien de complexiteit van de werking van de gebruikte systemen en de systeemrisico's die zij voor de samenleving inhouden, moeten aanbieders van zeer grote onlineplatforms en van zeer grote onlinezoekmachines een nalevingsfunctie instellen , die moet los staan van de operationele functies van de aanbieders . Het hoofd van de compliancefunctie dient rechtstreeks verslag uit te brengen aan het management van de aanbieder, ook over kwesties in verband met niet -naleving van deze verordening. De nalevingsfunctio narissen die deze nalevingsfunctie vervullen, moeten over de nodige kwalificaties , kennis, ervaring en capaciteit beschikken om maatregelen concreet gestalte te geven en de naleving van deze verordening binnen de organisatie van aanbieders van zeer grote o nlineplatforms of van zeer grote onlinezoekmachines te controleren. Aanbieders van zeer grote onlineplatforms en van zeer grote onlinezoekmachines moeten ervoor zorgen dat de nalevingsfunctie naar behoren en tijdig wordt betrokken bij alle kwesties die ver band houden met deze verordening, ook bij de risicobeoordelings - en - beperkingsstrategie en bij specifieke maatregelen, en, indien van toepassing, bij de beoordeling van de naleving van de toezeggingen die aanbieders van zeer grote onlineplatforms of van z eer grote onlinezoekmachines hebben gedaan in het kader van de gedragscodes die zij onderschrijven. 10967/22 smu/PAU/hb 94 BIJLAGE GIP.INST NL (65 bis) Gezien de bijkomende risico’s in verband met hun activiteiten en hun bijkomende verplichtingen uit hoofde van deze verordening, moeten aanvullen de transparantievereisten specifiek van toepassing zijn op zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines, met name om uitgebreid verslag uit te brengen over de uitgevoerde risicobeoordelingen en de daaropvolgende maatregelen die overeenkomsti g deze verordening zijn vastgesteld. 10967/22 smu/PAU/hb 95 BIJLAGE GIP.INST NL (65 ter) De Commissie moet over de nodige middelen (personeel, expertise en geldelijke middelen) beschikken om haar taken uit hoofde van deze verordening te kunnen uitvoeren. Om de beschikbaarheid te garanderen van d e middelen die noodzakelijk zijn voor adequaat toezicht op het niveau van de Unie in het kader van deze verordening, en rekening houdend met het feit dat de lidstaten het recht moeten hebben om toezichtvergoedingen in te voeren voor op hun grondgebied geve stigde aanbieders met betrekking tot de toezicht - en handhavingstaken die de autoriteiten van de lidstaten uitoefenen, moet de Commissie elk jaar toezichtvergoedingen vaststellen en deze aanrekenen aan zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmac hines. Het totaalbedrag van de in rekening gebrachte jaarlijkse toezichtvergoedingen moet worden vastgesteld op basis van het totaalbedrag van de kosten die de Commissie maakt om haar toezichttaken uit hoofde van deze verordening uit te oefenen, zoals rede lijkerwijs vooraf geraamd. Dat bedrag omvat onder meer de kosten in verband met de uitoefening van de specifieke bevoegdheden en taken krachtens afdeling 3 van hoofdstuk IV van deze verordening, de kosten voor de aanduiding van zeer grote onlineplatforms e n zeer grote onlinezoekmachines, en de kosten voor het opzetten, onderhouden en exploiteren van de gegevensbanken zoals bedoeld in deze verordening. 10967/22 smu/PAU/hb 96 BIJLAGE GIP.INST NL Het bedrag omvat ook de kosten in verband met het opzetten, onderhouden en gebruiken van de basisinfrast ructuur voor informatie en institutionele samenwerking tussen coördinatoren voor digitale diensten, de Raad voor digitale diensten en de Commissie, aangezien zeer grote onlineplatforms en zeer grote zoekmachines gezien hun omvang en bereik een aanzienlijke impact hebben op de middelen die nodig zijn om deze infrastructuur te ondersteunen. Bij de raming van de totale kosten moet rekening worden gehouden met de toezichtkosten die in het voorgaande jaar zijn gemaakt, en eventueel met de kosten die hoger zijn u itgevallen dan de in het voorgaande jaar aangerekende individuele jaarlijkse toezichtvergoedingen. De externe bestemmingsontvangsten die voortvloeien uit de jaarlijkse toezichtvergoedingen kunnen worden gebruikt voor de financiering van extra personeel, zo als arbeidscontractanten en gedetacheerde nationale deskundigen, en voor andere uitgaven in verband met de uitvoering van de taken die uit hoofde van deze verordening aan de Commissie zijn toevertrouwd. De jaarlijkse toezichtvergoeding die wordt aangereken d aan aanbieders van zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines, moet evenredig zijn met de omvang van de dienst zoals weergegeven door het aantal afnemers ervan in de Unie. Bovendien mag de individuele jaarlijkse toezichtvergoeding niet h oger zijn dan een globaal plafond voor elke aanbieder van zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines, rekening houdend met de economische capaciteit van de aanbieder van de aangewezen dienst of diensten. 10967/22 smu/PAU/hb 97 BIJLAGE GIP.INST NL (66) Om de doeltreffende en consi stente toepassing van de verplichtingen in deze verordening, die mogelijkerwijs met technologische middelen moeten worden uitgevoerd, te vergemakkelijken, is het belangrijk vrijwillige ▌ normen te bevorderen die bepaalde technische procedures bestrijken, wa arbij de sector kan bijdragen aan de ontwikkeling van gestandaardiseerde middelen om aanbieders van tussenhandelsdiensten te ondersteunen bij de naleving van deze verordening, zoals het mogelijk maken van de indiening van meldingen, ook door middel van int erfaces voor applicatieprogrammering, of normen inzake de algemene voorwaarden, controles, of de interoperabiliteit van de reclamedatabanken. Dergelijke normen kunnen bovendien normen omvatten met betrekking tot onlinereclame, aanbevelingssystemen, toegank elijkheid en de bescherming van minderjarigen online. Het staat aanbieders van tussenhandelsdiensten vrij de normen vast te stellen, maar dat betekent niet dat aan deze verordening wordt voldaan. Tegelijkertijd kunnen dergelijke normen , door het verstrekke n van beste praktijken, met name nuttig zijn voor relatief kleine aanbieders van tussenhandelsdiensten. De normen zouden een onderscheid kunnen maken tussen verschillende soorten illegale inhoud of verschillende soorten tussenhandelsdiensten, naar gelang v an het geval. 10967/22 smu/PAU/hb 98 BIJLAGE GIP.INST NL (67) De Commissie en de Raad voor digitale diensten moeten de opstelling van vrijwillige gedragscodes alsook de naleving van de bepalingen daarin aanmoedigen om bij te dragen tot de toepassing van deze verordening. De Commissie en de Raad v oor digitale diensten moeten erop toezien dat in de gedragscodes de aard van de doelstellingen van openbaar belang die worden nagestreefd helder worden gedefinieerd, dat zij mechanismen bevatten voor een onafhankelijke beoordeling van de verwezenlijking va n deze doelstellingen, en dat de rol van de relevante autoriteiten helder wordt omschreven. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar het vermijden van negatieve gevolgen voor de veiligheid, de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en persoonsgegevens, a lsook naar het verbod om algemene toezichtverplichtingen op te leggen. Hoewel de uitvoering van gedragscodes meetbaar moet zijn en onder publiek toezicht moet staan, mag dit geen afbreuk doen aan het vrijwillige karakter van dergelijke codes en aan de vrij heid van de betrokken partijen om te beslissen of zij al dan niet deelnemen. In bepaalde omstandigheden is het belangrijk dat zeer grote onlineplatforms samenwerken bij de opstelling en naleving van specifieke gedragscodes. Niets in deze verordening belet andere dienstverleners om dezelfde zorgvuldigheidsnormen in acht te nemen, beste praktijken vast te stellen en te profiteren van de richtsnoeren van de Commissie en de Raad voor digitale diensten, door deel te nemen aan dezelfde gedragscodes. 10967/22 smu/PAU/hb 99 BIJLAGE GIP.INST NL (68) In de ze verordening zouden bepaalde aandachtsgebieden voor dergelijke gedragscodes moeten worden vastgesteld. Met name moeten risicobeperkende maatregelen met betrekking tot specifieke soorten illegale inhoud worden onderzocht via zelf - en coreguleringsovereenk omsten. Een ander aandachtspunt zijn de mogelijk negatieve gevolgen van systeemrisico's voor de samenleving en de democratie, zoals desinformatie of manipulatieve activiteiten en misbruik , of eventuele negatieve gevolgen voor minderjarigen . Hieronder valle n gecoördineerde acties die gericht zijn op het versterken van informatie, met inbegrip van desinformatie, zoals het gebruik van bots of nepaccounts voor het creëren van opzettelijk onnauwkeurige of misleidende informatie, soms met het doel om economisch voordeel te behalen, die bijzonder schadelijk zijn voor kwetsbare afnemers van de dienst, zoals minderjarigen . Met betrekking tot dergelijke gebieden kan het aansluiten bij en naleven van een bepa alde gedragscode door een zeer groot onlineplatform of door een zeer grote onlinezoekmachine worden beschouwd als een passende risicobeperkende maatregel. De weigering door een aanbieder van een onlineplatform of van een onlinezoekmachine van het verzoek v an de Commissie om deel te nemen aan de toepassing van een dergelijke gedragscode zonder dit naar behoren toe te lichten, kan in voorkomend geval in aanmerking worden genomen om te bepalen of het onlineplatform of de onlinezoekmachine de bij deze verordeni ng vastgestelde verplichtingen heeft geschonden. Het loutere feit van deelname aan en uitvoering van een bepaalde gedragscode betekent op zich niet dat deze verordening wordt nageleefd. De gedragscodes moeten de toegankelijkheid van de diensten van zeer gr ote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines vergemakkelijken, in overeenstemming met het Unierecht en het nationale recht, en ervoor zorgen dat het te verwachten gebruik ervan door personen met een handicap wordt vereenvoudigd. De gedragscodes moe te met name garanderen dat informatie op een waarneembare, bedienbare, begrijpelijke en stabiele manier wordt weergegeven en dat formulieren en maatregelen die krachtens deze verordening worden verstrekt respectievelijk genomen, zodanig worden gepresenteer d dat zij gemakkelijk te vinden zijn en kunnen worden geraadpleegd door personen met een handicap. 10967/22 smu/PAU/hb 100 BIJLAGE GIP.INST NL (69) De regels inzake gedragscodes in het kader van deze verordening zouden als basis kunnen dienen voor de reeds bestaande inspanningen op het gebied van zelfregulering op Unieniveau, met inbegrip van de productveiligheidsbelofte, het memorandum van overeenstemming tegen namaakproducten, de gedragscode tegen illegale haatzaaiende uitlatingen en de praktijkcode betreffende desinformatie. Met name wat deze l aatste betreft, zal de Commissie richtsnoeren geven voor het versterken van de praktijkcode betreffende desinformatie, zoals aangekondigd in het Europees actieplan voor de democratie. 10967/22 smu/PAU/hb 101 BIJLAGE GIP.INST NL (70) Bij het aanbieden van onlinereclame zijn over het algemeen versch illende actoren betrokken, waaronder tussenhandelsdiensten die uitgevers van reclame in contact brengen met adverteerders. De gedragscodes moeten de in deze verordening vastgestelde transparantieverplichtingen met betrekking tot reclame voor aanbieders van onlineplatforms , zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines ondersteunen en aanvullen, om te voorzien in flexibele en doeltreffende mechanismen om de naleving van deze verplichtingen te vergemakkelijken en te verbeteren, met name wat de w ijze van doorgifte van de relevante informatie betreft. Het gaat hierbij onder meer om het vergemakkelijken van de doorgifte van de informatie over wie voor de reclame betaalt wanneer deze adverteerder niet de natuurlijke of rechtspersoon is namens wie de reclame op de interface van een onlineplatform wordt gepresenteerd. De gedragscodes moeten ook maatregelen omvatten om ervoor te zorgen dat in de hele waardeketen op passende wijze zinvolle informatie wordt verstrekt over de tegeldemaking van gegevens. De betrokkenheid van een breed scala van belanghebbenden moet ervoor zorgen dat deze gedragscodes ruime bijval krijgen, technisch verantwoord en doeltreffend zijn en het hoogste niveau van gebruikersvriendelijkheid bieden om ervoor te zorgen dat de doelstelli ngen van de transparantieverplichtingen worden bereikt. Om de doeltreffendheid van gedragscodes te waarborgen, moet de Commissie bij de opstelling ervan ook evaluatiemechanismen voorzien. Eventueel kan de Commissie het Bureau van de Europese Unie voor de g rondrechten of de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming verzoeken advies uit te brengen over een bepaalde gedragscode. 10967/22 smu/PAU/hb 102 BIJLAGE GIP.INST NL (71) In aanvulling op het crisisresponsmechanisme voor zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines kan de C ommissie het initiatief nemen tot het opstellen van vrijwillige crisisprotocollen om een snelle, collectieve en grensoverschrijdende reactie in de onlineomgeving te coördineren. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn ▌wanneer onlineplatforms worden misbruikt voor de snelle verspreiding van illegale inhoud of desinformatie of wanneer de behoefte ontstaat aan een snelle verspreiding van betrouwbare informatie. In het licht van de belangrijke rol van zeer grote onlineplatforms bij de verspreiding van informatie i n onze samenlevingen en over de grenzen heen, moeten aanbieders van dergelijke platforms ertoe worden aangemoedigd specifieke crisisprotocollen op te stellen en toe te passen. Dergelijke crisisprotocollen mogen slechts voor een beperkte periode worden geac tiveerd en de vastgestelde maatregelen moeten daarnaast beperkt blijven tot wat strikt noodzakelijk is om de buitengewone omstandigheid aan te pakken. Deze maatregelen moeten in overeenstemming zijn met deze verordening en mogen niet neerkomen op een algem ene verplichting voor de deelnemende aanbieders van zeer grote onlineplatforms en van zeer grote onlinezoekmachines om toezicht te houden op de informatie die zij doorgeven of opslaan, noch om actief te zoeken naar feiten of omstandigheden die op illegale inhoud wijzen. 10967/22 smu/PAU/hb 103 BIJLAGE GIP.INST NL (72) Om een passend toezicht op en de handhaving van de in deze verordening neergelegde verplichtingen te waarborgen, moeten de lidstaten ten minste één instantie aanwijzen die belast is met het toezicht op en de handhaving van deze verordening, onverminderd de mogelijkheid om een bestaande instantie aan te wijzen en onverminderd haar rechtsvorm overeenkomstig het nationale recht. De lidstaten moeten echter meer dan één bevoegde instantie kunnen belasten met specifieke toezicht - of ha ndhavingstaken en - bevoegdheden met betrekking tot de toepassing van deze verordening, bijvoorbeeld voor specifieke sectoren waarvoor al andere instanties bevoegd kunnen zijn , zoals regelgevende instanties voor elektronische communicatie, regelgevende inst anties voor de media of instanties voor consumentenbescherming, op een manier die hun nationale constitutionele, organisatorische en bestuurlijke structuur weerspiegelt . Bij de uitoefening van hun taken moeten alle bevoegde instanties bijdragen tot de verw ezenlijking van de doelstellingen van deze verordening, namelijk de goede werking van de interne markt voor tussenhandelsdiensten wanneer de geharmoniseerde regels voor een veilige, voorspelbare en betrouwbare onlineomgeving die bevorderlijk is voor innova tie, en met name de zorgvuldigheidsverplichtingen die gelden voor de verschillende categorieën aanbieders van tussenhandelsdiensten, effectief worden gecontroleerd en gehandhaafd, teneinde te waarborgen dat de in het Handvest verankerde grondrechten, inclu sief het beginsel van consumentenbescherming, doeltreffend worden beschermd. Deze verordening verplicht de lidstaten niet om de bevoegde instanties te belasten met de taak om uitspraak te doen over de rechtmatigheid van specifieke inhoud. 10967/22 smu/PAU/hb 104 BIJLAGE GIP.INST NL (73) Gezien he t grensoverschrijdende karakter van de betrokken diensten en de horizontale reeks verplichtingen die bij deze verordening wordt ingevoerd, moet in elke lidstaat één autoriteit worden aangewezen als de coördinator voor digitale diensten, met als taak toezic ht te houden op de toepassing en, waar nodig, op de handhaving van deze verordening. Wanneer meer dan een bevoegde autoriteit wordt aangewezen om toezicht te houden op deze verordening en ze te handhaven, moet in die lidstaat één enkele autoriteit als coör dinator voor digitale diensten worden aangewezen. De coördinator voor digitale diensten moet voor alle aangelegenheden in verband met de toepassing van deze verordening optreden als enig contactpunt voor de Commissie, de Raad voor digitale diensten, de coö rdinatoren voor digitale diensten van andere lidstaten en voor andere bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat. Met name wanneer in een bepaalde lidstaat verschillende bevoegde autoriteiten belast zijn met taken in het kader van deze verordening, mo et de coördinator voor digitale diensten met die autoriteiten coördineren en samenwerken overeenkomstig het nationale recht waarin hun respectieve taken zijn vastgesteld, ▌ onverminderd de onafhankelijke beoordeling door de andere bevoegde instanties . Hoewe l daaraan geen hiërarchische bovengeschiktheid ten opzichte van andere bevoegde instanties bij de uitoefening van hun taken verbonden is, moet de coördinator voor digitale diensten voor de daadwerkelijke betrokkenheid van alle relevante bevoegde autoriteit en en moet hij ervoor zorgen dat zij tijdig verslag uitbrengen over hun beoordeling in het kader van de samenwerking inzake toezicht en handhaving op het niveau van de Unie. Bovendien moeten de lidstaten, naast de specifieke mechanismen waarin deze verordening voorziet met betrekking tot samenwerking op het niveau van de Unie, ook zorgen voor samenwerking tussen de coördinator voor digitale diensten en andere bevoegde op nati onaal niveau aangewezen instanties, in voorkomend geval met behulp van passende instrumenten, zoals het bundelen van middelen, gezamenlijke taskforces, gezamenlijke onderzoeken en mechanismen voor wederzijdse bijstand. 10967/22 smu/PAU/hb 105 BIJLAGE GIP.INST NL (74) De coördinator voor digitale d iensten en de andere bevoegde autoriteiten die in het kader van deze verordening zijn aangewezen, spelen een cruciale rol bij het waarborgen van de doeltreffendheid van de in deze verordening neergelegde rechten en verplichtingen en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan. Bijgevolg moet er in het belang van alle burgers van de Unie voor worden gezorgd dat deze autoriteiten over de nodige middelen beschikken, inclusief financiële en personele middelen, om toezicht uit te oefenen op alle aanbieders va n tussenhandelsdiensten die onder hun bevoegdheid vallen. Gezien de verscheidenheid aan aanbieders van tussenhandelsdiensten en hun gebruik van geavanceerde technologie bij het verlenen van hun diensten is het ook van essentieel belang dat de coördinator v oor digitale diensten en de bevoegde instanties beschikken over het noodzakelijke aantal personeelsleden en deskundigen met gespecialiseerde vaardigheden, alsook over de benodigde geavanceerde technische middelen, en dat zij autonoom financiële middelen be heren om hun taken uit te voeren. Voorts moet bij het bepalen van het niveau van de middelen rekening worden gehouden met de omvang, complexiteit en potentiële maatschappelijke impact van de onder hun bevoegdheid vallende aanbieders, alsook met het bereik van hun diensten in de gehele Unie. Deze verordening doet geen afbreuk aan de mogelijkheid voor de lidstaten om financieringsmechanismen in te stellen op basis van toezichtvergoedingen die conform het Unierecht en in het kader van de nationale wetgeving wo rden opgelegd aan aanbieders van tussenhandelsdiensten, voor zover deze vergoedingen worden opgelegd aan aanbieders die hun hoofdvestiging in de betrokken lidstaat hebben, strikt beperkt blijven tot hetgeen noodzakelijk en evenredig is voor het dekken van de kosten voor de uitvoering van de taken die uit hoofde van deze verordening aan de bevoegde autoriteiten zijn opgedragen, met uitzondering van de aan de Commissie opgedragen taken, en er wordt gezorgd voor passende transparantie met betrekking tot de hef fing en het gebruik van deze toezichtvergoedingen. 10967/22 smu/PAU/hb 106 BIJLAGE GIP.INST NL Deze autoriteiten moeten eveneens volledig onafhankelijk van particuliere en openbare instanties handelen, zonder de verplichting of de mogelijkheid om instructies te vragen of te ontvangen, ook van de overheid, en zonder afbreuk te doen aan de specifieke taken om samen te werken met andere bevoegde autoriteiten, de coördinatoren voor digitale diensten, de Raad voor digitale diensten en de Commissie. Anderzijds mag de onafhankelijkheid van deze autoritei ten niet betekenen dat zij, overeenkomstig de nationale grondwetten en zonder de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening in gevaar te brengen, niet kunnen worden onderworpen aan evenredige verantwoordingsmechanismen met betrekking tot de algemene activiteiten van de coördinatoren voor digitale diensten, zoals hun financiële uitgaven of hun verslaglegging aan de nationale parlementen . De vereiste van onafhankelijkheid mag evenmin een belemmering vormen voor de uitoefening van rechterlijke toetsing, noch voor de mogelijkheid , indien van toepassing, om andere nationale autoriteiten te raadplegen, met inbegrip van rechtshandhavingsautoriteiten , crisisbeheersingsautoriteiten of consumentenbeschermingsautoriteiten, of om regelmatig met die insta nties van gedachten te wisselen met als doel informatie uit te wisselen over lopende onderzoeken, dit alles zonder dat er afbreuk wordt gedaan aan de uitoefening van hun respectieve bevoegdheden. 10967/22 smu/PAU/hb 107 BIJLAGE GIP.INST NL (75) De lidstaten kunnen een bestaande nationale instantie aanwijzen die de functie van coördinator voor digitale diensten te vervult, of die specifieke taken heeft om deze verordening te controleren en te handhaven, op voorwaarde dat een dergelijke aangewezen instantie voldoet aan de vereisten van deze verordeni ng, bijvoorbeeld met betrekking tot haar onafhankelijkheid. Bovendien is het de lidstaten in beginsel niet verboden om functies binnen een bestaande instantie samen te voegen, overeenkomstig het Unierecht. De maatregelen daartoe kunnen onder meer inhouden dat de voorzitter of een bestuurslid van een collegiaal orgaan van een bestaande instantie niet vóór het verstrijken van zijn ambtstermijn mag worden ontslagen op de enkele grond dat een institutionele hervorming heeft plaatsgevonden waarbij verschillende functies binnen één instantie zijn samengevoegd, bij gebrek aan regels die waarborgen dat dergelijke ontslagen de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van die leden niet in het gedrang brengen. ▌ 10967/22 smu/PAU/hb 108 BIJLAGE GIP.INST NL (77) De lidstaten moeten de coördinator voor digitale dien sten en alle andere bevoegde instanties die in het kader van deze verordening zijn aangewezen, voldoende bevoegdheden en middelen geven om een doeltreffend onderzoek en een doeltreffende handhaving te waarborgen , overeenkomstig de hun opgedragen taken . Dit omvat de bevoegdheid van de bevoegde instanties om overeenkomstig het nationale recht voorlopige maatregelen te nemen in geval van een risico op ernstige schade. Dergelijke voorlopige maatregelen, waaronder bevelen tot beëindiging of herstel van een bepaa lde vermeende inbreuk, mogen niet verder gaan dan hetgeen nodig is om ernstige schade te voorkomen in afwachting van de definitieve beslissing. Coördinatoren voor digitale diensten moeten met name informatie kunnen zoeken en verkrijgen die zich op hun grondgebied bevindt, ook in het kader van gezamenlijke onderzoeken, met dien verstande dat de toezicht - en handhavingsmaatregelen met betrekking tot een aanbieder die onder de rechtsmacht van een andere lidstaat of van de Commissie valt, door de coördinator vo or digitale diensten van die andere lidstaat moeten worden vastgesteld, in voorkomend geval in overeenstemming met de procedures voor grensoverschrijdende samenwerking, of in voorkomend geval, door de Commissie. (78) De lidstaten moeten in hun nationale we tgeving, in overeenstemming met het Unierecht en met name met deze verordening en het Handvest, de gedetailleerde voorwaarden en beperkingen vaststellen voor de uitoefening van de onderzoeks - en handhavingsbevoegdheden van hun coördinatoren voor digitale d iensten en, in voorkomend geval, van andere bevoegde autoriteiten in het kader van deze verordening. 10967/22 smu/PAU/hb 109 BIJLAGE GIP.INST NL (79) Bij de uitoefening van deze bevoegdheden moeten de bevoegde autoriteiten zich houden aan de toepasselijke nationale voorschriften inzake procedures en aangelegenheden, zoals de noodzaak van een voorafgaande toestemming van de rechter om bepaalde gebouwen te betreden en het wettelijk beroepsgeheim. Deze bepalingen moeten met name de eerbiediging van de grondrechten op een doeltreffende voorziening in r echte en op een onpartijdig gerecht, met inbegrip van het recht op verdediging, en het recht op eerbiediging van het privéleven waarborgen. In dit verband kunnen de garanties die in verband met de procedures van de Commissie uit hoofde van deze verordening worden geboden, als een passend referentiepunt dienen. Een voorafgaande, eerlijke en onpartijdige procedure moet worden gewaarborgd voordat een definitieve beslissing wordt genomen, met inbegrip van het recht van de betrokken personen om te worden gehoord en het recht op toegang tot het dossier, met inachtneming van de vertrouwelijkheid en het beroeps - en zakengeheim, alsmede de verplichting om de beslissingen op zinvolle wijze te motiveren. Dit belet echter niet dat in naar behoren gemotiveerde gevallen v an urgentie en onder passende voorwaarden en procedurele regelingen, maatregelen kunnen worden genomen. De uitoefening van de bevoegdheden moet ook in verhouding staan tot, onder meer, de aard en de totale feitelijke of potentiële schade die door de inbreu k of de vermoedelijke inbreuk wordt veroorzaakt. De bevoegde autoriteiten moeten ▌rekening houden met alle relevante feiten en omstandigheden van de zaak, met inbegrip van de informatie die door de bevoegde autoriteiten in andere lidstaten is verzameld. 10967/22 smu/PAU/hb 110 BIJLAGE GIP.INST NL (80) De lidstaten moeten ervoor zorgen dat schendingen van de in deze verordening neergelegde verplichtingen kunnen worden bestraft op een wijze die doeltreffend, evenredig en ontradend is, waarbij rekening wordt gehouden met de aard, de ernst, de herhalin g en de duur van de schending, met het oog op het algemeen belang dat wordt nagestreefd, de omvang en het soort activiteiten dat wordt uitgevoerd, en met de economische capaciteit van de inbreukmaker. Bij de vaststelling van de sancties moet met name reken ing worden gehouden met de vraag of de betrokken aanbieder van tussenhandelsdiensten systematisch of herhaaldelijk zijn verplichtingen uit hoofde van deze verordening niet nakomt, en, in voorkomend geval, met het aantal getroffen afnemers, de opzettelijke of nalatige aard van de inbreuk en met de vraag of hij in verschillende lidstaten actief is. De maximumbedragen aan geldboeten en dwangsommen waarin deze verordening voorziet, moeten gelden voor elke inbreuk op deze verordening en onverminderd de modulerin g van de geldboeten of dwangsommen voor specifieke inbreuken. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat het opleggen van geldboeten of dwangsommen wegens inbreuken in elk afzonderlijk geval doeltreffend, evenredig en ontradend is door overeenkomstig deze veror dening nationale regels en procedures vast te stellen, rekening houdend met alle bovengenoemde criteria betreffende de algemene voorwaarden voor het opleggen van geldboeten of dwangsommen. 10967/22 smu/PAU/hb 111 BIJLAGE GIP.INST NL (81) Met het oog op een doeltreffende handhaving van de in deze v erordening vastgestelde verplichtingen moeten personen of vertegenwoordigende organisaties een klacht over de naleving van deze verplichtingen kunnen indienen bij de coördinator voor digitale diensten op het grondgebied waar zij de dienst hebben ontvangen, onverminderd de bepalingen van deze verordening inzake de toewijzing van bevoegdheden en onverminderd de toepasselijke regels voor de behandeling van klachten overeenkomstig de nationale beginselen van behoorlijk bestuur . Klachten kunnen een getrouw overz icht geven van de problemen in verband met de naleving van deze verordening door een bepaalde aanbieder van tussenhandelsdiensten en kunnen de coördinator voor digitale diensten ook op de hoogte brengen van eventuele andere transversale kwesties. De coördi nator voor digitale diensten moet andere nationale bevoegde autoriteiten en de coördinator voor digitale diensten van een andere lidstaat betrekken, en met name die van de lidstaat waar de betrokken aanbieder van tussenhandelsdiensten is gevestigd, indien de kwestie een grensoverschrijdende samenwerking vereist. (82) De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de coördinatoren voor digitale diensten maatregelen kunnen nemen die doeltreffend en evenredig zijn aan bepaalde bijzonder ernstige en aanhoudende inbreuk en op deze verordening . Met name wanneer deze maatregelen van invloed kunnen zijn op de rechten en belangen van derden, zoals met name het geval kan zijn wanneer de toegang tot online -interfaces wordt beperkt , is het passend te eisen dat de maatregelen aan aanvullende waarborgen worden onderworpen Met name derden die mogelijkerwijs worden getroffen, moeten de mogelijkheid hebben om te worden gehoord en bevelen hiertoe mogen alleen worden uitgevaardigd wanneer de bevoegdheden om dergelijke maatregelen te nem en, zoals bepaald in andere besluiten van het Unierecht of in het nationale recht, bijvoorbeeld om de collectieve belangen van consumenten te beschermen, om ervoor te zorgen dat webpagina’s die kinderpornografie bevatten of verspreiden snel worden verwijde rd of om diensten ontoegankelijk te maken die door een derde partij worden gebruikt om inbreuk te maken op een recht van intellectuele eigendom, niet redelijkerwijs beschikbaar zijn. 10967/22 smu/PAU/hb 112 BIJLAGE GIP.INST NL (83) Een dergelijk bevel om de toegang te beperken mag niet verder gaan dan nodig is om de doelstelling ervan te verwezenlijken. Daartoe moet het bevel tijdelijk zijn en in beginsel gericht zijn op een aanbieder van tussenhandelsdiensten, zoals de betrokken aanbieder van de hostingdienst, van de internetdienst of het domeinre gister of de registrerende instantie, die in een redelijke positie verkeert om die doelstelling te verwezenlijken zonder de toegang tot wettige informatie onnodig te beperken. (83 bis) Onverminderd de bepalingen van deze verordening inzake de vrijstelling van aansprakelijkheid wat de informatie betreft die op verzoek van een afnemer van de dienst wordt doorgegeven of opgeslagen, moeten de aanbieders van tussenhandelsdiensten aansprakelijk zijn voor schade die is berokkend aan afnemers van de dienst en die h et gevolg is van een inbreuk door een aanbieder van tussenhandelsdiensten op de in deze verordening vastgestelde verplichtingen. Deze compensatie moet in overeenstemming zijn met de regels en procedures van het toepasselijke nationale recht en mag geen afb reuk doen aan andere verhaalsmogelijkheden die in het kader van de regels inzake consumentenbescherming beschikbaar zijn. 10967/22 smu/PAU/hb 113 BIJLAGE GIP.INST NL (84) De coördinator voor digitale diensten moet regelmatig een verslag publiceren , bijvoorbeeld op zijn website, over de activiteite n die in het kader van deze verordening worden uitgevoerd. Het verslag moet met name in een machineleesbaar formaat gepubliceerd worden en een overzicht bevatten van de ontvangen klachten en de follow -up daarvan, met vermelding van onder meer het totale aa ntal ontvangen klachten en het aantal klachten dat heeft geleid tot inleiding van een formeel onderzoek of tot doorgifte aan andere coördinatoren voor digitale diensten, zonder naar persoonsgegevens te verwijzen. Aangezien de coördinator voor digitale dien sten ook via het ▌systeem voor informatie - uitwisseling op de hoogte wordt gesteld van bevelen om actie te nemen tegen illegale inhoud of om informatie te verstrekken die bij deze verordening worden geregeld, moet de coördinator voor digitale diensten in zi jn jaarverslag het aantal en de categorieën van deze bevelen opnemen die door rechterlijke en administratieve instanties in zijn lidstaat aan de aanbieders van tussenhandelsdiensten zijn uitgegeven.
1,419
https://stackoverflow.com/questions/69963442
StackExchange
Open Web
CC-By-SA
2,021
Stack Exchange
Codeman, https://stackoverflow.com/users/14135840
Dutch
Spoken
242
520
Somehow appending another list changes a different list (Python) When I run this code I get an error that the list index is out of range because the index of dataLoopVar is out of the range of the trueDataList, even though this should not be possible. Somehow dataLoopVar is changing the value of trueDataList when I'm appending the other lists? The Code: dataLoopVar = 0 dataLoopMax = len(trueDataList) while dataLoopVar <= dataLoopMax: studentList.append (trueDataList[dataLoopVar]) dataLoopVar = dataLoopVar + 1 districtList.append (trueDataList[dataLoopVar]) dataLoopVar = dataLoopVar + 1 lunchList.append (trueDataList[dataLoopVar]) dataLoopVar = dataLoopVar + 1 sportList.append (trueDataList[dataLoopVar]) dataLoopVar = dataLoopVar + 1 statusList.append (trueDataList[dataLoopVar]) dataLoopVar = dataLoopVar + 1 nList.append (trueDataList[dataLoopVar]) dataLoopVar = dataLoopVar + 1 Please try simplifying the code to zero in on which parts cause the error, instead of chucking the whole thing on SO. Basically dataLoopMax = len(trueDataList) - 1 # It should work now The problem with your code is the len() function: len() returns the number of elements in a function -> len([1]) would return 1 whereas since list elements start from 0, we have a problem (shown below) Simplified version of what's going wrong: a_list = [1, 2, 3, 4, 5, 6, 7] num_elem = len(a_list) print(f"Element number of a_list is {num_elem}") print(a_list[num_elem]) # List out of bounds error Fix for error a_list = [1, 2, 3, 4, 5, 6, 7] num_elem = len(a_list) - 1 print(f"Element number of a_list is {num_elem + 1}") print(a_list[num_elem]) # Works
4,626
https://nl.wikipedia.org/wiki/Pseudozonitis%20martini
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Pseudozonitis martini
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Pseudozonitis martini&action=history
Dutch
Spoken
28
52
Pseudozonitis martini is een keversoort uit de familie van oliekevers (Meloidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1907 door Fall. Oliekevers
2,306
https://nl.wikipedia.org/wiki/Teumareum
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Teumareum
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Teumareum&action=history
Dutch
Spoken
23
58
Teumareum is een bestuurslaag in het regentschap Aceh Jaya van de provincie Atjeh, Indonesië. Teumareum telt 756 inwoners (volkstelling 2010). Plaats in Atjeh
36,312
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vrbica
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Vrbica
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Vrbica&action=history
Dutch
Spoken
39
90
Vrbica (Semeljci), een plaats in de gemeente Semeljci in de Kroatische provincie Osijek-Baranja Vrbica (Veliko Trojstvo), een plaats in de gemeente Veliko Trojstvo in de Kroatische provincie Bjelovar-Bilogora Vrbica (Ilirska Bistrica), een plaats in de Sloveense gemeente Ilirska Bistrica
11,743
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kieksi%C3%A4isrivier
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Kieksiäisrivier
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Kieksiäisrivier&action=history
Dutch
Spoken
119
228
Kieksiäisrivier (Zweeds: Kieksiäisjoki) is een rivier, die in de Zweedse gemeente Pajala stroomt. De rivier krijgt haar water van bronrivieren. De zuidelijke bronrivier ontstaat nog geen kilometer ten noorden van Pajala zelf. Het moeras waarvan ze haar water krijgt ligt nog geen 250 meter van de reeds brede Torne. De rivier stroomt echter door de ligging van de zandbank niet direct de Torne in, maar moet naar het oosten afbuigen. Na circa 12 kilometer stroomt het water de Muonio in, die uiteindelijk haar water inlevert bij de Torne. De rivier stroomt niet door Kieksiäisvaara. De genoemde coördinaten zijn van de plaats waar de twee bronrivieren samenstromen. Afwatering: Kieksiäisrivier → Muonio → Torne → Botnische Golf Rivier in Norrbottens län
8,438
https://nl.wikipedia.org/wiki/Takeoa%20huangshan
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Takeoa huangshan
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Takeoa huangshan&action=history
Dutch
Spoken
39
69
Takeoa huangshan is een spinnensoort in de taxonomische indeling van de Zoropsidae. Het dier behoort tot het geslacht Takeoa. De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd in 2004 door Tang, Xu & Zhu. Zoropsidae
35,441
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kanton%20Putanges-Pont-%C3%89crepin
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Kanton Putanges-Pont-Écrepin
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Kanton Putanges-Pont-Écrepin&action=history
Dutch
Spoken
68
258
Putanges-Pont-Écrepin is een voormalig kanton van het Franse departement Orne. Het kanton maakte deel uit van het arrondissement Argentan. Het werd opgeheven bij decreet van 25 februari 2014, met uitwerking op 22 maart 2015. Gemeenten Het kanton Putanges-Pont-Écrepin omvatte de volgende gemeenten: Bazoches-au-Houlme Champcerie Chênedouit La Forêt-Auvray La Fresnaye-au-Sauvage Giel-Courteilles Habloville Ménil-Gondouin Ménil-Hermei Ménil-Jean Ménil-Vin Neuvy-au-Houlme Putanges-Pont-Écrepin (hoofdplaats) Rabodanges Ri Rônai Les Rotours Saint-Aubert-sur-Orne Sainte-Croix-sur-Orne Sainte-Honorine-la-Guillaume Saint-Philbert-sur-Orne Putanges-Pont-Ecrepin
15,066
<urn:uuid:5a8130e7-7cd3-4ce4-9349-a5d3db3cdeaf>
French Open Data
Open Government
Various open data
null
https://www.ugap.fr/laboratoire-1/reactifs-gauss-129625/biologie-moleculaire-129626/pcr-qpcr-129630/taqman-sars-cov-2-mutation-panel-plasmid-control-b-p3989222
ugap.fr
Dutch
Spoken
97
243
Magazine Acheter Juste / Nos produits et services / Laboratoire /.../ Biologie moléculaire / PCR - QPCR Extraction de l'ADN Extraction de l'ARN Oligonucléotide Enzymes de restriction Enzymes de modification - clonage Électrophorèse horizontale Gauss Taqman SARS-COV-2 Mutation Panel Plasmid Control B Références : UGAP : 3989222 | Fournisseur : A52505 | Constructeur : A52505 Fournisseur : Caractéristiques Caracteristique(s)Marque APPLIED BIOSYSTEMSRéférence distributeur A52505Référence fabricant A52505Titulaire Life TechnologiesReprise en cas d’erreur client nonLieu de stockage Bleiswijk (Pays-Bas)Marquage CE DIV nonVendu par 1 eachQuantité N/ANomenclature Nacres NA.55Nomenclature CEA SGP01Nomenclature IRSN 273Nomenclature INSERM NA.NA55Nomenclature CNRS NA55Nomenclature CHU 18.551Nomenclature DGOS LD10AOOO
22,496
https://nl.wikipedia.org/wiki/Thraulodes%20mexicanus
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Thraulodes mexicanus
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Thraulodes mexicanus&action=history
Dutch
Spoken
42
76
Thraulodes mexicanus is een haft uit de familie Leptophlebiidae. De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1884 door Eaton als Thaulus mexicanus. De soort komt voor in het Neotropisch gebied. Leptophlebiidae Dier uit het Neotropisch gebied
8,730
https://math.stackexchange.com/questions/4061892
StackExchange
Open Web
CC-By-SA
2,021
Stack Exchange
Math Lover, https://math.stackexchange.com/users/801574
Dutch
Spoken
211
414
How do you determine the coordinates of a point on a vector if you are given one point? Vector AB - the tail is at (-4,2) and the head is at (-1,3). Determine the coordinates of point D on vector CD, if C(-6,0) and vector CD = vector AB. I tried to find the slope of vector CD knowing that it is the same as vector AB. Determining the slope of vector AB: m = (y2-y1)/(x2-x1) = (3-2)/((-1)-(-4)) = 1/3 Setting the slope of vector AB to the slope of vector CD: 1/3 = (y2-0)/(x2-(-6)) I stopped here because I realized that I cannot do anything if I do not know x or y. How would you approach this problem? Work with $x$ and $y$ components of vectors. you already know $\vec {AB}$ So $A = (-4,2), B = (-1,3), C = (-6,0), D = (x,y)$. Thus $\vec{AB} = \vec{CD}\implies <-1 - (-4), 3 - 2> = <x - (-6), y - 0>\implies x+6=3, y = 1\implies x = -3,y=1$. So $D = (-3,1)$. Hope it helps. Hint : Think of $A,B,C,D$ as position vectors in plane. So $A=(-4,2)$ etc. Vector $AB=B-A$, where $B$ is head, $A$ is its tail. Similarly $CD=D-C$. Problem is asking for $AB=CD \Rightarrow D=B-A+C$ from above.
8,377
https://nl.wikipedia.org/wiki/Mezzana%20Bigli
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Mezzana Bigli
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Mezzana Bigli&action=history
Dutch
Spoken
84
204
Mezzana Bigli is een gemeente in de Italiaanse provincie Pavia (regio Lombardije) en telt 1179 inwoners (31-12-2004). De oppervlakte bedraagt 18,8 km², de bevolkingsdichtheid is 65 inwoners per km². Demografie Mezzana Bigli telt ongeveer 522 huishoudens. Het aantal inwoners daalde in de periode 1991-2001 met 6,3% volgens cijfers uit de tienjaarlijkse volkstellingen van ISTAT. Geografie Mezzana Bigli grenst aan de volgende gemeenten: Bastida de' Dossi, Casei Gerola, Cornale, Ferrera Erbognone, Isola Sant'Antonio (AL), Pieve del Cairo, Sannazzaro de' Burgondi, Silvano Pietra. Gemeente in Pavia
6,144
1992/31992R2650/31992R2650_NL.pdf_1
Eurlex
Open Government
CC-By
1,992
None
None
Dutch
Spoken
375
4,336
12.9.92 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen Nr.L266/17 VERORDENING (EEG)Nr.2650/92VANDECOMMISSIE van11september1992 totvaststellingvanextrabedragenvoorproduktenindesectoreieren DECOMMISSIE VANDEEUROPESE GEMEENSCHAPPEN , GeletophetVerdragtotoprichtingvandeEuropese EconomischeGemeenschap , GeletopdeAktevanToetredingvanSpanjeenPortugal,(EEG)nr.4155/87(s),en(EEG)nr.2164/72(10),gewijzigd bijVerordening (EEG)nr.3987/87("),deheffingenbij invoervaneierenindeschaal,vanpluimvee,van oorsprongenvanherkomstuitPolen,deRepubliek Zuid-Afrika,Australië,RoemeniëofBulgarije,niet wordenverhoogdmeteenextrabedragvoorzoverhet overeenkomstig artikel4bisvanVerordeningnr.163/67/ EEGingevoerdeproduktenbetreft; Overwegendedat,krachtensartikel1vanVerordening (EEG)nr.990/69vandeCommissie(l2),gewijzigdbij Verordening (EEG)nr.4155/87,deheffingenbijinvoer vanvogeleierenuitdeschaaleneigeelvanoorsprongen vanherkomstuitOostenrijknietwordenverhoogdmet eenextrabedrag; Overwegende datvolgensdegegevensdiegediend hebbenvoordevaststellingvandegemiddeldeaanbie­ dingsprijzenvandeinartikel1,lid1,onderb),vanVeror­ dening(EEG)nr.2771/75genoemdeprodukten,extra bedragenmoetenwordenvastgesteldalsaangegeveninde bijlagevoordedaaringenoemdeinvoer; Overwegendedatdeindezeverordeningvervattemaatre­ geleninovereenstemming zijnmethetadviesvanhet Comitévanbeheervoorslachtpluimvee eneieren,GeletopVerordening (EEG)nr.2771/75vandeRaadvan 29oktober1975houdendeeengemeenschappelijke orde­ ningdermarktenindesectoreieren('),laatstelijkgewij­ zigdbijVerordening (EEG)nr.1235/89(2),enmetname opartikel8,lid4, Overwegende dat,indienvooreenproduktdeaanbie­ dingsprijsfrancogrens,hierna„aanbiedingsprijs " genoemd,benedendesluisprijsdaalt,deheffingenopdit produktmoetenwordenverhoogdmeteenextrabedrag datgelijkisaanhetverschiltussendesluisprijsende overeenkomstig artikel1vanVerordeningnr.163/67/ EEGvandeCommissievan26juni1967houdendevast­ stellingvandeextrabedragenbijinvoervanprodukten vandepluimveehouderij uitderdelanden(3),laatstelijk gewijzigdbijVerordening (EEG)nr.3116/89(4),bepaalde aanbiedingsprijs ; HEEFTDEVOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD : Overwegendedatdeaanbiedingsprijs moetwordenvast­ gesteldvooralleinvoeruitallederdelanden;datechter, indiendeuitvoervanuitéénofmeerderdelandenplaats­ vindttegenabnormaallageprijzen,benedendeprijzen diewordentoegepastdoordeanderederdelanden,een tweedeaanbiedingsprijs moetwordenvastgesteldvoorde uitvoeruitdezeanderelanden:Artikel1 Deinartikel8vanVerordening (EEG)nr.277MIS bedoeldeextrabedragenwordenvoordeinbijlage genoemdeproduktenvanartikel1,lid1,vandieverorde­ ningvastgesteldalsaangegevenindebijlage. Overwegendedatechter,krachtensdeCommissieverorde ­ ningennr.54/65/EEGO,nr.183/66/EEG(6),nr.765/67/ EEGP),(EEG)nr.59/70(8),allegewijzigdbijVerordeningArtikel2 Dezeverordeningtreedtinwerkingop15september 1992.(')PBnr.L282van1.11.1975,blz.49. OPBnr.L128van11.5.1989,blz.29. (J)PBnr.129van28.6.1967,blz.2577/67. (4)PBnr.L300van18.10.1989,blz.10. OPBnr.59van8.4.1965,blz.848/65. (6)PBnr.211van19.11.1966,blz.3602/66. QPBnr.260van27.10.1967,blz.24. (8PBnr.L11van16.1.1970,blz.1.OPBnr.L392van31.12.1987,blz.29. (10)PBnr.L232van12.10.1972,blz.3. (")PBnr.L376van31.12.1987,blz.20. (,2)PBnr.L130van31.5.1969,blz.4. Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen Nr.L266/18 12.9.92 Dezeverordeningisverbindendinalhaaronderdelenenisrechtstreekstoepasselijk inelkeLid-Staat. GedaanteBrussel,11september1992. VoordeCommissie RayMACSHARRY LidvandeCommissie BIJLAGE bijdeverordeningvandeCommissievan11september1992totvaststellingvanextra bedragenvoorproduktenindesectoreieren GN-code Oorsprongvandeinvoeren(') Extrabedrag inecu/100kg 04081110 01 100,00 (')Oorsprong : 01VerenigdeStatenvanAmerika. 12.9.92 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen Nr.L266/17 VERORDENING (EEG)Nr.2650/92VANDECOMMISSIE van11september1992 totvaststellingvanextrabedragenvoorproduktenindesectoreieren DECOMMISSIE VANDEEUROPESE GEMEENSCHAPPEN , GeletophetVerdragtotoprichtingvandeEuropese EconomischeGemeenschap , GeletopdeAktevanToetredingvanSpanjeenPortugal,(EEG)nr.4155/87(s),en(EEG)nr.2164/72(10),gewijzigd bijVerordening (EEG)nr.3987/87("),deheffingenbij invoervaneierenindeschaal,vanpluimvee,van oorsprongenvanherkomstuitPolen,deRepubliek Zuid-Afrika,Australië,RoemeniëofBulgarije,niet wordenverhoogdmeteenextrabedragvoorzoverhet overeenkomstig artikel4bisvanVerordeningnr.163/67/ EEGingevoerdeproduktenbetreft; Overwegendedat,krachtensartikel1vanVerordening (EEG)nr.990/69vandeCommissie(l2),gewijzigdbij Verordening (EEG)nr.4155/87,deheffingenbijinvoer vanvogeleierenuitdeschaaleneigeelvanoorsprongen vanherkomstuitOostenrijknietwordenverhoogdmet eenextrabedrag; Overwegende datvolgensdegegevensdiegediend hebbenvoordevaststellingvandegemiddeldeaanbie­ dingsprijzenvandeinartikel1,lid1,onderb),vanVeror­ dening(EEG)nr.2771/75genoemdeprodukten,extra bedragenmoetenwordenvastgesteldalsaangegeveninde bijlagevoordedaaringenoemdeinvoer; Overwegendedatdeindezeverordeningvervattemaatre­ geleninovereenstemming zijnmethetadviesvanhet Comitévanbeheervoorslachtpluimvee eneieren,GeletopVerordening (EEG)nr.2771/75vandeRaadvan 29oktober1975houdendeeengemeenschappelijke orde­ ningdermarktenindesectoreieren('),laatstelijkgewij­ zigdbijVerordening (EEG)nr.1235/89(2),enmetname opartikel8,lid4, Overwegende dat,indienvooreenproduktdeaanbie­ dingsprijsfrancogrens,hierna„aanbiedingsprijs " genoemd,benedendesluisprijsdaalt,deheffingenopdit produktmoetenwordenverhoogdmeteenextrabedrag datgelijkisaanhetverschiltussendesluisprijsende overeenkomstig artikel1vanVerordeningnr.163/67/ EEGvandeCommissievan26juni1967houdendevast­ stellingvandeextrabedragenbijinvoervanprodukten vandepluimveehouderij uitderdelanden(3),laatstelijk gewijzigdbijVerordening (EEG)nr.3116/89(4),bepaalde aanbiedingsprijs ; HEEFTDEVOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD : Overwegendedatdeaanbiedingsprijs moetwordenvast­ gesteldvooralleinvoeruitallederdelanden;datechter, indiendeuitvoervanuitéénofmeerderdelandenplaats­ vindttegenabnormaallageprijzen,benedendeprijzen diewordentoegepastdoordeanderederdelanden,een tweedeaanbiedingsprijs moetwordenvastgesteldvoorde uitvoeruitdezeanderelanden:Artikel1 Deinartikel8vanVerordening (EEG)nr.277MIS bedoeldeextrabedragenwordenvoordeinbijlage genoemdeproduktenvanartikel1,lid1,vandieverorde­ ningvastgesteldalsaangegevenindebijlage. Overwegendedatechter,krachtensdeCommissieverorde ­ ningennr.54/65/EEGO,nr.183/66/EEG(6),nr.765/67/ EEGP),(EEG)nr.59/70(8),allegewijzigdbijVerordeningArtikel2 Dezeverordeningtreedtinwerkingop15september 1992.(')PBnr.L282van1.11.1975,blz.49. OPBnr.L128van11.5.1989,blz.29. (J)PBnr.129van28.6.1967,blz.2577/67. (4)PBnr.L300van18.10.1989,blz.10. OPBnr.59van8.4.1965,blz.848/65. (6)PBnr.211van19.11.1966,blz.3602/66. QPBnr.260van27.10.1967,blz.24. (8PBnr.L11van16.1.1970,blz.1.OPBnr.L392van31.12.1987,blz.29. (10)PBnr.L232van12.10.1972,blz.3. (")PBnr.L376van31.12.1987,blz.20. (,2)PBnr.L130van31.5.1969,blz.4. Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen Nr.L266/18 12.9.92 Dezeverordeningisverbindendinalhaaronderdelenenisrechtstreekstoepasselijk inelkeLid-Staat. GedaanteBrussel,11september1992. VoordeCommissie RayMACSHARRY LidvandeCommissie BIJLAGE bijdeverordeningvandeCommissievan11september1992totvaststellingvanextra bedragenvoorproduktenindesectoreieren GN-code Oorsprongvandeinvoeren(') Extrabedrag inecu/100kg 04081110 01 100,00 (')Oorsprong : 01VerenigdeStatenvanAmerika. 12.9.92 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen Nr.L266/17 VERORDENING (EEG)Nr.2650/92VANDECOMMISSIE van11september1992 totvaststellingvanextrabedragenvoorproduktenindesectoreieren DECOMMISSIE VANDEEUROPESE GEMEENSCHAPPEN , GeletophetVerdragtotoprichtingvandeEuropese EconomischeGemeenschap , GeletopdeAktevanToetredingvanSpanjeenPortugal,(EEG)nr.4155/87(s),en(EEG)nr.2164/72(10),gewijzigd bijVerordening (EEG)nr.3987/87("),deheffingenbij invoervaneierenindeschaal,vanpluimvee,van oorsprongenvanherkomstuitPolen,deRepubliek Zuid-Afrika,Australië,RoemeniëofBulgarije,niet wordenverhoogdmeteenextrabedragvoorzoverhet overeenkomstig artikel4bisvanVerordeningnr.163/67/ EEGingevoerdeproduktenbetreft; Overwegendedat,krachtensartikel1vanVerordening (EEG)nr.990/69vandeCommissie(l2),gewijzigdbij Verordening (EEG)nr.4155/87,deheffingenbijinvoer vanvogeleierenuitdeschaaleneigeelvanoorsprongen vanherkomstuitOostenrijknietwordenverhoogdmet eenextrabedrag; Overwegende datvolgensdegegevensdiegediend hebbenvoordevaststellingvandegemiddeldeaanbie­ dingsprijzenvandeinartikel1,lid1,onderb),vanVeror­ dening(EEG)nr.2771/75genoemdeprodukten,extra bedragenmoetenwordenvastgesteldalsaangegeveninde bijlagevoordedaaringenoemdeinvoer; Overwegendedatdeindezeverordeningvervattemaatre­ geleninovereenstemming zijnmethetadviesvanhet Comitévanbeheervoorslachtpluimvee eneieren,GeletopVerordening (EEG)nr.2771/75vandeRaadvan 29oktober1975houdendeeengemeenschappelijke orde­ ningdermarktenindesectoreieren('),laatstelijkgewij­ zigdbijVerordening (EEG)nr.1235/89(2),enmetname opartikel8,lid4, Overwegende dat,indienvooreenproduktdeaanbie­ dingsprijsfrancogrens,hierna„aanbiedingsprijs " genoemd,benedendesluisprijsdaalt,deheffingenopdit produktmoetenwordenverhoogdmeteenextrabedrag datgelijkisaanhetverschiltussendesluisprijsende overeenkomstig artikel1vanVerordeningnr.163/67/ EEGvandeCommissievan26juni1967houdendevast­ stellingvandeextrabedragenbijinvoervanprodukten vandepluimveehouderij uitderdelanden(3),laatstelijk gewijzigdbijVerordening (EEG)nr.3116/89(4),bepaalde aanbiedingsprijs ; HEEFTDEVOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD : Overwegendedatdeaanbiedingsprijs moetwordenvast­ gesteldvooralleinvoeruitallederdelanden;datechter, indiendeuitvoervanuitéénofmeerderdelandenplaats­ vindttegenabnormaallageprijzen,benedendeprijzen diewordentoegepastdoordeanderederdelanden,een tweedeaanbiedingsprijs moetwordenvastgesteldvoorde uitvoeruitdezeanderelanden:Artikel1 Deinartikel8vanVerordening (EEG)nr.277MIS bedoeldeextrabedragenwordenvoordeinbijlage genoemdeproduktenvanartikel1,lid1,vandieverorde­ ningvastgesteldalsaangegevenindebijlage. Overwegendedatechter,krachtensdeCommissieverorde ­ ningennr.54/65/EEGO,nr.183/66/EEG(6),nr.765/67/ EEGP),(EEG)nr.59/70(8),allegewijzigdbijVerordeningArtikel2 Dezeverordeningtreedtinwerkingop15september 1992.(')PBnr.L282van1.11.1975,blz.49. OPBnr.L128van11.5.1989,blz.29. (J)PBnr.129van28.6.1967,blz.2577/67. (4)PBnr.L300van18.10.1989,blz.10. OPBnr.59van8.4.1965,blz.848/65. (6)PBnr.211van19.11.1966,blz.3602/66. QPBnr.260van27.10.1967,blz.24. (8PBnr.L11van16.1.1970,blz.1.OPBnr.L392van31.12.1987,blz.29. (10)PBnr.L232van12.10.1972,blz.3. (")PBnr.L376van31.12.1987,blz.20. (,2)PBnr.L130van31.5.1969,blz.4. Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen Nr.L266/18 12.9.92 Dezeverordeningisverbindendinalhaaronderdelenenisrechtstreekstoepasselijk inelkeLid-Staat. GedaanteBrussel,11september1992. VoordeCommissie RayMACSHARRY LidvandeCommissie BIJLAGE bijdeverordeningvandeCommissievan11september1992totvaststellingvanextra bedragenvoorproduktenindesectoreieren GN-code Oorsprongvandeinvoeren(') Extrabedrag inecu/100kg 04081110 01 100,00 (')Oorsprong : 01VerenigdeStatenvanAmerika.
45,874
https://nl.wikipedia.org/wiki/Nienke%20Plas
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Nienke Plas
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Nienke Plas&action=history
Dutch
Spoken
650
1,216
Nienke Plas (Purmerend, 3 april 1986) is een Nederlandse presentatrice, youtuber, zangeres en actrice. Carrière YouTube en televisie Plas groeide op in Purmerend en verhuisde op negentienjarige leeftijd naar Amsterdam. Ze werkte oorspronkelijk in de detailhandel totdat ze in mei 2016 haar eigen YouTube-kanaal, Nienke Plas, startte. Daarop plaatst ze vlogs over haar eigen leven die verschijnen onder de naam Shitty Diary. In november 2018 had ze ruim tweehonderdduizend volgers en waren haar video's in totaal meer dan 27 miljoen keer bekeken. Op 9 oktober 2019 viel ze in de prijzen tijdens het Gouden Televizier-Ring Gala in de categorie Beste Online Video-serie. In 2017 was Plas het gezicht van jongerenplatform RUMAG, waar ze meerdere onlineseries voor maakte. In 2018 maakte Plas haar televisiedebuut als presentatrice voor het RTL 5-programma Zon, Zuipen, Ziekenhuis: Hier is het feestje, dat ze samen presenteert met Dennis Weening en Rick Brandsteder. Daarnaast verscheen Plas in het RTL 4-programma Wannabees, waarin ze op straat Fajah Lourens persifleerde om reacties bij onwetende mensen uit te lokken. In 2018 was Plas een van de deelnemers van het negentiende seizoen van het RTL 5-programma Expeditie Robinson, ze viel als veertiende af en eindigde op de 8e plaats. In april 2019 was Plas als Glennis Grace te zien in De TV Kantine. Ook was Plas presentatrice van het KRO-NCRV-programma Pretty & Single. Sinds oktober 2019 is Plas samen met haar vriend te zien in hun eigen realityserie, die uitgezonden wordt door RTL 5 en Videoland. Tevens was Plas in 2019 te zien in het RTL 4-programma The Masked Singer, waarin zij gemaskerd als bidsprinkhaan de zangwedstrijd aan ging. Ze haalde de finale en eindigde op de derde plaats. Muziek In juli 2018 tekende Plas bij het managementbureau van Bizzey en JayJay Boske die zangers ondersteunen. Op 16 november 2018 bracht Plas haar eerste single genaamd Vrijdag uit, deze behaalde de 25e positie in de Nederlandse Single Top 100 en de bijbehorende videoclip werd in één week tijd 1 miljoen keer bekeken. Daarnaast bracht Plas in het voorjaar van 2019 de nummers Houd Me Vast en Zo Mooi uit. Privéleven Plas is in 2020 getrouwd en heeft met haar echtgenoot twee zoons en één dochter. (2022). Haar oudste zoon was één van de insprekers van de film 2 kleine kleutertjes: Een dag om nooit te vergeten. Filmografie Film als actrice 2018 - Elvy's Wereld: So Ibiza, als Esther 2019 - F*ck de Liefde , als Kiki 2021 - Just Say Yes, als Pam Televisie als actrice 2018 - Wannabees, persifleerde Fajah Lourens 2019 - De TV Kantine, persifleerde Glennis Grace 2020 - De TV Kantine, persifleerde Mel van het zangduo Mel & Kim 2022 - Minions: The Rise of Gru, de stem van Nun-Chuck Televisie als presentatrice 2018 - Zon, Zuipen, Ziekenhuis: Hier is het feestje 2019 - Pretty & Single Televisie als deelnemer 2018 - Expeditie Robinson, eindigde als 8e in het negentiende seizoen 2019 - Is er een dokter in de zaal, bij RTL 4 2019 - De Kluis, gewonnen met 56 goudstaven en een diamant samen met Ruben Fernhout en Tim Senders 2019 - Wie ben ik?, zat in het team van Ruben Nicolai 2019 - Bezopen verhalen, bij Comedy Central 2019 - Het Jachtseizoen, als deelnemer ontsnapt 2019 - The Masked Singer, als Bidsprinkhaan 2020 - Het zijn net mensen, vormde een team met Jeroen van Koningsbrugge 2020 - ik weet er alles van! VIPS, deelnemer 2020 - Ik hou van Holland, deelnemer 2020 - Weet Ik Veel, deelnemer 2020 - Ranking the Stars, panellid 2021 - Diep, deelnemer 2021 - 10 voor taal, deelnemer 2023 - LOL: Last One Laughing, deelnemer 2023 - Secret Duets, deelnemer 2023 - Oh, wat een jaar!, deelnemer Theatershow 2019-heden - Van de hak op de tak 2022-heden - Postnatale expressie Discografie Singles Prijzen 2019: Televizier-Ster Online-videoserie, met haar serie Shitty Diary 2019: Televizier-Ster Talent Externe links Officiële website Nederlands televisiepresentator
3,395
https://nl.wikipedia.org/wiki/Glenognatha%20nigromaculata
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Glenognatha nigromaculata
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Glenognatha nigromaculata&action=history
Dutch
Spoken
36
69
Glenognatha nigromaculata is een spinnensoort in de taxonomische indeling van de strekspinnen. Het dier behoort tot het geslacht Glenognatha. De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd in 1933 door Berland. Strekspinnen
12,447
https://stackoverflow.com/questions/35138730
StackExchange
Open Web
CC-By-SA
2,016
Stack Exchange
Gabe Sechan, Kristy Welsh, Rohit5k2, https://stackoverflow.com/users/1250929, https://stackoverflow.com/users/1631193, https://stackoverflow.com/users/2936153
Dutch
Spoken
624
3,026
Error:(21) Error parsing XML: not well-formed (invalid token) The r class is not resolved. I tried clean then rebuild but i failed because of the following errors Error:(21) Error parsing XML: not well-formed (invalid token) Error:Execution failed for task ':app:processDebugResources'. com.android.ide.common.process.ProcessException: org.gradle.process.internal.ExecException: Process 'command 'C:\Users\Saumya\AppData\Local\Android\Sdk\build-tools\23.0.1\aapt.exe'' finished with non-zero exit value 1 I tried to find an error in my xml but couldn't. XML <?xml version="1.0" encoding="utf-8"?> <RelativeLayout xmlns:android="http://schemas.android.com/apk/res/android" xmlns:tools="http://schemas.android.com/tools" android:layout_width="match_parent" android:layout_height="match_parent" android:paddingBottom="@dimen/activity_vertical_margin" android:paddingLeft="@dimen/activity_horizontal_margin" android:paddingRight="@dimen/activity_horizontal_margin" android:paddingTop="@dimen/activity_vertical_margin" tools:context=".MyActivity"> <TextView android:id="@+id/T1" android:layout_width="wrap_content" android:layout_height="wrap_content" android:layout_marginLeft="150dp" android:layout_marginTop="70dp" android:hint="Result" /> < EditText android:id="@+id/E1" android:layout_width="80dp" android:layout_height="wrap_content" android:layout_marginLeft="30dp" android:inputType="number|numberDecimal|numberSigned" /> < EditText android:id="@+id/E2" android:layout_width="80dp" android:layout_height="wrap_content" android:layout_marginLeft="130dp" android:inputType="number|numberDecimal|numberSigned" /> < EditText android:id="@+id/E3" android:layout_width="80dp" android:layout_height="wrap_content" android:layout_marginLeft="230dp" android:inputType="number|numberDecimal|numberSigned" /> <Button android:id="@+id/clr" android:layout_width="80dp" android:layout_height="45dp" android:layout_marginTop="120dp" android:onClick="res" android:text="C" /> <Button android:id="@+id/div" android:layout_width="100dp" android:layout_height="45dp" android:layout_marginLeft="100dp" android:layout_marginTop="120dp" android:onClick="res" android:text="/" /> <Button android:id="@+id/mul" android:layout_width="100dp" android:layout_height="45dp" android:layout_marginLeft="220dp" android:layout_marginTop="120dp" android:onClick="res" android:text="*" /> <Button android:id="@+id/B7" android:layout_width="wrap_content" android:layout_height="wrap_content" android:layout_marginTop="200dp" android:text="7" /> <Button android:id="@+id/B8" android:layout_width="wrap_content" android:layout_height="wrap_content" android:layout_marginLeft="100dp" android:layout_marginTop="200dp" android:text="8" /> <Button android:id="@+id/B9" android:layout_width="wrap_content" android:layout_height="wrap_content" android:layout_marginLeft="200dp" android:layout_marginTop="200dp" android:text="9" /> <Button android:id="@+id/sub" android:layout_width="wrap_content" android:layout_height="wrap_content" android:layout_marginLeft="300dp" android:layout_marginTop="200dp" android:onClick="res" android:text="-" /> <Button android:id="@+id/B4" android:layout_width="wrap_content" android:layout_height="wrap_content" android:layout_marginTop="280dp" android:text="4" /> <Button android:id="@+id/B5" android:layout_width="wrap_content" android:layout_height="wrap_content" android:layout_marginLeft="100dp" android:layout_marginTop="280dp" android:text="5" /> <Button android:id="@+id/add" android:layout_width="wrap_content" android:layout_height="120dp" android:layout_marginLeft="300dp" android:layout_marginTop="280dp" android:onClick="res" android:text="+" /> <Button android:id="@+id/B6" android:layout_width="wrap_content" android:layout_height="wrap_content" android:layout_marginLeft="200dp" android:layout_marginTop="280dp" android:text="6" /> <Button android:id="@+id/B1" android:layout_width="wrap_content" android:layout_height="wrap_content" android:layout_marginTop="360dp" android:text="1" /> <Button android:id="@+id/B2" android:layout_width="wrap_content" android:layout_height="wrap_content" android:layout_marginLeft="100dp" android:layout_marginTop="360dp" android:text="2" /> <Button android:id="@+id/B3" android:layout_width="wrap_content" android:layout_height="wrap_content" android:layout_marginLeft="200dp" android:layout_marginTop="360dp" android:text="3" /> <Button android:id="@+id/B0" android:layout_width="wrap_content" android:layout_height="wrap_content" android:layout_marginTop="440dp" android:text="0" /> <Button android:id="@+id/dec" android:layout_width="wrap_content" android:layout_height="wrap_content" android:layout_marginLeft="100dp" android:layout_marginTop="440dp" android:text="." /> <Button android:id="@+id/calc" android:layout_width="150dp" android:layout_height="wrap_content" android:layout_marginLeft="200dp" android:layout_marginTop="440dp" android:onClick="res" android:text="=" /> </RelativeLayout> JAVA file package com.example.android.myapplication; import android.app.Activity; import android.os.Bundle; import android.view.Menu; import android.view.MenuItem; import android.view.View; import android.widget.Button; import android.widget.EditText; import android.widget.TextView; public class MyActivity extends Activity { EditText e1, e2, e3; TextView t1; Button b0, b1, b2, b3, b4, b5, b6, b7, b8, b9, ADD, SUB, MUL, DIV, CLR, CALC, DEC; String a, b, opr; float result; @Override protected void onCreate(Bundle savedInstanceState) { super.onCreate(savedInstanceState); setContentView(R.layout.activity_main); e1 = (EditText) findViewById(R.id.E1); t1 = (TextView) findViewById(R.id.T1); b0 = (Button) findViewById(R.id.B0); b1 = (Button) findViewById(R.id.B1); b2 = (Button) findViewById(R.id.B2); b3 = (Button) findViewById(R.id.B3); b4 = (Button) findViewById(R.id.B4); b5 = (Button) findViewById(R.id.B5); b6 = (Button) findViewById(R.id.B6); b7 = (Button) findViewById(R.id.B7); b8 = (Button) findViewById(R.id.B8); b9 = (Button) findViewById(R.id.B9); b0 = (Button) findViewById(R.id.B0); ADD = (Button) findViewById(R.id.add); SUB = (Button) findViewById(R.id.sub); MUL = (Button) findViewById(R.id.mul); DIV = (Button) findViewById(R.id.div); CLR = (Button) findViewById(R.id.clr); CALC = (Button) findViewById(R.id.calc); DEC = (Button) findViewById(R.id.dec); } public void res(View v) { a = e1.getText().toString(); Float i = Float.valueOf(a); b = e3.getText().toString(); Float j = Float.valueOf(b); opr = e2.getText().toString(); Float k = Float.valueOf(opr); switch (v.getId()) { case R.id.add: result = i + j; break; case R.id.sub: result = i - j; break; case R.id.mul: result = i * j; break; case R.id.div: result = i / j; break; case R.id.clr: t1.setText(" "); case R.id.calc: t1.setText(Float.toString(result)); break; default: System.out.println("ERROR"); } } @Override public boolean onCreateOptionsMenu(Menu menu) { // Inflate the menu; this adds items to the action bar if it is present. getMenuInflater().inflate(R.menu.my, menu); return true; } @Override public boolean onOptionsItemSelected(MenuItem item) { // Handle action bar item clicks here. The action bar will // automatically handle clicks on the Home/Up button, so long // as you specify a parent activity in AndroidManifest.xml. int id = item.getItemId(); if (id == R.id.action_settings) { return true; } return super.onOptionsItemSelected(item); } } You didn't specify your orientation in your RelativeLayout. @KristyWelsh: RelativeLayout doesn't need orientation. @saumya: Try removing the space at < EditText. You have three such EditText Neither does a LinearLayout, it has a default if unspecified. A bug like this generally means a missing > or " This error means there is a compilation error in your XML file. Seem like extra space at < EditText is causing the issue. Try removing the space at < EditText. You have three such EditText.
22,436
https://nl.wikipedia.org/wiki/Enhydrus%20assimilis
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Enhydrus assimilis
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Enhydrus assimilis&action=history
Dutch
Spoken
28
50
Enhydrus assimilis is een keversoort uit de familie van schrijvertjes (Gyrinidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1863 door Clark. Schrijvertjes
20,071
2016/52016SA0023(01)/52016SA0023(01)_NL.txt_1
Eurlex
Open Government
CC-By
2,016
None
None
Dutch
Spoken
75
204
C_2016351NL.01000301.xml 27.9.2016    NL Publicatieblad van de Europese Unie C 351/3 Speciaal verslag nr. 23/2016 „Zeevervoer in de EU in woelige wateren: veel ondoeltreffende en niet-duurzame investeringen” (2016/C 351/03) De Europese Rekenkamer deelt u mede dat Speciaal verslag nr. 23/2016 „Zeevervoer in de EU in woelige wateren: veel ondoeltreffende en niet-duurzame investeringen” zojuist gepubliceerd is. Het verslag kan worden ingezien op of gedownload van de website van de Europese Rekenkamer: http://eca.europa.eu of van EU Bookshop: https://bookshop.europa.eu.
47,609
https://nl.wikipedia.org/wiki/Simpang%20Banyak%20Jae
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Simpang Banyak Jae
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Simpang Banyak Jae&action=history
Dutch
Spoken
27
65
Simpang Banyak Jae is een bestuurslaag in het regentschap Mandailing Natal van de provincie Noord-Sumatra, Indonesië. Simpang Banyak Jae telt 155 inwoners (volkstelling 2010). Plaats in Noord-Sumatra
25,072
https://nl.wikipedia.org/wiki/Orectogyrus%20lunai
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Orectogyrus lunai
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Orectogyrus lunai&action=history
Dutch
Spoken
28
53
Orectogyrus lunai is een keversoort uit de familie van schrijvertjes (Gyrinidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1958 door Brinck. Schrijvertjes
43,620
https://nl.wikipedia.org/wiki/Chi%C8%99ineu-Cri%C8%99
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Chișineu-Criș
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Chișineu-Criș&action=history
Dutch
Spoken
58
125
Chișineu-Criș (Hongaars: Kisjenő) is een stad (oraș) in het Roemeense district Arad. De stad telt 7738 inwoners (2004). In 1910 was de helft van de bevolking Roemeens en de andere helft Hongaarstalig. In 2002 maakten de Hongaren nog 24% van de bevolking uit. De stad is het hart van de etnisch Hongaarse streek Körösköz. Stad in Roemenië Arad
18,863
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sundutan%20Tigo
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Sundutan Tigo
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Sundutan Tigo&action=history
Dutch
Spoken
25
59
Sundutan Tigo is een bestuurslaag in het regentschap Mandailing Natal van de provincie Noord-Sumatra, Indonesië. Sundutan Tigo telt 2356 inwoners (volkstelling 2010). Plaats in Noord-Sumatra
3,795
2018/32019R0815/32019R0815_NL.txt_9
Eurlex
Open Government
CC-By
2,018
None
None
Dutch
Spoken
7,967
22,976
voorbeeld: IFRS 12 B26 d ifrs-full DescriptionOfWhetherInvestmentInAssociateIsMeasuredUsingEquityMethodOrAtFairValue text Beschrijving van het feit of de belegging in een geassocieerde deelneming is gewaardeerd door toepassing van de vermogensmutatiemethode of tegen reële waarde De beschrijving van het feit of de belegging in een geassocieerde deelneming is gewaardeerd door toepassing van de vermogensmutatiemethode of tegen reële waarde. [Zie: gewaardeerd tegen reële waarde [member]; geassocieerde deelnemingen [member]] informatieverschaffing: IFRS 12 21 b i ifrs-full DescriptionOfWhetherInvestmentInJointVentureIsMeasuredUsingEquityMethodOrAtFairValue text Beschrijving van het feit of de belegging in een joint venture is gewaardeerd door toepassing van de vermogensmutatiemethode of tegen reële waarde De beschrijving van het feit of de belegging in een joint venture is gewaardeerd door toepassing van de vermogensmutatiemethode of tegen reële waarde. [Zie: gewaardeerd tegen reële waarde [member]; joint ventures [member]] informatieverschaffing: IFRS 12 21 b i ifrs-full DescriptionOfWhetherThereArePotentialIncomeTaxConsequencesNotPracticablyDeterminable text Beschrijving van het feit of er potentiële fiscale gevolgen zijn die praktisch gezien niet haalbaar zijn De beschrijving van het feit of er potentiële fiscale gevolgen zijn die praktisch gezien niet haalbaar zijn en die zouden voortvloeien uit de betaling van dividenden aan de aandeelhouders van de entiteit in jurisdicties waar winstbelastingen zijn verschuldigd tegen een hoger of lager tarief als de nettowinst of ingehouden winsten geheel of gedeeltelijk worden uitgekeerd als dividend aan aandeelhouders van de entiteit of als winstbelastingen restitueerbaar of verschuldigd zijn als de nettowinst of ingehouden winsten geheel of gedeeltelijk als dividend worden uitgekeerd aan aandeelhouders van de entiteit. [Zie: ingehouden winsten] informatieverschaffing: IAS 12 82A ifrs-full DescriptionOfWhetherThirdpartyCreditEnhancementIsReflectedInFairValueMeasurement text Beschrijving van het feit of externe kredietbescherming wordt weerspiegeld in de waardering tegen reële waarde De beschrijving van het feit of externe kredietbescherming wordt weerspiegeld in de waardering tegen reële waarde van verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde en uitgegeven met een onlosmakelijk verbonden externe kredietbescherming. [Zie: gewaardeerd tegen reële waarde [member]] informatieverschaffing: IFRS 13 98 ifrs-full DescriptionWhetherChangeInAccountingPolicyIsMadeInAccordanceWithTransitionalProvisionsOfInitiallyAppliedIFRS text Beschrijving van het feit of een wijziging in een grondslag voor financiële verslaggeving is gebeurd in overeenstemming met overgangsbepalingen van een voor het eerst toegepaste IFRS De beschrijving van het feit dat een wijziging in een grondslag voor financiële verslaggeving is gebeurd in overeenstemming met de overgangsbepalingen van een voor het eerst toegepaste IFRS. voorbeeld: IAS 10 22 d ifrs-full DeterminationOfFairValueOfGoodsOrServicesReceivedOrFairValueOfEquityInstrumentsGrantedOnSharebasedPayments text Verklaring van de bepaling van de reële waarde van ontvangen goederen of diensten of de reële waarde van eigenvermogensinstrumenten toegekend uit hoofde van op aandelen gebaseerde betalingen De verklaring die gebruikers van de jaarrekening inzicht verschaft in de wijze waarop de reële waarde van de ontvangen goederen en diensten, of de reële waarde van de toegekende eigenvermogensinstrumenten, in het kader van op aandelen gebaseerde betalingsovereenkomsten is bepaald. [Zie: op aandelen gebaseerde betalingsovereenkomsten [member]] informatieverschaffing: IFRS 2 46 ifrs-full DifferenceBetweenCarryingAmountOfDividendsPayableAndCarryingAmountOfNoncashAssetsDistributed X duration credit Verschil tussen de boekwaarde van uit te keren dividenden en de boekwaarde van uitgekeerde activa in natura Het bedrag van het verschil tussen de boekwaarde van uit te keren dividenden en de boekwaarde van uitgekeerde activa in natura bij de afwikkeling van uit te keren dividenden. [Zie: boekwaarde [member]] informatieverschaffing: IFRIC 17 15 ifrs-full DifferenceBetweenCarryingAmountOfFinancialLiabilityAndAmountContractuallyRequiredToPayAtMaturityToHolderOfObligation X instant Verschil tussen de boekwaarde van de financiële verplichting en het bedrag dat op grond van het contract aan de houder van de verplichting moet worden betaald op de vervaldatum Het bedrag waarmee de boekwaarde van een financiële verplichting groter (kleiner) is dan het bedrag dat de entiteit op grond van het contract aan de houder van de verplichting moet betalen op de vervaldatum. [Zie: boekwaarde [member]] informatieverschaffing: IFRS 7 10 b, informatieverschaffing: IFRS 7 10 A b - ingangsdatum 1.1.2018 ifrs-full DilutedEarningsLossPerShare X.XX duration Verwaterde winst (verlies) per aandeel Het bedrag van de winst (het verlies) dat aan houders van gewone aandelen van de moedermaatschappij kan worden toegerekend (de teller) gedeeld door het gewogen gemiddelde van het aantal uitstaande gewone aandelen (de noemer) gedurende de periode, allebei aangepast voor de effecten van alle potentiële gewone aandelen die tot verwatering zullen leiden. [Zie: gewone aandelen [member]; gewogen gemiddelde [member]] informatieverschaffing: IAS 33 66 ifrs-full DilutedEarningsLossPerShareFromContinuingOperations X.XX duration Verwaterde winst (verlies) per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten Verwaterde winst (verlies) per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten. [Zie: voortgezette bedrijfsactiviteiten [member]; verwaterde winst (verlies) per aandeel] informatieverschaffing: IAS 33 66 ifrs-full DilutedEarningsLossPerShareFromContinuingOperationsIncludingNetMovementInRegulatoryDeferralAccountBalancesAndNetMovementInRelatedDeferredTax X.XX duration Verwaterde winst (verlies) per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten, met inbegrip van de nettomutatie van uitgestelde rekeningen in verband met prijsregulering en de nettomutatie van gerelateerde uitgestelde belasting Verwaterde winst (verlies) per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten die de nettomutatie van uitgestelde rekeningen in verband met prijsregulering en de nettomutatie van gerelateerde uitgestelde belasting omvat. gebruikelijke werkwijze: IAS 33 70 b ifrs-full DilutiveEffectOfShareOptionsOnNumberOfOrdinaryShares shares Verwaterend effect van aandelenopties op aantal gewone aandelen Het aantal verwaterde potentiële gewone aandelen die verband houden met de veronderstelde uitoefening van de aandelenopties van de entiteit. gebruikelijke werkwijze: IAS 33 70 b ifrs-full DirectFinanceLeasesAcquiredInBusinessCombinationMember member Directe financiële leases verworven in bedrijfscombinatie [member] Dit lid geeft directe financiële leases aan die zijn verworven in bedrijfscombinaties. [Zie: bedrijfscombinaties [member]] voorbeeld: IFRS 3 B64 h ifrs-full DirectOperatingExpenseFromInvestmentProperty X duration debit Directe exploitatielasten uit hoofde van vastgoedbeleggingen Het bedrag aan directe exploitatielasten (met inbegrip van reparatie en onderhoud) die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen. [Zie: vastgoedbeleggingen] gebruikelijke werkwijze: IAS 40 75 f ifrs-full DirectOperatingExpenseFromInvestmentPropertyAbstract   Directe exploitatielasten uit hoofde van vastgoedbeleggingen [abstract]     ifrs-full DirectOperatingExpenseFromInvestmentPropertyGeneratingRentalIncome X duration debit Directe exploitatielasten uit hoofde van vastgoedbeleggingen die huurinkomsten hebben gegenereerd Het bedrag aan directe exploitatielasten (met inbegrip van reparatie en onderhoud) die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die tijdens de periode huurinkomsten hebben gegenereerd die zijn opgenomen in winst of verlies. [Zie: vastgoedbeleggingen] informatieverschaffing: IAS 40 75 f ii ifrs-full DirectOperatingExpenseFromInvestmentPropertyNotGeneratingRentalIncome X duration debit Directe exploitatielasten uit hoofde van vastgoedbeleggingen die geen huurinkomsten hebben gegenereerd Het bedrag aan directe exploitatielasten (met inbegrip van reparatie en onderhoud) die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die tijdens de periode geen huurinkomsten hebben gegenereerd die zijn opgenomen in winst of verlies. [Zie: vastgoedbeleggingen] informatieverschaffing: IAS 40 75 f iii ifrs-full DirectorsRemunerationExpense X duration debit Last uit hoofde van vergoeding voor bestuurders Het bedrag aan vergoedingen die zijn of worden betaald aan de bestuurders van de entiteit. gebruikelijke werkwijze: IAS 1 112 c ifrs-full DisclosureOfAccountingJudgementsAndEstimatesExplanatory text block Informatieverschaffing over boekhoudkundige oordelen en schattingen [text block] De informatieverschaffing over oordelen die het management zich heeft gevormd bij de toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving van de entiteit die het meest significante effect hebben op de in de jaarrekening opgenomen bedragen samen met informatie over de veronderstellingen van de entiteit betreffende de toekomst en andere belangrijke bronnen van schattingsonzekerheden aan het eind van de verslagperiode die een wezenlijk risico in zich dragen van een materiële aanpassing aan de boekwaarde van activa en verplichtingen in het volgende jaar. [Zie: boekwaarde [member]] gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfAccruedExpensesAndOtherLiabilitiesExplanatory text block Informatieverschaffing over te betalen lasten en andere verplichtingen [text block] De informatieverschaffing over te betalen lasten en andere verplichtingen. [Zie: overlopende posten; andere verplichtingen] gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfAcquiredReceivablesAbstract   Informatieverschaffing over verworven vorderingen [abstract]     ifrs-full DisclosureOfAcquiredReceivablesExplanatory text block Informatieverschaffing over verworven vorderingen [text block] De informatieverschaffing over vorderingen verworven in een bedrijfscombinatie. [Zie: bedrijfscombinaties [member]] informatieverschaffing: IFRS 3 B64 h ifrs-full DisclosureOfAcquiredReceivablesLineItems   Informatieverschaffing over verworven vorderingen [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfAcquiredReceivablesTable table Informatieverschaffing over verworven vorderingen [table] Schema met informatie over vorderingen verworven in bedrijfscombinaties. informatieverschaffing: IFRS 3 B64 h ifrs-full DisclosureOfActualClaimsComparedWithPreviousEstimatesExplanatory text block Informatieverschaffing over werkelijke claims vergeleken met voorgaande schattingen [text block] De informatieverschaffing over werkelijke claims vergeleken met voorgaande schattingen (d.w.z. de ontwikkeling van de claims). De informatieverschaffing over de claimontwikkeling dient terug te gaan tot en met de periode waarin de eerste materiële claim naar voren kwam met betrekking tot welke nog steeds onduidelijkheid bestaat over de omvang en tijdstippen van de claimbetalingen, maar de informatie hoeft niet verder terug te gaan dan tien jaar. Een verzekeraar hoeft deze informatie niet te verstrekken met betrekking tot claims waarover gewoonlijk binnen één jaar geen onzekerheid meer bestaat over de omvang en de tijdstippen van claimbetalingen. informatieverschaffing: IFRS 4 39 c iii ifrs-full DisclosureOfAdditionalInformationAboutDefinedBenefitPlansExplanatory text block Aanvullende informatieverschaffing over toegezegdpensioenregelingen [text block] De aanvullende informatieverschaffing over toegezegdpensioenregelingen die nodig zijn om de doelstellingen van IAS 19 te verwezenlijken. [Zie: toegezegdpensioenregelingen [member]] informatieverschaffing: IAS 19 137 ifrs-full DisclosureOfAdditionalInformationAboutLeasingActivitiesForLesseeExplanatory text block Aanvullende informatieverschaffing over leaseactiviteiten voor de lessee [text block] De aanvullende informatieverschaffing over leaseactiviteiten van een lessee. informatieverschaffing: IFRS 16 59 - ingangsdatum 1.1.2019 ifrs-full DisclosureOfAdditionalInformationAboutLeasingActivitiesForLessorExplanatory text block Aanvullende informatieverschaffing over leaseactiviteiten voor een lessor [text block] De aanvullende informatieverschaffing over leaseactiviteiten van een lessor. informatieverschaffing: IFRS 16 92 - ingangsdatum 1.1.2019 ifrs-full DisclosureOfAdditionalInformationAboutUnderstandingFinancialPositionsAndLiquidityOfEntityExplanatory text block Aanvullende informatieverschaffing voor het verwerven van inzicht in de financiële positie en de liquiditeit van een entiteit [text block] De aanvullende informatieverschaffing die relevant kan zijn voor gebruikers van de jaarrekening om inzicht te verwerven in de financiële positie en de liquiditeit van een entiteit. voorbeeld: IAS 7 50 ifrs-full DisclosureOfAdditionalInformationExplanatory text block Aanvullende informatieverschaffing [text block] De aanvullende informatieverschaffing die niet elders in de jaarrekening is gepresenteerd, maar die wel relevant is om er een goed inzicht in te krijgen. informatieverschaffing: IAS 1 112 c ifrs-full DisclosureOfAllowanceForCreditLossesExplanatory text block Informatieverschaffing over voorzieningen voor kredietverliezen [text block] De informatieverschaffing over de voorzieningen met betrekking tot bijzondere waardeverminderingen van financiële activa als gevolg van kredietverliezen. [Zie: financiële activa] gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfAmountsArisingFromInsuranceContractsExplanatory text block Informatieverschaffing over bedragen die voortvloeien uit verzekeringscontracten [text block] De informatieverschaffing die de in de jaarrekening van de entiteit opgenomen bedragen vermeldt die voortvloeien uit verzekeringscontracten, alsook een toelichting bij deze bedragen. [Zie: types verzekeringscontracten [member] informatieverschaffing: IFRS 4 36 ifrs-full DisclosureOfAmountsIncurredByEntityForProvisionOfKeyManagementPersonnelServicesProvidedBySeparateManagementEntitiesAbstract   Informatieverschaffing over door de entiteit gedragen bedragen met betrekking tot met diensten van managers op sleutelposities gelijk te stellen diensten die door afzonderlijke managemententiteiten zijn verleend [abstract]     ifrs-full DisclosureOfAmountsIncurredByEntityForProvisionOfKeyManagementPersonnelServicesProvidedBySeparateManagementEntitiesExplanatory text block Informatieverschaffing over door de entiteit gedragen bedragen met betrekking tot met diensten van managers op sleutelposities gelijk te stellen diensten die door afzonderlijke managemententiteiten zijn verleend [text block] De informatieverschaffing over door de entiteit gedragen bedragen met betrekking tot met diensten van managers op sleutelposities gelijk te stellen diensten die door afzonderlijke managemententiteiten zijn verleend. [Zie: managers op sleutelposities van entiteit of moedermaatschappij [member]; afzonderlijke managemententiteiten [member]] informatieverschaffing: IAS 24 18A ifrs-full DisclosureOfAmountsIncurredByEntityForProvisionOfKeyManagementPersonnelServicesProvidedBySeparateManagementEntitiesLineItems   Informatieverschaffing over door de entiteit gedragen bedragen met betrekking tot met diensten van managers op sleutelposities gelijk te stellen diensten die door afzonderlijke managemententiteiten zijn verleend [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfAmountsIncurredByEntityForProvisionOfKeyManagementPersonnelServicesProvidedBySeparateManagementEntitiesTable table Door de entiteit gedragen bedrag met betrekking tot met diensten van managers op sleutelposities gelijk te stellen diensten die door afzonderlijke managemententiteiten zijn verleend [table] Schema met informatie over door de entiteit gedragen bedragen met betrekking tot met diensten van managers op sleutelposities gelijk te stellen diensten die door afzonderlijke managemententiteiten zijn verleend. informatieverschaffing: IAS 24 18A ifrs-full DisclosureOfAmountsOfPotentialIncomeTaxConsequencesPracticablyDeterminableExplanatory text Beschrijving van bedragen van potentiële fiscale gevolgen die praktisch gezien bepaalbaar zijn De beschrijving van de bedragen van de potentiële fiscale gevolgen die praktisch gezien bepaalbaar zijn en die zouden voortvloeien uit de betaling van dividenden aan de aandeelhouders van de entiteit in jurisdicties waar winstbelastingen zijn verschuldigd tegen een hoger of lager tarief als de nettowinst of ingehouden winsten geheel of gedeeltelijk worden uitgekeerd als dividend aan aandeelhouders van de entiteit of als winstbelastingen restitueerbaar of verschuldigd zijn als de nettowinst of ingehouden winsten geheel of gedeeltelijk als dividend worden uitgekeerd aan aandeelhouders van de entiteit. [Zie: ingehouden winsten] informatieverschaffing: IAS 12 82A ifrs-full DisclosureOfAmountsToBeRecoveredOrSettledAfterTwelveMonthsForClassesOfAssetsAndLiabilitiesThatContainAmountsToBeRecoveredOrSettledBothNoMoreAndMoreThanTwelveMonthsAfterReportingDateAbstract   Informatieverschaffing over bedragen die moeten worden geïnd of afgewikkeld na twaalf maanden voor categorieën van activa en verplichtingen die bedragen bevatten die moeten worden geïnd of afgewikkeld zowel maximaal als meer dan twaalf maanden na de verslagdatum [abstract]     ifrs-full DisclosureOfAmountsToBeRecoveredOrSettledAfterTwelveMonthsForClassesOfAssetsAndLiabilitiesThatContainAmountsToBeRecoveredOrSettledBothNoMoreAndMoreThanTwelveMonthsAfterReportingDateExplanatory text block Informatieverschaffing over bedragen die moeten worden geïnd of afgewikkeld na twaalf maanden voor categorieën van activa en verplichtingen die bedragen bevatten die moeten worden geïnd of afgewikkeld zowel maximaal als meer dan twaalf maanden na de verslagdatum [text block] De informatieverschaffing over bedragen die moeten worden geïnd of afgewikkeld na twaalf maanden voor categorieën van activa en verplichtingen die bedragen bevatten die moeten worden geïnd of afgewikkeld zowel maximaal als meer dan twaalf maanden na de verslagdatum. informatieverschaffing: IAS 1 61 ifrs-full DisclosureOfAmountsToBeRecoveredOrSettledAfterTwelveMonthsForClassesOfAssetsAndLiabilitiesThatContainAmountsToBeRecoveredOrSettledBothNoMoreAndMoreThanTwelveMonthsAfterReportingDateLineItems   Informatieverschaffing over bedragen die moeten worden geïnd of afgewikkeld na twaalf maanden voor categorieën van activa en verplichtingen die bedragen bevatten die moeten worden geïnd of afgewikkeld zowel maximaal als meer dan twaalf maanden na de verslagdatum [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfAmountsToBeRecoveredOrSettledAfterTwelveMonthsForClassesOfAssetsAndLiabilitiesThatContainAmountsToBeRecoveredOrSettledBothNoMoreAndMoreThanTwelveMonthsAfterReportingDateTable table Informatieverschaffing over bedragen die moeten worden geïnd of afgewikkeld na twaalf maanden voor categorieën van activa en verplichtingen die bedragen bevatten die moeten worden geïnd of afgewikkeld zowel maximaal als meer dan twaalf maanden na de verslagdatum [table] Schema met informatie over bedragen die moeten worden geïnd of afgewikkeld na twaalf maanden voor categorieën van activa en verplichtingen die bedragen bevatten die moeten worden geïnd of afgewikkeld zowel maximaal als meer dan twaalf maanden na de verslagdatum. informatieverschaffing: IAS 1 61 ifrs-full DisclosureOfAnalysisOfOtherComprehensiveIncomeByItemAbstract   Informatieverschaffing over de analyse van de overige onderdelen van het totaalresultaat per post [abstract]     ifrs-full DisclosureOfAnalysisOfOtherComprehensiveIncomeByItemExplanatory text block Informatieverschaffing over de analyse van de overige onderdelen van het totaalresultaat per post [text block] De volledige informatieverschaffing over de analyse van de overige onderdelen van het totaalresultaat per post. informatieverschaffing: IAS 1 106A ifrs-full DisclosureOfAnalysisOfOtherComprehensiveIncomeByItemLineItems   Informatieverschaffing over de analyse van de overige onderdelen van het totaalresultaat per post [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfAnalysisOfOtherComprehensiveIncomeByItemTable table Informatieverschaffing over de analyse van de overige onderdelen van het totaalresultaat per post [table] Schema met informatie over de analyse van de overige onderdelen van het totaalresultaat per post. informatieverschaffing: IAS 1 106A ifrs-full DisclosureOfAnalysisOfPresentValueOfDefinedBenefitObligationThatDistinguishesNatureCharacteristicsAndRisksExplanatory text block Informatieverschaffing over de analyse van de constante waarde van de brutoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen de aard, kenmerken en risico's [text block] De informatieverschaffing over een analyse van de contante waarde van een brutoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen de aard, kenmerken en risico's van de brutoverplichting. Bij de verstrekking van dergelijke informatie kan eventueel een onderscheid worden gemaakt tussen: a) bedragen verschuldigd aan bijdragende deelnemers, niet meer bijdragende deelnemers en gepensioneerden; b) onvoorwaardelijk toegezegde beloningen en toegerekende maar niet onvoorwaardelijk toegezegde beloningen; en c) aan voorwaarden onderworpen vergoedingen, aan toekomstige loonsverhogingen toe te rekenen bedragen en andere vergoedingen. [Zie: brutoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten, gewaardeerd tegen contante waarde] voorbeeld: IAS 19 137 ifrs-full DisclosureOfArrangementsInvolvingLegalFormOfLeaseAbstract   Gedetailleerde informatieverschaffing over overeenkomsten betreffende de juridische vorm van een leaseovereenkomst [abstract]     ifrs-full DisclosureOfArrangementsInvolvingLegalFormOfLeaseExplanatory text block Informatieverschaffing over overeenkomsten betreffende de juridische vorm van een leaseovereenkomst [text block] De volledige informatieverschaffing over overeenkomsten betreffende de juridische vorm van een leaseovereenkomst. informatieverschaffing: SIC 27 Informatieverschaffing - vervaldatum 1.1.2019 ifrs-full DisclosureOfArrangementsInvolvingLegalFormOfLeaseLineItems   Gedetailleerde informatieverschaffing over overeenkomsten betreffende de juridische vorm van een leaseovereenkomst [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfArrangementsInvolvingLegalFormOfLeaseTable table Gedetailleerde informatieverschaffing over overeenkomsten betreffende de juridische vorm van een leaseovereenkomst [table] Schema met informatie over gegevens over overeenkomsten betreffende de juridische vorm van een leaseovereenkomst. informatieverschaffing: SIC 27 10 - vervaldatum 1.1.2019 ifrs-full DisclosureOfAssetsAndLiabilitiesWithSignificantRiskOfMaterialAdjustmentAbstract   Informatieverschaffing over activa en verplichtingen die een wezenlijk risico in zich dragen van een materiële aanpassing [abstract]     ifrs-full DisclosureOfAssetsAndLiabilitiesWithSignificantRiskOfMaterialAdjustmentExplanatory text block Informatieverschaffing over activa en verplichtingen die een wezenlijk risico in zich dragen van een materiële aanpassing [text block] De informatieverschaffing over activa en verplichtingen die een wezenlijk risico in zich dragen van een materiële aanpassing in het volgende jaar. informatieverschaffing: IAS 1 125 ifrs-full DisclosureOfAssetsAndLiabilitiesWithSignificantRiskOfMaterialAdjustmentLineItems   Informatieverschaffing over activa en verplichtingen die een wezenlijk risico in zich dragen van een materiële aanpassing [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfAssetsAndLiabilitiesWithSignificantRiskOfMaterialAdjustmentTable table Informatieverschaffing over activa en verplichtingen die een wezenlijk risico in zich dragen van een materiële aanpassing [table] Schema met informatie over activa en verplichtingen die een wezenlijk risico in zich dragen van een materiële aanpassing. informatieverschaffing: IAS 1 125 ifrs-full DisclosureOfAssetsRecognisedFromCostsToObtainOrFulfilContractsWithCustomersAbstract   Informatieverschaffing over opgenomen activa uit hoofde van de kosten om een contract met klanten te verkrijgen of te vervullen [abstract]     ifrs-full DisclosureOfAssetsRecognisedFromCostsToObtainOrFulfilContractsWithCustomersExplanatory text block Informatieverschaffing over opgenomen activa uit hoofde van de kosten om een contract met klanten te verkrijgen of te vervullen [text block] De informatieverschaffing over opgenomen activa uit hoofde van de kosten om een contract met klanten te verkrijgen of te vervullen. informatieverschaffing: IFRS 15 128 a - ingangsdatum 1.1.2018 ifrs-full DisclosureOfAssetsRecognisedFromCostsToObtainOrFulfilContractsWithCustomersLineItems   Informatieverschaffing over opgenomen activa uit hoofde van de kosten om een contract met klanten te verkrijgen of te vervullen [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfAssetsRecognisedFromCostsToObtainOrFulfilContractsWithCustomersTable table Informatieverschaffing over opgenomen activa uit hoofde van de kosten om een contract met klanten te verkrijgen of te vervullen [table] Schema met informatie over opgenomen activa uit hoofde van de kosten om een contract met klanten te verkrijgen of te vervullen. informatieverschaffing: IFRS 15 128 a - ingangsdatum 1.1.2018 ifrs-full DisclosureOfAuditorsRemunerationExplanatory text block Informatieverschaffing over de beloning voor accountants [text block] De informatieverschaffing over de beloning voor accountants van de entiteit. gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfAuthorisationOfFinancialStatementsExplanatory text block Informatieverschaffing over de goedkeuring van de jaarrekening [text block] De informatieverschaffing over de goedkeuring van de jaarrekening voor publicatie. gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfAvailableforsaleAssetsExplanatory text block Informatieverschaffing over voor verkoop beschikbare financiële activa [text block] De informatieverschaffing over financiële activa die zijn geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop. [Zie: voor verkoop beschikbare financiële activa] gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfBasisOfConsolidationExplanatory text block Informatieverschaffing over de grondslag voor consolidatie [text blok] De informatieverschaffing over de grondslag gebruikt voor consolidatie. gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfBasisOfPreparationOfFinancialStatementsExplanatory text block Informatieverschaffing over de grondslag voor de opstelling van de jaarrekening [text block] De informatieverschaffing over de grondslag gebruikt voor de opstelling van de jaarrekening. gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfBiologicalAssetsAndGovernmentGrantsForAgriculturalActivityExplanatory text block Informatieverschaffing over biologische activa, agrarische producten die op het punt staan geoogst te worden en overheidssubsidies in verband met biologische activa [text block] De volledige informatieverschaffing over biologische activa, agrarische producten die op het punt staan te worden geoogst en overheidssubsidies in verband met biologische activa. informatieverschaffing: IAS 41 Informatieverschaffing ifrs-full DisclosureOfBorrowingCostsExplanatory text block Informatieverschaffing over financieringskosten [text block] De volledige informatieverschaffing over financieringskosten. informatieverschaffing: IAS 23 Informatieverschaffing ifrs-full DisclosureOfBorrowingsExplanatory text block Informatieverschaffing over leningen [text block] De informatieverschaffing over leningen. [Zie: leningen] gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfBreakdownOfAssetsAndLiabilitiesAggregatedIntoSingleLineInvestmentBalanceTransitionFromProportionateConsolidationToEquityMethodExplanatory text block Informatie over de uitsplitsing van activa en verplichtingen die op een regel zijn samengevoegd in het investeringssaldo, overgang van proportionele consolidatie naar vermogensmutatiemethode [text block] De informatieverschaffing over de uitsplitsing van activa en verplichtingen die op een regel zijn samengevoegd in het investeringssaldo voor de overgang van proportionele consolidatie naar vermogensmutatiemethode. informatieverschaffing: IFRS 11 C5 ifrs-full DisclosureOfBusinessCombinationsAbstract   Gedetailleerde informatieverschaffing over bedrijfscombinaties [abstract]     ifrs-full DisclosureOfBusinessCombinationsExplanatory text block Informatieverschaffing over bedrijfscombinaties [text block] De volledige informatieverschaffing over bedrijfscombinaties. informatieverschaffing: IFRS 3 Informatieverschaffing ifrs-full DisclosureOfBusinessCombinationsLineItems   Gedetailleerde informatieverschaffing over bedrijfscombinaties [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfBusinessCombinationsTable table Gedetailleerde informatieverschaffing over bedrijfscombinaties [table] Schema met informatie over gegevens over bedrijfscombinaties. informatieverschaffing: IFRS 3 B64 ifrs-full DisclosureOfCashAndBankBalancesAtCentralBanksExplanatory text block Informatieverschaffing over geldmiddelen en rekeningsaldi bij centrale banken [text block] De informatieverschaffing over geldmiddelen en rekeningsaldi bij centrale banken. gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfCashAndCashEquivalentsExplanatory text block Informatieverschaffing over geldmiddelen en kasequivalenten [text block] De informatieverschaffing over geldmiddelen en kasequivalenten. [Zie: geldmiddelen en kasequivalenten] gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfCashFlowStatementExplanatory text block Informatieverschaffing over een kasstroomoverzicht [text block] De volledige informatieverschaffing over een kasstroomoverzicht. informatieverschaffing: IAS 7 Presentatie van een kasstroomoverzicht ifrs-full DisclosureOfChangesInAccountingEstimatesAbstract   Informatieverschaffing over schattingswijzigingen [abstract]     ifrs-full DisclosureOfChangesInAccountingEstimatesExplanatory text block Informatieverschaffing over schattingswijzigingen [text block] De informatieverschaffing over schattingswijzigingen. informatieverschaffing: IAS 8 39 ifrs-full DisclosureOfChangesInAccountingEstimatesLineItems   Informatieverschaffing over schattingswijzigingen [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfChangesInAccountingEstimatesTable table Informatieverschaffing over schattingswijzigingen [table] Schema met informatie over schattingswijzigingen. informatieverschaffing: IAS 8 39 ifrs-full DisclosureOfChangesInAccountingPoliciesAccountingEstimatesAndErrorsExplanatory text block Informatieverschaffing over wijzigingen in grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten [text block] De volledige informatieverschaffing over wijzigingen in grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten. informatieverschaffing: IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving ifrs-full DisclosureOfChangesInAccountingPoliciesExplanatory text block Informatieverschaffing over wijzigingen in grondslagen voor financiële verslaggeving [text block] De informatieverschaffing over wijzigingen in grondslagen voor financiële verslaggeving door de entiteit. gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfClaimsAndBenefitsPaidExplanatory text block Informatieverschaffing over betaalde claims en vergoedingen [text block] De informatieverschaffing over aan polishouders betaalde claims en vergoedingen. gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfClassesOfShareCapitalAbstract   Informatieverschaffing over categorieën van aandelenkapitaal [abstract]     ifrs-full DisclosureOfClassesOfShareCapitalExplanatory text block Informatieverschaffing over categorieën van aandelenkapitaal [text block] De informatieverschaffing over categorieën van aandelenkapitaal. [Zie: aandelenkapitaal [member]] informatieverschaffing: IAS 1 79 a ifrs-full DisclosureOfClassesOfShareCapitalLineItems   Informatieverschaffing over categorieën van aandelenkapitaal [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfClassesOfShareCapitalTable table Informatieverschaffing over categorieën van aandelenkapitaal [table] Schema met informatie over categorieën van aandelenkapitaal. informatieverschaffing: IAS 1 79 a ifrs-full DisclosureOfCollateralExplanatory text block Informatieverschaffing over zekerheden [text block] De informatieverschaffing over activa en verplichtingen gebruikt als zekerheden. gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfCommitmentsAndContingentLiabilitiesExplanatory text block Informatieverschaffing over verbintenissen en voorwaardelijke verplichtingen [text block] De informatieverschaffing over verbintenissen en voorwaardelijke verplichtingen. [Zie: voorwaardelijke verplichtingen [member]] gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfCommitmentsExplanatory text block Informatieverschaffing over verbintenissen [text block] De informatieverschaffing over verbintenissen. gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfComparativeInformationPreparedUnderPreviousGAAPAbstract   Informatieverschaffing over vergelijkende informatie opgesteld overeenkomstig de voorheen toegepaste GAAP [abstract]     ifrs-full DisclosureOfComparativeInformationPreparedUnderPreviousGAAPExplanatory text block Informatieverschaffing over vergelijkende informatie opgesteld overeenkomstig de voorheen toegepaste GAAP [text block] De informatieverschaffing, in de eerste IFRS-jaarrekening van de entiteit, over vergelijkende informatie opgesteld overeenkomstig de voorheen toegepaste GAAP. informatieverschaffing: IFRS 1 24 ifrs-full DisclosureOfComparativeInformationPreparedUnderPreviousGAAPLineItems   Informatieverschaffing over vergelijkende informatie opgesteld overeenkomstig de voorheen toegepaste GAAP [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfComparativeInformationPreparedUnderPreviousGAAPTable table Informatieverschaffing over vergelijkende informatie opgesteld overeenkomstig de voorheen toegepaste GAAP [table] Schema met informatie over vergelijkende informatie opgesteld overeenkomstig de voorheen toegepaste GAAP. informatieverschaffing: IFRS 1 24 ifrs-full DisclosureOfCompositionOfGroupExplanatory text block Informatieverschaffing over de samenstelling van de groep [text block] De informatieverschaffing over de samenstelling van de groep (de moedermaatschappij en al haar dochterondernemingen). [Zie: dochterondernemingen [member]; moedermaatschappij [member]] informatieverschaffing: IFRS 12 10 a i ifrs-full DisclosureOfCompoundFinancialInstrumentsWithMultipleEmbeddedDerivativesExplanatory text Beschrijving van samengestelde financiële instrumenten met meerdere in het contract besloten derivaten De beschrijving van financiële instrumenten met een vreemd- en een eigen-vermogenscomponent met meerdere in het contract besloten derivaten waarvan de waarden onderling afhankelijk zijn (zoals een opeisbaar converteerbaar schuldbewijs). [Zie: derivaten [member]; financiële instrumenten, klasse [member]] informatieverschaffing: IFRS 7 17 ifrs-full DisclosureOfConsolidatedAndSeparateFinancialStatementsExplanatory text block Informatieverschaffing over de enkelvoudige jaarrekening [text block] De volledige informatieverschaffing over de enkelvoudige jaarrekening. informatieverschaffing: IAS 27 Informatieverschaffing, informatieverschaffing: IFRS 12 Doel ifrs-full DisclosureOfContingentLiabilitiesAbstract   Informatieverschaffing over voorwaardelijke verplichtingen [abstract]     ifrs-full DisclosureOfContingentLiabilitiesExplanatory text block Informatieverschaffing over voorwaardelijke verplichtingen [text block] De informatieverschaffing over voorwaardelijke verplichtingen. [Zie: voorwaardelijke verplichtingen [member]] informatieverschaffing: IAS 37 86 ifrs-full DisclosureOfContingentLiabilitiesInBusinessCombinationAbstract   Informatieverschaffing over voorwaardelijke verplichtingen in bedrijfscombinatie [abstract]     ifrs-full DisclosureOfContingentLiabilitiesInBusinessCombinationExplanatory text block Informatieverschaffing over voorwaardelijke verplichtingen in bedrijfscombinatie [text block] De informatieverschaffing over voorwaardelijke verplichtingen in een bedrijfscombinatie. [Zie: voorwaardelijke verplichtingen [member]; bedrijfscombinaties [member]] informatieverschaffing: IFRS 3 B64 j ifrs-full DisclosureOfContingentLiabilitiesInBusinessCombinationLineItems   Informatieverschaffing over voorwaardelijke verplichtingen in bedrijfscombinatie [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfContingentLiabilitiesInBusinessCombinationTable table Informatieverschaffing over voorwaardelijke verplichtingen in bedrijfscombinaties [table] Schema met informatie over voorwaardelijke verplichtingen in bedrijfscombinaties. informatieverschaffing: IFRS 3 B64 j, informatieverschaffing: IFRS 3 B67 c ifrs-full DisclosureOfContingentLiabilitiesLineItems   Informatieverschaffing over voorwaardelijke verplichtingen [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfContingentLiabilitiesTable table Informatieverschaffing over voorwaardelijke verplichtingen [table] Schema met informatie over voorwaardelijke verplichtingen. informatieverschaffing: IAS 37 86 ifrs-full DisclosureOfContinuingInvolvementInDerecognisedFinancialAssetsAbstract   Informatieverschaffing over aanhoudende betrokkenheid bij verwijderde financiële activa [abstract]     ifrs-full DisclosureOfContinuingInvolvementInDerecognisedFinancialAssetsExplanatory text block Informatieverschaffing over aanhoudende betrokkenheid bij verwijderde financiële activa [text block] De informatieverschaffing over aanhoudende betrokkenheid bij verwijderde financiële activa. [Zie: financiële activa] informatieverschaffing: IFRS 7 42E, informatieverschaffing: IFRS 7 42G ifrs-full DisclosureOfContinuingInvolvementInDerecognisedFinancialAssetsLineItems   Informatieverschaffing over aanhoudende betrokkenheid bij verwijderde financiële activa [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfContinuingInvolvementInDerecognisedFinancialAssetsTable table Informatieverschaffing over aanhoudende betrokkenheid bij verwijderde financiële activa [table] Schema met informatie over aanhoudende betrokkenheid bij verwijderde financiële activa. informatieverschaffing: IFRS 7 42E, informatieverschaffing: IFRS 7 42G ifrs-full DisclosureOfCostOfSalesExplanatory text block Informatieverschaffing over de kostprijs van de omzet [text block] De informatieverschaffing over de kostprijs van de omzet. [Zie: kostprijs van de omzet] gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfCreditRiskExplanatory text block Informatieverschaffing over kredietrisico [text block] De informatieverschaffing over het kredietrisico. [Zie: kredietrisico [member]] gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e, informatieverschaffing: IFRS 7 Kredietrisico - ingangsdatum 1.1.2018 ifrs-full DisclosureOfCreditRiskExposureAbstract   Informatieverschaffing over kredietrisicoblootstelling [abstract]     ifrs-full DisclosureOfCreditRiskExposureExplanatory text block Informatieverschaffing over kredietrisicoblootstelling [text block] De informatieverschaffing over de kredietrisicoblootstelling. De kredietrisicoblootstelling is het kredietrisico inherent aan de financiële activa en leningtoezeggingen van een entiteit. informatieverschaffing: IFRS 7 35M - ingangsdatum 1.1.2018 ifrs-full DisclosureOfCreditRiskExposureLineItems   Informatieverschaffing over kredietrisicoblootstelling [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfCreditRiskExposureTable table Informatieverschaffing over kredietrisicoblootstelling [table] Schema met informatie over de kredietrisicoblootstelling. informatieverschaffing: IFRS 7 35M - ingangsdatum 1.1.2018 ifrs-full DisclosureOfCreditRiskOfInsuranceContractsExplanatory text block Informatieverschaffing over het kredietrisico van verzekeringscontracten [text block] De informatieverschaffing over het kredietrisico van verzekeringscontracten. [Zie: kredietrisico [member]; types verzekeringscontracten [member]] informatieverschaffing: IFRS 4 39 d ifrs-full DisclosureOfDebtSecuritiesExplanatory text block Informatieverschaffing over schuldbewijzen [text block] De informatieverschaffing over schuldbewijzen. [Zie: uitgegeven schuldbewijzen; aangehouden schuldbewijzen] gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfDeferredAcquisitionCostsArisingFromInsuranceContractsExplanatory text block Informatieverschaffing over uitgestelde acquisitiekosten die voortvloeien uit verzekeringscontracten [text block] De informatieverschaffing over uitgestelde acquisitiekosten die voortvloeien uit verzekeringscontracten. [Zie: uitgestelde acquisitiekosten die voortvloeien uit verzekeringscontracten] gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfDeferredIncomeExplanatory text block Informatieverschaffing over uitgestelde baten [text block] De informatieverschaffing over uitgestelde baten. [Zie: uitgestelde baten] gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfDeferredTaxesExplanatory text block Informatieverschaffing over uitgestelde belastingen [text block] De informatieverschaffing over uitgestelde belastingen. [Zie: uitgestelde belastingverplichtingen; uitgestelde belastingvorderingen] gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfDefinedBenefitPlansAbstract   Informatieverschaffing over toegezegdpensioenregelingen [abstract]     ifrs-full DisclosureOfDefinedBenefitPlansExplanatory text block Informatieverschaffing over toegezegdpensioenregelingen [text block] De informatieverschaffing over toegezegdpensioenregelingen. [Zie: toegezegdpensioenregelingen [member]] informatieverschaffing: IAS 19 138 ifrs-full DisclosureOfDefinedBenefitPlansLineItems   Informatieverschaffing over toegezegdpensioenregelingen [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfDefinedBenefitPlansTable table Informatieverschaffing over toegezegdpensioenregelingen [table] Schema met informatie over toegezegdpensioenregelingen. informatieverschaffing: IAS 19 138 ifrs-full DisclosureOfDepositsFromBanksExplanatory text block Informatieverschaffing over deposito's van banken [text block] De informatieverschaffing over deposito's van banken. [Zie: deposito's van banken] gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfDepositsFromCustomersExplanatory text block Informatieverschaffing over deposito's van klanten [text block] De informatieverschaffing over deposito's van klanten. [Zie: deposito's van klanten] gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfDepreciationAndAmortisationExpenseExplanatory text block Informatieverschaffing over afschrijvingskosten [text block] De informatieverschaffing over afschrijvingskosten. [Zie: afschrijvingskosten] gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfDerivativeFinancialInstrumentsExplanatory text block Informatieverschaffing over afgeleide financiële instrumenten [text block] De informatieverschaffing over afgeleide financiële instrumenten. [Zie: derivaten [member]] gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfDetailedInformationAboutArrangementsInvolvingLegalFormOfLeaseExplanatory text block Gedetailleerde informatieverschaffing over overeenkomsten betreffende de juridische vorm van een leaseovereenkomst [text block] De gedetailleerde informatieverschaffing over overeenkomsten betreffende de juridische vorm van een leaseovereenkomst. [Zie: overeenkomsten betreffende de juridische vorm van een leaseovereenkomst [member]] informatieverschaffing: SIC 27 10 - vervaldatum 1.1.2019 ifrs-full DisclosureOfDetailedInformationAboutBiologicalAssetsAbstract   Gedetailleerde informatieverschaffing over biologische activa [abstract]     ifrs-full DisclosureOfDetailedInformationAboutBiologicalAssetsExplanatory text block Gedetailleerde informatieverschaffing over biologische activa [text block] De gedetailleerde informatieverschaffing over biologische activa. [Zie: biologische activa] voorbeeld: IAS 41 43 ifrs-full DisclosureOfDetailedInformationAboutBiologicalAssetsLineItems   Gedetailleerde informatieverschaffing over biologische activa [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfDetailedInformationAboutBiologicalAssetsTable table Gedetailleerde informatieverschaffing over biologische activa [table] Schema met informatie over gegevens over biologische activa. voorbeeld: IAS 41 43 ifrs-full DisclosureOfDetailedInformationAboutBorrowingsAbstract   Gedetailleerde informatieverschaffing over leningen [abstract]     ifrs-full DisclosureOfDetailedInformationAboutBorrowingsExplanatory text block Gedetailleerde informatieverschaffing over leningen [text block] De gedetailleerde informatieverschaffing over leningen. [Zie: leningen] gebruikelijke werkwijze: IFRS 7 7 ifrs-full DisclosureOfDetailedInformationAboutBorrowingsLineItems   Gedetailleerde informatieverschaffing over leningen [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfDetailedInformationAboutBorrowingsTable table Gedetailleerde informatieverschaffing over leningen [table] Schema met informatie over gegevens over leningen. gebruikelijke werkwijze: IFRS 7 7 ifrs-full DisclosureOfDetailedInformationAboutBusinessCombinationsExplanatory text block Gedetailleerde informatieverschaffing over bedrijfscombinaties [text block] De gedetailleerde informatieverschaffing over bedrijfscombinaties. [Zie: bedrijfscombinaties [member]] informatieverschaffing: IFRS 3 Informatieverschaffing toepassing van alinea's 59 en 61 ifrs-full DisclosureOfDetailedInformationAboutFinancialInstrumentsExplanatory text block Gedetailleerde informatieverschaffing over financiële instrumenten [text block] De gedetailleerde informatieverschaffing over financiële instrumenten. [Zie: financiële instrumenten, klasse [member]] informatieverschaffing: IFRS 7 31, informatieverschaffing: IFRS 7 7, informatieverschaffing: IFRS 7 35K - ingangsdatum 1.1.2018 ifrs-full DisclosureOfDetailedInformationAboutHedgedItemsAbstract   Gedetailleerde informatieverschaffing over afgedekte posten [abstract]     ifrs-full DisclosureOfDetailedInformationAboutHedgedItemsExplanatory text block Gedetailleerde informatieverschaffing over afgedekte posten [text block] De gedetailleerde informatieverschaffing over afgedekte posten. [Zie: afgedekte posten [member]] informatieverschaffing: IFRS 7 24B - ingangsdatum 1.1.2018 ifrs-full DisclosureOfDetailedInformationAboutHedgedItemsLineItems   Gedetailleerde informatieverschaffing over afgedekte posten [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfDetailedInformationAboutHedgedItemsTable table Gedetailleerde informatieverschaffing over afgedekte posten [table] Schema met informatie over gegevens over afgedekte posten. informatieverschaffing: IFRS 7 24B - ingangsdatum 1.1.2018 ifrs-full DisclosureOfDetailedInformationAboutHedgesExplanatory text block Gedetailleerde informatieverschaffing over afdekkingen [text block] De gedetailleerde informatieverschaffing over afdekkingen. informatieverschaffing: IFRS 7 22 - vervaldatum 1.1.2018 ifrs-full DisclosureOfDetailedInformationAboutHedgingInstrumentsAbstract   Gedetailleerde informatieverschaffing over afdekkingsinstrumenten [abstract]     ifrs-full DisclosureOfDetailedInformationAboutHedgingInstrumentsExplanatory text block Gedetailleerde informatieverschaffing over afdekkingsinstrumenten [text block] De gedetailleerde informatieverschaffing over afdekkingsinstrumenten. [Zie: afdekkingsinstrumenten [member]] informatieverschaffing: IFRS 7 24A - ingangsdatum 1.1.2018 ifrs-full DisclosureOfDetailedInformationAboutHedgingInstrumentsLineItems   Gedetailleerde informatieverschaffing over afdekkingsinstrumenten [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfDetailedInformationAboutHedgingInstrumentsTable table Gedetailleerde informatieverschaffing over afdekkingsinstrumenten [table] Schema met informatie over gegevens over afdekkingsinstrumenten. informatieverschaffing: IFRS 7 24A - ingangsdatum 1.1.2018 ifrs-full DisclosureOfDetailedInformationAboutIntangibleAssetsExplanatory text block Gedetailleerde informatieverschaffing over immateriële activa [text block] De gedetailleerde informatieverschaffing over immateriële activa. [Zie: andere immateriële activa dan goodwill] informatieverschaffing: IAS 38 118 ifrs-full DisclosureOfDetailedInformationAboutInvestmentPropertyExplanatory text block Gedetailleerde informatieverschaffing over vastgoedbeleggingen [text block] De gedetailleerde informatieverschaffing over vastgoedbeleggingen. [Zie: vastgoedbeleggingen] informatieverschaffing: IAS 40 32A ifrs-full DisclosureOfDetailedInformationAboutPropertyPlantAndEquipmentExplanatory text block Gedetailleerde informatieverschaffing over materiële vaste activa [text block] De gedetailleerde informatieverschaffing over materiële vaste activa. [Zie: materiële vaste activa] informatieverschaffing: IAS 16 73 ifrs-full DisclosureOfDetailedInformationAboutServiceConcessionArrangementsExplanatory text block Gedetailleerde informatieverschaffing over dienstverlening uit hoofde van concessieovereenkomsten [text block] De gedetailleerde informatieverschaffing over dienstverlening uit hoofde van concessieovereenkomsten. [Zie: dienstverlening uit hoofde van concessieovereenkomsten [member]] informatieverschaffing: SIC 29 6 ifrs-full DisclosureOfDisaggregationOfRevenueFromContractsWithCustomersAbstract   Informatieverschaffing over de opsplitsing van opbrengsten uit hoofde van contracten met klanten [abstract]     ifrs-full DisclosureOfDisaggregationOfRevenueFromContractsWithCustomersExplanatory text block Informatieverschaffing over de opsplitsing van opbrengsten uit hoofde van contracten met klanten [text block] De informatieverschaffing over de opsplitsing van opbrengsten uit hoofde van contracten met klanten. [Zie: opbrengsten van contracten met klanten] informatieverschaffing: IFRS 15 114 - ingangsdatum 1.1.2018 ifrs-full DisclosureOfDisaggregationOfRevenueFromContractsWithCustomersLineItems   Informatieverschaffing over de opsplitsing van opbrengsten uit hoofde van contracten met klanten [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfDisaggregationOfRevenueFromContractsWithCustomersTable table Informatieverschaffing over de opsplitsing van opbrengsten uit hoofde van contracten met klanten [table] Schema met informatie over de opsplitsing van opbrengsten uit hoofde van contracten met klanten. informatieverschaffing: IFRS 15 114 - ingangsdatum 1.1.2018 ifrs-full DisclosureOfDiscontinuedOperationsExplanatory text block Informatieverschaffing over beëindigde bedrijfsactiviteiten [text block] De informatieverschaffing over beëindigde bedrijfsactiviteiten. [Zie: beëindigde bedrijfsactiviteiten [member]] gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfDividendsExplanatory text block Informatieverschaffing over dividenden [text block] De informatieverschaffing over dividenden. Dividenden zijn uitkeringen van winsten aan eigenaars naar rato van hun participaties in een specifieke vermogensklasse. gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfEarningsPerShareExplanatory text block Informatieverschaffing over winst per aandeel [text block] De volledige informatieverschaffing over winst per aandeel. informatieverschaffing: IAS 33 Informatieverschaffing ifrs-full DisclosureOfEffectOfChangeOfInvestmentEntityStatusOnFinancialStatementsExplanatory text block Informatieverschaffing over de gevolgen van de wijziging in de status van de beleggingsentiteit voor de jaarrekening [text block] De informatieverschaffing over de gevolgen van de wijziging in de status van de beleggingsentiteit voor de jaarrekening. [Zie: informatieverschaffing over beleggingsentiteiten [text block]] informatieverschaffing: IFRS 12 9B ifrs-full DisclosureOfEffectOfChangesInForeignExchangeRatesExplanatory text block Informatieverschaffing over de gevolgen van wisselkoerswijzigingen [text block] De volledige informatieverschaffing over de gevolgen van wisselkoerswijzigingen. informatieverschaffing: IAS 21 Informatieverschaffing ifrs-full DisclosureOfEffectOfOverlayApproachReclassificationOnProfitOrLossAbstract   Informatieverschaffing over de gevolgen van de overlappingsbenaderingsherclassificatie voor winst of verlies [abstract]     ifrs-full DisclosureOfEffectOfOverlayApproachReclassificationOnProfitOrLossExplanatory text block Informatieverschaffing over de gevolgen van de overlappingsbenaderingsherclassificatie voor winst of verlies [text block] De informatieverschaffing over de gevolgen van de overlappingsbenaderingsherclassificatie voor winst of verlies. informatieverschaffing: IFRS 4 39L e - ingangsdatum bij eerste toepassing van IFRS 9 ifrs-full DisclosureOfEffectOfOverlayApproachReclassificationOnProfitOrLossForAssociatesAbstract   Informatieverschaffing over de gevolgen van de overlappingsbenaderingsherclassificatie voor winst of verlies voor geassocieerde deelnemingen [abstract]     ifrs-full DisclosureOfEffectOfOverlayApproachReclassificationOnProfitOrLossForAssociatesExplanatory text block Informatieverschaffing over de gevolgen van de overlappingsbenaderingsherclassificatie voor winst of verlies voor geassocieerde deelnemingen [text block] De informatieverschaffing over de gevolgen van de overlappingsbenaderingsherclassificatie voor winst of verlies voor geassocieerde deelnemingen. informatieverschaffing: IFRS 4 39M - ingangsdatum bij eerste toepassing van IFRS 9 ifrs-full DisclosureOfEffectOfOverlayApproachReclassificationOnProfitOrLossForAssociatesLineItems   Informatieverschaffing over de gevolgen van de overlappingsbenaderingsherclassificatie voor winst of verlies voor geassocieerde deelnemingen [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfEffectOfOverlayApproachReclassificationOnProfitOrLossForAssociatesTable table Informatieverschaffing over de gevolgen van de overlappingsbenaderingsherclassificatie voor winst of verlies voor geassocieerde deelnemingen [table] Schema met informatie over de gevolgen van de overlappingsbenaderingsherclassificatie voor winst of verlies voor geassocieerde deelnemingen. informatieverschaffing: IFRS 4 39M - ingangsdatum bij eerste toepassing van IFRS 9 ifrs-full DisclosureOfEffectOfOverlayApproachReclassificationOnProfitOrLossForJointVenturesAbstract   Informatieverschaffing over de gevolgen van de overlappingsbenaderingsherclassificatie voor winst of verlies voor joint ventures [abstract]     ifrs-full DisclosureOfEffectOfOverlayApproachReclassificationOnProfitOrLossForJointVenturesExplanatory text block Informatieverschaffing over de gevolgen van de overlappingsbenaderingsherclassificatie voor winst of verlies voor joint ventures [text block] De informatieverschaffing over de gevolgen van de overlappingsbenaderingsherclassificatie voor winst of verlies voor joint ventures. informatieverschaffing: IFRS 4 39M - ingangsdatum bij eerste toepassing van IFRS 9 ifrs-full DisclosureOfEffectOfOverlayApproachReclassificationOnProfitOrLossForJointVenturesLineItems   Informatieverschaffing over de gevolgen van de overlappingsbenaderingsherclassificatie voor winst of verlies voor joint ventures [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfEffectOfOverlayApproachReclassificationOnProfitOrLossForJointVenturesTable table Informatieverschaffing over de gevolgen van de overlappingsbenaderingsherclassificatie voor winst of verlies voor joint ventures [table] Schema met informatie over de gevolgen van de overlappingsbenaderingsherclassificatie voor winst of verlies voor joint ventures. informatieverschaffing: IFRS 4 39M - ingangsdatum bij eerste toepassing van IFRS 9 ifrs-full DisclosureOfEffectOfOverlayApproachReclassificationOnProfitOrLossLineItems   Informatieverschaffing over de gevolgen van de overlappingsbenaderingsherclassificatie voor winst of verlies [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfEffectOfOverlayApproachReclassificationOnProfitOrLossTable table Informatieverschaffing over de gevolgen van de overlappingsbenaderingsherclassificatie voor winst of verlies [table] Schema met informatie over de gevolgen van de overlappingsbenaderingsherclassificatie voor winst of verlies. informatieverschaffing: IFRS 4 39L e - ingangsdatum bij eerste toepassing van IFRS 9 ifrs-full DisclosureOfEffectsOfChangesInParentsOwnershipInterestInSubsidiaryThatDoNotResultInLossOfControlOnEquityAttributableToOwnersOfParentExplanatory text block Informatieverschaffing over de gevolgen van wijzigingen in het eigendomsbelang van de moedermaatschappij in een dochteronderneming die niet leiden tot een verlies van zeggenschap over het eigen vermogen dat is toe te rekenen aan eigenaars van de moedermaatschappij [text block] De informatieverschaffing over een schema dat toont wat de gevolgen zijn van eventuele wijzigingen in het eigendomsbelang van de moedermaatschappij in een dochteronderneming die niet leiden tot een verlies van zeggenschap over het eigen vermogen dat is toe te rekenen aan eigenaars van de moedermaatschappij. informatieverschaffing: IFRS 12 18 ifrs-full DisclosureOfEmployeeBenefitsExplanatory text block Informatieverschaffing over personeelsbeloningen [text block] De volledige informatieverschaffing over personeelsbeloningen. informatieverschaffing: IAS 19 Toepassingsgebied ifrs-full DisclosureOfEntitysReportableSegmentsExplanatory text block Informatieverschaffing over de operationele segmenten van de entiteit [text block] De volledige informatieverschaffing over operationele segmenten. informatieverschaffing: IFRS 8 Informatieverschaffing ifrs-full DisclosureOfEventsAfterReportingPeriodExplanatory text block Informatieverschaffing over gebeurtenissen na de verslagperiode [text block] De volledige informatieverschaffing over gebeurtenissen na de verslagperiode. informatieverschaffing: IAS 10 Informatieverschaffing ifrs-full DisclosureOfEvidenceSupportingRecognitionOfDeferredTaxAssetsDependentOnFutureTaxableProfitsAndEntityHasSufferedALossInCurrentOrPrecedingPeriodExplanatory text Beschrijving van aanwijzingen die de opname ondersteunen van een uitgestelde belastingvordering wanneer het gebruik afhankelijk is van toekomstige belastbare winsten die groter zijn dan de winsten die voortvloeien uit de afwikkeling van belastbare tijdelijke verschillen en de entiteit een verlies heeft geleden in de jurisdictie waarop de uitgestelde belastingvordering betrekking heeft De beschrijving van de aard van de aanwijzingen die de opname van een uitgestelde belastingvordering ondersteunen wanneer: a) het gebruik van de uitgestelde belastingvordering afhankelijk is van toekomstige belastbare winsten die groter zijn dan de winsten die voortvloeien uit de afwikkeling van bestaande belastbare tijdelijke verschillen; en b) de entiteit een verlies heeft geleden in de lopende of voorgaande periode in de belastingjurisdictie waarop de uitgestelde belastingvordering betrekking heeft. [Zie: tijdelijke verschillen [member]; uitgestelde belastingvordering wanneer het gebruik afhankelijk is van toekomstige belastbare winsten die groter zijn dan de winsten die voortvloeien uit de afwikkeling van belastbare tijdelijke verschillen en de entiteit een verlies heeft geleden in de jurisdictie waarop de uitgestelde belastingvordering betrekking heeft] informatieverschaffing: IAS 12 82 ifrs-full DisclosureOfExpensesByNatureExplanatory text block Informatieverschaffing over kosten per soort [text block] De informatieverschaffing over kosten per soort. [Zie: kosten, per soort] gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfExpensesExplanatory text block Informatieverschaffing over lasten [text block] De informatieverschaffing over lasten. gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfExplorationAndEvaluationAssetsExplanatory text block Informatieverschaffing over exploratie- en evaluatieactiva [text block] De gedetailleerde informatieverschaffing over exploratie- en evaluatieactiva. informatieverschaffing: IFRS 6 Informatieverschaffing ifrs-full DisclosureOfExternalCreditExposuresAbstract   Informatieverschaffing over externe kredietbeoordelingen [abstract]     ifrs-full DisclosureOfExternalCreditExposuresExplanatory text block Informatieverschaffing over externe kredietbeoordelingen [text block] De informatieverschaffing over externe kredietbeoordelingen. [Zie: externe kredietbeoordelingen [member]] voorbeeld: IFRS 7 IG24 - vervaldatum 1.1.2018, voorbeeld: IFRS 7 36 c - vervaldatum 1.1.2018 ifrs-full DisclosureOfExternalCreditExposuresLineItems   Informatieverschaffing over externe kredietbeoordelingen [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfExternalCreditExposuresTable table Informatieverschaffing over externe kredietbeoordelingen [table] Schema met informatie over externe kredietbeoordelingen. voorbeeld: IFRS 7 IG24 - vervaldatum 1.1.2018, voorbeeld: IFRS 7 36 c - vervaldatum 1.1.2018 ifrs-full DisclosureOfFactAndExplanationWhyDisclosureOfInformationForEachBusinessCombinationIsImpracticable text Verklaring van het feit en verklaring van de reden waarom informatieverschaffing over opbrengsten en winst of verlies niet praktisch haalbaar is De verklaring van het feit en de reden waarom de informatieverschaffing over opbrengsten en winst (verlies) van de overgenomen partij sinds de overnamedatum en de samengevoegde entiteit alsof de overnamedatum voor alle bedrijfscombinaties die plaatsvonden sinds het begin van de verslagperiode, niet praktisch haalbaar is. [Zie: bedrijfscombinaties [member]; opbrengsten] informatieverschaffing: IFRS 3 B64 q ifrs-full DisclosureOfFairValueMeasurementExplanatory text block Informatieverschaffing over de waardering tegen reële waarde [text block] De volledige informatieverschaffing over de waardering tegen reële waarde. informatieverschaffing: IFRS 13 Informatieverschaffing ifrs-full DisclosureOfFairValueMeasurementOfAssetsAbstract   Informatieverschaffing over de waardering tegen reële waarde van activa [abstract]     ifrs-full DisclosureOfFairValueMeasurementOfAssetsExplanatory text block Informatieverschaffing over de waardering tegen reële waarde van activa [text block] De informatieverschaffing over de waardering tegen reële waarde van activa. informatieverschaffing: IFRS 13 93 ifrs-full DisclosureOfFairValueMeasurementOfAssetsLineItems   Informatieverschaffing over de waardering tegen reële waarde van activa [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfFairValueMeasurementOfAssetsTable table Informatieverschaffing over de waardering tegen reële waarde van activa [table] Schema met informatie over de waardering tegen reële waarde van activa. informatieverschaffing: IFRS 13 93 ifrs-full DisclosureOfFairValueMeasurementOfEquityAbstract   Informatieverschaffing over de waardering tegen reële waarde van eigen vermogen [abstract]     ifrs-full DisclosureOfFairValueMeasurementOfEquityExplanatory text block Informatieverschaffing over de waardering tegen reële waarde van eigen vermogen [text block] De informatieverschaffing over de waardering tegen reële waarde van eigen vermogen. informatieverschaffing: IFRS 13 93 ifrs-full DisclosureOfFairValueMeasurementOfEquityLineItems   Informatieverschaffing over de waardering tegen reële waarde van eigen vermogen [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfFairValueMeasurementOfEquityTable table Informatieverschaffing over de waardering tegen reële waarde van eigen vermogen [table] Schema met informatie over de waardering tegen reële waarde van eigen vermogen. informatieverschaffing: IFRS 13 93 ifrs-full DisclosureOfFairValueMeasurementOfLiabilitiesAbstract   Informatieverschaffing over de waardering tegen reële waarde van verplichtingen [abstract]     ifrs-full DisclosureOfFairValueMeasurementOfLiabilitiesExplanatory text block Informatieverschaffing over de waardering tegen reële waarde van verplichtingen [text block] De informatieverschaffing over de waardering tegen reële waarde van verplichtingen. informatieverschaffing: IFRS 13 93 ifrs-full DisclosureOfFairValueMeasurementOfLiabilitiesLineItems   Informatieverschaffing over de waardering tegen reële waarde van verplichtingen [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfFairValueMeasurementOfLiabilitiesTable table Informatieverschaffing over de waardering tegen reële waarde van verplichtingen [table] Schema met informatie over de waardering tegen reële waarde van verplichtingen. informatieverschaffing: IFRS 13 93 ifrs-full DisclosureOfFairValueOfEachInvestmentInEquityInstrumentsDesignatedAsMeasuredAtFairValueThroughOtherComprehensiveIncomeExplanatory text block Informatieverschaffing over de reële waarde van beleggingen in eigenvermogensinstrumenten die zijn aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de overige onderdelen van het totaalresultaat [text block] De informatieverschaffing over de reële waarde van beleggingen in eigenvermogensinstrumenten die door de entiteit zijn aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de overige onderdelen van het totaalresultaat. [Zie: beleggingen in eigenvermogensinstrumenten die zijn aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in overige onderdelen van het totaalresultaat] informatieverschaffing: IFRS 7 11A c - ingangsdatum 1.1.2018 ifrs-full DisclosureOfFairValueOfFinancialAssetsAndFinancialLiabilitiesAndReclassificationExplanatory text block Informatieverschaffing over mogelijke verschillen tussen de boekwaarde en reële waarde van contracten beschreven in IFRS 7.29 b en IFRS 7.29 c [text block] De informatieverschaffing over de omvang van mogelijke verschillen tussen de boekwaarde en reële waarde van: a) beleggingen in eigenvermogensinstrumenten zonder een op een actieve markt genoteerde marktprijs (of derivaten gekoppeld aan dergelijke eigenvermogensinstrumenten) die worden gewaardeerd tegen kostprijs omdat hun reële waarde niet op betrouwbare wijze kan worden bepaald; en b) contracten die een discretionairewinstdelingselement bevatten, indien de reële waarde van dat element niet op betrouwbare wijze kan worden bepaald. informatieverschaffing: IFRS 7 30 ifrs-full DisclosureOfFairValueOfFinancialInstrumentsExplanatory text block Informatieverschaffing over de reële waarde van financiële instrumenten [text block] De informatieverschaffing over de reële waarde van financiële instrumenten. [Zie: financiële instrumenten, klasse [member]; gewaardeerd tegen reële waarde [member]] gebruikelijke werkwijze: IAS 1 10 e ifrs-full DisclosureOfFairValueOfInvestmentsInEquityInstrumentsDesignatedAsMeasuredAtFairValueThroughOtherComprehensiveIncomeAbstract   Informatieverschaffing over de reële waarde van beleggingen in eigenvermogensinstrumenten die zijn aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de overige onderdelen van het totaalresultaat [abstract]     ifrs-full DisclosureOfFairValueOfInvestmentsInEquityInstrumentsDesignatedAsMeasuredAtFairValueThroughOtherComprehensiveIncomeLineItems   Informatieverschaffing over de reële waarde van beleggingen in eigenvermogensinstrumenten die zijn aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de overige onderdelen van het totaalresultaat [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfFairValueOfInvestmentsInEquityInstrumentsDesignatedAsMeasuredAtFairValueThroughOtherComprehensiveIncomeTable table Informatieverschaffing over de reële waarde van beleggingen in eigenvermogensinstrumenten die zijn aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de overige onderdelen van het totaalresultaat [table] Schema met informatie over de reële waarde van beleggingen in eigenvermogensinstrumenten die zijn aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de overige onderdelen van het totaalresultaat. informatieverschaffing: IFRS 7 11A c - ingangsdatum 1.1.2018 ifrs-full DisclosureOfFairValueOfPlanAssetsAbstract   Informatieverschaffing over de reële waarde van fondsbeleggingen [abstract]     ifrs-full DisclosureOfFairValueOfPlanAssetsExplanatory text block Informatieverschaffing over de reële waarde van fondsbeleggingen [text block] De informatieverschaffing over de reële waarde van fondsbeleggingen in het kader van toegezegdpensioenregelingen. [Zie: fondsbeleggingen [member]; toegezegdpensioenregelingen [member]] informatieverschaffing: IAS 19 142 ifrs-full DisclosureOfFairValueOfPlanAssetsLineItems   Informatieverschaffing over de reële waarde van fondsbeleggingen [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfFairValueOfPlanAssetsTable table Informatieverschaffing over de reële waarde van fondsbeleggingen [table] Schema met informatie over de reële waarde van fondsbeleggingen in het kader van toegezegdpensioenregelingen. informatieverschaffing: IAS 19 142 ifrs-full DisclosureOfFairValuesOfItemsUsedAsDeemedCostAbstract   Informatieverschaffing over reële waarden van posten die als veronderstelde kostprijs worden gehanteerd [abstract]     ifrs-full DisclosureOfFairValuesOfItemsUsedAsDeemedCostExplanatory text block Informatieverschaffing over reële waarden van posten die als veronderstelde kostprijs worden gehanteerd [text block] De informatieverschaffing over de reële waarden die als veronderstelde kostprijs worden gehanteerd in de IFRS-openingsbalans voor posten van materiële vaste activa, vastgoedbeleggingen of immateriële activa. [Zie: materiële vaste activa; vastgoedbeleggingen; andere immateriële activa dan goodwill] informatieverschaffing: IFRS 1 30 ifrs-full DisclosureOfFairValuesOfItemsUsedAsDeemedCostLineItems   Informatieverschaffing over reële waarden van posten die als veronderstelde kostprijs worden gehanteerd [line items] Posten vertegenwoordigen concepten die in een tabel zijn opgenomen. Deze concepten worden gebruikt voor de verschaffing van te rapporteren informatie die verband houdt met domeinleden die zijn gedefinieerd in een of meerdere assen van de tabel. ifrs-full DisclosureOfFairValuesOfItemsUsedAsDeemedCostTable table Informatieverschaffing over reële waarden van posten die als veronderstelde kostprijs worden gehanteerd [table] Schema met informatie over de reële waarden van posten die als veronderstelde kostprijs worden gehanteerd in de eerste IFRS-jaarrekening van de entiteit.
6,446
2023/62023TN0595/62023TN0595_NL.txt_1
Eurlex
Open Government
CC-By
2,023
None
None
Dutch
Spoken
142
412
C_202300672NL.000101.fmx.xml Publicatieblad van de Europese Unie NL Serie C C/2023/672 13.11.2023 Beroep ingesteld op 28 september 2023 — beckberg/EUIPO (Weergave van een uitkomend kuiken) (Zaak T-595/23) (C/2023/672) Procestaal: Duits Partijen Verzoekende partij: beckberg GmbH (Nürnberg, Duitsland) (vertegenwoordiger: M. Krogmann, advocaat) Verwerende partij: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) Gegevens betreffende de procedure voor het EUIPO Betrokken merk: Inschrijvingsaanvraag voor Uniebeeldmerk (Weergave van een uitkomend kuiken) — inschrijvingsaanvraag nr. 18 567 560 Bestreden beslissing: beslissing van de vijfde kamer van beroep van het EUIPO van 18 juli 2023 in zaak R 41/2023-5 Conclusies Verzoekster vordert dat de bestreden beslissing wordt vernietigd en dat het aangevraagde beeldmerk in de gewenste omvang wordt ingeschreven. Aangevoerd middel — Schending van artikel 7, lid 1, onder b), van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad. ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2023/672/oj ISSN 1977-0995 (electronic edition).
7,442
https://nl.wikipedia.org/wiki/Avery%20Dulles
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Avery Dulles
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Avery Dulles&action=history
Dutch
Spoken
261
456
Avery Dulles (Auburn (New York), 24 augustus 1918 - New York, 12 december 2008) was een Amerikaans kardinaal en theoloog. Dulles was de zoon van de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken John Foster Dulles. Oorspronkelijk was hij presbyteriaans. Hij was een tijd agnost en bekeerde zich vervolgens tot het katholicisme. Hij studeerde aan de Harvard-universiteit. Daarna ging hij in dienst bij de Amerikaanse marine, waar hij het croix de guerre kreeg voor zijn verdiensten voor het Franse leger. In 1946 trad Avery Dulles in bij de jezuïeten. Hij werd in 1956 tot priester gewijd. Hij verbleef een jaar in Duitsland en studeerde aan de Pauselijke Universiteit Gregoriana in Rome, waar hij een doctoraat in de theologie behaalde. Van 1960 tot 1974 doceerde hij aan het college van Woodstock en van 1974 tot 1988 aan Catholic University of America. Hij was gasthoogleraar aan verscheidene theologische seminaries en kreeg vele onderscheidingen en eredoctoraten voor zijn bijdragen aan de theologie. Hij is de auteur van meer dan 700 theologische artikelen en schreef 22 boeken. In 2001 werd hij tot kardinaal benoemd door paus Johannes Paulus II; omdat hij bij zijn benoeming al ouder was dan 80, was hij niet meer gerechtigd aan een conclaaf deel te nemen. Dulles was een van de weinige hedendaagse kardinalen die nooit tevens tot bisschop is gewijd. Hij was eerst kardinaal-diaken van de kerk van SS. Nome di Gesù en later kardinaal-priester van de Santa Maria in Via Lata. Hij doceerde tot het einde van zijn leven aan de universiteit van Fordham. Bron Amerikaans jezuïet Amerikaans kardinaal Amerikaans theoloog
19,672
https://nl.wikipedia.org/wiki/VfV%20Hildesheim
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
VfV Hildesheim
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=VfV Hildesheim&action=history
Dutch
Spoken
803
1,526
VfV Hildesheim is een sportvereniging uit Hildesheim in de Duitse deelstaat Nedersaksen. De club is actief in onder andere American Football, atletiek, badminton, handbal, hockey, kegelen, tennis, turnen, volleybal, wielersport en zwemmen. Voorheen was er ook een voetbalafdeling, maar deze fusioneerde in 2003 met SV Borussia 06 Hildesheim en werd zo VfV Borussia 06 Hildesheim. Geschiedenis Op 22 september 1945 verenigden zich 18 sportclubs tot één grote sportclub, VfV Hildesheim: Arbeiter Turn- und Sportverein "Vorwärts" von 1895, Freie Turnerschaft Moritzberg von 1904, Fußballverein "Britania" von 1904, Fußballclub "Preußen" von 1907 (later "Hildesheim 07"), Freie Schwimmer von 1913, Freie Sportliche Vereinigung von 1918, Verein für Rasenspiele von 1920, Hildesheimer Sportverein von 1927, Turnklub von 1930, Radsportverein "Hildesia" von 1932, Sportverein "Jungborn", Radfahrverein "Fahr Wohl" (1925*1), Radfahrverein "Schwalbe" (1925*1), Freie Kegler (1926*1), Kraftsportverein "Frisch Auf" (1926*1), Boxfreunde (1927*1), Arbeiter-Kegler Ortsgruppe Hildesheim (1927*1), Kanuklub "Möwe" (1928*1). Voetbal VfB Hildesheim In 1904 werd door Engelse arbeiders de club FV Britania opgericht. In 1907 werd de naam gewijzigd in SV Hohenzollern, ter ere van de keizerlijke familie. In 1910 promoveerde de club naar de hoogste klasse van Hannover en was de eerste club van buiten Hannover die in de hoogste klasse speelde. De club speelde enkele seizoenen in de middenmoot. In 1913/14 was deze competitie de tweede klasse omdat de Noord-Duitse voetbalbond een grote competitie opzette voor Noord-Duitsland. Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd deze competitie meteen afgevoerd. Tijdens de oorlog speelde de club niet in de hoogste klasse. Na de oorlog werd de naam VfB Hildesheim aangenomen. In 1922 fusioneerde de club met HSV 07 en werd zo SpVgg 07 Hildesheim. HSV 07 FC Preußen werd in 1907 opgericht als FC Discordia, maar door onenigheden over de naam werd deze naam al snel gewijzigd in FC Preußen 07. In 1919 fusioneerde de club met SV Jungborn en nam de naam HSV 07 aan. In 1922 fusioneerde de club met VfB om zo SpVgg 07 te worden. SpVgg 07 De fusieclub startte meteen in de hoogste klasse van Zuid-Hannover-Braunschweig. In 1923/24 werd de club vicekampioen in groep II achter Eintracht Braunschweig. De volgende seizoenen kon een degradatie echter maar net vermeden worden. Door competitiehervorming werden de twee reeksen van de competitie samengevoegd in 1929 en hiervoor kwalificeerde de club zich niet. Hierna slaagde de club er niet meer in te promoveren. In 1937 fusioneerde de club met VfR 1920 Hildesheim. VfR maakte in 1928 kans op promotie, maar speelde nooit op het hoogste niveau. De nieuwe naam voor de club werd Hildesheimer SV 07. Hildesheimer SV 07 In 1939 promoveerde fusieclub naar de hoogste klasse van de Gauliga Niedersachsen. Na twee seizoenen moet de club opnieuw een stap terugzetten. In 1942 moest de club onder dwang fusioneren met Wasserfreunde von 1913 en Turnklub von 1930 en nam de naam TuSS Hildesheim 07 aan. TuSS Hildesheim 07 De Gauliga werd door de perikelen in de Tweede Wereldoorlog verder opgedeeld en de club ging spelen in de Gauliga Südhannover-Braunschweig. Na een vierde plaats in het eerste seizoen ging de club voor het volgende seizoen een oorlogsfusie aan met RSV 06 Hildesheim en trad aan onder de naam KSG RSV 06/Hildesheim 07. Het laatste seizoen werd niet meer voltooid. VfV Hildesheim In 1945 fusioneerden een aantal clubs uit de stad om zo het nieuwe VfV Hildesheim te vormen. Na een aantal jaar in de Amateurliga te spelen promoveerde de club in 1958 naar de Oberliga Nord, een van de vijf hoogste klassen van West-Duitsland. Na een moeizame start ging het de volgende seizoenen beter en in 1961/62 deed de club het uitstekend. Pas op de zevende speeldag moest de club voor het eerst een punt afgeven. Op 5 november 1961 speelde de club tegen de ongeslagen leider Hamburger SV. In het stadion was plaats voor 18.000 toeschouwers, maar er baanden zich uiteindelijk 26.000 toeschouwers een weg naar binnen. VfV won met 3-0 tegen de verdedigende landskampioen. De volgende maanden streed de club samen met Werder Bremen om de tweede plaats en een ticket naar de eindronde om de landstitel. Uiteindelijk werd de club derde in de stand. VfV had dat seizoen de beste thuisreputatie. Door deze uitstekende plaats kwalificeerde de club zich voor de International Football Cup (later Intertoto). In een groep met Pécsi Dózsa FC, Blauw-Wit Amsterdam en FK Velež Mostar werd de club laatste. Het volgende seizoen werd de club achtste en plaatste zich hierdoor niet voor de nieuwe Bundesliga. VfV belandde in de nieuwe Regionalliga Nord en speelde daar tot 1967. Hierna verdween de club langzaam naar lagere reeksen. Om financiële risico's te vermijden trad de voetbalafdeling uit de sportclub onder de naam VfV Hildesheim FC en fusioneerde in 2003 met Borussia 06 Hildesheim. Overzicht seizoenen VfV Externe link Tennis Turnen Schwimmen Badminton Hockey Radsport Fußball Hildesheim, VfV Hildesheim, VfV Sport in Hildesheim Sportvereniging in Nedersaksen
7,318
https://nl.wikipedia.org/wiki/Dolichognatha%20raveni
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Dolichognatha raveni
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Dolichognatha raveni&action=history
Dutch
Spoken
36
68
Dolichognatha raveni is een spinnensoort in de taxonomische indeling van de strekspinnen. Het dier behoort tot het geslacht Dolichognatha. De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd in 2008 door Smith. Strekspinnen
45,510
https://nl.wikipedia.org/wiki/Brian%20Henton
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Brian Henton
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Brian Henton&action=history
Dutch
Spoken
66
133
Brian Henton (Castle Donington, Leicestershire, 19 september 1946) is een voormalig Formule 1-coureur uit Engeland. Henton won beide Britse Formule 3 kampioenschappen van 1974, en het Formule 2-kampioenschap in 1980. Hij nam tussen 1975 en 1982 deel aan 38 Grands Prix voor de teams van Lotus, March Engineering, British F1 Racing, Boro, Toleman, Arrows en Tyrell Racing, maar scoorde hierin geen punten. Formule 1-coureur Brits autocoureur
13,749
1992/91992E000321/91992E000321_NL.pdf_4
Eurlex
Open Government
CC-By
1,992
None
None
Dutch
Spoken
3,374
35,879
1.WatdenktdeCommissieinditverbandteonderne­ men? 2.IsdeCommissiebereidzospoedigmogelijkdenodige maatregelentenemenomervoortezorgendatde bovengenoemde subsidiesinderdaadwordenuitbe­ taald?SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.722/92 vandeheerSotirisKostopoulos (S) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (6april1992) (92/C274/105) Betreft:Schadetengevolgevanvorstennoodweerin CentraalGriekenland enEuboea Dekoudegolf,tengevolgewaarvandelenvanCentraal Griekenland enEuboeainfebruari1992doorsneeuwen vorstgetroffenwerden,heefternstigeschadeberokkend aanheelwatlandbouwbedrijven .Invelegevaleniseen grootdeelvandelandbouwinkomsten vanditjaar verlorengegaanendemeesteolijfboomtelers zullende komendetweejaarnietopenigeproduktiehoevente rekenen.Verdermoeteropwordengewezendatde betrokkengebiedenookalgroteschadehaddengeleden doorhetnoodweervanmaart1987.IsdeCommissie voornemensmaatregelentenemenomdegetroffen landbouwerstehelpenhethoofdtebiedenaandeze benardesituatie?AntwoprdvanmevrouwPapandreou namensdeCommissie (26juni1992) DesteunvanhetEuropeesSociaalFonds(ESF)bestemd voordeberoepsvorming tenbehoevevanhetmidden-en kleinbedrijf isopgenomenindeoperationelepro­ gramma'sdiedoorSpanjezijningedienduithoofdevan degebiedendievoordedoelstellingen 1,2en5bin aanmerkingkomen. Momenteelisdetechnologische vorminginhetkadervan doelstelling 1en5baandegang.Zeeronlangsiseen tweedecommunautair bestekgoedgekeurdvoordestruc­ turelemaatregelenindegebiedenvandoelstelling2voor deperiodevan1992—1993. InhetkadervanhetpartnerschapstaandeCommissieen deLid-Stateninvoordecontroleophetgebruikvande steunvandeFondsendoorcontrolebezoeken encon­ trole-comités ,diedaarvoorzijnopgericht.Dezecomités vergaderenperiodiekomhetbeheerenhetuitvoeringsni­ véauvandeprogramma'steonderzoeken. DeDienstenvanhetEuropeesSociaalFondszijnopgeen enkelogenblikinkennisgesteldvanonregelmatigheden bijdeuitvoeringvangenoemdeprogramma's. Evenminiserenigeonregelmatigheid vastgesteldbijde uitvoeringvanhetComett-programma voorsamenwer­ kingtussenuniversiteiten enondernemingen ophet gebiedvantechnologische vorming. Inhetkadervanditprogrammaisheteerstegedeeltevan definanciëlebijdragevandeGemeenschapgestortbinnen dezesmaandennaondertekening vanhetcontractmetde promotorsvandegeselecteerdeprojecten.AntwoordvandeheerMacSharry namensdeCommissie (26juni1992) DeCommissieiszichbewustvandeproblemendieineen aantalsectorenvandelandbouwinGriekenland ,waaron­ derdeolijventeelt,doorhetnoodweerzijnveroorzaakt. DedienstenvandeCommissiehebbencontactmetde Griekseautoriteitenomeeninventarisvandeschadeopte stellenendeomvangervantebepalen.Erzouden eventueelbinnendebegrotingvanhetcommunautair bestekvoorGriekenland financiëlemiddelenbeschikbaar kunnenzijrt,metnameinhetkadervanhetoperationele programmavoordeontwikkelingendeverbeteringvan delandbouwstructuur. 22.10.92 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen Nr.C274/45 Deaanvullendebetalingisafhankelijkvandeindiening vanhetdefinitiefverslaginzakedeuitvoeringvanhet projectdoordezezelfdepromotors .momenteelbijdeCommissiewordtuitgewerkt .Deze ontwerp-richtlijn isopgenomeninhetprogrammavande Commissievoor1992enzal,naarwordtverwacht,injuli 1992doordeCommissiewordenvastgesteld .Overdit voorstelheeftdeCommissiein1990eenverklaringten overstaanvandeRaadafgelegd(2). Hetrichtlijnvoorstel beoogtdeharmonisatie vande voorschriftenvoorhetopdemarktbrengenende toelatingvandezeprodukten .Metditvoorstelmoethet dusmogelijkwordenondeugdelijke produktenvande marktteweren.SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.765/92 vanmevrouwUrsulaSchleicher(PPE) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (6april1992) (92/C274/107) (')PBnr.L187van16.7.1988. ODoe.SEC(90)1895. SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.782/92 vandeheerSotirisKostopoulos(S) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (6april1992) (92/C274/108)Betreft:Uniformetoelatingvandesinfecteermiddelen en antisepticaindeGemeenschap Bijdebevolkingontstaatsteedsmeerongerustheidover ziekenhuisinfecties .Uitstatistischegegevensblijktdat4a 10%vandeineenziekenhuisopgenomenpatiënteneen ziekenhuisinfectie oplopen.AlleenvoorDuitslandhebben dedeskundigenberekenddatdaarmeeeenextrabedrag van1,5miljardDMvoorverplegingenmateriaalis gemoeid. Hygiëneinziekenhuizen isinbelangrijkemateeen kwestievanhetjuistgebruikenvandesinfecteermiddelen enantiseptica.Demilieuvriendelijkheid vandezemidde­ lenspeelteensteedsgrotererol.Voordetoelatingvan desinfecteermiddelen enantisepticabestaanindeLid­ Statensterkuiteenlopende voorschriften. Bijmijnwetenbestaatergeeninstantiediezichbezig­ houdtmetdeharmonisatie vandevoorschriften voor desinfecteermiddelen enantisepticaenmetuniforme communautaire testmethodenvoordetoelating. 1.AchtdeCommissieharmonisatievandetoelatingsei­ senvoordesinfecteermiddelen enantisepticaenuni­ formeEuropesetestmethodenvoordetoelatingvan dezeprodukteninEuropeesverbandnoodzakelijk ? 2.Nadevoltooiingvandeinternemarktbestaathet gevaardaterpartijenopdenationalemarkten verschijnendiegoedkopedesinfecteermiddelen en antisepticaindehandelbrengendieopdethans geldendevoorwaardengeenenkelekansoptoelating zoudenhebben.HoedenktdeCommissiedeze problementoteenoplossingtebrengen?Betreft:HetwatermilieuvanhetmeervanKastoria Stedelijkenindustrieelafvalwater,giftigezwaremetalen, kunstmesteninsecticidenvervuilenhetwatermilieuvan hetmeervanKastoria.Metnamekrijgthetmeeralhet afvalvandestadKastoriateverwerkenalsmedeelkjaar, volgensgegevensvandeGriekseLandbouwbank ,een grootgedeeltevande2500tonkunstmesten38ton insecticidendieinhetgebiedrondKastoriagebruikt worden.Hetgrootstevervuilingsprobleem echter,dat zichsteedssnelleruitbreidt,vormendezwaremetalen,in sommigegevallengiftig,dieinhetmeerterechtkomen. Deconcentraties vanhetzeergiftigeloodbereiken75 microgramperliter,eenbijzonderverontrustend cijfer voorhetmeerdatweliswaarnogintrekisbijdevissers, maardatzijnvisbestandkwalitatiefenkwantitatiefsteeds meerachteruitzietgaan. MetwelkemaatregelendenktdeCommissiehetwatermi­ lieuvanhetmeervanKastoriasafdoendetekunnen beschermen ? AntwoordvandeheerBangemann namensdeCommissie (30juni1992) Preparatendieontsmettingsmiddelen enantisepticabe­ vattenvallenonderRichtlijn88/379/EEGvande RaadO(„Gevaarlijkepreparaten")watdeindeling, verpakkingenhetkenmerkenervanbetreft,behalve wanneerdezepreparatenvoordermatologisch gebruik zijn. Ontsmettingsmiddelen wordeneveneensbehandeldinhet kadervaneenvoorstelvooreenrichtlijnoverbiocidendatAntwoordvandeheerVanMiert namensdeCommissie (22juli1992) DeCommissiebeschiktnietoverenigeinformatiedie speciaaldeverontreiniging vanhetmeervanKastoria betreft.VolgensdemededelingvanhetgeachteParle­ mentslidlijktdesituatieenerzijdshetgevolgtezijnvande rechtstreekselozingvanstedelijkenindustrieelafvalwa­ terenanderzijdstewordenveroorzaaktdoordiffuse verontreiniging tengevolgevanhetgebruikvanmeststof­ fenenbiocidenindelandbouw. Nr.C274/46 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen22.10.92 Vandevigerendecommunautaire bepalingenisinhet onderhavigegevalongetwijfeldRichtlijn76/464/EEG(') inzakegevaarlijkestoffendieinhetaquatischmilieu wordengeloosd,vantoepassing. Volgensartikel2hiervanishetdetaakvandeterzake bevoegdeinstantiesvandeLid-Statenommaatregelente treffenomeeneindtemakenaandeverontreiniging door gevaarlijkestoffenvanlijstIenomdeverontreiniging doorstoffenvanlijstIIvandebijlagebijderichtlijnte verminderen (waaronderlood). DeGriekseinstantiesdieneniederelozingvangevaarlijke stoffenvanlijstI(artikel3)en/oflijstII(artikel7,lid2) teonderwerpenaaneenlozingsvergunning overeenkom­ stigdevoorwaardendiezijnvastgelegdindespecifieke communautaire richtlijnenvoorstoffenvanlijstI(doch­ terrichtlijnen)endenationaleprogramma'svoorde verminderingvanstoffenvanlijstII(artikel7,leden1 en3). DeCommissiezalominformatievragenoverdeveront­ reinigingvanhetmeervanKastoriaendedoordeGriekse instantiesuithoofdevanRichtlijn76/464/EEGgetroffen maatregelen .Watbetreftartikel37vanhetEuratom-Verdrag ,hierin wordtbepaalddatiederplanvoordelozingvan radioactieveafvalstoffenvooradviesaandeCommissie wordtvoorgelegdopdatdezekanvaststellenofde uitvoeringvandatplaneenradioactievebesmettingvan hetwater,debodemofhetluchtruimvaneenandere Lid-Staattengevolgezoukunnenhebben.Dounreaywas reedsinbedrijftoenhetVerenigdKoninkrijktoetradtot hetVerdrag.IndeAanbevelingvandeCommissievan 1960(2)betreffendedetoepassingvanartikel37werd voorgeschreven datingevallenwaarineenplanreedsten uitvoerwasgelegdvoordathetVerdrageropvantoepas­ singwerd,bepaalde,beperkteinformatiemoestworden overgelegdendergelijkeinformatiewerdnadetoetreding vanhetVerenigdKoninkrijkoverDounreayverstrekt. VervolgensontvingdeCommissiein1979geheelvolgens deregelshetplanvoordemodernisering vande opwerkingsinstallatie voorsplijtstoffenvansnellereacto­ reninDounreaymethetoogopdeopwerkingvan splijtstoffenuithetsnelle-reactorprototype opdielocatie. DeCommissieisnietsbekendoverdebouwofverbou­ wingvanenigeinstallatieinDounreaysedertdattijdstip, waarvooreenmededelinginhetkadervanartikel37 verplichtzouzijn.IndeherzieneAanbeveling 82/181/EuratomvandeCommissiebetreffendedetoe­ passingvanartikel37,lid2ismetnamebepaalddateen dergelijkemededelingnoodzakelijk isvooriederewijzi­ gingvaneenplantotlozingvanradioactieveafvalstoffen dietotgevolgkanhebbendatdebevolkinginveelgrotere mateaanheteffectvandelozingenwordtblootge­ steld(3).Dezebepalingwerdgehandhaafdindedaarop volgendeherzieningvandeAanbeveling (91/4/Eura­ tom)(*). Volgensdebepalingenvanartikel35vanhetEuratom­ VerdragisdeCommissieevenwelvoornemensdewerking vandeinstallatiesvoormilieubewaking teDounreay binnenkortaaneencontroleteonderwerpen. (')Richtljin80/836/EuratomvandeRaad(PBnr.L246van17. 9.1980),laatstelijkgewijzigdbijRichtlijn84/467/Euratom vandeRaad(PBnr.L265van5.10.1984). OPBnr.81van27.12.1960. OPBnr.L83van29.3.1982. OPBnr.L6van9.1.1991.OPBnr.L129van18.5.1976. SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.815/92 vandeheerLlewellynSmith(S) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (14april1992) (92/C274/109) Betreft:Dounreay IshetdeCommissiebekenddathetgrondwaterenhet marienemilieulangsdekustvanCaithnessernstiggevaar lopenalsgevolgvandedoorsijpelingvanradioactiefafval uitdeondiepeopslaggroeven vandekernenergiecentrale vanhetSchotseDounreay,eenprobleemdatW.R. Burtonvan„NuclearTechnologyConsultants"eerderal onderdeaandachtheeftgebrachtvandeexploitantenvan decentrale,de„AtomicEnergyAuthority"vanhet VerenigdKoninkrijk?SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.816/92 vandeheerFrancescoSperoni(ARC) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (14april1992) (92/C274/110)AntwoordvandeheerVanMiert namensdeCommissie (20juli1992) DeCommissiewasnietopdehoogtevandedoorsijpeling uitdedesbetreffende opslaggroeven .Dezematerievalt evenwelineersteinstantieonderdeverantwoordelijkheid vandeterzakebevoegdenationaleinstantiesovereen­ komstigdebasisnormenvandeGemeenschapvoorde beschermingvandegezondheidderbevolkingender werkerstegendeaanioniserendestralingverbonden gevaren(').Betreft:EuropeesMonetairFonds EnkelelandenvandeGemeenschapvoereneenzeerstrikt begrotingsbeleid enaarzelennietomdrastischemaatrege­ lentenemenomhetoverheidstekort terugtedringen. Anderedaarentegenhebbeneenenormoverheidsdeficit geaccumuleerd enblijvenvastzittenineenbegrotingsbe­ leidmetaanzienlijketekortenenuitermatehogerente­ voeteneninflatiepercentages .Derespectieveparameters, 22.10.92 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen Nr.C274/47 —debetrokkenStaatverplichtenombijelkeuitgiftevan eenStaatsleninghetpubliekteinformerenoverde situatievandeoverheidsfinanciën ; —deEuropeseInvesteringsbank verzoekenhaarbeleid inzakekredietverstrekking tenaanzienvandebetrok­ kenLid-Staatopnieuwtebezien; —debetrokkenStaatverplichtenbijdeGemeenschap eenniet-rentedragend bedragvaneenzekereomvang tedeponeren; —boetenopleggen.vergelekenmethetBBP,dereëlerentevoetenendekosten vanlevensonderhoud ,zijnveelhogerdandereferentiecij­ fersvandeGemeenschap .Nukanerechterpassprake zijnvaneenvolledige,harmonische ,paritaireenonder­ lingverenigbareeconomischeintegratieenmonetaire eenheidalsdeLid-Statenzichaandereferentiecijfers aanpassenenerzichaanhouden. GezienhetonvermogenvanenkeleLid-Statenomzich­ zelfrigoureuzemaatregelenopteleggenvaneconomi­ scheaardenterbeperkingvandeopenbareschuld,om binnendegesteldetermijneenoptimaalresultaatte bereikenendenationaleparametersterugtedringen binnendecommunautaire voorwaarden enteneinde,zij hetgedeeltelijk,debovengenoemde discrepantiesuitde wereldtehelpenenhetalgemeengebruikvanéénenkele muntzoveelmogelijktebevorderen,wildeikdeCommis­ sievragenofdemogelijkheid isoverwogenomeen EuropeesMonetairFondsopterichtendatzichzou bezighoudenmetdeuitgiftevanallestaatsobligaties , uitgedruktinecu.SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.824/92 vandeheerStephenHughes(S) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (14april1992) (92/C274/111) Betreft:Internationale uitwisselingen vanjongeren KandeCommissiemededelenwelkerelatieerbestaat tussenhaarenhetJongerenuitwisselingscentrum inLon­ den? AntwoordvanmevrouwPapandreou namensdeCommissie (30juni1992) InBesluit88/348/EEGvandeRaadOtotvaststelling vaneenactieprogramma terbevorderingvandeuitwisse­ lingvanjongerenindeGemeenschap —,Jeugdvoor Europa-programma "—wordtbepaalddat„deLid-Staten bijstandverlenenaandeverwezenlijking vande(...) doelstellingen vanhetJeugdvoorEuropa-programma en datelkvanheneenbestaandorgaanaanwijstofeenof meerbevoegdeorganeninhetlevenroeptvoorde coördinatieopnationaalniveauvandetenuitvoerlegging vanhetprogramma ...". HetJongerenuitwisselingscentrum ishetlichaam,of nationaalbureau,datdoordeBritseautoriteiten is aangewezenvoordecoördinatievanhetprogrammain hetVerenigdKoninkrijk. PraktischgezienbetekentditdathetJongerenuitwisse­ lingscentrum isbelastmethetbeheervanhetaandeeldat inhetkadervande„JeugdvoorEuropa"-begroting aan hetVerenigdKoninkrijkwordttoegewezenvoorde rechtstreekseondersteuning vanuitwisselingen vanjon­ gerenovereenkomstig deverdeelsleutel endealgemene criteriadieinhetbesluitzijnvastgelegd .Metditdoel wordentussendeCommissieenhetJongerenuitwisse­ lingscentrumjaarlijkscontractueleovereenkomsten opge­ maakt. DeCommissieverleenteveneensfinanciëlesteunaanhet Jongerenuitwisselingscentrum zelf.Tijdensdeeerstefase vanhet„JeugdvoorEuropa"-programma (1988—1991) verschaftedeCommissie„financiëlebijstandvoorhet opstartenenontwikkelenvanspecifiekeactiviteiten"door hetJongerenuitwisselingscentrum .Tijdensdetweedefase vanhetprogramma(1992—1994)wordtalleen„financiële bijstandverleendvoordeontwikkelingvanactiviteiten", overeenkomstig hetinhetbesluitvandeRaadbepaalde.AntwoordvandeheerChristophersen namensdeCommissie (16juni1992) IntegenstellingtotdeindelandenvandeGemeenschap bestaandeoverheidsschuld —waarvandemuntwaarin dezeisuitgedruktnietzondercontractbreuk kanworden gewijzigd—staatnietseraanindewegdatnieuwe emissiesvanoverheidspapier inecuwordenuitgedrukt. HiervanzijnindeLid-Statensindsvelejarentalrijke voorbeeldentevindenendeCommissiejuichtdeze initiatieventoe. InhetVerdragvanMaastrichtisevenwelnietvoorzienin deoprichtingvaneensupranationale instellingzoalseen „EuropeesMonetairFonds",diedeuitgiftenvanuitslui­ tendinecuuitgedruktestaatsleningen vandeLid-Staten zouverrichtenofcoördineren. InhetkadervandeEconomische enMonetaireUniezal elkeLid-Staatimmersverantwoordelijk blijvenvoorzijn eigenschuld.Deregeldatterzakegeensolidariteitzal gelden(„nobailingoutrule")isinartikel104Bvastge­ steld:deGemeenschapofdeLid-Statenzijnnietaanspra­ kelijkvoordefinanciëleverbintenissen vancentrale overheden,regionale,lokaleofandereoverheden,andere publiekrechtelijke lichamenofopenbarebedrijvenvan eenandereLid-Staat. Indederdefasezalopgrondvanartikel104Ceen dwingendeprocedurebij„buitensporigebegrotingstekor­ ten"wordentoegepast.DeLid-Statendienenbuitenspo­ rigebegrotingstekorten tevermijden.AlsdeStaatdieeen tekortheeft,aande—eventueelopenbaargemaakte— aanbevelingen geengevolggeeft,zaldeRaaddebetrok­ kenStaatkunnengelastenpassendemaatregelente treffen. AlsdeStaatzichhiernaarnietvoegt,kandeRaadeenof meervandevolgendemaatregelentoepassen: Nr.C274/48 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen22.10.92 DeCommissiemoedigteveneensdesamenwerking aan tussendenationalebureausdieopditterreinwerkzaam zijnenookzorgtzijervoordatdezesamenwerking gemakkelijkerverloopt,onderanderedoorhetorganise­ renvanwerkbijeenkomsten ,studiebijeenkomsten ,enz. overspecifiekeonderwerpenofdoorhetbijdragen daaraan,endoorhetverstrekkenvantechnischebijstand, voorlichtingenadviesopcentraalniveau.allefactorentehebbenbestudeerddieeenradioactieve besmettingvandewateren,debodemofhetluchtruim zoudenkunnenveroorzaken. DeCommissieisvoorstandervanopwerkingomdatmet dezeoptie: a)hetindeafgewerktesplijtstofelementen aanwezige uraniumenplutoniumkanwordenteruggewonnen waardoorhetsplijtstofgebruik vanenergiecentrales kanwordenteruggedrongen , b)hetbeheervanradioactieveafvalstoffengebaatis doordatdeindebestraaldesplijtstofelementen aan­ wezigesplijtingsprodukten kunnenwordenafgeschei­ denenselectiefkunnenwordenbehandeld. DoordeopenstellingvandeinstallatiesvandeCogéma voorandereLid-Statenkomtdemogelijkheidvanopwer­ kingdesgewenstookbinnenhunbereik.OPBnr.L158van25.6.1988. SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.855/92 vandeheerCarlosRoblesPiquer(PPE) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (14april1992) (')PBnr.L233van10.8.1989. (92/C274/112) SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.858/92 vandeheerCarlosRoblesPiquer(PPE) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (10april1992) (92/C274/113)Betreft:NieuwefabriekeninFrankrijkvoordeopwer­ kingvankernafval Dedoordeoverheidsmaatschappij CogémainLaHague, schiereilandCotentin,Frankrijk,geïnstalleerdefabriek UP3zalinapril1992inwerkingtreden.IndeGemeen­ schaphebbenalleenhetVerenigdKoninkrijk(Sellafield) enFrankrijknauwkeurigenambitieushetonvermijdelijke probleemvandeopwerkingvanbestraaldesplijtstofvoor vreedzamedoeleindenaangepakt,terwijlbovendiende technologievandeJapansefabriekinRokkashomura deelsdoorFrankrijkisovergenomen. HeeftdeCommissieditFranseindustriëleentechnologi­ scheinitiatiefgevolgdenkanzijmededelenhoehetstaat metdeveiligheidssituatie indenieuwefabriekenofdeze nuttigisvooranderelandendiekernenergiegebruiken, maarnietoverfabriekenbeschikkenvoordeopwerking vanhetdoorhuncentralesgeproduceerde afval?Betreft:Watiseenregio? Deopnemingvanhetnieuweartikel198Avanhet huidigeEEG-Verdrag ,waarbijeenComitévanderegio's wordtopgericht,inhetteMaastrichtondertekende VerdragvandeEuropeseUniegeeftaanleidingtotde vraagwelkecriteriadeCommissietoepastvoorde voorwaardenwaaraaneenbepaaldeterritoriëleeenheidin deLid-Statenmoetvoldoenomalsregioteworden beschouwdenbijvoorbeeldafgevaardigden naardit Comitékanzenden. Insommigegevallenisdezedefinitieduidelijk,hetgeen blijktuithetfeitdatverschillendeLid-Statentoteenzeer duidelijkeengoedafgebakenderegionalisering zijn gekomen,zoalsinDuitsland,ItaliëenSpanje. Inanderegevallenisdesituatieverwarder .Bijvoorbeeld : dekaart(genaamdTabulaRegionumEuropae)diein nr.2vanhettijdschrift„Europeseregio's"staat,geeft voorEngelandenWales52regio'saan.Ditcijferkomt nauwkeurigovereenmetdatvandegeografischegraaf­ schappenwaaruitdezetweeBritsegebiedenbestaan volgensdeNewEncyclopaedia Britanica,uitgave1974, Micropaedia ,deelIII,blz.192,tweedekolom. MeentdeCommissiedateenBritsgraafschapovereen­ komtmeteenDuitsedeelstaat,eenItaliaanseregioofeen Spaanseautonomegemeenschapenwatishaareigen definitievaneenregioenhaarbeschrijvingvande fundamenteleeigenschappen ervan?AntwoordvandeheerCardosoeCunha namensdeCommissie (3juli1992) DeCommissieheeftopgrondvanartikel41vanhet Euratom-Verdrag kennisgevingontvangenvandeinves­ teringvandeondernemingCogéma. Overeenkomstig debepalingenvanhetVerdragheeftde Commissiealleaspectenvanditinvesteringsproject on­ derzochtenterzakeeenpositiefstandpuntingenomen, hetgeenop16februari1983terkennisisgebrachtvande betrokkenLid-Staat,Frankrijk. Krachtensartikel37vanhetEuratom-Verdrag heeftde Commissie,bijgestaandooreengroepdoordeLid-Staten benoemdedeskundigen ,gunstigadviesuitgebracht(')na 22.10.92 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen Nr.C274/49 DeCommissieverheugterzichderhalveoveralseen gemeentebesluitomeenstraatofeenpleindenaam „EuropeseGemeenschap"tegeven.Rekeninghoudend methetsubsidiariteitsbeginsel lijkthethaarechterniet aangewezenomeeninitiatiefdienaangaande tenemen.AntwoordvandeheerMillan namensdeCommissie (18juni1992) Alsgevolgvandehistorischeontwikkelingzijnde organisatorische enpolitiekestructurenvandeLid-Staten wat;betreftderegio'szeerverschillend .Dezestructuren vallenuitsluitendonderdebevoegdheidvandeLid-Sta­ ten.DeCommissie isdaaromnietvoornemens een communautaire definitievanhetbegrip„regio"inte voeren. WathetbijhetVerdragbetreffendedeEuropeseUnie ingevoerde„Comitévanderegio's"betreft,bepaalt artikel198AdatditComitébestaatuitvertegenwoordi­ gersvanderegionaleenlokalelichamenendatdeleden, opvoordrachtvand.eonderscheiden Lid-Staten,doorde Raadmeteenparigheidvanstemmenwordenbenoemd.SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.885/92 vandeheerMadronSeligman(ED) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (14april1992) (92/C274/115) SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.863/92 vandeheerGerardoFernandez-Albor (PPE) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (14april1992) (92/C274/114)Betreft:SteunaanbadplaatsenuitdeStructuurfondsen GeblekenisdateenaantalbadplaatseninhetVerenigd Koninkrijkeconomischnietzowelvarendisalsdiein zonnigerLid-Staten .Erisechtersprakevaneenduide­ lijkeanomalie,daareenBritsebadplaatsmomenteelgeen financiëlesteunvandeGemeenschapontvangt,omdathet achterlandnietalseengebiedinvervalwordtbeschouwd, terwijlveelbadplaatsenaandeMiddellandseZeewelvoor steuninaanmerkingkomen,ondanksderelatiefgrotere welvaarttengevolgevanhettoerisme,omdathetachter­ landvoorsteuninaanmerkingkomt. AchtdeCommissiehetnieteerlijkerenlogischeromte lettenopdehuidigebehoeftenvaneenbepaaldebad­ plaats,ongeachtderegiowaardezeisgelegen? IsdeCommissiebereidmaatregelentenemenomindeze situatieverbeteringtebrengen? AntwoordvandeheerMillan namensdeCommissie (16juni1992) Ofgebiedeninaanmerkingkomenvoorsteunvande Gemeenschapofnietwordtbepaaldovereenkomstig de regelsvanhetdesbetreffende Structuurfonds. Voorregio'svandoelstelling 1geldtalsreferentiegebied hetgebiedvanNUTS-niveau II,terwijldatvoordoelstel­ ling2endoelstelling5binbeidegevallenNUTS-ni­ veauIIIis.EengrootdeelvandeNUTSIl-gebiedendie beantwoorden aandecriteriavoordoelstelling 1,liggen inhetMiddellandse-Zeegebied endatisderedenwaarom dekustzonesdaarvaninaanmerkingkomenvoorsteun vandeGemeenschap .Sommigeanderekustzoneskomen voorsteuninaanmerking ,omdatzijbehorentotgebieden vandoelstelling2ofdoelstelling5b. HetstandpuntvandeCommissiewatbetreftdegebieden waaraanindetoekomststeunmoetwordenverleend, isuiteengezetindocumentCOM(92)2000(Pakket DelorsII).Betreft:Hetverlenenvandebenaming„EuropeseGe­ meenschap"aanstratenenpleinen Degewoonteomstratenenpleineneennaamtegeven, maakthetdeburgerinhetdagelijkslevengemakkelijker omzichvoortdurend teherinnerenaaneenhistorische persoonlijkheid ,eengeografischeplaats,eennationaal jaartalenz. Ongetwijfeld ishetbelangrijkstehistorischefeitvoorde Lid-StatensedertheteindevandeTweedeWereldoorlog deoprichtingenhetbestaanvandeEuropeseGemeen­ schap.Desondankswordtdenaam„EuropeseGemeen­ schap"overhetalgemeenindestratenboekjes vanonze stedennietdikwijlsgebruikt,hoeweldittochbeslistde burgervandeGemeenschap nadertotdedagelijkse situatiewaarinhijzichineenbepaaldegemeenschapmet deburgersvanandereEuropeselandenbevindt,zou brengen. MeentdeCommissiederhalvedatzijderespectieve nationaleinstantieszoumoetenvoorstellendegemeenten vandeLid-Statenaantebevelensommigevanhunstraten enpleinendenaam„EuropeseGemeenschap "tegeven? AntwoordvandeheerDelors namensdeCommissie (5juni1992) DeCommissiestaatzeerpositieftegenoverhetvoorstel vanhetgeachteParlementslidomdebenaming„Europese Gemeenschap "teverlenenaanbepaaldestratenof pleinen.Zijwilerevenwelaanherinnerendathet normaliteraandegemeentelijkeinstantiesisompleinen ofstratenvannamentevoorzien. Nr.C274/50 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen22.10.92 SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.892/92 vandeheerYvesFrémion(V) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (14april1992) (92/C274/116)AntwoordvandeheerCardosoeCunha namensdeCommissie (4juni1992) Per31december1991warenbijde„gespecialiseerde diensten"vandeCommissie,tewetenhetSecretariaat­ generaal,deDienstvandewoordvoerder ,deJuridische Dienst,hetBureauvoordestatistiek,deGemeenschappe­ lijkeTolken-conferentiedienst ,deDienstConsumenten­ beleid,deTask-Force „Menselijkehulpbronnen",de Vertaaldienst endeInspectievandediensten3404 ambtenarenentijdelijkefunctionarissen werkzaam,als volgtverdeeld: CategorieA 423 CategorieLA1548 CategorieB 374 CategorieC1001 CategorieD 58.Betreft:Steunvoorprojecteninhetkadervanhet cultureleprogrammaCaleidoscoop 1.WelkeprojectenheeftdeCommissiein1990en1991 inhetkadervanhetcultureleprogrammaCaleidoscoop gesteundenkanzijperprojectaangevenwelkbedrag hiermeewasgemoeid? 2.Wordthetprogrammain1993en1994voortgezet enzijnvoordeprojectenin1993alprioriteitenvastge­ steld? AntwoordvandeheerDondelinger namensdeCommissie (21mei1992) 1.DeCommissieheeft,voordeeerstemaalop10juli 1990,devoorwaardengepubliceerdvoordeelnameaande onderscheiding „Europeescultuurpodium "inhetPubli­ katiebladvandeEuropeseGemeenschappen ('). Doelvanditprojectwas,opzeeruiteenlopendeartistieke encultureleterreinen,dein1991georganiseerde culturele evenementenmeteenEuropesedimensieaantemoedi­ gen.Delijstvande92in1991geselecteerdeprojecten werdinapril1991medegedeeld ,zijwerdgepubliceerdin nr.5vandeNewslettervandeCultureleActie(versche­ nenop15mei1991). 2.Het„Caleidoscoop"-programma staatinvoorhet volgenvanhetvoornoemdeprojectvoor1992.Een onafhankelijke jury,bestaandeuitvanbuitenafaange­ trokkenpersonen,heeftdeCommissiebijgestaanbijde selectievandeprojectenendehierbijgevolgdeprocedure bevindtzichmomenteelindeeindfase.Delijstvande geselecteerdeprojectenzalbinnenkortwordenmedege­ deeld. Devoorwaarden voordeelnameaanhet„Caleidos­ coop"-programma voor1993zullentegeneindjuliinhet Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen worden gepubliceerd. OPBrir.C167van10.7.1990.SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.909/92 vandeheerSotirisKostopoulos (S) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (15april1992) (92/C274/118) Betreft:SaneringGriekseeconomie DeheerKonstantinosMitsotakis,minister-president van Griekenland ,uitteinhetkadervandetenuitvoerlegging vanhetprivatiseringsprogramma onlangsnogmaalsen­ kelewaarschuwingen voorhetvallenvanontslagenonder werknemers ,terwijlhijhetvermeedomhetminsteof geringstelostelatenoverhetpasdoorzijnregering goedgekeurde wetsontwerpwaardoorhetvoordeover­ heidmogelijkwordtomnieuweambtenarenénambtena­ rendietotophedenalsuurlonerhebbengewerkt,invaste diensttenemen(hierbijwordtvermelddathetom personenmet„specifiekebehoeften"gaat).Volgensde overgrotemeerderheidvandevakbondsorganisaties (met indeeersteplaatsdetweebelangrijksteorganisaties :de AlgemeneConfederatievanGrieksewerknemersenhet Hoofdbestuur vandeambtenarenverenigingen )staande mededelingvandeminister-president overhetontslaan vanwerknemersenhetfeitdatderegeringnieuwe ambtenarenindienstneemthaaksopelkaar. KandeCommissiemededelen,gezienhetgegevendatde klooftussenGriekenlandendeGemeenschapondanksde uitgebreidefinanciëlesteunvandeGemeenschapsteeds brederwordt,hoezijdenkttehandelenteneindede GriekseRegeringervanteovertuigendathetnodigisom vooruitgangteboekenmethetoptrekkenvandeGriekse economietothetcommunautaire gemiddelde ?SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.893/92 vandeheerYvesVerwaerde(LDR) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (14april1992) (92/C274/117) Betreft:Personeelsbestand bijdegespecialiseerde dien­ stenvandeCommissieper31december1991 KandeCommissiemeedelenhoeveelambtenaren en anderepersoneelsleden vandeGemeenschappen per31 december1991werkzaamwarenbijdetiengespeciali­ seerdedienstenvandeCommissie ? 22.10.92 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen Nr.C274/51 AntwoordvandeheerChristophersen namensdeCommissie (12juni1992) Inhetkadervandeprocedurevanmultilateraaltoezicht dietijdensfaseIvandeEMUwerdingevoerd,wordende economischeontwikkelingen enbeleidsmaatregelen inde Lid-Statenregelmatigbesprokenindedesbetreffende organenvandeGemeenschap (MonetairComité,Ecofin­ Raad).DaarnaastonderzoektdeCommissie,inovereen­ stemmingmetdebeschikkingvandeRaadbetreffende eencommunautaire betalingsbalanslening aanGrieken­ landO,insamenwerking methetMonetairComitéop gezettetijdendeontwikkelingen indeGriekseeconomie endetoepassingvanhetafgesprokenprogramma .Aange­ ziendeGriekseeconomieindeGemeenschap desterkst afwijkendeeconomieis,wordtaanheteconomische beleidendeeconomischeontwikkeling vanditland bijzondereaandachtbesteed. DeCommissieheeftinhaarverslagennadrukkelijk gewezenopdenoodzaakvandaadwerkelijke toepassing vanhetprogrammavanfiscaleaanpassingenstructurele hervormingomtezorgenvoorgeleidelijkeconvergentie vandeGriekseeconomiemetderestvandeGemeenschap eneroptoeteziendatditlandvolledigaanhetprocesvan economischeenmonetaireintegratiedeelneemt .stellingvanhetvrijeverkeervanpersonendieisneerge­ legdinartikel8AvanhetEEG-Verdrag .DeCommissie heeftdanookvanafhetbeginvolledigdeelgenomenaan dewerkzaamheden vandezegroepdieissamengestelduit vertegenwoordigers vandetwaalfLid-Staten .Desamen­ stellingvandenationaledelegatieswordtzoalsaltijd vastgestelddoordeLid-Statenzelf.Inditkaderwerden deOvereenkomst vanDublinvan15juni1990betref­ fendedevaststellingvandeStaatdieverantwoordelijk is voordebehandelingvaneenasielverzoekdatbijeenvan deLid-StatenvandeEuropeseGemeenschappen wordt ingediendendeontwerp-overeenkomst inzakedeover­ schrijdingvandebuitengrenzen vandeGemeenschap voorbereid .Hierbijwerdendewerkgroepenasielbeleid, visumbeleid ,grenscontroles eninformatieopgericht. Dezewerkgroepenkomenbijeenindezelfdesamenstel­ lingalsdeadhoc-groepimmigratieenzijnbelastmetde voorbereiding vandewerkzaamheden vandezegroep doordetechnischeproblementeonderzoeken. Sedert1991heeftdeadhoc-groepimmigratieopverzoek vandeEuropeseRaadzelfzijnwerkterreinuitgebreiden zichgekwetenvandehemdoordestaatshoofden en regeringsleiders opgelegdetaak.Naar-aanleidingvande EuropeseRaadvanLuxemburgvanjuni1991heeftde groepimmigratiehetgevraagdeverslagoverhetasiel-en immigratiebeleid opgesteld.Ditverslagwerdindecember 1991goedgekeurddoordeEuropeseRaadvanMaas­ trichtdievanmeningwasdathetgeplandewerkpro­ grammaendetijdschema's„eengoedebasisvormenvoor deopdezegebiedentetreffenmaatregelen"en„demet immigratiebelasteministersverzochtzetenuitvoerte leggen". Hiertoewerdnogeenwerkgroepopgerichtdiebelast wordtmetproblemeninzaketoelatingenuitzetting .(')PBnr.L66van13.3.1991. SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.938/92 vandeheerPaulStaes(V) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (15april1992) (92/C274/119) SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.945/92 vandeheerFrancescoSperoni(PPE) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (15april1992) (92/C274/120)Betreft:Adhoc-groepinzakeimmigratie Deadhoc-groepinzakeimmigratiebestaatsinds198*6en heeftvijfwerkgroepen :grenscontroles ,visabeleid,asiel­ beleid,illegaleneninformatie. Watzijndedoelstelling,bestaansreden ,bevoegdheid , samenstelling enorganigram,samenwerkingsverbanden , werkingsmiddelen enwerkingsprocedures ,concreteaf­ sprakenenmaatregelenvanelkvandevijfconcrete werkgroepenvandeadhoc-groepinzakeimmigratie? AntwoordvandeheerDelors namensdeCommissie (29juni1992) Deadhoc-groepinzakeimmigratiewerdinoktober1986 opgerichtdoordeministersvanBinnenlandseZakenen vanJustitie.Deoorspronkelijke doelstellingwasde intergouvernementele maatregelenvoortebereidendie noodzakelijkzijnvoordeverwezenlijking vandedoel­Betreft:Negatievegevolgenvannieuweregelingenvande ItaliaanseStaatophetgebiedvandesociale verzekeringenvoorItaliaanseonderdanendiebij deEuropeseInstellingenwerkzaamzijn Inartikel7,lid2,vandeItaliaansewetnr.407van29 december1990wordteeneindegemaaktaandemogelijk­ heiduitkeringenvanverschillendesociale-verzekerings ­ stelselsteontvangen,ookvoorpersonendieloondienst verrichteninhetbuitenland .Dezeveranderinginde bestaandewetgevingheeftzeernegatievegevolgenvoor debetrokkenpersonen,enmetnamevoordeItaliaanse onderdanendiewerkzaamzijnbijdeInstellingenvande Gemeenschap ,waarvanvelenhierdoorhungerechtvaar­ digdetoekomstverwachtingen inrookhebbenzienop­ gaan. IsdeCommissievoornemensstappenteondernemen tegendeItaliaanseStaatomeeneindetemakenaande Nr.C274/52 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen22.10.92 negatievegevolgendiebovengenoemde wetheeftvoorde ItaliaanseonderdanendiebijdeEuropeseInstellingen tewerkgesteldzijn?Achtzijhetookwenselijkom,inhet lichtvandezenieuwewet,stappenteondernemenmethet oogopeenherzieningvandein1978tussendeEEGende ItaliaanseINPS(NationaleInstellingvoordesociale zekerheid)geslotenovereenkomst ?AntwoordvandeheerRipadiMeana namensdeCommissie (24juni1992) Indecommunautaire programma'svoortechnische bijstandtenbehoevevanheteconomischeensociale herstelvandelandenvanMidden-enOost-Europa en vandelandenvandevoormaligeUSSRneemtde nucleaireveiligheideenbelangrijkeplaatsin. Eind1991waser74,5miljoenecuvrijgemaaktvoor technischebijstandtenbehoevevandenucleaireveilig­ heid,waarvan54,8miljoenecuvoordevoormalige SowjetunieenderestvoorhetPhare-programma .In1991 werddedesbetreffende steungeconcentreerd opde centralevanKozlodouyinBulgarije,waarvoordeCom­ missieeenurgentieprogramma tenbelopevan11,5 miljoenecuheeftvastgesteldmethetoogopdeverbete­ ringvandeveiligheidvandeinstallatiesenbijstandaande bevoegdeinstanties.Hetprogrammaisuitgevoerddoor deWorldAssociationofNuclearOperators(WANO)en eenconsortiumvancommunautaire instellingenvoor veiligheidsevaluatie. WatTsjechoslowakije betreft,heeftdeCommissiein 1991eenuitnodigingtothetindienenvanvoorstellen gelanceerdvoordrieprojecten,telkensvooreenbedrag van1miljoenecu,bestemdvoordecentralesvan Jaslovske-Bohunice ,DukovanyenTemelin.Debeoorde­ lingvandeingediendevoorstellenwordtweldraafgerond endedesbetreffende projectenzullensnelvanstartgaan. DeCommissiebeschiktookoverviermiljoenecuvoor andereprojectenwaaroverreedseenprincipeakkoord bestaatmetdeTsjechoslowaakse overheid. TenslottezijndeCommissieendebevoegdeinstanties vanRuslandendeOekraïneheteensgewordenover30 projectenbetreffendedenucleaireveiligheiddiezullen wordengefinancierdopdecommunautaire begrotingvan 1991.Despecificatiesvoordezeprojectendie,netalsin hetgevalvanBulgarije,deverbeteringvandeveiligheid vandegeëxploiteerde centralesendeversterkingvande veiligheidsinstanties beogen,wordenmomenteeluitge­ werkt.AntwoordvandeheerCardosoeCunha namensdeCommissie (26juni1992) Bijbriefvan29januari1992vandedirecteur-generaal van hetDirectoraat-generaal Personeelszaken enAlgemeen Beheergerichtaandedirecteur-generaal vanhetINPS (NationaleInstellingvoordesocialezekerheid)heeftde Commissieomalgemeneontheffingvoorhetcommunau­ tairepersoneelverzochtvandetoepassingvande anti-cumulatieregelingen vanwetnr.407van1990. Op18maart1992heeftdedirectievanhetINPS geantwoorddatdedoordeGemeenschap gevraagde ontheffingnietkanwordenoverwogenwantzijzoutot discriminatie leidentussenwerknemers dieinItalië woonachtigzijnendiewelkeinhetbuitenlandverblijven. DedienstenvandeCommissiezettenhunwerkzaamhe­ denvantechnischeanalysevoort,teneindedegevolgen vandezewettekunnenevaluerenenvasttestellenofde bepalingenervanstrijdigzijnmetdeEEG/INPS-over­ eenkomstoverdeoverdrachtvandepensioenrechten van 1978endeEEG/INPS-overeenkomst overdetoepassing vanartikel42vandeRegelingwelkevantoepassingisop deanderepersoneelsleden vandeGemeenschappen (RAP)voordetijdelijkefunctionarissen. SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.987/92 vandeheerPierreBernard-Reymond (PPE) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (15april1992) (92/C274/121) SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.995/92 vandeheerYvesVerwaerde(LDR) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (15april1992) (92/C274/122)Betreft:Kerncentrales indelandenvanMidden-en Oost-Europa IkwildeaandachtvandeCommissievestigenophetfeit datdegebrekkigestaatvaneenaantalkerncentralesinde landenvanMidden-enOost-Europa eenernstiggevaar betekentvoordemensheid. KandeCommissiemeedelenwelkemaatregelen zij preciesheeftgenomenenwelkemaatregelenzijvoorne­ mensistenemenomindezesituatieverbeteringte brengen?Kanzijtevensmeedelenhoeveelkredieten hiervooropdebegroting1991werdenuitgetrokkenen hoedezekredietenwerdengebruikt?Betreft:Balansvandemaatregelenvporvoortgezette beroepsopleiding vanhetpersoneelvandeGe­ meenschappen in1991 KandeCommissiemeedelenhoeveelpersoneelsleden in 1991vandemaatregelenvoorpermanenteberoepsoplei­ dinghebbengeprofiteerd ? 22.10.92 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen Nr.C274/53 AntwoordvandeheerCardosoeCunha namensdeCommissie (24juni1992) In1991werddoor10434personeelsleden vande Commissiedeelgenomenaanactiesophetterreinvande beroepsopleiding. SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.996/92 vandeheerYvesVerwaerde(LDR) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (15april1992)leventeroepenomtoetezienopdetoepassingvande richtlijnenenverordeningen inzakegezondheidenveilig­ heidindetwaalfLid-Staten ? AntwoordvanmevrouwPapandreou namensdeCommissie (30juni1992) Decontroleopdeomzettingendeuitvoeringvan communautaire richtlijneninzakedegezondheiden veiligheidiseenintegrerendonderdeelvandetakendie uithoofdevandeVerdragenaandeCommissiezijn toegewezen. DeCommissieisderhalvenietvoornemenseenEuropese commissievoorgezondheidenveiligheidinhetlevente roepenomtoetezienopdetoepassingvanderichtlijnen inzakegezondheidenveiligheid. TeneindedebevoegdeautoriteitenindeLid-Statenbijte staanbijdetotstandbrenging vanvolledigeenonpartij­ digeuitvoeringvancommunautaire veiligheids-enge­ zondheidswetgeving ,heeftdeCommissiesedert1992met eencomitébestaandeuittopambtenaren uitalleLid-Sta­ teneenreeksmaatregelenoptouwgezet;dezemaatrege-- lenomvattenuitwisselingsbezoeken vangezondheids-en opleidingsprojecten ,produktievanhandboekenenover­ zichteninzakevoorschriftenentechnischeaangelegenhe­ denendeorganisatievanlezingenenstudiebijeenkom­ sten.(92/C274/123) Betreft:Subsidiesuitdecommunautaire begrotingvoor 1991aanFranseverenigingen KandeCommissiedevolledigelijstverstrekkenvande Franseverenigingenzonderwinstoogmerk dieonderde wetvan1juli1901vallen,endiein1991eensubsidieuit decommunautaire begrotinghebbenontvangen? KandeCommissietevenshetbedragmeedelendataanelk vandezeverenigingen isverstrekt? SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1011/92 vandeheerSotirisKostopoulos (S) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (27april1992)AntwoordvandeheerDelors namensdeCommissie (2juli1992) Eenoverzichtvansubsidies,waarindedoorhetgeachte Parlementslidgevraagdeinformatieisvervat,wordtdoor deCommissiejaarlijkstoegezonden enkanworden verkregenbijhetSecretariaat-generaal vanhetParlement. Aangeziensubsidiesechterwordentoegekendopgrond vanverdiensteengeheelzonderinachtneming van nationaliteit ,houdtdeCommissiegeenstatistiekenbij vanbegunstigdeorganisatiesnaarland.(92/C274/125) Betreft:DeGriekseSarakatsaneninBulgarije InBulgarijelevenvandaagdedagmeerdan60000 Sarakatsanen .DeSarakatsanen zijneenzeeroude Grieksevolksstam.Hunoorsprongligtindebergketen Agrafa,waarzijtotbeginvorigeeeuweenherdersbestaan leidden,ineenbenijdenswaardige onafhankelijkheid van deOttomaansemachthebbers .Aanhetbeginvande19e eeuwennadevervolgingenvanAliPaskaraaktenvele SarakatsanenverspreidoverdegeheleBalkan,ensommi­ genvanhenkwamenterechtopBulgaarsgrondgebied. Delaatste40jaarhaddendezezeertelijdenonderde situatieinBulgarije,maarnaderecenteveranderingvan regimehebbenzijnupaspoortengekregenenkunnenhun verwanteninGriekenlandbezoeken.Velenzijnvan meningdatdetoekomstvandeSarakatsanen inBulgarije onverbrekelijk verbondenismetGriekenlandendathun financiëlesteunmoetwordengegeven. WelkemaatregelenoverweegtdeCommissieomge­ schiktewegentevindenvoorfinanciëleondersteuning en repatriëringvandeSarakatsanen diethansinBulgarije leven?SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.999/92 vandeheerJohnBird(S) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (15april1992) (92/C274/124) Betreft:GezondheidenveiligheidindeEuropeseGe­ meenschap KandeCommissiemeedelenofzijvoornemens iseen Europesecommissievoorgezondheidenveiligheidinhet Nr.C274/54 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen 22.10.92 dersvanelfLid-Staten,wordtgestelddatdiscriminatiein welkevormdanookbestredendienttewordenenmet namediscriminatieopgrondvangeloof. SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1024/92 vandeheerJohnCushnahan(PPE) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (27april1992)AntwoordvandeheerAndriessen namensdeCommissie (14juli1992) Eerbiedigingvandemensenrechten enderechtenvan minderheden iseenessentieelelementindebetrekkingen tussendeGemeenschap endelandenvanMidden-en Oost-Europa .Bulgarijeishethiermeeeensenverwijst naarzijnverbintenissen inhetkadervandeConferentie voorVeiligheidenSamenwerking inEuropa,metinbe­ gripvandeonverkorteuitvoeringvanallebepalingenen beginselendieinditkaderzijnaangenomen .Indit verbandisuitdrukkelijkverwezennaardeeerbiediging vandemensenrechten enderechtenvanminderheden. BulgarijeisbovendienalslidtotdeRaadvanEuropa toegelaten;ditbiedteenbijkomendegarantievoorde eerbiedigingvandemensenrechten enfundamentele vrijheden. DeCommissiekaninhetkadervandebestaande steunprogramma 'svoorBulgarijeoverwegensteunvoor specifieketerreinentoetekennenalsBulgarijeeen daartoestrekkendverzoekindient.DeCommissieover­ weegtechtergeenfinanciëlesteunvooreventuelerepa­ triëringteverlenen.(92/C274/127) SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1017/92 vandeheerSotirisKostopoulos (S) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (27april1992) (92/C274/126)Betreft:Wetgevinginzakeopleidingenophetterreinvan deverpleging DeCommissiebereidtthansvoorstellenvoorrichtlijnen inzakedeopleidingenophetterreinvandeverplegingin depsychiatrieendekindergeneeskunde voor. IsdeCommissiebereidtevenseensectoralerichtlijninte dienenvooropleidingenophetterreinvandeverpleging vangeestelijkgehandicapten ? AntwoordvandeheerBangemann namensdeCommissie (30juni1992) Hetontwerp-voorstel vandeCommissievooreenrichtlijn inzakedeopleidingvanpsychiatrische enpediatrische verpleegkundigen isgebaseerdopaanbevelingen diehet RaadgevendComitévoordeopleidingophetgebiedvan deverpleegkunde respectievelijk inaprilL986enapril 1989heeftgoedgekeurd. Hetontwerp-voorstel omvatookeenalgemenebepaling betreffendeanderetitelsvanverpleegkundige specialisa­ ties,dievantoepassingzoudenkunnenzijnopde verplegingvangeestelijkgehandicapten .In1991werdeen eerstevergaderingvanregeringsdeskundigen bijeenge­ roepenvooreeneerstebehandeling .Indievergadering werdgeenovereenstemming bereikteneenverdere behandelingvanafzonderlijkepuntenvanhetvoorstel werdnoodzakelijkgeacht.Erheeftnoggeentweede bijeenkomstplaatsgevonden. Verantwoordelijke algemeneziekenverplegers vallenon­ derdeRichtlijnen77/452/EEGen77/453/EEG(®), zoalsgewijzigdbijdeRichtlijnen 81/1057/EEG(J), 89/594/EEGen89/595/EEG(3).Aangezienergeen bijzonderebepalingengeldenvoorgespecialiseerde ver­ pleegkundigen ,zoudenvoorverpleegkundigen diehun specialisatieineenandereLid-Staatwillenuitoefenende bepalingenvanRichtlijn89/48/EEGbetreffendehet algemenestelsel(4)vantoepassingzijn,voorzoverhun kwalificatiesonderdewerkingssfeer vandierichtlijn vallen.Betreft:Discriminatieopgrondvangodsdienstigeover­ tuiging WelkestudiesheeftdeCommissieverrichtaangaandede kwestievandiscriminatieopgrondvangodsdienstige overtuigingindeEuropeseGemeenschap ?IsdeCommis­ sievoornemensmetwettelijkemaatregelentekomenom discriminatievanwerknemersopgrondvangodsdienstige overtuigingtevoorkomen? AntwoordvandeheerDelors namensdeCommissie (30juli1992) Hetprobleemvandiscriminatieopgrondvangodsdien­ stigeovertuigingvaltindeeersteplaatsonderde bevoegdheidvandeLid-Statenenhetuitvoerenvaneen studieaangaandeditonderwerpisderhalvenieteenvan deprioriteitenvandeCommissie .Afortioriwordt regelgevingnietoverwogen. TenovervloedeherinnertdeCommissieeraandatinde preambulevanhetGemeenschapshandvest vandesociale grondrechtenvandewerkenden,datop9december1989 werdaangenomendoordestaatshoofden enregeringslei­(')PBnr.L176van15.7.1977. OPBnr.L385van31.12.1981. OPBnr.L341van23.11.1989. OPBnr.L19van24.1.1989. 22.10.92 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen Nr.C274/55 SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1029/92 vandeheerDiegodelosSantosLópez(ARC) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (27april1992) (92/C274/128)wordenonderworpenwanneerdegeplandehoogtemeer dan15meterbedraagtof,wanneerheteendammeteen hoogtetussen10en15meterbetreft,dezebedoeldisvoor eenstuwmeermeteeninhoudvanmeerdan100000m3of bijzonderekenmerkenvertoontwaardoorhetkunstwerk alsbelangrijkvoordenationaleveiligheidofeconomie kanwordenaangemerkt. OpditogenblikbeschiktdeCommissieoveronvoldoende informatieomtekunnenbevestigendatvoorhetbetrok­ kenprojectopgrondvandekenmerkendaarvaneen milieu-effectrapportage zalwordenuitgevoerd .Zijzalde Spaanseautoriteitendanookommeergedetailleerde gegevensverzoeken .Watdefinancieringvandestuwdam betreft,isdoordeCommissiegeenenkelebijdrageuithet EOGFLgepland. TotdusverheefthetEuropeesFondsvoorRegionale Ontwikkeling geenenkeleaanvraagomfinanciering ontvangenvoorhetdoorhetgeachteParlementslid aangehaaldeproject.Mochtendebetrokkenautoriteiten bijhetEFROalsnogeendergelijkeaanvraagindienen, danzaldezegrondigwordenbestudeerddoorde bevoegdedienstenvandeCommissie .Daarbijzalook wordengekekenofdevoorgesteldewerkzaamheden in overeenstemming zijnmethetbeleidvandeGemeen­ schap,metnametenaanzienvanhetmilieu.Betreft:BouwvaneenstuwdaminAndeval.o(Huelva) Andalusië DeSpaanseRegeringisvoornemenseenstuwdamte bouweninhetdistrictPuebladeGuzman,Huelva,in Andalusië.Dezebouwisnoodzakelijkvoordewater­ voorzieningvandestreek,zowelvoordelandbouwals voormenselijkeconsumptie .DeSpaanseautoriteiten hebbenzichuitgesprokenvoordebouwvaneenstuwdam inAndevalo,hetgeendeonteigeningvan5000haland metzichmeebrengt .Eengrootdeelhiervanisvangroot belangvoorhetmilieualsnatuurlijkehabitat,bestaande uituitgestrekteeikebossen .Zoweldeplaatselijkebevol­ kingalsdiversemilieu-organisaties ,zoalsdeADEA, verzettenzichtegendezeoplossing.Alsalternatieve oplossingisvoorgestelddebestaandestuwdaminde Chanzauittebreiden. KandeCommissiedeSpaanseRegeringominformatie verzoekenoverdegevolgenvoorhetmilieuvande gekozenoplossingenverzoekentevorendeinartikel4, lid2,vanRichtlijn85/337/EEG(')bedoeldemilieu-ef­ fectrapportage telatenuitvoeren. ZoudeGemeenschapbereidzijnfinancieelbijtedragen aandeverwezenlijking vandeoplossingdiehetbest verenigbaarismethetmilieuteneindealdusinde behoeftenophetterreinvanwaterbevoorrading te voorzien,eennatuurlijkehabitatvangroteecologische waardeinstandtehoudenenanderzijdseconomische activiteitenalsdeextensieveveeteeltenbosbouwin overeenstemming metdenieuwelandbouwrichtsnoeren vandeGemeenschap tevergemakkelijken ?SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1039/92 vandeheerFilipposPierros(PPE) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (27april1992) (92/C274/129) (')PBnr.L175van5.7.1985,blz.40.Betreft:Oprichtingvaneenonafhankelijke instantiein uitvoeringvanderichtlijnbetreffendedemede­ dingingopdemarktenvoortelecommunicatie­ diensten Richtlijn90/388/EEG(')betreffendedemededingingop demarktenvoortelecommunicatiediensten wordtvoorde voltooiingvandeinternemarktbijzonderbelangrijk geacht.Dezerichtlijnvoorzietondermeerindeverplich­ tingomuiterlijktegen31december1990eeninstantiein hetleventeroependienietvandetelecommunicatieorga ­ nisatiesafhankelijkiseninstaatvoorhettoezichtinde telecommunicatiesector (toekenningvanexploitatiever­ gunningen,controleopdetypegoedkeuringen ,toeken­ ningvanfrequenties,toezichtopdegebruiksvoorwaar ­ den,enz.).WatverstaatdeCommissieinditgevalprecies onder„onafhankelijke instantie"enaanwelkeinstitutio­ neleenfundamentelevoorwaardenmoetovereenkomstig destrekkingvanbedoelderichtlijnendealgemene doelstellingenwordenvoldaan?AntwoordvandeheerVanMiert namensdeCommissie (9juli1992) HetprojectvoordebouwvaneenstuwdaminPueblade Guzman(Huelva)inAndalusiëbehoorttotdeinbijlageII bijRichtlijn85/337/EEGvermeldeprojecten,waarvoor eenmilieu-effectrapportage moetwordenuitgevoerd indiendaarvanaanzienlijkemilieu-effecten wordenver­ wacht. IndeSpaansewetwaarbijdezerichtlijnisomgezet,isdit typeprojecteningedeeldbijdeprojectenvanbijlageI waarvooreenmilieu-effectrapportage moetwordenuit­ gevoerdindienzijbepaaldekenmerkenvertonen.Meer bepaaldisinRealDecretoLegislativo1302/1986enhet uitvoeringsdecreet 1131/88vastgestelddatprojectenvoor debouwvanstuwdammenaltijdaaneenMERmoeten OPBnr.L192van24.7.1990,blz.10. Nr.C274/56 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen22.10.92 AntwoordvanSirLeonBrittan namensdeCommissie (9juli1992) Volgensartikel189vanhetEEG-Verdrag iseenrichtlijn verbindendtenaanzienvanhettebereikenresultaatvoor elkeLid-Staatwaarvoorzijbestemdis,dochwordtaande nationaleinstantiesdebevoegdheidgelatenvormen middelentekiezen.DerhalvestaathetdeLid-Statenvrij deverplichtingomeenonafhankelijke instantieinhet leventeroepen,alsbedoeldinartikel7vanRichtlijn 90/388/EEG,naareigeninzichtnatekomen.Zohebben sommigeLid-Stateneennieuweoverheidsinstantie inge­ steldinnavolgingvanhetOftelinhetVerenigdKonink­ rijk.AndereLid-Statenhebbendeopenbareorganisatie ruimezelfstandigheid gegeven,zodatzijonafhankelijk is vanderegering,diedenationalebestuursrechtelijke autoriteitblijft. DeCommissieonderzoektinbeidegevallendenationale maatregelenvoordetenuitvoerlegging vanderichtlijnom zichervantevergewissendatdeopgerichteinstantie werkelijkonafhankelijk isvandeopenbareorganisatieen dateerlijkeconcurrentievoortaangegarandeerd is.Te­ vensisdeCommissiebereidsuggestiestedoenaaniedere Lid-Staatdiezulkszouwenseninhetkadervande toepassingvanderichtljn.voordeopstellingvandeLid-StatenendeGemeen­ schaphierover? 6.Voorwelketropischeboomsoortenzijneropdit momentvolgensdeCommissievoldoendeargumen­ tenomregulerendehandelsmaatregelen tenemen? AntwoordvandeheerRipadiMeana namensdeCommissie (24juni1992) 1.DeLid-StatenhebbenhunvoorstellenbijdeConfe­ rentiederPartijenbijCitesingediendzonderdeadviezen tehebbenontvangenwaaromzijdebetrokkenlandenvan herkomsthaddenverzocht.Daaromwastijdenscoördi­ natievergaderingen inGemeenschapsverband overeenge­ komendevoorstellenintetrekkenindieneenmeerder­ heidvanlandeninhetverspreidingsgebied vande betrokkensoortendaartegengekantwas.Bijoverleg tijdensdebijeenkomstinKyotokwamaanhetlichtdatdit jammergenoegvooraldedoorLid-Statenvande Gemeenschapingediendevoorstellenhetgevalwas. 2,3en4.Tijdenscoördinatievergaderingen terplekke hebbendeLid-StatenendeCommissiezichnode akkoordverklaardmetdeintrekkingvandevoorstellen, ondankshetfeitdatdemeestedaarvannaaralle waarschijnlijkheid voldedenaandewetenschappelijke en anderecriteriavooropnemingvandebetrokkensoorten inbijlageII. 5.Inderdaad .Citesisevenweleenmultilaterale over­ eenkomst.Delandenvanherkomstvandesoortendie vooropneminginofschrappinguitdebijlagenin aanmerkingkomen,dragenterzakeeigenverantwoorde­ lijkheden;hunmedewerking bijdetenuitvoerlegging van deovereenkomst isonontbeerlijk .Bijgevolgisduidelijk daternaastwetenschappelijke ookandereargumenten eenrolspeleninhetbesluitvormingsproces. 6.DeCommissieverwijsthetgeachteParlementslid naardesoortenlijstinbijlageDvanhetvoorstelvande CommissievooreenverordeningvandeRaadinzakehet bezitvanendehandelinspecimensvaninhetwild levendedier-enplantesoorten (1).Voordezesoorten kunnenindetoekomstcommunautaire maatregelen wordenoverwogenopbasisvandegegevensdieinhet kadervanhettoezichtopdehandelindebetrokken soortenzijnverkregen. OPBnr.C26van3.2.1992.SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1047/92 vandeheerHemmoMuntingh(S) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (27april1992) (92/C274/130) Betreft:Cites-voorstellen voortropischeboomsoorten ,in Kyoto VoordeCites-vergadering inKyotoinmaartjl.hadden verscheideneLid-Statenvoorstelleningediendomeen aantaltropischeboomsoorten inbijlageIIvandeCon­ ventieteplaatsen.Tijdensdevergaderingwerdendie voorstellenechteralsnogingetrokken. 1.WelkeargumentenzijndoordebetreffendeLid-Sta­ tengegevenvoorhetterugtrekkenvandegenoemde voorstellen ? 2.Wasinhetcoördinatie-overleg vandeLid-Statenin Kyotoovereenstemming overhetterugtrekkenvande voorstellen,c.q.overhetmomentwaaropdaarover overlegdzoumoetenworden? 3.WatwashetstandpuntvanelkeaanwezigeLid-Staat overa)hetterugtrekkenvandevoorstellenenb)de voorstellenzelfophetmomentvanterugtrekken ? 4.WatishetstandpuntvandeCommissiehierover? WarenervolgensdeCommissievoldoendeweten­ schappelijkeargumentenvoorplaatsingvandebetref­ fendeboomsoortenopbijlageIIvanCites? 5.IsdeCommissiemetmijvanmeningdat,indiende aanwezigewetenschappelijke argumentenovertui­ gendzijnvoorplaatsingvaneensoortopbijlageIof IIvanCites,ditdoorslaggevend moetkunnenzijnSCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1048/92 vandeheerArturoEscuderCroft(PPE) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (27april1992) (92/C274/131) Betreft:SteunvanhetESFvoorprojectenopdeCanari­ scheeilanden Innovember1990hechttedeCommissiehaargoedkeu­ ringaandoorhetESFondersteunde projectenter 22.10.92 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen Nr.C274/57 bestrijdingvandejeugdwerkloosheid opdeCanarische eilandentenbedragevon2708,5miljoenpeseta. Hoeveelarbeidsplaatsen zijnmetditprogrammain1991 geschapen? Hoegrootwasper31december1991degeregistreerde jeugdwerkloosheid opdeCanarischeeilanden? Hoegrootwasin1991hetbedragvandegebiedenuithet ESFvoortenbehoevevandeCanarischeeilanden goedgekeurdeprojecten?fendedegemeenschappelijke fiscaleregelingvoorfusies, splitsingen,inbrengvanactivaenaandelenruilmet betrekkingtotvennootschappen uitverschillende Lid­ Statenhebbenomgezetinnationalewetgeving? 2.Bijgebrekaaneentienderichtlijnzijngrensover­ schrijdendefusiesslechtsmogelijkindiendenationale wetgevingendaarinvoorzien.KandeCommissieaange­ venwelkeLid-Stateneenwetgevinghebbendieopdit momentdeeffectievetenuitvoerlegging vanhetdeel „fusie"vandefiscalerichtlijnmogelijkmaakt? OPBnr.L225van20.8.1990,blz.1. AntwoordvanmevrouwPapandreou namensdeCommissie (30juni1992) Devoorlopigecijfersbetreffendedeinterventiesvanhet ESFinderegionaleprogramma'svoordeCanarische eilandenvoor1991zijnalsvolgt:AntwoordvanmevrouwScrivener namensdeCommissie (9juli1992) 1.TotdusverhebbenvijfLid-Statenmaatregelen genomenvoordeomzettingvanRichtlijn90/434/EEGin nationaalrecht:Spanje,Frankrijk,Luxemburg,Duitsland (voordeinbrengvanactivaenaandelenruil)enBelgië (voordeaandelenruil). 2.OphetogenblikstaatalleendeItaliaansewetgeving eengrensoverschrijdende fusiemeteenvennootschapvan eenanderlanduitdrukkelijk toe.Derhalvezalde Commissiehaarpogingenvoortzettenomtekomentot eenakkoordoverdeEuropesenaamlozevennootschap , datmetnametendoelheeftgrensoverschrijdende fusies tebevorderen .Operationeelprogramma ecu Aantalpersonen Exploitatievande menselijkehulpbronnen 6568488 3624 Langdurigwerklozen (>25jaar) 2483524 2623 Integratievanjongeren (<25jaar) 5298790 5153 Totaal 14350802 11400 SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1056/92 vanLordO'Hagan(ED) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (30april1992)Dedefinitievecijfersbetreffendehetaantalarbeidsplaat­ sendiein1991metsteunvanhetFondsisgecreëerd, zullennietvóóreindjulibeschikbaarzijn. WatdedoorhetgeachteParlementslidgevraagdegege­ vensoverdejeugdwerkloosheid betreft,zullendebe­ schikbarecommunautaire statistiekenhemenhetSecreta­ riaat-generaal vanhetEuropeseParlementrechtstreeks wordentoegezonden .(92/C274/133) Betreft:Vrijwilligersorganisaties enNGO's Veelmensenvrezendatvrijwilligersorganisaties enniet­ gouvernementele organisatiesvanbesprekingenmetde Commissiezullenwordenuitgesloten .KandeCommissie hierovereenverklaringafleggen? SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1051/92 vanmevrouwNicoleFontaine(PPE) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (30april1992) (92/C274/132)AntwoordvandeheerDelors namensdeCommissie (2juli1992) DeCommissiestreeftnaareenopenendoorzichtig procesvanbeleidsvorming .Vandaardatzijwilkomentot openbetrekkingen metallerhandebelangengroepen , daaronderbegrepenvrijwilligersorganisaties enniet­ gouvernementele organisaties. Dezebetrekkingen krijgenconcretevormindevele raadgevendecomitésengroepenvandeskundigen ,dieop talvanuiteenlopende gebiedenbestaan,zoalslandbouw,Betreft:Tenuitvoerlegging vandeinjuli1990aangeno­ menfiscalerichtlijn„fusies" 1.KandeCommissiemededelenwelkeLid-Statentot dusverreRichtlijn90/434/EEGvandeRaad(')betref­ Nr.C274/58 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen22.10.92 internemarkt,sociaalbeleid,consumentenbeleid ,ontwik­ kelingsaangelegenheden ,milieu,enz.;infeiteopnage­ noegelkterreinwaarbijdeCommissieisbetrokken.Het procesvanraadgevingomvateveneensadhoc-raadgeving overspecifiekeonderwerpendiebuitenditsoortstructu­ renzijngesitueerd,zoalsarmoede. DeCommissiebeseftterdegedewaardevanhetraadple­ genvanexternelichamenenisvoornemensominde toekomstopdezelfdewijzetewerktegaanenvrijwilli­ gersorganisaties enniet-gouvernementele organisaties verderinditprocestebetrekken.vertrektvaneenrestrictiefinkomensbeleid dochmoet wordenaangevuldmeteenstringenteenpermanente fiscalebijsturingomopmiddellangetermijnsuccesrijkte zijn. InhetbijzonderegevalvanGriekenland ,metzijnhoog aandeelindeopenbaresectortewerkgestelde werkne­ mers,heefthetrestrictiefinkomensbeleid datdeafgelo­ penjarenwerdgevoerdeendubbeledoelstelling ,namelijk dearbeidskosten indeeconomieteverlagenende buitensporigebegrotingstekorten tehelpenverminderen. Erzijechteraanherinnerddat,watdeparticulieresector betreft,deloonovereenkomsten sindsbegin1991het resultaatzijnvanvrijecollectieveonderhandelingen .De Commissieisvanmeningdatderelatiefgematigde collectieveovereenkomst dieinmaart1991isgesloten vooreenperiodevantweejaareenwelkomebijdrageis tothetalgemenestabilisatieproces datdeGriekseecono­ miezalmoetendoorlopenindiendezevolledigwil deelnemenaandeeconomischeenmonetaireintegratie.SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1074/92 vandeheerSotirisKostopolous (S) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (30april1992) (92/C274/134) SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1106/92 vanmevrouwDorisPack(PPE) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (11mei1992) (92/C274/135)Betreft:Inkomensbeleid HetisbekenddatdemeesteLid-Statendelaatstejaren stabilisatieprogramma 'shebbentoegepast,terwijldeove­ rigelandendiezichnietaaneendergelijkestrenge therapiehebbenonderworpen ,eenrestrictiefbeleid toepassendatindepraktijkophetzelfdeneerkomtalseen beleiddatstabiliteitbeoogt.Hetspreektvanzelfdathet restrictievebeleidinallesectorenvandeeconomiewordt uitgevoerd .Behalvemeteenhogerentevoethebbenwete makenmeteenstrengfinancieelmanagementwaarbijde uitgavenwordenbeheerstenhetinkomensbeleid behoor­ lijkstringentis.Hetisnietteminopvallenddatinweerwil vanhetbovenstaandemoetwordengeconcludeerd datde reëleinkomensvandewerknemers ,metuitzonderingvan Griekenland ,delaatstedriejaarnietzijngedaald. Overeenkomstig degegevensvanEuropeanEconomy (nr.50,blz.225)zijndeinkomensvandewerknemers meergestegendangeziendeinflatieeigenlijkgerecht­ vaardigdwas(metalsenigeuitzonderingGriekenland waarophetarbeidsinkomen zeerwordtbezuinigd), terwijlheteconomischebeleidindegeheleGemeenschap deflatoiris. KandeCommissieinditverbandmededelenofzijook nietdenktdaternaasthetstringente,doordeGriekse Regeringtoegepasteinkomensbeleid nogandereoplos­ singenzijn?Kanzijvoortslatenwetenofzijhetinhet algemeenmetdeopvattingeensisdathetmogelijkmoet zijnomvoorstabiliteittezorgenzonderdathet arbeidsinkomen helemaalwordtuitgehold? AntwoordvandeheerChristophersen namensdeCommissie (24juni1992) GeletophetfeitdatdeGriekseeconomieinde Gemeenschaphetmeestafwijktophetgebiedvanzowel deprijsinflatiealsdebegrotingstekorten ,zullende inspanningenmethetoogopstabilisatiegrotermoeten zijndaninomhetevenwelkanderlandvande Gemeenschap .Bovendienblijktuitinternationaleervarin­ gendateenstabilisatieprogramma inhetalgemeenBetreft::Pogingtotdeontwikkeling vaneengemeen­ schappelijkcontrolesysteem voordebuitenlandse handel MetdevoltooiingvandeinternemarktzaldeGemeen­ schapwatdeeconomischebetrekkingenmetderdelanden betrefteenuniformewetgevingmoetentoepassendieeen syntheseenvervangingdienttezijnvandesystemendie momenteelindeverschillendelandenvoordeexportcon­ trolewordengebruikt. KandeCommissiemededelenofdeGemeenschapwerkt aanprogramma'sensystemenopditgebiedwaarinde bestaandenationalesystemenkunnenwordeningepast? IsdeCommissievanplaneenproefprojectoptouwte zettenmethetoogopdeinvoeringvaneenopdegehele Gemeenschap gerichtsysteemvoordeelektronische verwerkingvangegevensoverin-enuitvoer?Zalde Commissiebijeendergelijkproefprojectmetname samenwerkenmethetadministratiefdouanepersoneel dat opdehoogteisvandewetgevinginzakeeconomische betrekkingenmetderdelanden,deelektronischeverwer­ kingvangegevensendeinformatietechniek ,enzalzij hierbijgebruikmakenvantechnischevoorzieningen waaroverbijvoorbeelddehoofdadministratie derdirecte belastingen,invoerrechten enaccijnzenvanhetdistrict Saarbrücken beschikt? AntwoordvanmevrouwScrivener namensdeCommissie (9juli1992) DeCommissieheefthetCOMEDI-project (Commerce ElectronicDataInterchange)opgezetalshulpmiddelbij hetverzamelenvanstatistischegegevensbetreffendehet intracommunautaire handelsverkeer na1992(Intrastat). 22.10.92 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen Nr.C274/59 AntwoordvanmevrouwPapandreou namensdeCommissie (30juni1992) DeCommissieisvooralsnognietindemogelijkheidde doorhetgeachteParlementslidgevraagdeinformatiete verstrekken. WatbetreftderolvandeGemeenschap indezeaangele­ genheid,wordtdeaandachtgevestigdopderesolutievan deRaadvan29mei1986(l)betreffendealcoholmisbruik , waarinbezorgdheidwordtgeuitoverdebedreigingdie uitgaatvanhettoegenomenverbruikvanalcoholhou­ dendedrankenvoordevolksgezondheid enhetmaat­ schappelijkwelzijn.DeCommissiedeeltdezezienswijze enisvanoordeeldathetovermatiggebruikvanalcohol­ houdendedrankeninopenbaregelegenhedenmoetwor­ dengezienalseendeelvanhetalgemeneprobleemdat doordeministersnaarvorenwerdgebracht. InaansluitingopdezeresolutieheeftdeCommissieeen aantalmaatregelendoenuitgaanwaarinhetprobleemvan hetalcoholmisbruik wordtaangepakt. DeCommissieheeftechtergeenregelgevenderolte vervullenwatbetrefthetalcoholgebruik inopenbare gelegenheden .Ditprojectbeoogtdetotstandbrenging opEuropees. niveauvaneeninfrastructuur voorhetverzamelen, centraliserenencontrolerenvandedoorhetbedrijfsleven opgemaakteIntrastat-aangiftenenhetverspreidenvande daaruitvoortvloeiende statistischegegevensbetreffende hethandelsverkeer .Inhetkadervanditprojectwordt hoofdzakelijkgebruikgemaaktvanelektronischegege­ vensuitwisseling (EDI)voorhettoezendenvandestatisti­ scheoverzichtenenvangeïnformatiseerde proceduresdie detaakvandemethetverstrekkenvandestatistische gegevensbelastepartijenenvandenationaleende communautaire autoriteitendiedezestatistiekendienen optestellen,vereenvoudigen. Voortszoukunnenwordenoverwogendergelijkecompu­ terfaciliteitenooktegebruikenvoorhetverzamelenen verwerkenvangegevensbetreffendehetexternehandels­ verkeer. DedoordeRaadvastgesteldemaatregelenvoorhet toezichtophetexternehandelsverkeer zulleninde Taric-databank wordengeïntegreerdenwordenvoorzien vaneencodenummerovereenkomstig artikel6vanVeror­ dening(EEG)nr.2658/87(').Dezegegevenszullenlangs elektronischewegaandedouanediensten vandeLid­ Statenwordentoegezondenzodatdezezeinhuneigen computersystemen kunnenopnemen. Hetuitwerkenvannadereregelingenvoordein-en uitklaringvangoederenenhetverzamelenvanstatistische gegevens,metinachtneming vandecommunautaire bepalingenterzake,behoortevenweltotdeverantwoor­ delijkheidvandeLid-Staten. DeCommissiekandeLid-Statenhierbijbehulpzaamzijn, hetgeenzijoverigensreedsdoet,dooreenforumter beschikkingtestellenwaarinvangedachtenkanworden gewisseldoverdemeestefficiëntewerkmethoden ende opleidingvandouaneambtenaren. DeCommissieoverweegtthanseenproefprojectopte zettenvooreendooralleLid-Statentegebruiken computersysteem voorhetbeheervandemaatregelenvan toezichtinhetexternehandelsverkeer ,doormiddelvan eensysteemdatdeCommissieverbindtmetdekantoren diedevergunningenafgeven. OPBnr.L256van7.9.1987.OPBnr.C184van23.7.1986. SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1131/92 vanmevrouwMarianneThyssen(PPE) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (11mei1992) (92/C274/137) SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1115/92 vandeheerKennethCollins(S) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (11mei1992)Betreft:Richtlijnbetreffendedetoepassingvanhetbegin­ selvangelijkebehandelingvanmannenen vrouwendieeenzelfstandigeactiviteituitoefenen —metinbegripvandelandbouwsector —ophet terreinvandemoederschapsbescherming 1.Volgensartikel13vanRichtlijn86/613/EEGvande Raad(x)diendendeLid-Statentegen30juni1991de Commissieteinformerenoverdetoepassingervanophun grondgebied. HeeftdeCommissiedezeinformatieinmiddelsontvan­ genenverwerkt?Iservooruitganggeboektinzakede verbintenissen diedeLid-Statenondermeerinde artikelen7en8vanderichtlijnopzichgenomenhebben? 2.AchtdeCommissiehetaangewezeneeninitiatiefte nemenomdeerkenningvandearbeidvanechtgenoten bedoeldinartikel2,onderb),vanderichtlijnverderte bevorderen ?Ishet,medegeletopdeevolutienaarhet tweeverdienersgezin alssocialenorm,nietaangewezen omdeLid-Statendieeensociale-zekerheidsstelsel op(92/C274/136) Betreft:Alcoholgebruik inopenbaregelegenheden KandeCommissie,naaraanleidingvandedoorhaar getroffenmaatregelenterbestrijdingvandrankmisbruik , informatieverschaffenoverdeindeLid-Statenbestaande wetgevingbetreffendealcoholgebruik inopenbaregele­ genheden?MeentdeCommissiedatdeGemeenschap op ditbeleidsterrein eentaaktevervullenheeft? Nr.C274/60 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen 22.10.92 basisvanbijdragenkennen,aantemoedigenhettoepas­ singsgebiedvanditstelselinalzijnonderdelenuitte breidentotdeinartikel2,onderb),genoemdeechtgeno­ tenendaarbijaandezepersonenvolkomendezelfde rechtenenplichtentoetekennenalsdezediegeldenvoor dezelfstandigwerkendeechtgenoot? OPBnr.L359van19.12.1986,blz.56.AntwoordvandeheerDondelinger namensdeCommissie (18juni1992) DeCommissieheeftgeenplannenomtedoenwathet geachteParlementslid suggereert .Dekeuzevande afbeeldingoppostzegelsblijfttotdebevoegdheidvande Lid-Statenbehoren. SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1148/92 vanLordO'Hagan(ED) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (11mei1992) (92/C274/139)AntwoordvanmevrouwPapandreou namensdeCommissie (15juli1992) 1.Overeenkomstig artikel13vanRichtlijn86/613/ EEGvandeRaadheeftdeCommissiedeLid-Stateneen vragenlijsttoegezondenoverdetoepassingvandericht­ lijnomhaarinstaattestelleneenverslagvoordeRaadop testellen.DeCommissiewachtalleennogopdebijdrage vantweeLid-Statenomhaarverslagoptestellen.Welzal zijbepaaldeaanvullendeinlichtingennodighebbenomte kunnenvaststellenoferdaadwerkelijk voortgangwerd gemaaktmetdeerkenningvandearbeidvandeechtgeno­ ten,alsbedoeldinartikel2onderb),vanderichtlijn. Watbetreftartikel8vanderichtlijn,zijndeinartikel2, onderb),bedoeldeechtgenotenindemeerderheidder gevallenvoordevergoedingvandemedischekostendie voortvloeienuithetmoederschaponrechtstreeks verze­ kerddoordeverzekeringvandeechtgenoot .Indemeeste Lid-Statenwordteenmoederschapsuitkering toegekend, diedoorgaansgeringis,mitswordtvoldaanaanbepaalde voorwaarden (overwegendvaningezetenschap ).Voor nadereinlichtingenkanhetgeachteParlementslidkennis nemenvandestudieoverdesocialebeschermingvan zelfstandigenenhunmedewerkende echtgenoten ,diein opdrachtvandeCommissiewerdverrichtdoor„research voorbeleid"(doe.V/175/90). 2.DeCommissieismomenteelbezigmethetanalyse­ renvandemaatregelendiedoordeLid-Statenworden getroffenomzichtevoegennaarRichtlijn86/613/EEG. NaaraanleidingvandezeevaluatiezaldeCommissie, zoalsisbepaaldinartikel11vanderichtlijn,vóór1juli 1993eventueeleennieuwrechtsinstrument aandeRaad voorstellen .Betreft:DeCommissiealskunstsponsor DeCommissieiszichwellichtbewustvanhetfeitdathet gevaarlijkisomgeldindekunsttepompen. VindtdeCommissiedesondanksnietdatzijmeermoet doenomkunstwerkendievanEuropeesbelangzijn,te stimuleren ? AntwoordvandeheerDondelinger namensdeCommissie (18juni1992) DeCommissieiszichgoedbewustvandevitaleroldie zoweldeopenbarealsdeparticulieresectorspeeltbijde ondersteuning vandekunstindeGemeenschap. Hoewelzijvoorhetbereikenvanditdoelreedsenkele jarenmetsteunvanhetParlementeenbescheiden bijdrageheeftgeleverd,isdeCommissiedemening toegedaandatdeopneminginhetVerdragvanMaas­ trichtvanartikel128(Cultuur)thanseenduidelijkebasis voorhaartoekomstigeactiviteitenverschaft.Op29april 1992heeftzijeenMededelingaandeRaadenhet Parlementaangenomendieeenraamwerkbevatwaarop voorstellenenprogramma'svoorgemeenschappelijke actieopditgebiedvoortaankunnenwordengebaseerd. TezamenmethetPortugeseVoorzitterschap organi­ seerdedeCommissieop2en3aprilinLissaboneen vergaderingwaarideeënvoormogelijkeactiesophet gebiedvansponsoringdoorhetbedrijfslevenwerden besprokendoorvertegenwoordigers uitverschillende kringenvanbelanghebbenden inalletwaalfLid-Staten. DeCommissieheeftzekerdebedoelingomopkunstge­ biedeenactieveenconstructieverolteblijvenspelenmet demiddelenwaaroverzijbeschikt,enzaldaarbijin gedachtenhoudendathetsubsidiariteitsbeginsel moet wordengeëerbiedigdentenvollerekeninghoudenmetde wijdvertaktediversiteitopcultureelgebiedinEuropa.SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1144/92 vanLordO'Hagan(ED) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (11mei1992) (92/C274/138) Betreft:Europesepostzegels KandeCommissiemededelenofhetwaarisdatde postzegelsbinnendeEuropeseGemeenschap moeten wordengeharmoniseerd zodatzijindetoekomstallemaal deheerDelors,devoorzittervandeCommissie,afbeel­ den? 22.10.92 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen Nr.C274/61 SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1172/92 vandeheerJoséLafuenteLópez(PPE) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen ('15mei1992) (92/C274/140)gevolgenbeginnenalcatastrofaledimensiesaantenemen enzoalsdebewonersvanditgebiedvertellen,gebeurthet maaraltevaakdatdevissersbijnanietvanhunwaar afkomenomdatdemensenbangzijnvoorhetverontrei­ nigdemeer.Hierkomtnogbijdatdewaterspiegeldrie meterisgedaald. KandeCommissiemededelenofzijbereidiszichinte zettenvoordebeschermingvanhetecosysteemvanhet meervanLangadasomdat,ondanksdeklachtenvande bewonersvanditgebied,totophedennognietsis ondernomen ? AntwoordvandeheerVanMiert namensdeCommissie (27juli1992) DeCommissieheeftkennisgenomenvandedoorhet geachteParlementslidaandekaakgesteldefeiten. DeGriekseinstantieshebbenhetmeervanLangadas aangewezenalsspecialebeschermingszone inhetkader vanRichtlijn79/409/EEG(')inzakehetbehoudvande vogelstand .ZijhebbendeCommissieevenweltotnutoe nognietopdehoogtegesteldvandebegrenzingvande zoneenevenminvandeconcretebeschermingsmaatrege ­ lendieovereenkomstig artikel4vanderichtlijnzijn getroffen. Erlooptmomenteeleeninbreukprocedure metbetrek­ kingtotverschillendeproblemeninverbandmetde gebrekkigetoepassingvanbovengenoemde richtlijnin Griekenland. DeCommissiezaldeGriekseinstantiesdesalniettemin omdenodigeinformatievragenoverdeindezevraag genoemdelaakbarefeiten. (')PBnr.L103van25.4.1979.Betreft:Identiteitsbewijs voordeEuropeseburger EenvandebepalingenuithetVerdragvanMaastrichtdie deinhoudvandeGemeenschapsverdragen hebbenveran­ derd,ismetgrootenthousiasme doordeEuropese burgersontvangen,aangezienheninhunhoedanigheid vanonderdaanvaneenLid-Staateennieuwedimensievan hetEuropeseburgerschapwordtgeboden. HetEuropeesburgerschapistevergelijkenmeteennieuw persoonsbewijs waarinpersonenindegeheleUnieals Europeesburgerwordenbestempeld. Veleonderdanen vandeLid-Statenzoudendanook graagziendathunpositiealsEuropeesburgerinconcreto wordtvertaaldineendesbetreffend documentwaarinhun hoedanigheidvanEuropeesburgerwordtvastgelegd. MoetervolgensdeCommissienaarwordengestreefddat deburgersvandeUnieovereenEuropeesidentiteitsbe­ wijskunnenbeschikkendatindegeheleGemeenschap geldigis? AntwoordvandeheerBangemann namensdeCommissie (20juli1992) DeCommissieiserverheugdoverdatinhettweededeel vanhetVerdragbetreffendedeEuropeseUniehet burgerschapvandeUniewordtingesteldenhetbestaan ervanwordterkenddoordatdeonderdanen vande Lid-Stateneenaantalburgerrechtenwordtgewaarborgd. DeCommissieiszichernietteminvanbewustdat, overeenkomstig de„Verklaringbetreffendedenationali­ teitvaneenLid-Staat"vandeIntergouvernementele ConferentiedieinbijlagebijhetVerdragisgevoegd,„de vraagofeenpersoondenationaliteitvandezeofgene Lid-Staatbezit,uitsluitendwordtgeregelddoorverwij­ zingnaarhetnationalerechtvandebetrokkenLid-Staat". DeCommissiewensterinditverbandaanteherinneren datdeRaadalin1981enin1982tweeresolutiesheeft aangenomenbetreffendedeinvoeringvaneen„paspoort vaneenuniformmodel"indeGemeenschap ,het„Euro­ pesepaspoort".Ditpaspoortwordtinmiddelsdooralle Lid-Statenverstrekt.Hetheefthetnationalepaspoort vervangenterwijlhetinrechteeennationaaldocumentis gebleven.SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1253/92 vanLordO'Hagan(ED) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen. (4juni1992) (92/C274/142) SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1194/92 vandeheerSotirisKostopoulos (S) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (15mei1992)Betreft:Amendementen KandeCommissiemededelenhoeveelprocentvande doorhetEuropeesParlementaangenomenamendemen­ tenzijindelaatstetienjaarheeftaanvaard? AntwoordvandeheerBangemann namensdeCommissie (5juni1992) Vóórdeinwerkingtreding vandeEuropeseAkteop1juli 1987hielddeCommissiegeenstatistiekenbijoverde wetgevendeprocedure .(92/C274/141) Betreft:HetmeervanLangadas HetecosysteemvanhetmeervanLangadasloopt rechtstreeksgevaardoorhetafvalvantienververijen.De Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen22.10.92Nr.C274/62 3.allewijnbouwersindeGemeenschaplevereneendeel vanhettotaleaanbodendusookvanhetoverschot; 4.deCommissiebestudeertmogelijkheden omophet niveauvandeGemeenschap tekomentoteenbetere aanpassingvanhetaanbodaandevraag.Nadeinvoeringvandesamenwerkingsprocedure ,inhet kaderwaarvanhetEuropeseParlementeenheelwat grotereroltevervullenkreegopwetgevendgebied, werdendoordeCommissieinterneproceduresinhet levengeroependiehetmogelijkmakenomnauwer toezichtuitteoefenenopdeopeenvolgende fasenvande samenwerkingsprocedure enaldushetCollegetevoor­ zienvandenodigeinformatieomgoedonderbouwde politiekebeoordelingen tedoenoverdoorhetParlement aangenomenamendementen .Tenaanzienvanvoorstellen doordeCommissiewaarvoordesamenwerkingsproce ­ duregeldtkanderhalveonderstaandeinformatie,bijge­ werkttotenmet31maart1992,wordenverstrekt.SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1283/92 vandeheerErnestGlinne(S) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (4juni1992) (92/C274/144) eerstelezing -tweedelezing voorbesprekingaanhangig gemaakteamendementen 2037 742 aangenomenamendementen 1757(57,83%)341(45,95%) SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1257/92 vanLordO'Hagan(ED) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (4juni1992) (92/C274/143)Betreft:ConcreteresultatenvanhetdoordeWereldbank opgerichteSociaalOntwikkelingsfonds DeWereldbankheeft,wellichtmethetoogmerkde negatievegevolgenvandedoorhaarvoorgeschreven herstructureringsmaatregelen teverzachten,eenFonds voorsocialeontwikkelingopgericht.Dezemaatregelen hebbenintalvanlandenindepraktijkgeresulteerdin verlagingvandelevensstandaard ,eentoenamevande kindersterfteeneenteruggangindevoedselvoorziening. HetFondsvoorsocialeontwikkelingblijkt,volgens gegevensuitMozambique (hetPRES-programma ),Zim­ babweenelders,vooraluittepakkenalseenlapmiddelen eenpogingomhetblazoenvandeWereldbankopte poetsen. KandeCommissieinzichtverschaffenindeopzet,de wijzevanfinancieringenuitvoering,dekwaliteit,het aantalendeaardvandeprojectenvanhetFondsvoor socialeontwikkeling inAfrika,eenenandertegende achtergrondvandeactiviteitendieinhetkadervan LoméIVwordenontwikkeld?Watishetstandpuntvan deCommissieinzakedeevaluatiediehiervangemaaktis doorhetsecretariaatvanhetBritseGemenebest ende uitsprakenvandeheerR.LoewensonoverditFonds? AntwoordvandeheerMarin namensdeCommissie (20juli1992) InveelACS-Staten ,vooralinAfrika,wasereenalgemene achteruitgang vandesocialeindicatoren .VooralStaten dieinhetbeginenhetmiddenvandejarentachtig programma'svoorstructureleaanpassinguitvoerden, haddenmetditprobleemtekampen,aangezienlandendie ertoewerdenaangespoordhuntehogebegrotingsuitga­ ventebesnoeien,dikwijsveeleerindesocialesectordan opanderegebieden(subsidies,strijdkrachten ,enz.)be­ zuinigden. Toenditongunstigegevolgwerdvastgesteld,werden regeringendieaanpassingsmaatregelen uitvoerden,ertoe aangespoorddeuitgavenindesocialesectorteontzien. Demeesteregeringenhebbentoenmiddelenvandonors latenlopenviagespecialiseerde programma's(diemet diversebenamingenwordenaangeduid :programma's voorsocialeactie,fondsenvoorsocialeontwikkeling , enz.). DeWereldbank ,deCommissieendemeestebilaterale donorsdragenbijindezeprogramma'sterbeschermingBetreft:Wijnproduktie inhetVerenigdKoninkrijk Sedert1951wordtintoenemendematewijnopcommer­ ciëlewijzegeproduceerd inmodernewijngaarden. 1.Discrimineert deCommissiewijnuithetVerenigd Koninkrijk ? 2.Watishetresultaatvandebesprekingen overde kwaliteitvanwijnen? 3.DraagtdeBritsewijnbouwbijtotdewijnpiasinde EuropeseGemeenschap ? 4.WelkemaatregelenisdeCommissiebereidtenemen omdewijnbouwers inhetVerenigdKoninkrijkde verzekeringtegevendatzijindetoekomsthun activiteitenkunnenvoortzettenenopeerlijkevoor­ waardenkunnenconcurrerenindeGemeenschap ? AntwoordvandeheerMacSharry namensdeCommissie (17juli1992) DeCommissieiszichbewustvandemodernisering vande wijnbouwinhetVerenigdKoninkrijk,maar 1.deCommissiezalnietdiscrimineren tussendewijn­ bouwersindeGemeenschap ; 2.dediscussieoverdekwaliteitsindèling vanwijnwordt voortgezet ; 22.10.92 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen Nr.C274/63 vandeGriekseminderheid?Zullenzijaandringenopde nodigemaatregelenopdatdepolitiekeenburgerrechten alsmededeoverigemensenrechten vandeGrieksemin­ derheidgeëerbiedigdworden? Antwoord (9september1992) DegeachteAfgevaardigde zijverwezennaarhetant­ woordopschriftelijkevraagnr.1159/92overditzelfde onderwerp.vanuitgavenindesocialesector.Dezefinancieringkan gebeurenindevormvaneensubsidie(ditgeldtvoorde bijdragevandeCommissie)ofvaneenzachtelening.De doeleindenverschillenvanlandtotland,maaroverhet algemeengaathetomonderhoudenrenovatievande socialeinfrastructuur ,hetleverenvanessentiëlecon­ sumptiegoederen enhetscheppenvanarbeidsplaatsen via zeerarbeidsintensieve projecten,enz. MethetPRES(EconomischProgrammavandeRege­ ring)vanMozambiquewordtgestreefdnaaraanpassing metgroeienwordtgetrachtdetotalevraagnietterugte dringenof,metanderewoorden,desocialeaspectenniet alslapmiddeltebehandelen. Onderdedonorsisdezeaanpakgecoördineerd viahet Comitévoordesocialedimensievandeaanpassing,inhet kadervanhetspeciaalprogrammavoorarmelandenmet eenzwareschuldenlast inAfrikatenzuidenvande Sahara. Dezeaanpakisinmiddelsvervangendooreenmeer holistischebenaderingdiegerichtisoparmoedebestrij­ dingensociaalbeleidwaarbijrekeningwordtgehouden metderolvanvrouwen,cultuur,beheerenmedewerking vandoelgroepenbijhetuitwerkenvanprogramma's. WijhebbenhetdocumentvanhetSecretariaatvanhet BritseGemenebestaangevraagdenhebbenzekerbelang­ stellingvooralleopkennisvanzakengebaseerdekritiek metbetrekkingtotdeaanpassingenaanverwanteonder­ werpen.SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1315/92 vandeheerFlorusWijsenbeek(LDR) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (5juni1992) (92/C274/146) Betreft:Controlevantankinhoudvanvrachtwagens en bussen IsdeCommissiezichervanbewustdataansommige binnengrenzen vandeGemeenschap nogsteedsmet peilstokkencontrolevandetankinhoudvanvrachtwagens enbussenplaatsvindt? IsdeCommissienietvanoordeeldatzulksintegenspraak ismethetprincipevandeinternevrijemarkt? AchtdeCommissiezulksnietdestemeeroverbodig,waar thansdedieselaccijns ,behoudenseenenkeleuitzondering diedemarktnietverstoort,vrijwelinalleLid-Staten nagenoegopgelijkehoogteisendedaarmeegepaard gaandeneringdwangtevensintegenspraak ismethet doordeCommissiegedanevoorstelinzakedeharmonisa­ tievandewegenkosten ? IsdeCommissievanzins,regelenddanwelanderszins,op tetredentegendezegrensoponthoud ,marktverstoring en somsschadeveroorzakende praktijken? Zoja,hoe,enzoneen,waaromniet?SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1310/92 vandeheerSotirisKostopoulos (S) aandeministersvanBuitenlandse Zakenvande Lid-StatenvandeEuropeseGemeenschappen inhetkader vandeEuropesepolitiekesamenwerking bijeen (5juni1992) (92/C274/145) Betreft:GriekseminderheidinTurkije Devoortdurendeflagranteschendingvandemensenrech­ tenvandeGriekseminderheidinTurkijedoordeTurkse Regering,zoalsblijktuiteenrecentrapportvande mensenrechtenorganisatie „HelsinkiWatch",isenkele dagengeledenindemeesteGrieksekrantenaandeorde gesteld.Debelangrijksteconclusieinhetrapportvande inNewYorkgevestigdeorganisatieisdatdeGriekse minderheidonderdruktwordtendatdaarinverandering moetwordengebrachtdoormiddelvanbepaaldemaatre­ gelen,bijvoorbeelddataandeGriekenallepolitiekeen burgerrechtenwordentoegekenddiedeTurkenbezitten, datdevrijheidvanmeningsuiting envangodsdienstinde praktijkwordtgewaarborgd endathetrechtvande Griekseminderheidwordtgeëerbiedigdomhaarscholen zelftebesturen.ZijndeEPS-ministers voornemensde TurkseRegeringhunongenoegentelatenblijkenoverde voortdurendeflagranteschendingvandemensenrechtenAntwoordvanmevrouwScrivener namensdeCommissie (20juli1992) DedoorhetgeachteParlementslid beschrevensoorten controleszijndeCommissiebekend.Zijishetermethem volledigovereensdatdiecontrolesinstrijdzijnmethetin artikel8AvanhetEEG-Verdrag neergelegdebeginsel vanhetvrijeverkeer. DeCommissiekanhetgeachteParlementslidverzekeren datdergelijkepraktijkenop1januari1993zullen ophoudentebestaan.Inartikel23vanRichtljn 92/12/EEGvandeRaad(')betreffendedealgemene regelingvooraccijnsprodukten ,hetvoorhandenhebben Nr.C274/64 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen22.10.92 enhetverkeerdaarvanendecontrolesdaaropisnamelijk bepaalddatRichtlijn68/297/EEG(2)betreffendede uniformatievandevoorschriften tenaanzienvande toelatingmetvrijdomvanrechtvandezichinde reservoirsvanbedrijfsautomobielen bevindendebrand­ stofvanaf1januari1993nietlangervankrachtis,wat betekentdatdecontrolesvandetankinhoudvanvracht­ wagensenbussenvanafdattijdstipwordenopgeheven. (')PBnr.L76van23.3.1992. OPBnr.L175van25.7.1968.voortestellenomindeheleGemeenschap eenhoog niveauvangezondheidenveiligheidtotstandtebrengen, handelsbelemmeringen binnendeinternemarktdiehet gevolgzijnvanuiteenlopendenationaleregelingenopdit gebiedwegtenemenenverdereversnipperingvande markttevoorkomen. DeCommissieenhaardienstenspannenzichbijzonderin omdezedoelstellingen tebereiken,medegeziendetijd dienodigisvoorhetnodigeprecommerciële onderzoek enerzijdsendegoedkeuringvanderichtlijndoordeRaad endeomzettingdaarvanindewetgevingvande Lid-Statenanderzijds. SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1364/92 vandeheerGeorgePatterson(ED) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (5juni1992)SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1365/92 vanLordO'Hagan(ED) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (5juni1992)(92/C274/147) (92/C274/148) Betreft:Sleutelgaten IshetwaardatdeCommissieeenwettelijkemaatregel gaatvoorstellendiedeLid-Statenzalverplichtenvia regelgevingdemaatvandevormvansleutelgateninde heleGemeenschapuniformtemaken?Betreft:Gemeenschappelijke marktvoormeubilair DeCommissieheefteenvoorstel(')totwijzigingvan Richtlijn76/769/EEG(2)gepubliceerdwaarindetoepas­ singvanbepaaldevuurwerendebehandelingen waarbij gebruikwordtgemaaktvanPBBE'swordtverboden.Nu devoortgangvanditvoorsteldoorhetEuropeesParle­ menttotstaanisgebracht,omdathetParlementvan meningwasdathetvoorstelhetniveauvandeconsumen­ tenbescherming eerderzouverminderendanverhogen, zijnsommigeLid-Statenertoeovergegaannationale wettelijkemaatregelenopditterreinvoortebereiden. HoedenktdeCommissieoverdezeontwikkelinginhet lichtvanhaarvoornemenmeteenontwerp-richtlijn te komenvooreengemeenschappelijke marktvoormeubi­ lair?AntwoordvandeheerBangemann namensdeCommissie (20juli1992) DeCommissiekanhetgeachteParlementslidverzekeren datzijgeenregelgevingoverweegtomdemaatendevorm vansleutelgatenuniformtemaken. WelwerktdeEuropeseCommissievoornormalisatie (TechnischeCommissie33)Europesenormenuitvoor deuren,ramen,luikenenhang-ensluitwerk.Een onderdeelvanhetprogrammavandezeCommissie betreftdekwaliteitvaninbraakbestendig sluitwerk,speci­ ficatiesvoorverschillendesoortensloten,vergrendelings­ inrichtingen ,scharnieren ,noodvoorzieningen ,enz.Euro­ pesenormenhebbenevenwelgeenbindendkarakter.(')PBnr.C46van22.2.1991,blz.8. OPBnr.L262van27.9.1976,blz.201. AntwoordvandeheerBangemann namensdeCommissie (17juli1992) HetvoorstelvandeCommissieominbijlageIbij Richtlijn79/769/EEGeenbeperkingophetopdemarkt brengenvanPBBE'sdiealsvlamvertragers worden gebruiktoptenemen,isinjanuari1991bijdeRaad ingediend. PBBE-vlamvertragers wordenhoofdzakelijkgebruiktin kunststoffenenharsenenvindennauwelijkstoepassingin meubilair.DeCommissiezietgeenverbandtussenhaar voorstelomhetindehandelbrengenvanPBBE'sté beperkenenhaarontwerp-voorstel inzakemeubilair.De Commissiehooptdanookdatdeeerstelezingdoorhet ParlementvanhaarvoorstelinzakePBBE'szonder verderevertragingkanwordenafgerond. Watgestoffeerdmeubilairenaanverwanteartikelen betreft,isdeCommissievastbeslotenomzospoedig mogelijkgemeenschappelijke fundamentelevoorschriftenSCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1400/92 vandeheerSotirisKostopoulos (S) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (16juni1992) (92/C274/149) Betreft:DeAids-plaag Opeenpersconferentie indemedischefaculteitvande universiteitvanAthenesteldeeendelegatievanhet 22.10.92 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen Nr.C274/65 vraagikdeRaad 1.welkeconcretestappenhijzalondernemenomte voorkomendatHong-Kongenzijnbewonersom redenenvaninternationale „raisond'état"eenzeer hogeprijszullenmoetenbetalenophetstukvan mensenrechten enteloorgangvandedemocratische instellingen ; 2.ofhijnietvanplaniszichervoorintezettendat Hong-KongnietonderChineseheerschappijkomt, tenzijChinaeendemocratiewordt? Antwoord(') (9september1992) DetoekomstvanHong-Kongiseenbilateraleaangele­ genheidvanhetVerenigdKoninkrijkenChinaenvalt derhalvenietonderdebevoegdheidvandeEuropese politiekesamenwerking .EuropesebureauvandeWereldgezondheidsorganisatie onlangsvooreenmodelvoordeverzorgingvandragers vanhetAids-virusenAids-patiënten uittewerkendatniet alleenverplegingineenziekenhuismaarookandere primairevormenvansocialedienstverlenging omvat.Isde Commissie,geziendeomvangvanhetAids-probleem , voornemenseeninitiatieftenemenomdezeplaag efficiëntertebestrijden? AntwoordvanmevrouwPapandreou namensdeCommissie (6augustus1992) DeCommissieiszichzeerwelbewustvandenoodzaakde verschrikkelijke Aids-plaagtebestrijden .Het„Europa tegenAids"-programma ,datwerdopgezetovereenkom­ stighetbesluitvandeRaadVolksgezondheid van4juni 1991,endegrotereeksactiesinhetkadervanhet Biomed-onderzoekprogramma vormenopcommunautair niveaueenkrachtigeneffectiefantwoordophetpro­ bleem. HetzalhetgeachteParlementslidechterduidelijkzijndat degezondheidszorg voormetHIVenAidsbesmette personeneenzaakisvoordeLid-Staten .(')DitantwoordisverstrektdoordeministersvanBuitenlandse Zaken,inhetkadervandepolitiekesamenwerking bijeen,die terzakebevoegdzijn. SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1464/92 vandeheerAlexanderLanger(V) aandeRaadvandeEuropeseGemeenschappen (16juni1992)SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1463/92 vandeheerMarcoTaradash(V) aandeRaadvandeEuropeseGemeenschappen (16juni1992) (92/C274/151) (92/C274/150) Betreft:Erkenningvanhetex-Joegoslavische Macedonië Merkwaardigerwijze lijktdehoudingvandeEuropese Gemeenschap tenaanzienvandeinternationale erken­ ningvandesoevereiniteitvandeRepubliekMacedoniëte zijndatmendezeerkenningafhankelijkwilstellenvan eenwijziging,onderdrukvanbuitenaf,vandehaamdie dezerepubliekzichwilgeven,ofschoondeGemeenschap erkennisvanheeftgenomendatdeRepubliekMacedonië plechtigheeftverklaardgeenenkelegebiedsaanspraak te hebbentenaanzienvanwiedanook,endusooknietten aanzienvanenigeLid-StaatvandeGemeenschap. EraanherinnerenddateenvandeLid-Statenvande Gemeenschap denaam„Luxemburg"draagtendateen vandeprovinciesvaneenandereLid-Staat(België) dezelfdenaamheeftendatdezeomstandigheid nooit aanleidingheeftgegeventottwijfelomtrentdevolledige soevereiniteitvanLuxemburgoverzijngrondgebieden evenminomtrentdesoevereiniteitvanBelgiëoverhet zijne,endeuitstekenderelatiestussenbeidelanden geenszinsindewegheeftgestaan,vraagikdeRaadofhij niethettotnogtoedoordeGemeenschapingenomen standpuntonverwijldwilherzienenzichervoorinwil zettendatalleLid-StatenvandeGemeenschapmetvolle overtuigingeengemeenschappelijk standpuntinnemen, datwilzeggendatzijMacedoniëerkennenzonderhet onredelijkevoorwaardenopteleggen,dochveeleerdeBetreft:Mensenrechten inHong-Kongenoverdrachtvan desoevereiniteit aanChina Overwegendedat: —in1997deBritsekroonkolonieHong-Kongovereen­ komstigdebilateraleakkoordentussenGroot-Brit­ tanniëenChinawederomeendeelvandeRepubliek Chinazalworden; —eenrapportvandeInternationale Commissievan juristen,opgesteldnaeenstudiereisvantiendagen naardekroonkolonie ,Groot-Brittannië scherpheeft veroordeeldomdathetHong-Kongniethetrechtop zelfbeschikking heeftgegevenovereenkomstig de internationale voorschriften ;tegelijkertijdbeschul­ digdeditrapportChinaervanzichniettehoudenaan zijntoezeggingHong-Kongna1997eenhogemate vanautonomietegaranderen,daarhetheeftgewei­ gerddetekstvandeconstitutie(dezogenaamdeBasic Law)diehetHong-Kongvanaf1997wilopleggen,te wijzigen; —deinternationalegemeenschapeninhetbijzonderde Gemeenschap enhaarLid-Staten,nietdadelooskun­ nentoezienbijeenzoschaamtelozeschendingvande internationale wettenenovereenkomsten ,diever­ plichtentoteerbiedigingvandeburgerrechten ; Nr.C274/66 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen 22.10.92 aanbevelingenvandeCommissieBadintervolgen.Indat gevalzouMacedoniëzichongetwijfeldmetmeerovertui­ gingeroptoeleggen—ondernalevingvandedoordeze republiekaangeganeverplichtingen —debestmogelijke betrekkingenmetdeGemeenschapenalhaarLid-Staten teonderhouden. Antwoord(1) (8september1992) DegeachteAfgevaardigde zijverwezennaarhetant­ woordopmondelingevraagH-450/92overditzelfde onderwerp. (')DitantwoordisverstrektdoordeministersvanBuitenlandse Zaken,inhetkadervandepolitiekesamenwerking bijeen,die terzakebevoegdzijn.binnendeGemeenschap enheefthetgeachteParlements­ lidditreedsmedegedeeld inhaarantwoordopzijn schriftelijkevraagnr.3035/91('),metnameinpunt4. Zijbetreurtdatditsoortbordengehandhaafdblijftenzet haarcontactenmetdeLid-Statenactiefvoortomte bereikendatdezebordenuiterlijkop1januari1993 wordenweggehaald .Inhetkadervanregelmatigebezoe­ kenencontactenhebbendeledenvandeCommissieniet alleenherinnerdaandefundamentele problemenin verbandmetdeverwezenlijking vandeinternemarkt maartevensaandenoodzaakomwijzigingenaante brengenopdedouaneborden aandegrensovergangen binnendeGemeenschap. ZijverwijsthetgeachteParlementslid naardeant­ woordenopzijnschriftelijkevragennr.247/91(2), nr.2680/90(3)ennr.1302/90(4)dieblijkgevenvanhet geduldigewerkdatdoordeCommissieopditgebiedwerd geleverd. (')PBnr.C242van21.9.1992,blz.19. OPBnr.C195van25.7.1991. OPBnr.C94van11.4.1991. OPBnr.C272van29.19.1990.SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1474/92 vandeheerDieterRogalla(S) aandeCommissievandeEuropeseGemeenschappen (16juni1992) (92/C274/152) SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1548/92 vanmevrouwBirgitCramonDaiber(V) aandeministersvanBuitenlandse Zakenvande Lid-StatenvandeEuropeseGemeenschappen inhetkader vandeEuropesepolitiekesamenwerking bijeen (16juni1992) (92/C274/153)Betreft:Afschaffingvandegrenzen—onwettigheidvan douaneborden 1.IshetdeCommissiebekenddataandegrensover­ gangentussenFrankrijkenItaliënogsteedsbordenzijn aangebrachtmetaanwijzingenoverinklaringsplaatsen — deelsoverdegehelebreedtevandeautowegenin meerderetalen—dieinstrijdzijnmetdedouanewetge­ vingvandeEuropeseGemeenschap eneenvalsbeeld gevenvanhaarjuridischestatusalsdouane-unie ? 2.Iszijhetermeeeensdathaarinvloedopde Lid-Staten—ooknaaraanleidingvanmeerdereschrifte­ lijkevragenmijnerzijdsendesbetreffende antwoorden— nietsbetekentendatdesamenwerking tussenhaarende Lid-Statenopditgebiedhetpredikaat„onvoldoende" verdient? 3.WanneerheefteenCommissielid zichvoorhetlaatst naareengrensovergang tussendeLid-Staten—niet alleentussenItaliëenFrankrijk—begeven,persoonlijk dealdaaraanwezigebordenbekekenenzichmetde concreteproblemenvandegrensovergang beziggehou­ den? 4.Welkeconcretegevolgenhadditbezoekofhadden dezebezoekenvoorhetbovenstaande ?Betreft:Betrekkingen tussendeGemeenschap ende RepubliekSyrië Inzijnresolutievanseptember1991(')heefthetEuro­ peesParlementverzochtomdeuitwijzingvandenazi­ misdadigerAloisBrunneruitdeRepubliekSyrië.Deze resolutiesluitaanbijreedsbestaandeuitwijzingsverzoe­ kenvanFrankrijk,Duitsland,OostenrijkenIsraël. InzijnresolutieoverdefinanciëleprotocollenmetSyrië dronghetEuropeesParlementnogmaalsaanopuitwij­ zingvanAloisBrunner.Tengevolgevandeafwijzende reactievanSyriëopderesolutievanseptember1991ging hetEuropeesParlementnietakkoordmetdefinanciële protocollenmetdeRepubliekSyrië. Welkemaatregelenoverwegendeministersinhetkader vandeEuropesepolitiekesamenwerking bijeenter ondersteuning vandeeisenvanhetEuropeesParlement? Hoetrachtenzijeroptoeteziendatdebetrekkingen tussendeEuropeseGemeenschap endeRepubliekSyrië verlopenovereenkomstig deresolutiesvanhetEuropees Parlement,teneindeeenbasisteleggenwaarophet EuropeesParlementdefinanciëleprotocollenmetde RepubliekSyriëkangoedkeuren ? (')PBnr.C267van14.10.1991,blz.138.AntwoordvanmevrouwScrivener namensdeCommissie (17juli1992) DeCommissieisopdehoogtevandeaanwezigheid van debetwistebordenaanverschillendegrensovergangen 22.10.92 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen Nr.C274/67 Antwoord (9september1992) DegeachteAfgevaardigde zijverwezennaarhetant­ woordopschriftelijkevraagnr.484/92overditzelfde onderwerp .vandebepalingenvanhetHandvestvandeVerenigde Natiesenvandeverbintenissen diezijnaangegaaninde SlotaktevanHelsinkieninhetHandvestvanParijs,met namemetbetrekkingtotderechtsstaat,democratieen mensenrechten ,waseenvandevelevoorwaardenvoor erkenningvandezetweeRepubliekendoordeGemeen­ schapenhaarLid-Statenzoalsdezezijnuiteengezetin hun„RichtsnoerenvoordeerkenningvannieuweStaten inOost-Europa enindeSowjetunie"alsmedeinhun Verklaringvan16december1991overJoegoslavië. Hetvraagstukvanderechtenvannationaleofetnische groeperingenvormtookeenintegrerendonderdeelvan deConferentieoverJoegoslavië .Devoorzittervandeze Conferentie ,LordCarrington ,enzijnbelangrijkste functionarissen komengeregeldmetvertegenwoordigers vandezegroeperingenbijeenterbesprekingvanaangele­ genhedendievoorhenvanbijzonderbelangzijn. HoofdstukIIvandeontwerp-verdragsbepalingen ,het basisdocument voordebesprekingentijdensdeConfe­ rentie,bevatspecifiekebepalingeninzakedemensenrech­ tenenderechtenvannationaleofetnischegroeperingen , alsookinzakedespecialeautonomestatusvangebieden waarinmensendietoteennationaleofetnischegroepe­ ringbehoren,demeerderheidvormen.SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1810/92 vandeheerAlexanderLanger(V) aandeministersvanBuitenlandse Zakenvande Lid-StatenvandeEuropeseGemeenschappen inhetkader vandeEuropesepolitiekesamenwerking bijeen (6juli1992) (92/C274/154) Betreft:De„DietaDemocraticaIstriana" SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1822/92 vandeheerVictorManuelArbeloaMuru(S) aandeministersvanBuitenlandseZakenvande Lid-StatenvandeEuropeseGemeenschappen inhetkader vandeEuropesepolitiekesamenwerking bijeen (6juli1992) (92/C274/155)HetnieuwestatuutvanSloveniëenKroatiëendehieruit voortvloeiende grenstussenbeide,dienuvaninternatio­ nalebetekenisis,heefto.a.totgevolgdatIstriëenzijn bevolking,diealzwaarbeproefdisdoorvroegere verdelingen,nogsterkerverdeeldis.Metnamede Istrisch-Venetiaanse minderheid ,vanItaliaanseoor­ sprong,isthansverspreidovertweeStaten,hetgeende communicatie enactieoverdegrenzenaanzienlijk bemoeilijkt .Deenigepolitiekebewegingdiemetveel gevoeligheidenrespectvoorhethuidigestaatsbestel ,de identiteit,originaliteitendebandentussenallevolkeren opIstriëcultiveert,nl.de„DietaDemocraticaIstriana", klaagtoverhetbeleidvandeKroatischeautoriteitenende massamedia ,waarbijzijindiskredietwordtgebrachten somsbijnawordtbeledigd,enoverhetfeitdatzowelde SloveensealsdeKroatischeautoriteitende-bijzondere eiseninverbandmetIstriëduideljkonderschatten ,een regiodiehistorischgezienhomogeenis,hoewelzijom logischeredeneneenveelheidvantalenenculturenbezit. WatdenktdeEuropesepolitiekesamenwerking te kunnendoenomeencultureleenpolitiekebeweging,die duidelijkvandemocratische envanpluri-etnischeaardis, tekunnenaanmoedigenenteverdedigentegenonge­ rechtvaardigde aanvallen,alvorensookinIstriëwrijvin­ genenspanningenvanetnisdi-nationale aardeengevaar­ lijkevormgaanaannemen?Betreft:Discriminatieophetgebiedvandemensenrech­ ten WatisvolgensdeministersvanBuitenlandseZakeninhet kadervandeEuropesepolitiekesamenwerking bijeende bestemanieromwelkevormvandiscriminatie danook tussendekleineontwikkelingslanden enanderesterkere landentevoorkomenwatdeeerbiedigingvanderechten vandemensbetreft? Antwoord (9september1992) ZoalsisuiteengezetindeVerklaringoverdemensenrech­ tendiedeEuropeseRaadinjuni1991teLuxemburgheeft aangenomenalsmedeindeResolutieovermensenrech­ ten,democratieenontwikkelingdiedeRaadOntwikke­ lingssamenwerking endeLid-Staten,inhetkadervande Raadbijeen,op28november1991hebbenaangenomen endieinjuni1992doordeEuropeseRaadisbevestigdten aanzienvandebetrekkingentussendeGemeenschap en haarLid-Statenendeontwikkelingslanden ,vormende eerbiediging ,debevorderingendebeschermingvande mensenrechten eenwezenlijkefactorvandeinternatio­ nalebetrekkingen eneenvandehoekstenenvandeAntwoord (9september1992) HetgeachteParlementslid isongetwijfeldopdehoogte vanhetwelbekendestandpuntvandeGemeenschap en haarLid-Statenterzakevandemensenrechten ,waaron­ .derderechtenvanpersonendietotminderheidsgroepe­ ringenbehoren.InachtnemingdoorKroatiëenSlovenië Nr.C274/68 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen 22.10.92­ bijeenkomstvandeskundigeninGenève.IndeVerklaring overdemensenrechten diedeEuropeseRaadin1991te Luxemburgheeftaangenomen ,wordtnadrukkelijkge­ stelddat „deeerbiediging ,debevorderingendebescherming vandemensenrechten eenwezenlijkefactorvande internationale betrekkingen envandebetrekkingen vandeGemeenschap enhaarLid-Statenmetderde landenvormen". DeGemeenschap enhaarLid-Statenzullendesituatieop devoetblijvenvolgeninhetlichtvandeverbintenisvan deTurkseRegeringomdemensenrechtensituatie inhaar landteverbeteren .Europesesamenwerking envandebetrekkingenvande Gemeenschap enhaarLid-Statenmetderdelanden. DeEuropeseGemeenschapenhaarLid-Statenvolgende mensenrechtensituatie inallelandenenbeoordelende eerbiedigingdaarvaninhetlichtvandealgemenenormen welkezijnvastgelegdindeUniverseleVerklaringvande RechtenvandeMensendetweeMensenrechtenverdra ­ gendieinternationaaltenuitvoerwordengelegd.Bijhet bepalenvanhunstandpuntstrevendeEuropeseGemeen­ schapenhaarLid-Statennaareenpositieveenconstruc­ itievebenadering,waarbijzijzowelgezamenlijk als bilateraalgebruikmakenvandediversetothunbeschik­ kingstaandemiddelenenkanalen.Zijzullenblijven aandringenopuniverseleeerbiedigingvandemensen­ rechtenenschendingenvandezerechtenwaarookter wereldaandekaakblijvenstellen. SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1852/92 vandeheerBenFayot(S) aandeministersvanBuitenlandse Zakenvande Lid-StatenvandeEuropeseGemeenschappen inhetkader vandeEuropesepolitiekesamenwerking bijeen (23juli1992)SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1842/92 vandeheerSotirisKostopoulos (S) aandeministersvanBuitenlandse Zakenvande Lid-StatenvandeEuropeseGemeenschappen inhetkader vandeEuropesepolitiekesamenwerkingbijeen (6juli1992)(92/C274/157) (92/C274/156) Betreft:Terechtstelling vaneenvertegenwoordiger van deBahaï-gemeenschap inIran IshetdeministersvanBuitenlandse Zakeninhetkader vandeEuropesepolitiekesamenwerking bijeenbekend daternaeenonderbrekingvandrieeneenhalfjaartoch weereenvertegenwoordiger vandeBahaïinIranis geëxecuteerd ? DeheerBahmanSamandariwerdop18maart,ééndagna zijnarrestatie,geëxecuteerdzondervormvanproces.De gerechtelijkeautoriteitenhebbennietbekendgemaakt waaromhijterechtisgesteldnochwaarhijisbegraven. Deautoriteitenhebbenzijnterechtstelling tweeweken langverzwegen.Zijnfamiliewerdnietverwittigdenzijn weduwewerdpasopdehoogtegesteldtoenzijhemop5 aprilprobeerdetebezoeken. ZijndeministersvanBuitenlandseZakeninhetkadervan depolitiekesamenwerking bijeen,voornemensbijde RegeringvanIraneenofficieelprotestintedienentegen dezeexecutie,gezienookdebelangstelling diehet EuropeesParlementsteedsaandedagheeftgelegdvoor hetprobleemvandevervolgingvandeBahaïinIran?Betreft:RecentemoordopeenjournalistinTurkije Meteenkogelinhethoofdisop8juniinDiyarbakirde correspondent vandekrantGündem,deheerHafiz Agnemir,vermoord.Enkeledagendaarvoorhadhij zienswijzengepresenteerd vanledenvaneenorganisatie voordemensenrechten uitZuidoost-Turkije. IsdeEPSbereidtevragenomeenvolledigenbetrouw­ baaronderzoekdooronpartijdigedeskundigennaar enerzijdsdedrijfverenvoorendeomstandigheden van dezemoordenanderzijdshetfunctioneren vande vrijheidvandrukpersinTurkije? Antwoord (9september1992) DespecifiekevraagvanhetgeachteParlementslid isniet inhetkadervandeEuropesepolitiekesamenwerking besproken. DeTurkseautoriteitenzijnzichechterterdegebewust vanhetbelangdatdeGemeenschap enhaarLid-Staten hechtenaandebeginselenvanderechtsstaatenaande striktenakomingvandeverbintenissen dieTurkijeis aangegaaninCVSE-documenten dieo.a.betrekking hebbenopderechtenvanpersonendiebehorentot nationaleminderheden ,zoalsuiteengezetinhetHandvest vanParijs,dedocumentenvandebijeenkomsten in MoskouenKopenhagenvandeConferentieoverde menselijkedimensievandeCVSE,enhetverslagvandeAntwoord (9september1992) IkmogehetgeachteParlementslid verwijzennaarhet antwoorddatisgegevenopmondelingevraagH-0544/92 22.10.92 Publikatieblad vandeEuropeseGemeenschappen Nr.C274/69 SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.2178/92 overhetzelfdeonderwerp .Deindatantwoordbedoelde demarchebijdeIraanseautoriteiteninTeheranisop12 junigedaan.vandeledenPeterCrampton,HenryMcCubbin,Alex Smith,KennethCoates,BarrySeal,BrianSimpson,James Ford,IanWhite,AnitaPollack,ChristineOddy,David Bowe,TerenceWynn,FreddyBlak,StephenHughes, MichaelElliott,HughMcMahon,ImeldaRead,Alexander Falconer,RogerBarton,MichaelMcGowan,DavidMar­ tin,PaulineGreen,ThomasMegahy,DavidMorrisen ChristineCrawley(S) aandeministersvanBuitenlandseZakenvande Lid-StatenvandeEuropeseGemeenschappen inhetkader vandeEuropesepolitiekesamenwerkingbijeen (1september1992)SCHRIFTELIJKE VRAAGNr.1931/92 vandeheerSotirisKostopoulos (S) aandeministersvanBuitenlandseZakenvande Lid-StatenvandeEuropeseGemeenschappen inhetkader vandeEuropesepolitiekesamenwerkingbijeen (23juli1992)(92/C274/159) (92/C274/158)Betreft:Deontvoeringengevangenneming vanMorde­ chaiVanunu DeheerMordechaiVanunuwerddoordeIsraëlische autoriteitenuitRomeontvoerd,stondinIsraëlterecht, zogenaamdwegenshetmisdrijfvanonthullingvande omvangvandeIsraëlischevoorraadaankernwapens,en werdtotachttienjaargevangenisstraf veroordeeld. Op22maartjl.brachthijzijn2000edagineenzame opsluitingdoor. Kunnendeministersmededelenwelkestappenzijhebben ondernomenomtevoldoenaanwathetEuropees Parlementinzijnresolutiesvan14juni1990,22november 1990en9oktober1991hadverzocht?Betreft:ReferendumindestadHimarë(Albanië) PlaatselijkeinstantiesvandestadHimarëinNoord-Epi­ rusorganiseerdenonlangseenreferendumoverdevraag ofdeinwonersopnieuwdeGrieksenationaliteitwensten tebekomen.98,5%vandebevolkingvandezeregio antwoorddepositiefopdezevraag.Ookindedorpen DrymadesenKaliasawensenrespectievelijk 90%en95% vandeinwonersopnieuwdeGrieksenationaliteitte krijgen.ZullendeministerserbijdeAlbaneseRegering opaandringendatderechtenenvrijhedenvandeGriekse minderheidinHimarëeneldersinNoord-Epirusworden gewaarborgd ? Antwoord (9september1992) HetgeachteParlementslid wordtverwezennaarhet antwoorddatisgegevenopzijnmondelingevraag H-0326/92/REVoverdekwestievandemensenrechten enminderheden inAlbanië.Antwoord (9september1992) HetgevalvanMordechaiVanunuisnietinEPS-verband tersprakegebracht.EenaantalLid-Statenheeftdeze zaakbilateraalmetdeIsraëlischeautoriteitenbesproken. DeGemeenschap enhaarLid-Statenvestigenvaakde aandachtvandeIsraëlischeRegeringophetbelangdatzij hechtenaandevolledigeeerbiedigingvandemensenrech­ ten.
21,524
<urn:uuid:d4982106-ee54-4182-8390-24901e9c4be1>
French Open Data
Open Government
Various open data
2,020
https://ansm.sante.fr/uploads/2020/11/23/20200124-cr-csp-oncoh-1.pdf
ansm.sante.fr
Dutch
Spoken
1,999
3,893
Séance du 24/01/2020 Adoption du compte-rendu séance du 13 Intervention IFCT Pr Scherpereel Mesothéliome prise en charge 2.2 Mesothéliome RTU Discussion et vote ATU de cohorte d’extension Apalutamide prostate - Janssen ATU de cohorte initiale Avapritinib Gist Labo Intervention JO BAY – Présentation leucémie lymphoïde chronique : physiopathologie et prise en charge thérapeutique - ATU de cohorte initiale Acalabrutinib SCIENT_FOR08 V02 (10/12/2019) Date - Page 2 sur 17 BENSADOUN René-Jean Membre ☒ ☐ BOUTONNAT Jean Membre TC ☐ BRAHMI Medhi Membre ☐ ☒ EBERST-URBAN Lauriane Membre ☐ ☒ KOSMIDER Olivier Membre ☐ ☒ PLANTAZ Dominique Membre ☒ ☐ SCHERPEREEL Arnaud Intervenant IFCT ☒ ☐ SCHWAGER Manon INCA ☒ ☐ BONNETON Camille HAS TC ☐ THOMASSIN Camille HAS TC ☐ BONNARD Philippe Janssen ☒ ☐ STITOU Hind Janssen ☒ ☐ LEMESTRE Jeannette Janssen ☒ ☐ BANCHEREAU Marie Janssen ☒ ☐ LE TERRIER Dominique Pharma-blue ☒ ☐ DIMITRIJEVIC Saša Pharma-blue ☒ ☐ ELLENBERGER Sabine Pharma-blue ☒ ☐ CHIROLI Silvia Pharma-blue ☒ ☐ PERRAULT Louise Pharma-blue ☒ ☐ REGNAT-SAUVAGEON Marie Pharma-blue ☒ ☐ SCIENT_FOR08 V02 (10/12/2019) Date - Page 3 sur 17 RICHARD Anne-Céline AstraZeneca ☒ ☐ URBIETA Marisol AstraZeneca ☒ ☐ SUAU Delphine AstraZeneca ☒ ☐ LAHOUEGUE Amir AstraZeneca ☒ ☐ BOUDALI Lotfi Directeur ☒ ☐ LORENCE Annie Référent ATU ☐ ☒ BELGODERE Laetitia Evaluateur ☒ ☐ OULD-YAHIA Chabha Evaluateur ☐ ☒ BRAVO Paméla Stagiaire ☒ ☐ VERMILLARD Violaine Evaluateur ☒ ☐ SCIENT_FOR08 V02 (10/12/2019) Date - Page 4 sur 17 Nom du dossier : Mesothéliome RTU Numéro/type/nom du dossier Mésothéliome Laboratoire(s) IFCT Expert(s) Pr Scherpereel L'IFCT a présenté lors des congrès de l'ASCO et de l'ESMO 2017, des résultats de l'étude MAPS2*. Cette étude randomisée de phase 2 a permis d'évaluer l’efficacité et la toxicité de l’association Ipilimumab-Nivolumab versus Nivolumab seul en 2ème ou 3ème ligne de traitement chez des patients atteints d’un mésothéliome pleural malin non résécable. Dans ce contexte, l’IFCT a saisi l'ANSM sur la possibilité d’une mise à disposition de la spécialité Opdivo® (nivolumab) via la procédure de RTU, dans la prise en charge de patients atteints d'un MPM prétraité par une première ligne à base de pemetrexed-sels de platine. » SCIENT_FOR08 V02 (10/12/2019) Date - Page 5 sur 17 Question posée : Au vue des données présentées, l’avis du groupe est sollicité sur la pertinence d’une RTU Opdivo® en monothérapie et/ou en association avec YERVOY® dans la situation clinique ci-dessus citée. - Qu’il n'existe actuellement pas de standard thérapeutique efficace et validé pour les patients porteurs d’un MPM en progression après une chimiothérapie standard de première ligne à base de sels de platine-pemetrexed, - Que l’étude MAPS-2 a démontré une efficacité du nivolumab en monothérapie ainsi que du nivolumab en association avec ipilimumab dans la prise en charge des patients atteints de MPM en - Que les modalités d’administration proposées dans l’étude MAPS-2 : nivolumab 3mg/kg toutes les 2 semaines en association à ipilimumab 1mg/kg toutes les 6 semaines, sont : o différentes de celles validées dans la prise en charge de patients atteints d’un mélanome o celles retenues dans les essais conduits dans le carcinome bronchique non à petites cellules (CBNPC) avancé, - Que l’avis de l’Intergroupe français de cancérologie thoracique (IFCT) sera sollicité afin d’établir des critères d’éligibilité au traitement par immunothérapie (monothérapie ou en association), - Que l’indication d’une immunothérapie (monothérapie ou association) doit être discutée et validée dans une réunion de concertation pluridisciplinaire (RCP) de recours organisée dans l’un des centres experts du réseau dédié à ce cancer rare (réseau MESOCLIN1 - Qu’en accord avec les recommandations et décisions de la RCP de recours, il conviendrait d’inciter les patients et leurs médecins référents à privilégier une inclusion dans un essai clinique en priorité par rapport à du Nivolumab en RTU, si tant est que de tels essais soient ouverts en France, - Qu’un environnement médical adéquat est nécessaire lors de l’utilisation d’l’immunotherapie et que l’établissement doit disposer d’un service et d’équipements de réanimation polyvalente avec une bonne capacité de prise en charge des toxicités immunologiques, - Que l’INCa a émis un avis favorable au besoin d’évaluer l’opportunité d’établir une RTU pour Opdivo dans la situation clinique ci-dessus citée, AU TOTAL : Considérant les données présentées, HAS/INCa. Guide parcours de soin : Mésothéliome pleural malin. Juillet 2013. SCIENT_FOR08 V02 (10/12/2019) Date - Page 6 sur 17 Le CPOH a émis un avis favorable à la mise à disposition dans le cadre d’une RTU d’une immunothérapie en 2e ligne de traitement, dans la prise en charge des patients porteurs d’un MPM en progression après une chimiothérapie standard de première ligne à base de sels de platine-pemetrexed, - nivolumab en monothérapie (3mg/kg/2 semaines) (11 favorable et 1 contre) - nivolumab (3mg/kg/2 semaines) en association avec ipilimumab (1mg/kg/6semaines) (12 favorable et 1 abstention) L’accès à cette immunotherapie - est subordonnée à la validation de cette option thérapeutique par la RCP de recours Mesoclin - ne doit s’envisager qu’en l’absence d’essais cliniques actifs. Nom du dossier : Apalutamide Numéro/type/nom du dossier Apalutamide Laboratoire(s) Janssen-cilag Le laboratoire Janssen-Cilag a déposé le 5 décembre 2019 auprès de l'ANSM une demande d'ATU de cohorte d'extension pour la substance active Apalutamide 60 mg, comprimé pelliculé. L'indication thérapeutique revendiquée est la suivante: «Traitement des hommes adultes atteints d'un cancer de la prostate métastatique hormonosensible (mHSPC) de haut volume, pour lesquels un traitement par acétate d’abiratérone + prednisone ou prednisolone, ou par docétaxel ne peut être considéré, en association avec un traitement par suppression androgénique (ADT). » Les données cliniques en support de cette indication sont issues d’une étude de phase III TITAN. Question posée : L’avis CPOH est sollicité quant à la mise à disposition précoce de cette spécialité SCIENT_FOR08 V02 (10/12/2019) Date - Page 8 sur 17 Le CSP a voté à l’unanimité pour Apalutamide dans l’indication suivante : - «Traitement des hommes adultes atteints d'un cancer de la prostate métastatique hormonosensible (mHSPC) de haut volume, pour lesquels un traitement par acétate d’abiratérone + prednisone ou prednisolone, ou par docétaxel ne peut être considéré, en association avec un traitement par suppression androgénique (ADT). » Nom du dossier : Avapritinib Laboratoire(s) Gist Labo pharmablue Direction produit concernée Onco-Solide La demande d’AMMc, pour la spécialité Avapritinib 100mg Cp des laboratoires Blueprint, est en cours d’instruction à l’EMA (D120). L’indication revendiquée est le traitement d’une Tumeur gastro-intestinale (GIST) inopérable ou métastatique, chez des patients : - ayant déjà reçu au moins 3 lignes de traitement par ITK (dont l’Imatinib). - qui présentent une mutation de l’exon 18 du gène PDGFRA Les données supportives de la demande d’AMM sont issues de l’étude de phase 1 NAVIGATOR*, actuellement en cours. Dans ce contexte, le laboratoire Blueprint souhaite une mise à disposition précoce de cette spécialité dans le cadre d’une ATU de cohorte. Au vue des données présentées, l’avis du groupe est sollicité sur la pertinence d’une ATUc pour la spécialité Avapritinib dans la situation clinique ci-dessus citée. SCIENT_FOR08 V02 (10/12/2019) Date - Page 10 sur 17 Question posée : Patients en 4ème ligne quel que soit le statut mutationnel Le CPOH a émis un avis favorable (11 favorables, et 2 abstentions) à la mise à disposition précoce de l’Avapritinib dans la prise en charge de patients atteints d’un GIST métastatique en 4eme ligne, quel que soit le statut mutationnel. - Que le GIST est une maladie « chronique » peu agressive, avec un pronostic relativement bon - Que le génotype de la tumeur est recommandé, mais qu’il ne doit pas retarder la mise sous traitement des patients par Imatinib, - Que les mutations de PDGFRA sont constitutionnelles et siègent le plus souvent sur l’exon 18 (substitution - Qu’actuellement le traitement de référence en 1ere ligne dans la situation clinique revendiquée reste l’imatinib, molécule très bien tolérée, dont le profil de toxicité est bien connu et géré, - Que les données présentées à l’appui de la demande d’AMM et d’ATU de cohorte sont issues d’une étude non comparative (Navigator) et ne permettent pas de conclure qu’imatinib est inefficace chez les patients atteint de GIST PDGFRA D842V muté au niveau de l’exon 18, - Qu’il existe des alternatives qui ont montré une activité en 2eme ligne (sunitinib) et en 3eme traitement (regorafénib), - Qu’en 4e ligne et plus : - Il y a un besoin médical non couvert. Dans cette situation clinique, la pratique est actuellement de réintroduire les ITK précédemment utilisés, - Une nouvelle molécule est disponible dans le cadre des ATU nominatives: riprétinib, - Que le profil de tolérance de l’avapritinib est très singulier comparé à celui décrit avec les autres spécialités de la même classe thérapeutique à savoir : atteinte au niveau du SNC (troubles cognitifs …), saignements intra-cérébraux dont le mécanisme d’action n’est pas connu, - Que la population de l’étude Navigator est constituée : - de patients prétraités par au moins 3 lignes de traitements (n= 121 dont 33 patients PDGFRA D842V - de patients PDGFRA D842V mutés, toutes lignes de traitement confondu (n= 38 dont 5 en 1ere SCIENT_FOR08 V02 (10/12/2019) Date - Page 11 sur 17 - Dans ce contexte, les données actuellement disponibles sont insuffisantes pour apprécier l’efficacité et la sécurité de l’avapritinib dans la prise en charge de patients PDGFRA D842V mutés : leur prise en charge en 1ere, 2e voire 3e ligne par avapritinib serait à la limite de la perte de chance, - Que le laboratoire n’a pas démontré l’efficacité d’avapritinib ligne par ligne, - Que la mise à disposition précoce d’avapritinib doit se faire sous réserve que des tests cognitifs validés soient réalisés avant la mise sous traitement et en cours de traitement. Question posée : Ligne 1 patients mutés Nombre d’avis favorables 2 Le CSP a voté (11 contre et 2 pour) Ligne 1 patients mutés. Question posée : Ligne 2 patients mutés Nombre d’avis défavorables 6 Le CSP a voté (4 pour, 6 contre et 3 abstentions) en 2ème ligne pour les patients mutés. Question posée : Ligne 3 patients porteurs de la mutation D842V sur le gène PDGFRA Nombre d’avis défavorables 2 Le CPOH a émis un avis favorable (10 favorables, 2 contre et 1 abstention) à la mise à disposition précoce de l’Avapritinib dans la prise en charge de patients atteints d’un GIST métastatique dès la 3eme traitement pour les patients PDGFRA D842V muté sur l’exon 18.Le groupe du CPOH souligne : - Que les mutations de PDGFRA sont constitutionnelles et siègent le plus souvent sur l’exon 18 (substitution D842V), - Une nouvelle molécule est disponible dans le cadre des ATU nominatives : riprétinib, o Que le profil de tolérance de l’avapritinib est très singulier comparé à celui décrit avec les autres spécialités de la même classe thérapeutique à savoir : atteinte au niveau du SNC SCIENT_FOR08 V02 (10/12/2019) Date - Page 15 sur 17 (troubles cognitifs …), saignements intra-cérébraux dont le mécanisme d’action n’est pas o Que la population de l’étude Navigator est constituée : Nom du dossier : Acalabrutinib Numéro/type/nom du dossier Acalabrutinib Direction produit concernée Hématologie Le laboratoire Astra Zeneca a déposé une demande d'ATU de cohorte initiale pour Acalabrutinib dans le traitement des patients adultes atteints d'une leucémie lymphoïde chronique (LLC) : - en monothérapie ou en association à l'obinutuzumab chez les patients non préalablement traités, sans délétion 17p ni mutation du gène TP 53 et inéligibles à un traitement à base de fludarabine à pleine dose ou - en monothérapie chez les patients intolérants à l’ibrutinib. SCIENT_FOR08 V02 (10/12/2019) Date - Page 17 sur 17 Question posée : Le CPOH est sollicité sur l'intérêt d'instruire une ATU de cohorte pour Acalabrutinib dans cette indication. Le CPOH s'est prononcé en faveur de l’instruction de l'ATU de cohorte initiale Acalabrutinib (12 votes favorables et une abstention) dans l'indication suivante : Traitement des patients adultes atteints d'une leucémie lymphoïde chronique (LLC) : - en monothérapie ou en association avec l'obinutuzumab chez les patients non préalablement traités sans délétion 17p ni mutation du gène TP 53 et inéligibles à un traitement à base de fludarabine à pleine dose - en monothérapie chez des patients ne pouvant recevoir ou intolérants à l'ibrutinib.
19,988
https://nl.wikipedia.org/wiki/Uning%20%28Syiah%20Utama%29
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Uning (Syiah Utama)
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Uning (Syiah Utama)&action=history
Dutch
Spoken
23
53
Uning is een bestuurslaag in het regentschap Bener Meriah van de provincie Atjeh, Indonesië. Uning telt 58 inwoners (volkstelling 2010). Plaats in Atjeh
8,868
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lianozovo
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Lianozovo
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Lianozovo&action=history
Dutch
Spoken
402
788
Lianozovo (Russisch: Лианозово) is een station in aanbouw van de Ljoeblinsko-Dmitrovskaja-lijn van de Moskouse metro. Het station is onderdeel van de noordelijke verlenging van lijn 10 naar de gebieden, die door Moskou zijn geannexeerd, ten noorden van de MKAD. Geschiedenis In de plannen voor de Serpoechovsko-Timirjazevskaja-lijn uit 1985 was Lianozovo opgenomen als noordelijk eindpunt naast het gelijknamige voorstadsstation. Bij de uitwerking van de plannen voor die lijn verviel het station ten gunste van Altoefjevo. Het noordelijke eindpunt van de Ljoeblinsko-Dmitrovskaja-lijn was destijds gepland bij het voorstadsstation Mark, een halte noordelijker dan Lianozovo. De bouw van het noordelijke deel van de Ljoeblinsko-Dmitrovskaja-lijn kwam door de Roebelcrisis in 1998 geheel tot staan en toen de bouw werd hervat werden ook bij deze lijn wijzigingen doorgevoerd. In 2011 lag er een nieuw plan voor het station, dit keer haaks op de Savjolovskispoorweg, halverwege de beide voorstadsstations. Het plan werd op 10 mei 2012 goegekeurd maar in 2014 volgde er uitstel tot 2020 in verband met het ontbreken van de bekostiging. In april 2016 werd zelfs een uitstel tot 2025 aangekondigd. In oktober 2016 keurde de Moskouse burgemeester de opening van de verlenging van de lijn tot Seligerskaja in 2019 goed. 3 februari 2017 volgde de goedkeuring door de landinrichtingscommissie van Moskou voor tracé tussen Seligerskaja en Lianozovo. Daarna werd de openingsdatum verschillende malen gewijzigd. In januari 2019 werd de opening in 2023 aangekondigd en vier maanden later werd 2022 genoemd. Aanleg In maart 2018 werd vlak ten noorden van Seligerskaja begonnen met een startschacht voor de tunnelboormachines voor de verdere verlenging naar het noorden. De aanbesteding voor de verlenging ten noorden van Seligerskaja werd op 5 maart 2018 opengesteld en op 18 april 2018 werd het werk gegund aan Mosmetrostroi. De werkzaamheden begonnen in juni 2019 en op 14 februari 2020 begon de 8e bouwbrigade van metrostroi met de bouw van het station. Het station ligt bij het kruispunt van de Vagonoremontnaja Oelitsa en de Dmitrovskoje Sjosse op 350 meter van het gelijknamige voorstadsstation aan de Savjolovskispoorweg. De twee ondergrondse verdeelhallen worden aangesloten op voetgangerstunnels, de zuidelijke met toegangen aan weerszijden van de Dmitrovskoje Sjosse, de noordelijke met toegangen bij de Lianozovski passage en de Doebninskajastraat bij voorstadsstation Lianozovo. Het is de bedoeling om de perrons van het voorstadsstation te verplaatsen zodat bij het metrostation een vervoersknooppunt ontstaat. Hier zal dan ook een ondergrondse parkeergarage voor 585 auto's en een busstation komen. Metrostation in Moskou
22,486
https://stackoverflow.com/questions/70838689
StackExchange
Open Web
CC-By-SA
2,022
Stack Exchange
Oda Mitsuru, emoleumassi, https://stackoverflow.com/users/1211547, https://stackoverflow.com/users/2538180, https://stackoverflow.com/users/592355, https://stackoverflow.com/users/9734305, indybee, xerx593
Dutch
Spoken
543
6,136
Spring boot doesn't load application.yml i have a application.yml to auto-creation some table: ## JDBC part spring: config: activate: on-profile: local enabled: true datasource: url: jdbc:mysql://localhost:3306/kazi?useUnicode=true&useJDBCCompliantTimezoneShift=true&useLegacyDatetimeCode=false&serverTimezone=UTC driver-class-name: com.mysql.cj.jdbc.Driver username: emo password: 123qwe jpa: show-sql: true database-platform: org.hibernate.dialect.MySQL8Dialect hibernate: ddl-auto: update liquibase: change-log: classpath:liquibase/changelog.xml #spring.jpa.properties.hibernate.hbm2ddl.import_files=import.sql main class: @EnableAutoConfiguration(exclude = DataSourceAutoConfiguration.class) @SpringBootApplication public class Application { public static void main(String[] args) { SpringApplication.run(Application.class, args); } } Log /Library/Java/JavaVirtualMachines/adoptopenjdk-11.jdk/Contents/Home/bin/java -XX:TieredStopAtLevel=1 -noverify -Dspring.output.ansi.enabled=always -javaagent:/Applications/IntelliJ IDEA.app/Contents/lib/idea_rt.jar=57211:/Applications/IntelliJ IDEA.app/Contents/bin -Dcom.sun.management.jmxremote -Dspring.jmx.enabled=true -Dspring.liveBeansView.mbeanDomain -Dspring.application.admin.enabled=true -Dfile.encoding=UTF-8 -classpath /Users/emoleumassi/Documents/Projects/me/kazi/kazi-core/target/classes:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/liquibase/liquibase-core/4.5.0/liquibase-core-4.5.0.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/javax/xml/bind/jaxb-api/2.3.1/jaxb-api-2.3.1.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/javax/activation/javax.activation-api/1.2.0/javax.activation-api-1.2.0.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/liquibase/liquibase-maven-plugin/3.8.2/liquibase-maven-plugin-3.8.2.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/apache/maven/maven-plugin-api/2.0/maven-plugin-api-2.0.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/apache/maven/maven-project/2.0/maven-project-2.0.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/apache/maven/maven-profile/2.0/maven-profile-2.0.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/apache/maven/maven-model/2.0/maven-model-2.0.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/apache/maven/maven-artifact-manager/2.0/maven-artifact-manager-2.0.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/apache/maven/maven-repository-metadata/2.0/maven-repository-metadata-2.0.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/apache/maven/wagon/wagon-provider-api/1.0-alpha-5/wagon-provider-api-1.0-alpha-5.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/codehaus/plexus/plexus-utils/1.0.4/plexus-utils-1.0.4.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/apache/maven/maven-artifact/2.0/maven-artifact-2.0.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/codehaus/plexus/plexus-container-default/1.0-alpha-8/plexus-container-default-1.0-alpha-8.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/junit/junit/4.13.2/junit-4.13.2.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/hamcrest/hamcrest-core/2.2/hamcrest-core-2.2.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/classworlds/classworlds/1.1-alpha-2/classworlds-1.1-alpha-2.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/slf4j/slf4j-api/1.7.32/slf4j-api-1.7.32.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/ch/qos/logback/logback-classic/1.2.9/logback-classic-1.2.9.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/ch/qos/logback/logback-core/1.2.9/logback-core-1.2.9.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/com/fasterxml/jackson/module/jackson-module-jaxb-annotations/2.13.1/jackson-module-jaxb-annotations-2.13.1.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/com/fasterxml/jackson/core/jackson-annotations/2.13.1/jackson-annotations-2.13.1.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/com/fasterxml/jackson/core/jackson-core/2.13.1/jackson-core-2.13.1.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/com/fasterxml/jackson/core/jackson-databind/2.13.1/jackson-databind-2.13.1.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/jakarta/xml/bind/jakarta.xml.bind-api/2.3.3/jakarta.xml.bind-api-2.3.3.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/jakarta/activation/jakarta.activation-api/1.2.2/jakarta.activation-api-1.2.2.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/boot/spring-boot-starter-data-jpa/2.6.2/spring-boot-starter-data-jpa-2.6.2.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/boot/spring-boot-starter-aop/2.6.2/spring-boot-starter-aop-2.6.2.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/aspectj/aspectjweaver/1.9.7/aspectjweaver-1.9.7.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/boot/spring-boot-starter-jdbc/2.6.2/spring-boot-starter-jdbc-2.6.2.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/com/zaxxer/HikariCP/4.0.3/HikariCP-4.0.3.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/spring-jdbc/5.3.14/spring-jdbc-5.3.14.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/jakarta/transaction/jakarta.transaction-api/1.3.3/jakarta.transaction-api-1.3.3.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/jakarta/persistence/jakarta.persistence-api/2.2.3/jakarta.persistence-api-2.2.3.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/hibernate/hibernate-core/5.6.3.Final/hibernate-core-5.6.3.Final.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/jboss/logging/jboss-logging/3.4.2.Final/jboss-logging-3.4.2.Final.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/net/bytebuddy/byte-buddy/1.11.22/byte-buddy-1.11.22.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/antlr/antlr/2.7.7/antlr-2.7.7.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/jboss/jandex/2.2.3.Final/jandex-2.2.3.Final.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/com/fasterxml/classmate/1.5.1/classmate-1.5.1.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/hibernate/common/hibernate-commons-annotations/5.1.2.Final/hibernate-commons-annotations-5.1.2.Final.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/glassfish/jaxb/jaxb-runtime/2.3.5/jaxb-runtime-2.3.5.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/glassfish/jaxb/txw2/2.3.5/txw2-2.3.5.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/com/sun/istack/istack-commons-runtime/3.0.12/istack-commons-runtime-3.0.12.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/com/sun/activation/jakarta.activation/1.2.2/jakarta.activation-1.2.2.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/data/spring-data-jpa/2.6.0/spring-data-jpa-2.6.0.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/data/spring-data-commons/2.6.0/spring-data-commons-2.6.0.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/spring-orm/5.3.14/spring-orm-5.3.14.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/spring-context/5.3.14/spring-context-5.3.14.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/spring-tx/5.3.14/spring-tx-5.3.14.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/spring-beans/5.3.14/spring-beans-5.3.14.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/spring-aspects/5.3.14/spring-aspects-5.3.14.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/mysql/mysql-connector-java/8.0.27/mysql-connector-java-8.0.27.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/boot/spring-boot-starter/2.6.2/spring-boot-starter-2.6.2.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/boot/spring-boot-starter-logging/2.6.2/spring-boot-starter-logging-2.6.2.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/apache/logging/log4j/log4j-to-slf4j/2.17.0/log4j-to-slf4j-2.17.0.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/apache/logging/log4j/log4j-api/2.17.0/log4j-api-2.17.0.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/slf4j/jul-to-slf4j/1.7.32/jul-to-slf4j-1.7.32.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/yaml/snakeyaml/1.29/snakeyaml-1.29.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/hamcrest/hamcrest/2.2/hamcrest-2.2.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/spring-core/5.3.14/spring-core-5.3.14.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/spring-jcl/5.3.14/spring-jcl-5.3.14.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/boot/spring-boot-starter-security/2.6.2/spring-boot-starter-security-2.6.2.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/spring-aop/5.3.14/spring-aop-5.3.14.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/security/spring-security-config/5.6.1/spring-security-config-5.6.1.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/security/spring-security-core/5.6.1/spring-security-core-5.6.1.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/security/spring-security-crypto/5.6.1/spring-security-crypto-5.6.1.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/security/spring-security-web/5.6.1/spring-security-web-5.6.1.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/spring-expression/5.3.14/spring-expression-5.3.14.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/spring-web/5.3.14/spring-web-5.3.14.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/boot/spring-boot-starter-tomcat/2.6.2/spring-boot-starter-tomcat-2.6.2.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/jakarta/annotation/jakarta.annotation-api/1.3.5/jakarta.annotation-api-1.3.5.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/apache/tomcat/embed/tomcat-embed-core/9.0.56/tomcat-embed-core-9.0.56.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/apache/tomcat/embed/tomcat-embed-el/9.0.56/tomcat-embed-el-9.0.56.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/apache/tomcat/embed/tomcat-embed-websocket/9.0.56/tomcat-embed-websocket-9.0.56.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/boot/spring-boot-devtools/2.6.2/spring-boot-devtools-2.6.2.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/boot/spring-boot/2.6.2/spring-boot-2.6.2.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/boot/spring-boot-autoconfigure/2.6.2/spring-boot-autoconfigure-2.6.2.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/boot/spring-boot-starter-actuator/2.6.2/spring-boot-starter-actuator-2.6.2.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/boot/spring-boot-actuator-autoconfigure/2.6.2/spring-boot-actuator-autoconfigure-2.6.2.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/springframework/boot/spring-boot-actuator/2.6.2/spring-boot-actuator-2.6.2.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/com/fasterxml/jackson/datatype/jackson-datatype-jsr310/2.13.1/jackson-datatype-jsr310-2.13.1.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/io/micrometer/micrometer-core/1.8.1/micrometer-core-1.8.1.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/hdrhistogram/HdrHistogram/2.1.12/HdrHistogram-2.1.12.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/latencyutils/LatencyUtils/2.0.3/LatencyUtils-2.0.3.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/projectlombok/lombok/1.18.16/lombok-1.18.16.jar:/Users/emoleumassi/.m2/repository/org/projectlombok/lombok-mapstruct-binding/0.2.0/lombok-mapstruct-binding-0.2.0.jar com.kazi.Application 19:21:19.040 [Thread-0] DEBUG org.springframework.boot.devtools.restart.classloader.RestartClassLoader - Created RestartClassLoader org.springframework.boot.devtools.restart.classloader.RestartClassLoader@32d703c9 . ____ _ __ _ _ /\\ / ___'_ __ _ _(_)_ __ __ _ \ \ \ \ ( ( )\___ | '_ | '_| | '_ \/ _` | \ \ \ \ \\/ ___)| |_)| | | | | || (_| | ) ) ) ) ' |____| .__|_| |_|_| |_\__, | / / / / =========|_|==============|___/=/_/_/_/ :: Spring Boot :: (v2.6.2) 2022-01-24 19:21:19.677 INFO 28392 --- [ restartedMain] com.kazi.Application : Starting Application using Java 11.0.11 on FVFFF491Q05N.fritz.box with PID 28392 (/kazi/kazi-core/target/classes started by in //kazi) 2022-01-24 19:21:19.678 INFO 28392 --- [ restartedMain] com.kazi.Application : No active profile set, falling back to default profiles: default 2022-01-24 19:21:19.743 INFO 28392 --- [ restartedMain] o.s.b.devtools.restart.ChangeableUrls : The Class-Path manifest attribute in //.m2/repository/org/liquibase/liquibase-core/4.5.0/liquibase-core-4.5.0.jar referenced one or more files that do not exist: file://.m2/repository/org/liquibase/liquibase-core/4.5.0/snakeyaml-1.27.jar 2022-01-24 19:21:19.745 INFO 28392 --- [ restartedMain] .e.DevToolsPropertyDefaultsPostProcessor : Devtools property defaults active! Set 'spring.devtools.add-properties' to 'false' to disable 2022-01-24 19:21:19.745 INFO 28392 --- [ restartedMain] .e.DevToolsPropertyDefaultsPostProcessor : For additional web related logging consider setting the 'logging.level.web' property to 'DEBUG' 2022-01-24 19:21:21.125 INFO 28392 --- [ restartedMain] o.s.b.w.embedded.tomcat.TomcatWebServer : Tomcat initialized with port(s): 8080 (http) 2022-01-24 19:21:21.132 INFO 28392 --- [ restartedMain] o.apache.catalina.core.StandardService : Starting service [Tomcat] 2022-01-24 19:21:21.132 INFO 28392 --- [ restartedMain] org.apache.catalina.core.StandardEngine : Starting Servlet engine: [Apache Tomcat/9.0.56] 2022-01-24 19:21:21.208 INFO 28392 --- [ restartedMain] o.a.c.c.C.[Tomcat].[localhost].[/] : Initializing Spring embedded WebApplicationContext 2022-01-24 19:21:21.209 INFO 28392 --- [ restartedMain] w.s.c.ServletWebServerApplicationContext : Root WebApplicationContext: initialization completed in 1464 ms 2022-01-24 19:21:21.656 INFO 28392 --- [ restartedMain] .s.s.UserDetailsServiceAutoConfiguration : Using generated security password: 6b57bd8f-9f75-40b5-8805-d33182a6782f 2022-01-24 19:21:21.719 INFO 28392 --- [ restartedMain] o.s.s.web.DefaultSecurityFilterChain : Will secure any request with [org.springframework.security.web.context.request.async.WebAsyncManagerIntegrationFilter@585f2fd, org.springframework.security.web.context.SecurityContextPersistenceFilter@217e757f, org.springframework.security.web.header.HeaderWriterFilter@54ef1e31, org.springframework.security.web.csrf.CsrfFilter@1323ecfd, org.springframework.security.web.authentication.logout.LogoutFilter@50c74237, org.springframework.security.web.authentication.UsernamePasswordAuthenticationFilter@31cfd78a, org.springframework.security.web.authentication.ui.DefaultLoginPageGeneratingFilter@175a6ba7, org.springframework.security.web.authentication.ui.DefaultLogoutPageGeneratingFilter@74ce9809, org.springframework.security.web.authentication.www.BasicAuthenticationFilter@1143ca59, org.springframework.security.web.savedrequest.RequestCacheAwareFilter@4de8bf20, org.springframework.security.web.servletapi.SecurityContextHolderAwareRequestFilter@272d7d98, org.springframework.security.web.authentication.AnonymousAuthenticationFilter@7bd095cb, org.springframework.security.web.session.SessionManagementFilter@7d64f793, org.springframework.security.web.access.ExceptionTranslationFilter@8fd5915, org.springframework.security.web.access.intercept.FilterSecurityInterceptor@53681a29] 2022-01-24 19:21:21.782 INFO 28392 --- [ restartedMain] o.s.b.d.a.OptionalLiveReloadServer : LiveReload server is running on port 35729 2022-01-24 19:21:21.835 INFO 28392 --- [ restartedMain] o.s.b.w.embedded.tomcat.TomcatWebServer : Tomcat started on port(s): 8080 (http) with context path '' 2022-01-24 19:21:21.856 INFO 28392 --- [ restartedMain] com.kazi.Application : Started Application in 2.798 seconds (JVM running for 3.673) The application start successfully but the tables haven't created. I tried it with ddl-auto: create und have the same problem. I think the application.yml isn't load. The location: "spring: config: activate: on-profile: local" ..and " No active profile set, ..." 2. Mixing "db initialization": Or hbm2ddl OR user script (OR programmatic) OR liquibase/flyway ("It is recommended to use a single mechanism for schema generation." https://docs.spring.io/spring-boot/docs/current/reference/html/howto.html#howto.data-initialization.using-jpa) i removed the part with the profile and No active profile set, falling back to default profiles: default is showed. I removed liquibase changelog in application.yml and same issue do you @EnableJpaRepositories? I think no Datasource in this app. @EnableAutoConfiguration(exclude = DataSourceAutoConfiguration.class) try this @EnableAutoConfiguration @EnableAutoCnofiguration is redundant along with @SpringBootApplication
46,357
https://nl.wikipedia.org/wiki/Balige%20II
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Balige II
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Balige II&action=history
Dutch
Spoken
25
58
Balige II is een bestuurslaag in het regentschap Toba Samosir van de provincie Noord-Sumatra, Indonesië. Balige II telt 525 inwoners (volkstelling 2010). Plaats in Noord-Sumatra
5,578
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wittefietsenplan
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Wittefietsenplan
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Wittefietsenplan&action=history
Dutch
Spoken
522
946
Het wittefietsenplan was een plan uit 1965 om in Amsterdam een fietsdeelsysteem te introduceren waarbij gratis witte fietsen in collectief eigendom in de stad geplaatst zouden worden. Het was een van de vele witte plannen die Provo dat jaar presenteerde. Het was bedoeld om de 'asfaltterreur van de gemotoriseerde bourgeoisie' aan te pakken. Op 28 juli werd een pamflet ("PROVOKATIE nr. 5") uitgedeeld tijdens de wekelijkse happening van Robert Jasper Grootveld bij Het Lieverdje. De eerste witte fiets - een exemplaar dat ter plekke werd witgeschilderd - werd meteen door de politie in beslag genomen omdat er geen slot op zat. In 1967 kwam provo Luud Schimmelpennink in de Amsterdamse gemeenteraad. Hij presenteerde toen zijn plan voor witte fietsen. In Amsterdam zouden gratis te gebruiken fietsen beschikbaar moeten komen, zonder slot, die collectief bezit zouden zijn. Schimmelpennink dacht in eerste instantie aan tweeduizend stuks. Om ze te onderscheiden van gewone fietsen zouden ze wit worden geschilderd. In feite werd hiermee een reeds bestaande situatie gelegaliseerd. In Amsterdam werden veel fietsen gestolen voor een kort ritje, ergens achtergelaten en opnieuw gestolen. Veel van deze weesfietsen verdwijnen uiteindelijk in een gemeentelijk depot. Schimmelpennink stelde dan ook voor om de weesfietsen - waarvan de eigenaar niet gevonden kon worden - op te knappen en wit te schilderen. De gemeenteraad voelde er weinig voor, en het plan ging niet door. Schimmelpennink stortte zich hierna op het ontwikkelen van de witkar, een elektrisch aangedreven driewieler die door deelnemers aan het project op een depot kon worden gehuurd voor een ritje naar een ander depot. Proef in 2000 In 2000 werd in Amsterdam een nieuwe proef gedaan met witte fietsen, depo genaamd. Ook dit project kwam uit de koker van Schimmelpennink. De fietsen, van een zeer afwijkend model, konden uit een automatisch beheerde stalling worden geleend door een aangepaste giropas (Chipper) in te voeren in de terminal van de stalling. De proef, waarin het Gemeentevervoerbedrijf Amsterdam (GVB) en de Postbank participeerden, werd na enkele maanden gestaakt. Doordat de stallingen niet sterk genoeg waren, werden veel fietsen gestolen. Plannen voor een sterker type stalling werden door het GVB afgewezen. Het aantal stallingen was bovendien te klein om de proef te laten slagen. Proef in 2006 Anno 2006 vond in Amsterdam opnieuw een proef plaats in samenwerking met OV-fiets. Naar aanleiding van deze proef zijn er extra huurlocaties voor de OV-fiets in de binnenstad gekomen. Navolging Hoge Veluwe Nationaal Park De Hoge Veluwe heeft enkele depots met witte fietsen. De fietsen mogen gratis worden gebruikt. Ze hebben geen slot en mogen het park niet verlaten. Doordat is gekozen voor een afwijkend model fiets en de Hoge Veluwe een afgesloten terrein is, is het aantal diefstallen gering. De Hoge Veluwe begon in 1974 met 50 stuks. Anno 2014 bezat het park 1800 witte fietsen, waaronder een aantal witte kinderfietsen. Open Stal Gedurende de Open Stal kunstmanifestatie in het Friese Oldeberkoop worden witte fietsen gratis beschikbaar gesteld voor bezoekers. De fietsen zijn enkel bedoeld voor het afleggen van de afstand tussen de exposities. Trivia Het nummer My white bicycle (1967) van Tomorrow gaat over het wittefietsenplan. Provo Publiek fietssysteem Fietsen in Amsterdam
4,732
http://publications.europa.eu/resource/cellar/a2fb2aa6-c85d-4223-9880-403cc5c1daa2_5969
Eurovoc
Open Government
CC-By
2,011
2011/265/EU: Neuvoston päätös, annettu 16 päivänä syyskuuta 2010 , Euroopan unionin ja sen jäsenvaltioiden sekä Korean tasavallan välisen vapaakauppasopimuksen allekirjoittamisesta Euroopan unionin puolesta ja sen väliaikaisesta soveltamisesta#Komission lausumat#Euroopan unionin ja sen jäsenvaltioiden sekä Korean tasavallan välinen vapaakauppasopimus#Pöytäkirja käsitteen ’alkuperätuotteet’ määrittelystä ja hallinnollisen yhteistyön menetelmistä#Pöytäkirja keskinäisestä hallinnollisesta avunannosta tulliasioissa#Pöytäkirja kulttuuriyhteistyöstä
None
Dutch
Spoken
10,630
18,559
De partijen bevestigen hun bestaande rechten en verplichtingen ingevolge artikel XVII van de GATT 1994, de aantekeningen erop en het in bijlage IA bij de WTO-overeenkomst opgenomen Memorandum van Overeenstemming betreffende de interpretatie van artikel XVII van de GATT 1994, welke mutatis mutandis in deze overeenkomst zijn opgenomen. 2. Indien een partij de andere partij verzoekt om inlichtingen over individuele staatshandelsondernemingen, hun activiteiten en de gevolgen daarvan voor de bilaterale handel, houdt de partij aan wie inlichtingen zijn gevraagd, rekening met de noodzaak een zo groot mogelijke transparantie te waarborgen, onverminderd artikel XVII, lid 4, onder d), van de GATT 1994 betreffende vertrouwelijke inlichtingen. Artikel 2. 14Afschaffing van sectorspecifieke niet-tarifaire maatregelen1. The Parties shall implement their commitments on sector-specific non-tariff measures on goods in accordance with the commitments set out in Annexes 2-B through 2-E. 2. Drie jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst treden de partijen, indien een van hen daarom verzoekt, in overleg om te bezien of hun verbintenissen met betrekking tot sectorspecifieke niet-tarifaire maatregelen ten aanzien van goederen kunnen worden uitgebreid. AFDELING DSpecifieke uitzonderingen met betrekking tot goederenArtikel 2. 15Algemene uitzonderingen1. De partijen bevestigen dat hun bestaande rechten en verplichtingen ingevolge artikel XX van de GATT 1994 en de aantekeningen erop, die in deze overeenkomst zijn opgenomen, van overeenkomstige toepassing zijn op de onder deze overeenkomst vallende handel in goederen. 2. De partijen komen overeen dat alvorens een onder i) en j) van artikel XX van de GATT 1994 bedoelde maatregel te nemen, de partij die voornemens is maatregelen te nemen de andere partij alle relevante informatie verstrekt, teneinde een oplossing te zoeken die voor beide partijen aanvaardbaar is. De partijen kunnen besluiten tot elke maatregel die aan de moeilijkheden een einde maakt. Indien binnen 30 dagen na het verstrekken van dergelijke informatie geen overeenstemming is bereikt, kan de partij krachtens dit artikel ten aanzien van het betrokken goed maatregelen toepassen. Wanneer door uitzonderlijke, kritieke omstandigheden die onmiddellijk handelen vereisen, voorafgaande informatieverstrekking of voorafgaand onderzoek niet mogelijk is, kan de partij die voornemens is de maatregelen te nemen, onmiddellijk de voorzorgsmaatregelen nemen die nodig zijn om de situatie aan te pakken, en stelt zij de andere partij hiervan onmiddellijk in kennis. AFDELING EInstitutionele bepalingenArtikel 2. 16Comité voor de handel in goederen1. Het Comité voor de handel in goederen dat is opgericht krachtens lid 1 van artikel 15. 2 (Gespecialiseerde comités), komt bijeen indien een partij of het Handelscomité hierom verzoekt, teneinde alle aangelegenheden te behandelen waarop dit hoofdstuk van toepassing is, en bestaat uit vertegenwoordigers van de partijen. 2. Het Comité heeft onder meer de volgende taken:a)bevorderen van de handel in goederen tussen de partijen, met inbegrip van overleg over versnelde en verdergaande rechtenafschaffing, over verdergaande verbintenissen met betrekking tot niet-tarifaire maatregelen ingevolge deze overeenkomst, alsmede, in voorkomend geval, over andere kwesties, enb)tarifaire en niet-tarifaire maatregelen ten aanzien van de handel in goederen tussen de partijen treffen en, in voorkomend geval, zulke aangelegenheden voorleggen aan het Handelscomité, opdat dit zich hierover buigt,voor zover deze taken niet zijn opgelegd aan de desbetreffende, krachtens lid 1 van artikel 15. 3 opgerichte werkgroepen, hierna werkgroepen genoemd. Artikel 2. 17Bijzondere bepalingen inzake administratieve samenwerking1. De partijen zijn het erover eens dat administratieve samenwerking van essentieel belang is voor de tenuitvoerlegging van en de controle op de preferentiële tariefbehandeling die op grond van dit hoofdstuk wordt verleend, en zij benadrukken dat zij gebonden zijn om onregelmatigheden en fraude op het gebied van douane- en aanverwante aangelegenheden te bestrijden. 2. Indien een partij op grond van objectieve informatie tot de bevinding is gekomen dat geen administratieve medewerking is verleend en/of dat zich onregelmatigheden of fraude hebben voorgedaan, komt, indien die partij daarom verzoekt, het Douanecomité binnen 20 dagen nadat een dergelijk verzoek is gedaan bijeen teneinde met spoed een oplossing voor de situatie te vinden. Het overleg in het kader van het Douanecomité wordt geacht dezelfde functie te hebben als overleg op grond van artikel 14. 3 (Overleg). HOOFDSTUK DRIEHANDELSMAATREGELENAFDELING ABilaterale vrijwaringsmaatregelenArtikel 3. 1Toepassing van bilaterale vrijwaringsmaatregelen1. Indien, wegens de verlaging of afschaffing van een douanerecht ingevolge deze overeenkomst, goederen van oorsprong uit een partij naar het grondgebied van een andere partij in dermate toegenomen hoeveelheden, in absolute zin of in verhouding tot de interne productie, en onder zodanige voorwaarden worden ingevoerd dat de interne industrie die soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten vervaardigt, ernstige schade lijdt of dreigt te lijden, kan de partij van invoer in overeenstemming met de in deze afdeling vervatte voorwaarden en procedures maatregelen vaststellen als bedoeld in lid 2. 2. De partij van invoer kan een bilaterale vrijwaringsmaatregel treffen tot:a)opschorting van de in deze overeenkomst voorziene verdere verlaging van het douanerecht ter zake van het betrokken goed, ofb)verhoging van het douanerecht ter zake van het goed tot een niveau dat niet hoger ligt dan het laagste van de volgende rechten:i)het ter zake van het goed toegepaste meestbegunstigingsrecht dat van kracht is op het tijdstip waarop de maatregel wordt getroffen, ofii)het basisdouanerecht dat overeenkomstig lid 2 van artikel 2. 5 (Afschaffing van douanerechten) is vastgelegd in de lijsten in bijlage 2-A (Afschaffing van douanerechten). Artikel 3. 2Voorwaarden en beperkingen1. Een partij stelt de andere partij schriftelijk in kennis van de opening van een onderzoek als omschreven in lid 2, en overlegt met haar zo vroeg mogelijk vóór de toepassing van een bilaterale vrijwaringsmaatregel, teneinde de informatie die uit het onderzoek naar voren komt, te toetsen en standpunten over de maatregel uit te wisselen. 2. Een partij treft een bilaterale vrijwaringsmaatregel slechts nadat haar bevoegde autoriteiten een onderzoek hebben verricht in overeenstemming met artikel 3 en artikel 4, lid 2, onder c), van de in bijlage 1A bij de WTO-overeenkomst opgenomen Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen, hierna Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen genoemd, waartoe artikel 3 en artikel 4, lid 2, onder c), van de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen mutatis mutandis in de onderhavige overeenkomst worden opgenomen. 3. Bij het in lid 2 omschreven onderzoek voldoet een partij aan de vereisten van artikel 4, lid 2, onder a), van de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen, waartoe dat artikel mutatis mutandis in de onderhavige overeenkomst wordt opgenomen. 4. Elk van beide partijen waarborgt dat haar bevoegde autoriteiten dit onderzoek afsluiten binnen een jaar na de datum waarop het is geopend. 5. De partijen mogen een bilaterale vrijwaringsmaatregel slechts toepassen met inachtneming van de volgende beperkingen:a)de maatregel mag enkel worden toegepast voor zover en zo lang zij noodzakelijk is om ernstige schade te voorkomen of te herstellen en om aanpassing te vergemakkelijken;b)de maatregel mag niet langer dan twee jaar worden toegepast, maar deze periode kan met maximaal twee jaar worden verlengd indien de bevoegde autoriteiten van de partij van invoer overeenkomstig de in dit artikel gespecificeerde procedures vaststellen dat de maatregel noodzakelijk blijft om ernstige schade te voorkomen of te herstellen en aanpassing te vergemakkelijken, en er bewijs is dat de industrie zich aanpast, waarbij de totale toepassingsperiode van een vrijwaringsmaatregel, met inbegrip van de initiële toepassingsperiode en elke verlenging daarvan, niet langer mag zijn dan vier jaar, enc)na afloop van de overgangsperiode mag de maatregel enkel met instemming van de andere partij worden toegepast. 6. Wanneer een partij een bilaterale vrijwaringsmaatregel niet langer toepast, is het douanerecht het recht dat overeenkomstig de lijst van die partij in bijlage 2-A (Afschaffing van douanerechten) bij ontbreken van de maatregel van kracht zou zijn geweest. Artikel 3. 3Voorlopige maatregelenIn kritieke omstandigheden waarin uitstel moeilijk te herstellen schade zou veroorzaken, mag een partij een voorlopige bilaterale vrijwaringsmaatregel toepassen nadat voorlopig is vastgesteld dat er duidelijke bewijzen zijn voor een toename van de invoer van een goed van oorsprong uit de andere partij als gevolg van de verlaging of afschaffing van een douanerecht ingevolge deze overeenkomst, en dat dergelijke invoer ernstige schade veroorzaakt of dreigt te veroorzaken voor de interne industrie. De duur van een voorlopige maatregel mag niet meer bedragen dan 200 dagen, gedurende welke periode de partij aan de voorschriften van artikel 3. 2, leden 2 en 3, moet voldoen. De partij betaalt tariefverhogingen onverwijld terug indien het in artikel 3. 2, lid 2, omschreven onderzoek niet uitwijst dat de voorwaarden van artikel 3. 1 zijn vervuld. De duur van een voorlopige maatregel wordt gerekend als een deel van de in artikel 3. 2, lid 5, onder b), vastgelegde periode. Artikel 3. 4Compensatie1. Een partij die een bilaterale vrijwaringsmaatregel toepast, treedt in overleg met de andere partij, teneinde overeenstemming te bereiken over een passende compensatie in het kader van de liberalisering van de handel die de vorm heeft van concessies met in wezen gelijkwaardige gevolgen voor de handel of die gelijkwaardig is aan de bijkomende rechten die de vrijwaringsmaatregel naar verwachting met zich zal brengen. De partij biedt uiterlijk 30 dagen na de toepassing van de bilaterale vrijwaringsmaatregel gelegenheid voor dergelijk overleg. 2. Indien het overleg als bedoeld in lid 1 niet binnen 30 dagen na aanvang ervan leidt tot overeenstemming over een passende compensatie in het kader van de liberalisering van de handel, mag de partij wiens goederen voorwerp van de vrijwaringsmaatregel zijn, de toepassing opschorten van in wezen gelijkwaardige concessies aan de partij die de vrijwaringsmaatregel toepast. 3. Het in lid 2 bedoelde opschortingsrecht wordt niet uitgeoefend in de eerste 24 maanden waarin een bilaterale vrijwaringsmaatregel van kracht is, mits de vrijwaringsmaatregel in overeenstemming is met deze overeenkomst. Artikel 3. 5DefinitiesVoor de toepassing van deze afdeling:hebben ernstige schade en dreiging van ernstige schade dezelfde betekenis als in artikel 4, lid 1, onder a) en b), van de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen. Hiertoe worden de punten a) en b) van artikel 4, lid 1, mutatis mutandis in deze overeenkomst opgenomen, enwordt onder overgangsperiode verstaan een periode met betrekking tot een goed vanaf de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst tot 10 jaar na de datum waarop de tariefverlaging of -afschaffing voor het betrokken goed is voltooid. AFDELING BLandbouwvrijwaringsmaatregelenArtikel 3. 6Landbouwvrijwaringsmaatregelen1. Een maatregel in de vorm van een hoger invoerrecht op een landbouwproduct van oorsprong dat in de in bijlage 3 opgenomen lijst van een partij wordt vermeld, kan door die partij in overeenstemming met de leden 2 tot en met 8 worden toegepast, indien het totale invoervolume voor dat product in een jaar een drempelvolume als vastgelegd in haar lijst in bijlage 3 overstijgt. 2. Het in lid 1 bedoelde recht is niet hoger dan het laagste van de volgende tarieven: het gebruikelijke meestbegunstigingstarief, het meestbegunstigingstarief dat van kracht is op de datum die direct aan de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst voorafgaat, of het tarief dat in de lijst van een partij in bijlage 3 is vermeld. 3. De rechten die elk van beide partijen ingevolge lid 1 toepast, worden vastgesteld overeenkomstig de lijsten van elk van beide partijen in bijlage 3. 4. Geen van beide partijen mag met betrekking tot hetzelfde product tegelijkertijd een landbouwvrijwaringsmaatregel krachtens dit artikel en één van de volgende maatregelen toepassen of handhaven:a)een bilaterale vrijwaringsmaatregel overeenkomstig artikel 3. 1;b)een maatregel overeenkomstig artikel XIX van de GATT 1994 en de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen, ofc)een bijzondere vrijwaringsmaatregel op grond van artikel 5 van de Overeenkomst inzake de landbouw. 5. Een partij legt landbouwvrijwaringsmaatregelen op een transparante wijze ten uitvoer. Binnen 60 dagen na het opleggen van een landbouwvrijwaringsmaatregel stelt de partij die de maatregel toepast, de andere partij daarvan schriftelijk in kennis en verstrekt zij haar relevante data aangaande de maatregel. Indien de partij van uitvoer hier schriftelijk om verzoekt, plegen de partijen overleg over de toepassing van de maatregel. 6. De tenuitvoerlegging en de werking van dit artikel kunnen binnen het in artikel 2. 16 (Comité voor de handel in goederen) bedoelde Comité voor de handel in goederen voorwerp van discussie en onderzoek zijn. 7. Geen van beide partijen mag een landbouwvrijwaringsmaatregel ten aanzien van een landbouwproduct van oorsprong toepassen of handhaven indien:a)de periode die is omschreven in de landbouwvrijwaringsbepalingen van haar in bijlage 3 opgenomen lijst, is verstreken, ofb)de maatregel het contingentrecht verhoogt ter zake van een product waarvoor een tariefcontingent geldt als vermeld in aanhangsel 2-A-1 van haar in bijlage 2-A opgenomen lijst (Afschaffing van douanerechten). 8. Leveranties van de betrokken producten die onderweg waren op grond van een contract dat is afgesloten voordat het aanvullende recht op grond van de leden 1 tot en met 4 is ingevoerd, worden van dat recht vrijgesteld, met dien verstande dat die leveranties met het oog op toepassing van de bepalingen van lid 1 in het volgende jaar mogen worden gerekend tot het invoervolume van de betrokken producten in dat jaar. AFDELING CAlgemene vrijwaringsmaatregelenArtikel 3. 7Algemene vrijwaringsmaatregelen1. Elk van beide partijen behoudt haar rechten en verplichtingen ingevolge artikel XIX van de GATT 1994 en de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen. Tenzij in het onderhavige artikel anders is bepaald, verleent de onderhavige overeenkomst de partijen geen aanvullende rechten en legt hen geen aanvullende verplichtingen op met betrekking tot maatregelen getroffen op grond van artikel XIX van de GATT 1994 en de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen. 2. De partij die voornemens is vrijwaringsmaatregelen te treffen, geeft op verzoek van de andere partij en op voorwaarde dat deze daar aanmerkelijk belang bij heeft, onmiddellijk ad hoc schriftelijk kennis van alle relevante informatie over de opening van een vrijwaringsonderzoek, alsmede van de voorlopige en de definitieve resultaten van dat onderzoek. 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt een partij geacht aanmerkelijk belang te hebben wanneer zij, uitgedrukt in absoluut volume of waarde, in de meest recente periode van drie jaar tot de vijf grootste leveranciers van het ingevoerde goed behoorde. 4. Geen van beide partijen mag met betrekking tot hetzelfde goed tegelijkertijd:a)een bilaterale vrijwaringsmaatregel overeenkomstig artikel 3. 1 toepassen, enb)een maatregel als bedoeld in artikel XIX van de GATT 1994 en de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen toepassen. 5. Geen van beide partijen kan voor geschillen die in het kader van deze afdeling ontstaan, een beroep doen op hoofdstuk veertien (Beslechting van geschillen). AFDELING DAntidumpingrechten en compenserende rechtenArtikel 3. 8Algemene bepalingen1. Tenzij in dit hoofdstuk anders is bepaald, behouden de partijen hun rechten en verplichtingen ingevolge artikel VI van de GATT 1994, de in bijlage IA bij de WTO-overeenkomst opgenomen Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de GATT 1994, hierna Antidumpingovereenkomst genoemd, en de in bijlage 1A bij de WTO-overeenkomst opgenomen Overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen, hierna SCM-overeenkomst genoemd. 2. De partijen komen overeen dat bij gebruikmaking van antidumpingrechten en compenserende rechten de relevante WTO-voorschriften volledig moeten worden gerespecteerd en dat die rechten op een eerlijk en doorzichtig systeem moeten worden gebaseerd ten aanzien van procedures die van invloed zijn op goederen van oorsprong uit de andere partij. Hiertoe waarborgen de partijen dat onmiddellijk nadat voorlopige maatregelen zijn ingesteld en in elk geval vóór de uiteindelijke vaststelling ervan, de belangrijkste feiten en overwegingen die aan de beslissing tot toepassing van maatregelen ten grondslag liggen, volledig en duidelijk worden meegedeeld, onverminderd artikel 6. 5 van de Antidumpingovereenkomst en artikel 12. 4 van de SCM-overeenkomst. Informatie moet schriftelijk worden verstrekt, en er moet belanghebbenden voldoende tijd worden gelaten om hun opmerkingen in te dienen. 3. Teneinde de grootst mogelijke doelmatigheid bij antidumping- of antisubsidieonderzoeken te waarborgen, en in het bijzonder gelet op een adequaat recht van verweer, aanvaarden de partijen het gebruik van de Engelse taal voor documenten die in het kader van antidumping- of antisubsidieonderzoeken in het dossier worden opgenomen. Niets in dit lid belet Korea te verzoeken om een in het Koreaans geschreven verduidelijking, indien:a)de betekenis van de in het dossier opgenomen documenten door Korea's onderzoeksautoriteiten niet voldoende duidelijk wordt geacht voor het antidumping- of antisubsidieonderzoek, enb)het verzoek strikt beperkt is tot het deel dat niet voldoende duidelijk is voor het antidumping- of antisubsidieonderzoek. 4. Belanghebbenden krijgen, mits zulks het onderzoek niet onnodig vertraagt, de gelegenheid te worden gehoord opdat zij gedurende het antidumping- of antisubsidieonderzoek hun standpunt kenbaar kunnen maken. Artikel 3. 9Kennisgeving1. Nadat de bevoegde autoriteiten van een partij een naar behoren gestaafd verzoek tot instelling van antidumpingmaatregelen ter zake van invoer uit de andere partij hebben ontvangen, stelt die partij uiterlijk 15 dagen voor opening van een onderzoek de andere partij er schriftelijk van in kennis dat zij het verzoek heeft ontvangen. 2. Na ontvangst door de bevoegde autoriteiten van een partij van een naar behoren gestaafd verzoek tot instelling van compenserende maatregelen ter zake van invoer uit de andere partij, en alvorens een onderzoek te openen, stelt die partij de andere partij er schriftelijk van in kennis dat zij het verzoek heeft ontvangen, en biedt zij de andere partij gelegenheid haar bevoegde autoriteiten voor overleg over het verzoek te ontmoeten. Artikel 3. 10Algemene belangenDe partijen trachten rekening te houden met de algemene belangen alvorens antidumping- of compenserende maatregelen in te stellen. Artikel 3. 11Onderzoek na beëindiging van een maatregel naar aanleiding van een nieuw onderzoekDe partijen komen overeen om elk verzoek tot opening van een antidumpingonderzoek met betrekking tot een goed van oorsprong uit de andere partij ten aanzien waarvan antidumpingmaatregelen in de voorafgaande 12 maanden naar aanleiding van een nieuw onderzoek zijn beëindigd, met bijzondere aandacht te onderzoeken. Tenzij hierbij blijkt dat de omstandigheden zijn gewijzigd, vindt het antidumpingonderzoek niet plaats. Artikel 3. 12Cumulatieve beoordelingIndien invoer uit meer dan één land gelijktijdig voorwerp is van een antidumping- of antisubsidieonderzoek, gaat een partij bijzonder zorgvuldig na of het in het licht van de concurrentievoorwaarden tussen de ingevoerde goederen en die tussen de ingevoerde en de soortgelijke interne goederen passend is, de gevolgen van de invoer van de andere partij cumulatief te beoordelen. Artikel 3. 13De-minimisnorm voor nieuw onderzoek1. Een maatregel die ingevolge artikel 11 van de Antidumpingovereenkomst voorwerp van een nieuw onderzoek is, wordt beëindigd wanneer wordt vastgesteld dat de dumpingmarge die zich waarschijnlijk weer zal voordoen, lager is dan de de-minimisdrempel die in artikel 5. 8 van de Antidumpingovereenkomst is vastgelegd. 2. Indien individuele marges worden vastgesteld overeenkomstig artikel 9. 5 van de Antidumpingovereenkomst, wordt geen recht opgelegd aan de exporteurs of producenten in de partij van uitvoer voor wie op basis van de representatieve exportverkoop wordt vastgesteld dat de dumpingmarge lager is dan de de-minimisdrempel die is vastgelegd in artikel 5. 8 van de Antidumpingovereenkomst. Artikel 3. 14Regel van het laagste rechtIndien een partij besluit om een antidumping- of compenserend recht in te stellen, overschrijdt het bedrag van dit recht niet de dumping- of subsidiemarge, en is het lager dan die marge wanneer door een lager recht de schade voor de interne industrie kan worden opgeheven. Artikel 3. 15Beslechting van geschillenGeen van beide partijen kan voor geschillen die in het kader van deze afdeling ontstaan, een beroep doen op hoofdstuk veertien (Beslechting van geschillen). AFDELING EInstitutionele bepalingenArtikel 3. 16Werkgroep samenwerking bij handelsmaatregelen1. De Werkgroep samenwerking bij handelsmaatregelen, die is opgericht krachtens lid 1 van artikel 15. 3 (Werkgroepen), is een forum voor dialoog over samenwerking bij handelsmaatregelen. 2. De werkgroep heeft tot taak:a)de kennis van een partij over en diens inzicht in de wet- en regelgeving inzake handelsmaatregelen, het handelsbeleid en de handelspraktijken van de andere partij te vergroten;b)toezicht te houden op de tenuitvoerlegging van het bepaalde in dit hoofdstuk;c)de samenwerking te verbeteren tussen de voor aangelegenheden betreffende handelsmaatregelen verantwoordelijke autoriteiten van de partijen;d)de partijen een forum te bieden voor de uitwisseling van informatie over kwesties die verband houden met antidumpingmaatregelen, subsidies en compenserende maatregelen alsmede vrijwaringsmaatregelen;e)de partijen een forum te bieden voor het bespreken van andere relevante onderwerpen van wederzijds belang, waaronder:i)internationale kwesties die verband houden met handelsmaatregelen, met inbegrip van kwesties die verband houden met de onderhandelingen over WTO-regels in het kader van de Doha-ronde, enii)praktijken van de bevoegde autoriteiten van de partijen met betrekking tot antidumping- en antisubsidieonderzoeken zoals het hanteren van beschikbare feiten en verificatieprocedures, enf)samen te werken bij andere aangelegenheden ten aanzien waarvan de partijen het eens zijn dat zij samenwerking behoeven. 3. De werkgroep komt normaalgesproken jaarlijks bijeen en, indien noodzakelijk, kunnen op verzoek van een van de partijen aanvullende vergaderingen worden georganiseerd. HOOFDSTUK VIERTECHNISCHE HANDELSBELEMMERINGENArtikel 4. 1Bevestiging van de TBT-overeenkomstDe partijen bevestigen hun bestaande wederzijdse rechten en verplichtingen ingevolge de Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen, hierna TBT-overeenkomst genoemd, die zich bevindt in bijlage 1A bij de WTO-overeenkomst en mutatis mutandis in deze overeenkomst is opgenomen. Artikel 4. 2Toepassingsgebied en definities1. Dit hoofdstuk is van toepassing op het opstellen, het aannemen en de toepassing van normen, technische voorschriften en conformiteitsbeoordelingsprocedures zoals omschreven in de TBT-overeenkomst, die de handel in goederen tussen de partijen kunnen beïnvloeden. 2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 is dit hoofdstuk niet van toepassing op:a)technische specificaties die door overheidsorganen zijn opgesteld ter voorziening in de productie- of verbruiksbehoeften van die organen, ofb)sanitaire en fytosanitaire maatregelen zoals omschreven in bijlage A bij de Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen, hierna SPS-overeenkomst genoemd, die in bijlage 1A bij de WTO-overeenkomst is opgenomen. 3. Voor de toepassing van dit hoofdstuk gelden de definities van bijlage 1 bij de TBT-overeenkomst. Artikel 4. 3Samenwerking1. De partijen versterken hun samenwerking op het gebied van normen, technische voorschriften en conformiteitsbeoordelingsprocedures, teneinde het wederzijdse begrip van hun respectieve systemen te verbeteren en de toegang tot hun respectieve markten te vergemakkelijken. Hiertoe kunnen zij zowel op horizontaal als op sectorniveau dialogen over regelgeving tot stand brengen. 2. Bij hun bilaterale samenwerking streven de partijen ernaar om handelsbevorderende initiatieven in kaart te brengen, te ontwikkelen en te bevorderen die met name, doch niet uitsluitend, het volgende kunnen inhouden:a)versterking van de samenwerking op regelgevingsgebied door, bijvoorbeeld, de uitwisseling van informatie, ervaringen en gegevens alsmede door wetenschappelijke en technische samenwerking, teneinde de kwaliteit en het niveau van hun technische voorschriften te verbeteren en beter gebruik te maken van de beschikbare middelen op regelgevingsgebied;b)vereenvoudiging, in voorkomend geval, van technische voorschriften, normen en conformiteitsbeoordelingsprocedures;c)wanneer de partijen het hier over eens zijn in voorkomend geval, bijvoorbeeld wanneer er geen internationale norm bestaat, vermijden van onnodig uiteenlopende benaderingen van voorschriften en conformiteitsbeoordelingsprocedures, en ernaar streven dat technische vereisten kunnen convergeren of op elkaar kunnen worden afgestemd, end)bevordering en aanmoediging van bilaterale samenwerking tussen hun respectieve openbare of particuliere instellingen voor metrologie, normalisatie, beproeving, certificering en accreditatie. 3. Indien een partij voorstellen doet voor samenwerking in het kader van dit hoofdstuk, zal de andere partij deze desgevraagd naar behoren in overweging nemen. Artikel 4. 4Technische voorschriften1. De partijen komen overeen dat zij optimaal gebruik maken van goede regelgevingspraktijken als bedoeld in de TBT-overeenkomst. De partijen komen met name overeen:a)hun transparantieverplichtingen als aangegeven in de TBT-overeenkomst na te komen;b)relevante internationale normen te gebruiken als basis voor technische voorschriften, met inbegrip van conformiteitsbeoordelingsprocedures, tenzij dergelijke internationale normen ondoelmatig of ongeschikt zijn voor de verwezenlijking van de nagestreefde legitieme doelstellingen, en indien internationale normen niet als basis zijn gebruikt, aan de andere partij desgevraagd uit te leggen waarom dergelijke normen ondoelmatig of ongeschikt voor het nagestreefde doel zijn geacht;c)indien een partij een technisch voorschrift heeft vastgesteld of voornemens is vast te stellen, aan de andere partij desgevraagd beschikbare informatie over het doel, de rechtsgrondslag en de grondgedachte van het technische voorschrift te verstrekken;d)mechanismen vast te stellen voor het verstrekken van betere informatie over technische voorschriften (onder meer via een openbare website) aan de martkdeelnemers uit de andere partij, en in het bijzonder schriftelijke informatie te verstrekken alsmede, in voorkomend geval en voor zover beschikbaar, desgevraagd onverwijld aan de andere partij of de marktdeelnemers uit die partij schriftelijke aanwijzingen te verstrekken over de wijze waarop aan hun technische voorschriften kan worden voldaan;e)naar behoren rekening te houden met de standpunten van de andere partij indien een onderdeel van het proces voor de ontwikkeling van een technisch voorschrift aan een openbare raadpleging is onderworpen, en op de opmerkingen van de andere partij desgevraagd schriftelijk te antwoorden;f)indien overeenkomstig de TBT-overeenkomst kennisgevingen worden gedaan, te voorzien in een periode van ten minste 60 dagen na de kennisgeving, gedurende welke de andere partij schriftelijke opmerkingen over het voorstel kan indienen, eng)aan marktdeelnemers uit de andere partij tussen de bekendmaking van technische voorschriften en de inwerkingtreding ervan voldoende tijd voor aanpassing te laten, tenzij er zich dringende problemen inzake veiligheid, gezondheid, milieubescherming of nationale veiligheid voordoen of dreigen voor te doen, en, voor zover mogelijk, redelijke verzoeken tot verlenging van de termijn waarbinnen opmerkingen kunnen worden gemaakt, in overweging te nemen. 2. Elk van beide partijen waarborgt dat marktdeelenemers en andere belanghebbenden uit de andere partij aan elke formele openbare raadpleging inzake de ontwikkeling van technische voorschriften kunnen deelnemen, op voorwaarden die niet minder gunstig zijn dan die welke voor haar eigen natuurlijke of rechtspersonen gelden. 3. Elk van beide partijen streeft ernaar om technische voorschriften op haar gehele grondgebied op eenvormige wijze en consequent toe te passen. Indien Korea de EU in kennis stelt van een handelskwestie die lijkt voort te vloeien uit afwijkingen tussen de wet- en regelgevingen van de lidstaten van de Europese Unie, die Korea niet verenigbaar met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie acht, zal de EU alles in het werk stellen om tijdig aandacht aan deze kwestie te besteden. Artikel 4. 5Normen1. De partijen herbevestigen dat zij ingevolge artikel 4. 1 van de TBT-overeenkomst dienen te waarborgen dat hun normalisatie-instellingen de in bijlage 3 bij de TBT-overeenkomst opgenomen praktijkrichtlijn voor het opstellen, het aannemen en de toepassing van normen aanvaarden en naleven, en zij slaan tevens acht op de beginselen die sinds 1 januari 1995 zijn uiteengezet in de Besluiten en aanbevelingen van de WTO-Commissie technische handelsbelemmeringen, G/TBT/1/rev. 8, van 23 mei 2002, Afdeling IX (Besluit van de Commissie inzake de beginselen voor de ontwikkeling van internationale normen, richtsnoeren en aanbevelingen met betrekking tot de artikelen 2 en 5 en bijlage 3 [bij] de overeenkomst). 2. De partijen verbinden zich ertoe informatie uit te wisselen over:a)hun gebruik van normen in samenhang met technische voorschriften;b)hun normalisatieprocessen, en in hoeverre zij internationale normen als basis voor hun nationale en regionale normen gebruiken, enc)samenwerkingsovereenkomsten die door een van de partijen in het kader van normalisatie ten uitvoer worden gelegd, bijvoorbeeld wisselen zij informatie uit over normalisatiekwesties in het kader van vrijhandelsovereenkomsten met derden. Artikel 4. 6Conformiteitsbeoordeling en accreditatie1. De partijen erkennen dat er een brede verscheidenheid aan mechanismen bestaat die ervoor zorgen dat de resultaten van de op het grondgebied van de andere partij verrichte conformiteitsbeoordelingen gemakkelijker worden aanvaard, waaronder:a)overeenkomsten betreffende wederzijdse aanvaarding van de resultaten van conformiteitsbeoordelingen die specifieke technische voorschriften betreffen en door op het grondgebied van de andere partij gevestigde instanties zijn verricht;b)accreditatieprocedures voor het toelaten van conformiteitsbeoordelingsinstanties die op het grondgebied van de andere partij zijn gevestigd;c)aanwijzing van overheidswege van op het grondgebied van de andere partij gevestigde conformiteitsbeoordelingsinstanties;d)erkenning door een partij van de resultaten van op het grondgebied van de andere partij verrichte conformiteitsbeoordelingen;e)vrijwillige regelingen tussen conformiteitsbeoordelingsinstanties op het grondgebied van elk van beide partijen, enf)aanvaarding, door de partij van invoer, van een conformiteitsverklaring van een leverancier. 2. Gelet op met name deze aspecten verbinden de partijen zich ertoe:a)hun uitwisseling van informatie over deze en soortgelijke mechanismen te intensiveren, teneinde de aanvaarding van de resultaten van conformiteitsbeoordelingen te vergemakkelijken;b)informatie over conformiteitsbeoordelingsprocedures uit te wisselen, met name over de criteria die worden gehanteerd om voor specifieke producten passende conformiteitsbeoordelingsprocedures te kiezen;c)informatie uit te wisselen over het accreditatiebeleid, en te beoordelen hoe optimaal gebruik kan worden gemaakt van internationale accreditatienormen en van internationale overeenkomsten waarbij de accreditatie-instellingen van de partijen betrokken zijn, bijvoorbeeld met behulp van de mechanismen van de International Laboratory Accreditation Co-operation en het International Accreditation Forum, end)overeenkomstig artikel 5. 1. 2 van de TBT-overeenkomst conformiteitsbeoordelingsprocedures te verlangen die niet strikter zijn dan noodzakelijk is. 3. Principes en procedures die in verband met de ontwikkeling en de vaststelling van technische voorschriften in artikel 4. 4 zijn neergelegd om onnodige handelsbelemmeringen te vermijden en transparantie en non-discriminatie te waarborgen, zijn tevens op verplichte conformiteitsbeoordelingsprocedures van toepassing. Artikel 4. 7MarkttoezichtDe partijen wisselen van gedachten over markttoezicht en handhavend optreden. Artikel 4. 8Vergoedingen voor conformiteitsbeoordelingDe partijen herbevestigen dat zij ingevolge artikel 5. 2. 5 van de TBT-overeenkomst erop moeten toezien dat vergoedingen voor de verplichte conformiteitsbeoordeling van ingevoerde producten billijk zijn in vergelijking met de vergoedingen die voor de conformiteitsbeoordeling van soortgelijke producten van nationale oorsprong of van producten van oorsprong uit andere landen worden gevraagd, met inachtneming van de kosten van communicatie, vervoer en andere kosten die het gevolg zijn van het feit dat de bedrijfsruimten van de aanvrager en die van de conformiteitsbeoordelingsinstantie op verschillende plaatsen zijn gevestigd, en zij verbinden zich ertoe, dit beginsel op de door dit hoofdstuk bestreken gebieden toe te passen. Artikel 4. 9Merktekens en etikettering1. De partijen nemen nota van punt 1 van bijlage 1 bij de TBT-overeenkomst, waarin is vermeld dat een technisch voorschrift geheel of ten dele betrekking kan hebben op merktekens of etikettering, en zij zijn het erover eens dat voor zover hun technische voorschriften voorzien in verplichte merktekens of etikettering, zij de beginselen van artikel 2. 2 van de TBT-overeenkomst zullen eerbiedigen dat technische voorschriften niet worden opgesteld met het doel onnodige belemmeringen voor de internationale handel te creëren en dat zij evenmin tot het ontstaan van dergelijke belemmeringen mogen leiden, en dat die voorschriften niet meer beperkingen voor het handelsverkeer mogen inhouden dan nodig is om een legitiem doel te bereiken. 2. Met name komen de partijen overeen dat wanneer een partij merktekens of etikettering van producten verplicht stelt:a)deze partij ernaar zal streven om haar vereisten voor merktekens of etikettering tot een minimum te beperken, tenzij het gaat om merktekens of etikettering die voor consumenten of gebruikers van belang zijn. Indien etikettering voor andere, bijvoorbeeld fiscale doeleinden wordt vereist, wordt een dergelijk vereiste zodanig geformuleerd dat het de handel niet meer beperkt dan nodig is om een legitiem doel te bereiken;b)deze partij de vorm van de etiketten of de merktekens mag specificeren, maar in dit verband geen voorafgaande goedkeuring, registratie of certificering mag verlangen. Deze bepaling doet niet af aan het recht van de partij om voorafgaande goedkeuring te verlangen voor de specifieke informatie die in het licht van het geldende interne voorschrift op het etiket of het merkteken moet worden vermeld;c)deze partij, indien zij verlangt dat marktdeelnemers een uniek identificatienummer gebruiken, zo een nummer onverwijld en op niet-discriminerende grondslag aan de marktdeelnemers van de andere partij toekent;d)het deze partij vrij blijft staan om te verlangen dat de informatie op de merktekens of etiketten in een bepaalde taal wordt gesteld. Wanneer de partijen een internationaal nomenclatuursysteem hebben aanvaard, mag ook dit worden gebruikt. Het gelijktijdige gebruik van andere talen wordt niet verboden, op voorwaarde dat de informatie in de andere talen identiek aan die in de bepaalde taal is, of de informatie in de bijkomende taal niet misleidend is ten aanzien van het product, ene)deze partij ernaar streeft om, wanneer zij meent dat legitieme doelstellingen van de TBT-overeenkomst hierdoor niet in gevaar komen, niet-permanente of verwijderbare etiketten dan wel merktekens of etiketten in de begeleidende documentatie in plaats van op of aan het product zelf of aan het product verbonden te aanvaarden. Artikel 4. 10Coördinatiemechanisme1. De partijen komen overeen TBT-coördinatoren te benoemen en de andere partij naar behoren in kennis te stellen van eventuele wijzigingen terzake. De TBT-coördinatoren werken nauw samen om de tenuitvoerlegging van dit hoofdstuk en samenwerking tussen de partijen bij alle aangelegenheden die met dit hoofdstuk verband houden, te vergemakkelijken. 2. De coördinator heeft onder meer tot taak:a)toezicht te houden op de tenuitvoerlegging en het beheer van dit hoofdstuk, waarbij hij onverwijld een onderzoek instelt wanneer door een van de partijen een kwestie wordt voorgelegd in verband met het ontwikkelen, het vaststellen, de toepassing of de handhaving van normen, technische voorschriften en conformiteitsbeoordelingsprocedures, en op verzoek van een van beide partijen overleg pleegt over kwesties die met dit hoofdstuk verband houden;b)nauwer samen te werken bij de ontwikkeling en verbetering van normen, technische voorschriften en conformiteitsbeoordelingsprocedures;c)overeenkomstig artikel 4. 3 er in voorkomend geval voor zorg te dragen dat dialogen over regelgeving tot stand komen;d)ervoor te zorgen dat werkgroepen worden opgericht die met niet in overheidsdienst zijnde deskundigen en met belanghebbenden kunnen overleggen of waarvan dezen deel kunnen uitmaken, al naar gelang dat door beide partijen onderling is overeengekomen;e)informatie uit te wisselen over ontwikkelingen in niet-gouvernementele, regionale en multilaterale fora die verband houden met normen, technische voorschriften en conformiteitsbeoordelingsprocedures, enf)dit hoofdstuk in het licht van met de TBT-overeenkomst verband houdende ontwikkelingen te toetsen. 3. De coördinatoren communiceren met elkaar via een overeengekomen, voor het doelmatig en daadwerkelijk vervullen van hun taken geëigende methode. HOOFDSTUK VIJFSANITAIRE EN FYTOSANITAIRE MAATREGELENArtikel 5. 1Doel1. Het doel van dit hoofdstuk is om de negatieve gevolgen van sanitaire en fytosanitaire maatregelen voor de handel te beperken en tegelijkertijd het leven of de gezondheid van mens, dier of plant op de grondgebieden van de partijen te beschermen. 2. Voorts heeft dit hoofdstuk tot doel de samenwerking tussen de partijen op het gebied van vraagstukken van dierenwelzijn te versterken, waarbij acht wordt geslagen op diverse factoren, zoals de voorwaarden waaronder op het grondgebied van de partijen veehouderij kan worden bedreven. Artikel 5. 2ToepassingsgebiedDit hoofdstuk is van toepassing op alle sanitaire en fytosanitaire maatregelen van een partij die de handel tussen de partijen al dan niet rechtstreeks kunnen beïnvloeden. Artikel 5. 3DefinitieVoor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder sanitaire of fytosanitaire maatregel verstaan een maatregel als omschreven in punt 1 van bijlage A bij de SPS-overeenkomst. Artikel 5. 4Rechten en verplichtingenDe partijen bevestigen hun bestaande rechten en verplichtingen ingevolge de SPS-overeenkomst. Artikel 5. 5Transparantie en uitwisseling van informatieDe partijen:a)streven doorzichtigheid na op het gebied van sanitaire en fytosanitaire maatregelen die op de handel van toepassing zijn;b)verbeteren het wederzijdse begrip van de sanitaire en fytosanitaire maatregelen van elk van beide partijen en de toepassing ervan;c)wisselen informatie uit over aangelegenheden die verband houden met de ontwikkeling en de toepassing van sanitaire en fytosanitaire maatregelen die de handel tussen de partijen beïnvloeden of kunnen beïnvloeden, opdat de negatieve gevolgen ervan voor de handel zoveel mogelijk worden beperkt, end)delen op verzoek van een partij de op de invoer van specifieke producten toepasselijke voorschriften mede. Artikel 5. 6Internationale normenDe partijen:a)werken op verzoek van een partij samen voor de ontwikkeling van een gemeenschappelijke benadering van de toepassing van internationale normen op gebieden die de handel tussen hen beïnvloeden of kunnen beïnvloeden, teneinde de negatieve gevolgen op de handel tussen hen zoveel mogelijk te beperken, enb)werken samen aan de ontwikkeling van internationale normen, richtsnoeren en aanbevelingen. Artikel 5. 7Invoervereisten1. De algemene invoervereisten van een partij gelden voor het gehele grondgebied van de andere partij. 2. De partij van invoer mag jegens de gehele of een deel van de partij van uitvoer specifieke invoervereisten opleggen op basis van de vaststelling van de dier- of plantgezondheidsstatus in de partij van uitvoer of een deel daarvan, overeenkomstig de richtsnoeren en normen van de SPS-overeenkomst, de Codex Alimentarius Commissie, de Wereldorganisatie voor diergezondheid en het Internationaal Verdrag voor de Bescherming van Planten. Artikel 5. 8Maatregelen in verband met de gezondheid van planten en dieren1. De partijen aanvaarden het concept van ziekte- of plagenvrije gebieden en gebieden met een lage prevalentie van ziekten of plagen overeenkomstig de normen van de SPS-overeenkomst, de Wereldorganisatie voor diergezondheid alsmede het Internationaal Verdrag voor de Bescherming van Planten, en voeren een passende procedure in ter erkenning van die gebieden, waarbij met relevante internationale normen, richtsnoeren en aanbevelingen rekening wordt gehouden. 2. Bij de vaststelling van die gebieden wordt rekening gehouden met factoren als geografische ligging, ecosystemen, epidemiologisch toezicht en de doeltreffendheid van sanitaire of fytosanitaire controles in die gebieden. 3. Voor vaststelling van ziekte- of plagenvrije gebieden en gebieden met een lage prevalentie van ziekten of plagen, brengen de partijen een nauwe samenwerking tot stand om vertrouwen in de door elk van beide partijen voor die vaststelling gevolgde procedures te verkrijgen. Zij streven ernaar dit opbouwen van vertrouwen binnen ongeveer twee jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst te voltooien. De succesvolle voltooiing van de vertrouwen opbouwende samenwerking wordt door het in artikel 5. 10 bedoelde Comité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen bevestigd. 4. Bij de vaststelling van de desbetreffende gebieden baseert de partij van invoer haar eigen vaststelling van de veterinaire of plantgezondheidsstatus van de partij van uitvoer of gedeelten daarvan in beginsel op de door de partij van uitvoer overeenkomstig de normen van de SPS-overeenkomst, de Wereldorganisatie voor diergezondheid en het Internationaal Verdrag voor de Bescherming van Planten verstrekte informatie, en houdt zij rekening met de vaststelling die de partij van uitvoer heeft gedaan. Indien een partij in dit verband niet de door de andere partij gedane vaststelling aanvaardt, zet zij de redenen hiervoor uiteen en is zij bereid in overleg te treden. 5. De partij van uitvoer levert aan de partij van invoer het nodige bewijs dat de desbetreffende gebieden ziekte- of plagenvrij, respectievelijk gebieden met een lage prevalentie van ziekten of plagen zijn en dat waarschijnlijk ook blijven. Hiertoe wordt aan de partij van invoer desgevraagd redelijke toegang verleend voor inspectie, proeven en andere relevante procedures. Artikel 5. 9Samenwerking op het gebied van dierenwelzijnDe partijen:a)wisselen informatie, deskundigheid en ervaringen op het gebied van dierenwelzijn uit en stellen voor dergelijke activiteiten een werkprogramma vast, enb)werken voor de ontwikkeling van normen voor dierenwelzijn in internationale fora samen, met name op het gebied van het verdoven en slachten van dieren. Artikel 5. 10Comité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen1. Het Comité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen dat is opgericht overeenkomstig lid 1 van artikel 15. 2 (Gespecialiseerde comités) kan:a)de procedures of regelingen ontwikkelen die voor de tenuitvoerlegging van dit hoofdstuk nodig zijn;b)toezicht houden op de voortgang bij de tenuitvoerlegging van dit hoofdstuk;c)bevestigen dat de vertrouwen opbouwende werkzaamheden als bedoeld in artikel 5. 8, lid 3, zijn voltooid;d)procedures ontwikkelen voor de erkenning van inrichtingen voor producten van dierlijke oorsprong en, in voorkomend geval, van productielocaties voor producten van plantaardige oorsprong, ene)een forum bieden voor discussie over problemen die zich voordoen door de toepassing van bepaalde sanitaire of fytosanitaire maatregelen, teneinde wederzijds aanvaardbare alternatieven te formuleren. Op verzoek van een partij komt het comité in dit verband met spoed bijeen voor overleg. 2. De Commissie is samengesteld uit vertegenwoordigers van de partijen en komt eens per jaar op een onderling afgesproken datum bijeen. De plaats van vergadering wordt in onderling overleg bepaald. De agenda wordt vóór de vergadering overeengekomen. Het voorzitterschap wordt door de partijen beurtelings vervuld. Artikel 5. 11Beslechting van geschillenGeen van beide partijen kan voor geschillen die in het kader van dit hoofdstuk ontstaan, een beroep doen op hoofdstuk veertien (Beslechting van geschillen)HOOFDSTUK ZESDOUANE EN HANDELSBEVORDERINGArtikel 6. 1Doelstellingen en beginselenDe partijen komen, ter vergemakkelijking van de handel en ter bevordering van douanesamenwerking op een bilaterale en multilaterale basis, overeen om samen te werken en hun invoer-, uitvoer- en doorvoervoorschriften en -procedures voor goederen op basis van de volgende doelstellingen en beginselen vast te stellen en toe te passen:a)om te waarborgen dat invoer-, uitvoer- en doorvoervoorschriften en -procedures voor goederen efficiënt en evenredig zijn,i)worden door elk van beide partijen versnelde douaneprocedures vastgesteld of gehandhaafd, waarbij zij passende douanecontrole- en -selectieprocedures blijven toepassen;ii)zijn invoer-, uitvoer- en doorvoervereisten en -procedures in administratief opzicht niet omslachtiger en niet beperkender voor de handel dan nodig is om legitieme doelstellingen te bereiken;iii)zorgt elk van beide partijen ervoor dat goederen met een minimum aan documentatie kunnen worden ingeklaard, en dat elektronische systemen voor gebruikers toegankelijk zijn;iv)maakt elk van beide partijen gebruik van informatietechnologie die procedures voor het in het vrije verkeer brengen van goederen bespoedigt;v)waarborgt elk van beide partijen dat haar douaneautoriteiten en -instanties die met grenscontrole, met inbegrip van invoer-, uitvoer- en doorvoeraangelegenheden, zijn belast, samenwerken en hun werkzaamheden coördineren, envi)voorziet elk van beide partijen erin dat inschakeling van douane-expediteurs facultatief is;b)invoer-, uitvoer- en doorvoervoorschriften en -procedures worden gebaseerd op door de partijen aanvaarde internationale instrumenten en normen op het gebied van de handel en van douane:i)indien er op handels- en douanegebied internationale instrumenten en normen bestaan, vormen deze de basis voor invoer-, uitvoer- en doorvoervoorschriften en -procedures, tenzij die instrumenten en normen niet passend of doeltreffend voor het bereiken van de legitieme doelstellingen zijn, enii)voorschriften die betrekking hebben op data alsmede dataverwerkingsprocessen worden in toenemende mate in overeenstemming met het Customs Data Model en de bijbehorende aanbevelingen en richtsnoeren van de Werelddouaneorganisatie, hierna WDO genoemd, gebruikt en toegepast;c)voorschriften en procedures zijn voor importeurs, exporteurs en andere belanghebbenden transparant en voorspelbaar;d)elk van beide partijen treedt met vertegenwoordigers van de handelssector en andere belanghebbenden tijdig in overleg, onder meer over belangrijke nieuwe of gewijzigde voorschriften en procedures voordat deze worden vastgesteld;e)beginselen of procedures inzake risicobeheersing worden toegepast om handhavingsinspanningen te concentreren op transacties die speciale aandacht behoeven;f)elk van beide partijen verleent haar medewerking en wisselt informatie uit om eraan bij te dragen dat de handelsbevorderende maatregelen waarover in het kader van deze overeenkomst overeenstemming is bereikt, worden toegepast en nageleefd, eng)handelsbevorderende maatregelen ondermijnen niet het bereiken van legitieme beleidsdoelstellingen, zoals de bescherming van de nationale veiligheid, gezondheid en het milieu. Artikel 6. 2In het vrije verkeer brengen van goederen1. Elk van beide partijen stelt vereenvoudigde en doelmatige douane- en andere handelsgerelateerde voorschriften en procedures vast om de handel tussen de partijen te bevorderen. 2. Overeenkomstig het bepaalde in lid 1 draagt elk van beide partijen ervoor zorg dat haar douaneautoriteiten, grensdiensten en andere bevoegde autoriteiten toepassing geven aan voorschriften en procedures:a)die voorzien in de vrijgave van goederen binnen een tijdvak dat niet langer is dan vereist om te waarborgen dat aan haar douane- en andere handelsgerelateerde wetgeving en formaliteiten wordt voldaan. Elk van beide partijen werkt eraan de vrijgave van goederen verder te versnellen;b)die erin voorzien dat informatie vóór de fysieke aankomst van goederen elektronisch kan worden ingediend en vervolgens ook elektronisch kan worden verwerkt, zodat goederen bij aankomst in het vrije verkeer kunnen worden gebracht;c)waardoor importeurs goederen vrijgegeven kunnen krijgen vóór en onverminderd de definitieve vaststelling door haar douaneautoriteiten van de toepasselijke douanerechten, belastingen en heffingenEen partij mag een importeur verzoeken om voldoende garantie te stellen in de vorm van een zekerheid, een borgsom of een ander passend instrument, waardoor de uiteindelijke betaling van de douanerechten, heffingen en vergoedingen in verband met de invoer van de goederen is gewaarborgd. , end)waardoor goederen in het vrije verkeer kunnen worden gebracht op de plaats van aankomst, zonder tijdelijke verplaatsing naar entrepots of andere faciliteiten. Artikel 6. 3Vereenvoudigde douaneprocedureDe partijen streven ernaar voor handelaren of marktdeelnemers die aan specifieke, door een partij vastgestelde criteria voldoen, vereenvoudigde invoer- en uitvoerprocedures toe te passen waardoor in het bijzonder goederen sneller kunnen worden vrijgegeven en ingeklaard, met onder meer elektronische indiening en verwerking van informatie vóór de fysieke aankomst van zendingen, minder fysieke inspecties en bevordering van de handel door bijvoorbeeld vereenvoudigde aangiften met een minimum aan documentatie. Artikel 6. 4RisicobeheersingElk van beide partijen maakt, voor zover mogelijk langs elektronische weg, gebruik van risicobeheersingsystemen voor de risicoanalyse en -oriëntatie zodat haar douaneautoriteiten hun inspectiewerkzaamheden kunnen concentreren op goederen met een hoog risico, en de inklaring en het in het verkeer brengen van goederen met een laag risico worden vereenvoudigd. Elk van beide partijen zal voor haar risicobeheersingprocedures de herziene Overeenkomst inzake de vereenvoudiging en harmonisatie van douaneprocedures van 1999, hierna Overeenkomst van Kyoto genoemd, alsmede de WDO-richtsnoeren voor risicobeheersing, als uitgangspunt nemen. Artikel 6. 5Transparantie1. Elk van beide partijen waarborgt dat haar douane- en andere handelsgerelateerde wet- en regelgeving, haar algemene administratieve procedures en andere voorschriften, met inbegrip van die inzake vergoedingen en heffingen, voor alle belanghebbenden via een officieel aangewezen medium en waar haalbaar en mogelijk via een officiële website, gemakkelijk toegankelijk zijn. 2. Elk van beide partijen wijst een of meer onderzoeks- of informatiecentra aan of houdt deze in stand, waaraan belanghebbenden vragen over douane- en andere handelsgerelateerde aangelegenheden kunnen stellen. 3. Elk van beide partijen overlegt met en verstrekt informatie aan vertegenwoordigers van de handelssector en andere belanghebbenden. Dat overleg en deze informatie hebben betrekking op belangrijke nieuwe of gewijzigde voorschriften en procedures, waarbij vóórr de vaststelling hiervan de mogelijkheid tot het maken van opmerkingen wordt geboden. Artikel 6. 6Besluiten vooraf1. Op schriftelijk verzoek van handelaren brengt elk van beide partijen via haar douaneautoriteiten voorafgaand aan de invoer van een goed in haar grondgebied en overeenkomstig haar wet- en regelgeving, een schriftelijk besluit uit over de tariefindeling, de oorsprong of enige andere aangelegenheid als die haars inziens hiervoor in aanmerking komt. 2. Elk van beide partijen maakt haar besluiten vooraf inzake tariefindeling en enige andere aangelegenheid die haars inziens hiervoor in aanmerking komt, in overeenstemming met de vertrouwelijkheidsvereisten ingevolge haar wet- en regelgeving, bekend, bijvoorbeeld via internet. 3. Ter bevordering van de handel houden de partijen elkaar in hun bilaterale dialoog regelmatig op de hoogte van wijzigingen in hun respectieve wetgeving met betrekking tot de in de leden 1 en 2 bedoelde aangelegenheden. Artikel 6. 7Beroepsprocedures1. Elk van beide partijen waarborgt dat de betrokkenen ten aanzien waarvan door haar vaststellingen in douanezaken en andere invoer-, uitvoer- en doorvoervoorschriften en -procedures worden gedaan, tegen die vaststellingen bezwaar kunnen aantekenen of in beroep kunnen gaan. Een partij mag verlangen dat alvorens tegen een beslissing bij een hogere onafhankelijke instantie, bijvoorbeeld een rechterlijke autoriteit of een bestuursrechter beroep kan worden ingesteld, daartegen eerst bij dezelfde instelling, de toezichthoudende autoriteit daarvan of een rechterlijke autoriteit moet worden opgekomen. 2. De producent of exporteur kan, indien de autoriteit waarbij tegen de beslissing wordt opgekomen hem daarom verzoekt, informatie rechtstreeks verstrekken aan de partij waarin het administratieve bezwaar of beroep wordt behandeld. De producent of exporteur die de informatie verschaft, mag de partij waarin het administratieve bezwaar of beroep wordt behandeld, verzoeken die informatie overeenkomstig haar wet- en regelgeving vertrouwelijk te behandelen. Artikel 6. 8Vertrouwelijkheid1. Informatie die overeenkomstig dit hoofdstuk door personen of autoriteiten van een partij aan de autoriteiten van de andere partij is verstrekt, wordt, onder meer wanneer daarom krachtens artikel 6. 7 wordt verzocht, vertrouwelijk behandeld in overeenstemming met de in elk van beide partijen toepasselijke wet- en regelgeving. Zij valt onder de officiële geheimhoudingsplicht en wordt beschermd overeenkomstig de wet- en regelgeving voor dergelijke informatie op het grondgebied van de ontvangende partij. 2. Persoonsgegevens mogen uitsluitend worden doorgegeven indien de ontvangende partij zich ertoe verbindt deze te beschermen op een wijze die ten minste gelijkwaardig is aan de bescherming van dergelijke gegevens in de partij die de gegevens verstrekt. De persoon die de informatie verstrekt, stelt geen eisen die verder gaan dan die welke in zijn rechtsgebied gelden. 3. De in lid 1 bedoelde informatie wordt door de autoriteiten van de partij die deze heeft ontvangen, niet gebruikt voor andere doelen dan waarvoor zij is verstrekt, tenzij de persoon of de autoriteit die de informatie heeft verstrekt, hiervoor uitdrukkelijk toestemming heeft verleend. 4. Behoudens uitdrukkelijke toestemming van de persoon of de autoriteit die de in lid 1 bedoelde informatie heeft verstrekt, zal deze niet worden gepubliceerd of anderszins worden bekendgemaakt, tenzij zulks ingevolge de wet- en regelgeving van de partij die de informatie in verband met gerechtelijke procedures heeft ontvangen, verplicht of toegestaan is. De persoon of autoriteit die de informatie heeft verstrekt, wordt zo mogelijk vooraf van een dergelijke bekendmaking in kennis gesteld. 5. Indien een autoriteit van een partij overeenkomstig dit hoofdstuk om informatie verzoekt, deelt zij de personen tot wie het verzoek is gericht, mede dat die informatie in verband met gerechtelijke procedures mogelijk bekend zal worden gemaakt. 6. Tenzij anders overeengekomen met de persoon die de informatie heeft verstrekt, treft de verzoekende partij in voorkomend geval alle krachtens haar wet- en regelgeving mogelijke maatregelen om de informatie geheim te houden, en beschermt zij persoonsgegevens tegen verzoeken van derden of van andere autoriteiten om bekendmaking van die informatie. Artikel 6. 9Vergoedingen en heffingenMet betrekking tot alle in verband met in- of uitvoer opgelegde vergoedingen en heffingen, van welke aard ook, andere dan douanerechten en zaken die van de definitie van een douanerecht in artikel 2. 3 (Douanerechten) zijn uitgesloten, geldt het volgende:a)vergoedingen en heffingen worden enkel opgelegd ter zake van in verband met de betrokken in- of uitvoer verleende diensten of een met die in- of uitvoer verband houdende formaliteit waaraan moet worden voldaan;b)het bedrag van vergoedingen en heffingen gaat niet de geschatte kosten van de verleende dienst te boven;c)vergoedingen en heffingen worden niet op een ad-valoremgrondslag berekend;d)voor consulaire diensten worden geen vergoedingen en heffingen verlangd;e)de informatie over vergoedingen en heffingen wordt via een officieel aangewezen medium, en waar haalbaar en mogelijk via een officiële website, bekendgemaakt. Deze informatie omvat de reden voor de vergoeding of de heffing ter zake van de verleende dienst, de verantwoordelijke autoriteit, de vergoedingen en heffingen die zullen worden toegepast, en het tijdstip en de wijze waarop de betaling moet worden verricht, enf)nieuwe of gewijzigde vergoedingen en heffingen worden niet opgelegd totdat informatie overeenkomstig e) bekend is gemaakt en gemakkelijk beschikbaar is. Artikel 6. 10Inspectie vóór verzendingGeen der partijen zal inspecties of gelijkwaardige maatregelen vóór verzending verlangen. Artikel 6. 11Douanecontrole achterafElk van beide partijen zorgt ervoor dat handelaren kunnen verzoeken om douanecontrole achteraf. Het verzoek om douanecontrole achteraf mag voor handelaren geen ongegronde of ongerechtvaardigde eisen of lasten meebrengen. Artikel 6. 12DouanewaardeDe Overeenkomst inzake de douanewaarde wordt, zonder de voorbehouden en opties waarin in artikel 20 en de leden 2 tot en met 4 van bijlage III bij die Overeenkomst is voorzien, mutatis mutandis in deze overeenkomst opgenomen. Artikel 6. 13Douanesamenwerking1. De partijen breiden hun samenwerking op het gebied van douane en daarmee verband houdende aangelegenheden uit. 2. De partijen verbinden zich ertoe om handelsbevorderende acties op het gebied van douane te ontwikkelen, rekening houdend met het werk dat in dit verband door internationale organisaties wordt gedaan. Dit kan het testen van nieuwe douaneprocedures omvatten. 3. De partijen bevestigen hun verbintenis het legitieme goederenverkeer te bevorderen en expertise uit te wisselen over maatregelen ter verbetering van douanetechnieken en -procedures en over geautomatiseerde systemen, overeenkomstig het bepaalde in deze overeenkomst. 4. De partijen verbinden zich ertoe:a)de harmonisatie, in overeenstemming met internationale normen, van in de handel gebruikte documentatie en data-elementen te bevorderen, teneinde hun onderlinge handelsstromen in douaneaangelegenheden met betrekking tot de invoer, uitvoer en doorvoer van goederen te vergemakkelijken;b)de samenwerking tussen hun douanelaboratoria en wetenschappelijke diensten te intensiveren en aan de harmonisatie van de door douanelaboratoria gebruikte methoden te werken;c)douanepersoneel uit te wisselen;d)voor de ambtenaren die rechtstreeks met douaneprocedures te maken hebben, gezamenlijk opleidingsprogramma's op het gebied van met douane verband houdende aangelegenheden te organiseren;e)doeltreffende mechanismen voor communicatie met de handels- en zakenwereld te ontwikkelen;f)elkaar zoveel mogelijk bij te staan in zaken van tariefindeling, waardebepaling en vaststelling van de oorsprong voor preferentiële tariefbehandeling van ingevoerde goederen;g)een krachtige en doeltreffende handhaving van intellectuele-eigendomsrechten door de douaneautoriteiten bij invoer, uitvoer, wederuitvoer, doorvoer, overlading en andere douaneprocedures te stimuleren, met name waar het gaat om nagemaakte goederen, enh)de veiligheid van het vervoer per zeecontainer en van andere zendingen, ongeacht hun herkomst, die in het grondgebied van de partijen worden ingevoerd, op dat grondgebied worden overgeladen of via dat grondgebied worden doorgevoerd, te verbeteren zonder afbreuk te doen aan de bevordering van de handel. De partijen komen overeen dat de intensievere en ruimere samenwerking onder meer maar niet uitsluitend het volgende tot doel heeft:i)samen streven naar versterking van de douaneaspecten voor meer zekerheid in de logistieke keten in de internationale handel, enii)een zo groot mogelijke coördinatie van standpunten in multilaterale fora waar kwesties in verband met de veiligheid van containers op geëigende wijze naar voren worden gebracht en worden besproken. 5. De partijen erkennen dat technische samenwerking tussen hen fundamenteel is om naleving van de in deze overeenkomst opgenomen verbintenissen te vergemakkelijken en de handel in sterke mate te bevorderen. De partijen komen door middel van hun douaneautoriteiten overeen een programma voor technische samenwerking te ontwikkelen, waarbij zij de voorwaarden met betrekking tot het toepassingsgebied, het tijdschema en de kosten van samenwerkingsmaatregelen op douanegebied en daarmee verband houdende aangelegenheden onderling overeenkomen. 6. Voor het bevorderen van de handel relevante internationale initiatieven, die onder andere werkzaamheden in de WTO en de WDO kunnen omvatten, worden door de partijen via hun respectieve douaneautoriteiten en andere grensautoriteiten opnieuw onderzocht om uit te maken op welke gebieden nadere gezamenlijke actie de handel tussen de partijen en gezamenlijke multilaterale doelstellingen zou bevorderen. De partijen werken samen om in internationale organisaties op het gebied van douane en van handelsbevordering, met name in de WTO en de WDO, waar mogelijk gezamenlijke standpunten te formuleren. 7. De partijen verlenen elkaar bijstand bij de tenuitvoerlegging en de handhaving van dit hoofdstuk, het Protocol betreffende de definitie van producten van oorsprong en methoden van administratieve samenwerking, en hun respectieve douanewet- en regelgeving. Artikel 6. 14Wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken1. De partijen verlenen elkaar in douaneaangelegenheden administratieve bijstand overeenkomstig het bepaalde in het Protocol betreffende wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken. 2. Geen van beide partijen kan voor geschillen die door artikel 9. 1 van het Protocol betreffende wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken worden bestreken, een beroep doen op hoofdstuk veertien (Beslechting van geschillen) van deze overeenkomst. Artikel 6. 15Douanecontactcentra1. De partijen wisselen lijsten uit van contactcentra die zijn aangewezen voor aangelegenheden die zich in verband met dit hoofdstuk en het Protocol betreffende de definitie van producten van oorsprong en methoden van administratieve samenwerking voordoen. 2. De contactcentra streven ernaar operationele aangelegenheden die door dit hoofdstuk worden bestreken, door middel van overleg op te lossen. Indien een aangelegenheid niet door de contactcentra kan worden opgelost, wordt deze naar het in dit hoofdstuk bedoelde Douanecomité verwezen. Artikel 6. 16Douanecomité1. Het krachtens lid 1 van artikel 15. 2 (Gespecialiseerde comités) opgerichte Douanecomité waarborgt de goede werking van dit hoofdstuk en van het Protocol betreffende de definitie van producten van oorsprong en methoden van administratieve samenwerking, alsmede die van het Protocol betreffende wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken, en onderzoekt alle kwesties die zich naar aanleiding van de toepassing ervan voordoen. Het brengt over onder deze overeenkomst vallende aangelegenheden verslag uit aan het krachtens lid 1 van artikel 15. 1 (Handelscomité) opgerichte Handelscomité. 2. Het Douanecomité bestaat uit vertegenwoordigers van de douane en van andere autoriteiten van de partijen die bevoegd zijn ter zake van douaneaangelegenheden en handelsbevordering, het beheer van het Protocol betreffende de definitie van producten van oorsprong en methoden van administratieve samenwerking en het Protocol betreffende wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken. 3. Het Douanecomité stelt zijn reglement van orde vast en komt jaarlijks beurtelings bij een van de partijen bijeen. 4. Het Douanecomité komt op verzoek van een partij bijeen voor overleg en tracht eventuele meningsverschillen tussen de partijen in het kader van dit hoofdstuk, het Protocol betreffende de definitie van producten van oorsprong en methoden van administratieve samenwerking en het Protocol betreffende wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken op te lossen, met name op het gebied van handelsbevordering, tariefindeling, de oorsprong van goederen en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken, in het bijzonder in verband met de artikelen 7 en 8 van het Protocol betreffende wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken. 5. Het Douanecomité kan resoluties, aanbevelingen of adviezen formuleren die het noodzakelijk acht voor het bereiken van de gezamenlijke doelstellingen en de goede werking van de mechanismen die in dit hoofdstuk, het Protocol betreffende de definitie van producten van oorsprong en methoden van administratieve samenwerking alsmede het Protocol betreffende wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken zijn vastgelegd. HOOFDSTUK ZEVENHANDEL IN DIENSTEN, VESTIGING EN ELEKTRONISCHE HANDELAFDELING AAlgemene bepalingenArtikel 7. 1Doelstelling en toepassingsgebied1. De partijen herbevestigen hun respectieve rechten en verplichtingen ingevolge de WTO-overeenkomst, en leggen hierbij de noodzakelijke regels vast voor geleidelijke wederzijdse liberalisering van de handel in diensten, van het recht van vestiging en voor samenwerking op het gebied van elektronische handel. 2. Geen enkele bepaling van dit hoofdstuk kan zodanig worden uitgelegd dat zij een verplichting inhoudt met betrekking tot overheidsopdrachten. 3. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op door een partij verstrekte subsidies of toelagen, met inbegrip van leningen, garanties en verzekeringen die door de overheid worden gesteund. 4. Overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk behoudt elk van beide partijen het recht nieuwe regelingen op te stellen en in te voeren om legitieme beleidsdoelstellingen te bereiken. 5. Dit hoofdstuk is noch van toepassing op maatregelen betreffende natuurlijke personen die toegang tot de arbeidsmarkt van een partij zoeken, noch op maatregelen inzake staatsburgerschap, verblijf of werk op permanente basis. 6. Geen enkele bepaling van dit hoofdstuk belet een partij maatregelen toe te passen tot regeling van de toegang of het tijdelijke verblijf van natuurlijke personen op haar grondgebied, daarbij inbegrepen maatregelen die nodig zijn voor het beschermen van de integriteit van haar grenzen of voor het verzekeren van het ordelijke verkeer van natuurlijke personen over haar grenzen, maar deze maatregelen mogen niet zodanig worden toegepast dat de voordelen die de andere partij op grond van een specifieke verbintenis in dit hoofdstuk en de bijlagen erbij toekomen, daardoor worden teniet gedaan of uitgeholdHet feit alleen dat voor natuurlijke personen afkomstig uit bepaalde landen wel en voor die uit andere landen niet een visum vereist is, wordt niet geacht voordelen op grond van een specifieke verbintenis in dit hoofdstuk en de bijlagen erbij teniet te doen of uit te hollen. Artikel 7. 2DefinitiesVoor de toepassing van dit hoofdstuk geldt het volgende:a)onder maatregel wordt verstaan elke maatregel van een partij, in de vorm van een wet, regeling, voorschrift, procedure, besluit, administratieve handeling of in enige andere vorm;b)onder door een partij vastgestelde of gehandhaafde maatregelen worden verstaan maatregelen genomen door:i)centrale, regionale of lokale overheden en autoriteiten, enii)niet-gouvernementele organisaties bij de uitoefening van door centrale, regionale of lokale overheden of autoriteiten gedelegeerde bevoegdheden;c)onder persoon wordt verstaan een natuurlijke persoon of een rechtspersoon;d)onder natuurlijke persoon wordt verstaan een onderdaan van Korea of van een van de lidstaten van de Europese Unie volgens hun respectieve wetgeving;e)onder rechtspersoon wordt verstaan elke juridische eenheid, naar toepasselijk recht opgericht of anderszins georganiseerd, met winst- of andere oogmerken, ongeacht of zij eigendom van particulieren of van de overheid is, met inbegrip van alle vennootschappen, trusts, maatschappen, joint ventures, eenmanszaken of verenigingen;f)onder rechtspersoon uit een partij wordt verstaan:i)een rechtspersoon die overeenkomstig de wetgeving van een van de lidstaten van de Europese Unie respectievelijk Korea is opgericht, en die op het grondgebied waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn respectievelijk op dat van Korea zijn statutaire zetel, hoofdbestuurOnder hoofdbestuur wordt verstaan het hoofdkantoor waar de uiteindelijke besluitvorming plaatsvindt. of hoofdvestiging heeft. Wanneer de rechtspersoon op het grondgebied waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn of op dat van Korea alleen zijn statutaire zetel of hoofdbestuur heeft, wordt hij niet als rechtspersoon uit de Europese Unie respectievelijk Korea beschouwd, tenzij hij op het grondgebied waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn respectievelijk op dat van Korea omvangrijke zakelijke transacties verrichtOvereenkomstig haar aanmelding van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bij de WTO (doc. WT/REG39/1) is volgens de EU het begrip daadwerkelijke en voortdurende band met de economie van een lidstaat van de Europese Unie, dat is neergelegd in artikel 48 van het Verdrag, gelijkwaardig aan het begrip omvangrijke zakelijke transacties in artikel V, lid 6, van de GATS. Dienovereenkomstig zal de EU aan een rechtspersoon die overeenkomstig de wetgeving van Korea is opgericht en alleen zijn statutaire zetel of hoofdbestuur op het grondgebied van Korea heeft, de uit deze overeenkomst voortvloeiende voordelen enkel toekennen indien die rechtspersoon een daadwerkelijke en duurzame band met de economie van Korea heeft. , ofii)ingeval van vestiging als bedoeld in artikel 7. 9, onder a), een rechtspersoon die eigendom is van of voorwerp van zeggenschap door natuurlijke personen uit de EU respectievelijk Korea of een rechtspersoon uit de Europese Unie respectievelijk Korea als hiervoor onder i) bedoeld. Een rechtspersoon is:i)eigendom van personen uit de EU of Korea indien meer dan 50 procent van het aandelenkapitaal in het bezit is van personen uit de EU respectievelijk Korea die volledig over hun aandeel kunnen beschikken;ii)voorwerp van zeggenschap door personen uit de EU of Korea wanneer deze bevoegd zijn een meerderheid van zijn bestuurders te benoemen of de handelingen van de rechtspersoon anderszins te sturen;iii)met een andere persoon verbonden wanneer hij zeggenschap heeft over die persoon of die persoon over hem, of wanneer over zowel hemzelf als de andere persoon zeggenschap wordt uitgeoefend door een en dezelfde persoon;g)onverminderd het hiervoor onder f) bepaalde vallen buiten de EU of Korea gevestigde scheepvaartondernemingen waarover onderdanen van een lidstaat van de Europese Unie respectievelijk Korea zeggenschap hebben, tevens onder deze overeenkomst indien hun schepen overeenkomstig de respectieve wetgeving van die lidstaat of van Korea zijn geregistreerd en zij de vlag van een lidstaat van de Europese Unie of van Korea voerenDit punt is niet van toepassing op het recht van vestiging. ;h)onder overeenkomst inzake economische integratie wordt verstaan een overeenkomst waarbij de handel in diensten en het recht van vestiging conform de WTO-overeenkomst, met name de artikelen V en V bis van de GATS, aanzienlijk worden geliberaliseerd;i)onder reparatie en onderhoud van vliegtuigen worden verstaan alle werkzaamheden aan een uit de dienst genomen vliegtuig of een onderdeel daarvan, met uitzondering van het zogenaamde lijnonderhoud;j)onder diensten die verband houden met geautomatiseerde boekingssystemen wordt verstaan dienstverlening door middel van computersystemen die informatie bevatten over dienstregeling, beschikbaarheid, tarieven en tariefvoorwaarden van luchtvaartmaatschappijen, en met behulp waarvan boekingen kunnen worden gedaan of vervoerbewijzen kunnen worden uitgegeven;k)onder verkoop en marketing van luchtvervoerdiensten wordt verstaan de mogelijkheid voor de betrokken luchtvaartmaatschappij haar luchtvervoerdiensten vrij te verkopen en op de markt te brengen, met inbegrip van alle marketingaspecten zoals marktonderzoek, reclame en distributie. De tarifering van luchtvervoerdiensten en de daarop van toepassing zijnde voorwaarden vallen niet onder deze activiteiten, enl)onder dienstverlener wordt verstaan een persoon die een dienst verleent of aanbiedt, met inbegrip van personen die dit als investeerder doen. Artikel 7. 3Comité voor de handel in diensten en voor vestiging en elektronische handel1. Het krachtens lid 1 van artikel 15. 2 (Gespecialiseerde comités) opgerichte Comité voor de handel in diensten en voor vestiging en elektronische handel bestaat uit vertegenwoordigers van de partijen. De hoofdvertegenwoordiger van een partij in het Comité is een ambtenaar van de met de tenuitvoerlegging van dit hoofdstuk belaste autoriteit van die partij. 2. Het comité:a)houdt toezicht op en evalueert de tenuitvoerlegging van het bepaalde in dit hoofdstuk;b)onderzoekt kwesties met betrekking tot dit hoofdstuk die haar door een partij worden voorgelegd, enc)stelt de betrokken autoriteiten in de gelegenheid om in verband met artikel 7. 46 informatie over prudentiële maatregelen uit te wisselen. AFDELING BGrensoverschrijdende dienstverleningArtikel 7. 4Toepassingsgebied en definities1. Deze afdeling is van toepassing op maatregelen van de partijen die van invloed zijn op alle grensoverschrijdende dienstverlening met uitzondering van:a)audiovisuele dienstenDat audiovisuele diensten van het toepassingsgebied van deze afdeling zijn uitgesloten, doet geen afbreuk aan rechten en verplichtingen die uit het Protocol betreffende culturele samenwerking voortvloeien. ;b)nationale cabotage in het zeevervoer, enc)interne en internationale luchtvervoerdiensten, ongeacht of het gaat om lijndiensten of niet, en diensten die rechtstreeks verband houden met de uitoefening van verkeersrechten, andere dan:i)reparatie en onderhoud van vliegtuigen;ii)verkoop en marketing van luchtvervoerdiensten;iii)diensten die verband houden met geautomatiseerde boekingssystemen, eniv)andere aan luchtvervoerdiensten verwante diensten zoals grondafhandelingsdiensten, verhuur van luchtvaartuigen met bemanning en luchthavenbeheer. 2. Tot maatregelen die van invloed zijn op grensoverschrijdende dienstverlening behoren onder meer maatregelen die van invloed zijn op:a)de productie, distributie, marketing, verkoop en levering van een dienst;b)de aankoop, de betaling of het gebruik van een dienst;c)de met het verlenen van een dienst samenhangende toegang tot en gebruikmaking van netwerken of diensten waarvan de partijen eisen dat zij algemeen aan het publiek worden aangeboden, end)de aanwezigheid op het grondgebied van een partij van een dienstverlener uit de andere partij. 3. Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder:a)grensoverschrijdende dienstverlening: het verlenen van een dienst:i)vanaf het grondgebied van een partij op het grondgebied van de andere partij, enii)op het grondgebied van een partij ten behoeve van de gebruiker van de dienst uit de andere partij;b)diensten: alle diensten in elke sector behalve de bij de uitoefening van overheidsgezag verleende diensten, enc)een bij de uitoefening van overheidsgezag verleende dienst: elke dienst die noch op commerciële basis, noch in concurrentie met een of meer dienstverleners wordt verleend. Artikel 7. 5Markttoegang1. Ten aanzien van de markttoegang voor grensoverschrijdende dienstverlening behandelt elk van beide partijen diensten en dienstverleners uit de andere partij niet minder gunstig dan is voorzien in de voorwaarden en beperkingen die zijn overeengekomen en opgenomen in de in bijlage 7-A vermelde specifieke verbintenissen. 2.
10,423
https://stackoverflow.com/questions/20811908
StackExchange
Open Web
CC-By-SA
2,013
Stack Exchange
Arun P Johny, Rajarshi Sarkar, Ram, https://stackoverflow.com/users/114251, https://stackoverflow.com/users/2494157, https://stackoverflow.com/users/848164
Dutch
Spoken
197
507
How to get data from <li> elements by clicking I have a JQuery that records all the immediate parent lists in a cookie when a child list is clicked. Example - - Parent1 - Child1 - GrandChild1 - Grandchild2 - Grandchild3 - Child2 - Grandchild4 - Grandchild5 Clicking on Grandchild2 must record Parent1, Child1, Grandchild2 in a cookie. However my JQuery code fails to do so. JQuery Code - $(document).ready(function() { $('li').click(function() { var obj = $(this).parents('li').add(this); obj.css('color', 'red'); var obj1 = $(this).parents('li').data().add(this); var data = "data="; document.cookie = data+JSON.stringify(obj1); }); }); The 'data' cookie stores null and var obj1 = $(this).parents('li').data().add(this); throws Uncaught TypeError: Cannot call method 'add' of null. Where am I going wrong? Kindly help. You are misusing many things here. @dholakiyaankit >> sure, http://jsfiddle.net/rajarshi/447yE/4/ @BlackSheep >> Oh, I am new to JQuery. So, I need help. see http://jsfiddle.net/arunpjohny/8XU85/1/ @ArunPJohny >> Thanks. This is exactly what I needed. Can you make that an answer? I'll be glad to mark it as my accepted answer. Try $(document).ready(function () { $('li').click(function (e) { e.stopPropagation() var x = $(this).parents('li').add(this).map(function () { return $.trim(this.firstChild.nodeValue) }).get(); var data = "data="; document.cookie = data + x.join(); }); }); Demo: Fiddle
1,066
https://nl.wikipedia.org/wiki/Verbroken%20zegels
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Verbroken zegels
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Verbroken zegels&action=history
Dutch
Spoken
229
421
Verbroken zegels is een hoorspel van Rudolf Geel. De NCRV zond het uit op maandag 5 juli 1976, van 22:28 uur tot 23:00 uur. De regisseur was Johan Wolder. Rolbezetting Peter Aryans (Frits van der Schuyt, een archeoloog) Guus Hoes (Frits, zijn zoon) Hans Karsenbarg (Karel, zijn collega) Els Buitendijk (Lida, zijn vrouw) Frans Somers (voorzitter van de faculteit) Donald de Marcas (journalist) Inhoud Archeoloog Frits van der Schuyt, die net weer een eredoctoraat heeft gekregen, bekijkt – samen met zijn zoon – zijn leven en zijn loopbaan. Hij heeft zich veel moeten ontzeggen om zo ver te komen. Hij vertelt zijn zoon over de ontberingen die hij heeft geleden in het Dal der Koningen bij de opgravingen en over de plotselinge vondst en het even plotselinge sterven van zijn collega Karel, die als eerste de zegels van het graf had verbroken. Dan zegt zoon Peter: “In de publicaties over jouw vondst komen we de naam van Karel maar weinig tegen.” Er klinkt achterdocht in zijn stem. Plotseling legt hij een opschrijfboekje uit 1949 op tafel en leest eruit voor. Dan blijkt dat archeoloog Frits van der Schuyt zich heeft laten huldigen met de roem van een ander: Karel is de eigenlijke ontdekker van het graf. Het komt tot een fikse ruzie tussen vader en zoon, die uitmondt in het zoeken naar een nieuwe identiteit… Hoorspel van de NCRV
32,158
2013/62012CC0032/62012CC0032_NL.txt_1
Eurlex
Open Government
CC-By
2,013
None
None
Dutch
Spoken
6,715
12,139
62012CC0032 CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL J. KOKOTT van 28 februari 2013 ( 1 ) Zaak C‑32/12 Soledad Duarte Hueros tegen Autociba SAen Automóviles Citroen España SA [verzoek van de Juzgado de Primera Instancia nr. 2 de Badajoz (Spanje) om een prejudiciële beslissing] „Consumentenbescherming — Richtlijn 1999/44/EG — Artikel 3 — Rechten van consumenten bij gebreken — Gebrek van geringe betekenis — Uitsluiting van de ontbinding van de overeenkomst — Ambtshalve prijsvermindering” I – Inleiding 1. Het onderhavige prejudiciële verzoek betreft de uitlegging van richtlijn 1999/44/EG. ( 2 ) In wezen gaat het om de vraag of een rechter de koopprijs van een gebrekkig goed (in casu een cabriolet met een lekkend dak) ambtshalve moet verminderen, wanneer de geringe betekenis van het gebrek de ontbinding van de overeenkomst uitsluit, maar de gelaedeerde consument bij de rechter enkel ontbinding van de overeenkomst heeft gevorderd. 2. Deze prejudiciële verwijzing speelt tegen de achtergrond van het Spaanse burgerlijk procesrecht dat zich, volgens de verwijzende rechter, in het onderhavige geval verzet tegen een veroordeling tot betaling van het bedrag waarmee de koopprijs is verminderd. Bijgevolg moet het Hof zich buigen over de vraag, of in een dergelijke situatie richtlijn 1999/44 gebiedt dat de rechter ambtshalve optreedt. 3. Richtlijn 1999/44 is aldus voor de derde keer voorwerp van een prejudicieel verzoek. ( 3 ) In tegenstelling tot de twee andere zaken gaat het in het onderhavige geval evenwel niet om de omvang respectievelijk de draagwijdte van de rechten van de consument, maar om de handhaving ervan voor de rechter. II – Toepasselijke bepalingen A – Unierecht 4. Uit punt 1 van haar considerans blijkt dat richtlijn 1999/44 tot doel heeft een hoog niveau van consumentenbescherming te verwezenlijken. Dienovereenkomstig wordt in punt 5 van de considerans van deze richtlijn gesteld dat een gemeenschappelijke minimale regelgeving voor de consument dient te worden geschapen. In punt 24 van de considerans van de richtlijn valt te lezen dat de lidstaten op het door deze richtlijn bestreken gebied strengere voorschriften kunnen vaststellen of handhaven teneinde de consument een nog hoger beschermingsniveau te bieden. 5. Artikel 3 van de richtlijn bevat bepalingen met betrekking tot de rechten van de consument en luidt als volgt: „1.   De verkoper is jegens de consument aansprakelijk voor elk gebrek aan overeenstemming dat bestaat bij de aflevering van de goederen. 2.   In geval van gebrek aan overeenstemming, heeft de consument het recht dat de goederen kosteloos door herstelling of vervanging in overeenstemming worden gebracht, overeenkomstig lid 3, of dat de prijs op passende wijze wordt verminderd of dat de koopovereenkomst met betrekking tot deze goederen wordt ontbonden, overeenkomstig de leden 5 en 6. [...] 5.   De consument kan een passende prijsvermindering of de ontbinding van de koopovereenkomst verlangen: — indien hij geen aanspraak kan maken op herstelling of vervanging, of — indien de verkoper niet binnen een redelijke termijn tot genoegdoening is overgegaan, of — indien de verkoper niet zonder ernstige overlast voor de consument tot genoegdoening is overgegaan. 6.   Ontbinding van de overeenkomst kan niet worden verlangd indien het gebrek aan overeenstemming van geringe betekenis is.” 6. Artikel 8 van de richtlijn draagt het opschrift „Nationaal recht en minimum aan bescherming” en bepaalt in lid 2 ervan het volgende: „De lidstaten kunnen op het door deze richtlijn bestreken gebied strengere voorschriften vaststellen of handhaven voor zover deze met het Verdrag verenigbaar zijn, teneinde de consument een hogere graad van bescherming te verzekeren.” B – Nationaal recht 7. Spanje heeft richtlijn 1999/44 in nationaal recht omgezet bij wet 23/2003 van 10 juli 2003 betreffende de garanties bij de verkoop van consumptiegoederen (Ley 23/2003 de Garantías en la Venta de Bienes de Consumo ( 4 ); hierna: „wet 23/2003”). ( 5 ) 8. De artikelen 4 tot en met 8 van wet 23/2003 bevatten regelingen die overeenkomen met die van artikel 3 van richtlijn 1999/44. De met artikel 3, leden 5 en 6, van richtlijn 1999/44 overeenkomende regelingen inzake prijsvermindering en ontbinding van de koopovereenkomst zijn te vinden in artikel 7 van wet 23/2003. 9. De Ley de Enjuiciamiento Civil (Spaans wetboek van burgerlijke rechtsvordering; hierna: „LEC”) ( 6 ) bevat onder andere een regeling met betrekking tot het lijdelijkheidsbeginsel (artikel 216), bepalende dat de rechter de zaak beslist op grond van de feiten, bewijzen en vorderingen die de partijen hebben aangevoerd. In artikel 218 LEC is het samenhangsbeginsel verankerd en wordt bepaald dat het vonnis niet mag afwijken van de inhoud van de dagvaarding of van de overige vorderingen die de partijen in de loop van het geding naar voren hebben gebracht. 10. Artikel 400 LEC schrijft voor dat wanneer het in de dagvaarding gevorderde op verschillende feiten of gronden kan worden gebaseerd, deze in de dagvaarding moeten worden vermeld voor zover zij bij het indienen van de dagvaarding bekend zijn of kunnen worden aangevoerd. Deze feiten en gronden mogen niet pas in een later geding worden aangevoerd. Dit artikel bevat voorts regelingen met betrekking tot de kracht van gewijsde en bepaalt dat de feiten en gronden die in een later geding worden aangevoerd, geacht worden dezelfde te zijn als die welke in een eerder geding zijn aangevoerd, indien zij hierin hadden kunnen worden aangevoerd. III – Feiten en prejudiciële vraag 11. Soledad Duarte Hueros (hierna: „Duarte”) kocht in juli 2004 bij Autociba S.A. (hierna: „Autociba”) een auto van het merk Citroën voor een bedrag van 14320 EUR. Bij de auto ging het om een Citroën van het type C3 Pluriel 1.4i met een inklapbaar dak, waardoor het voertuig in een cabriolet kan worden veranderd. In augustus 2004 werd de auto aan Duarte geleverd en werd het voertuig geregistreerd. 12. Daarna moest de auto verschillende malen naar de garage, omdat het dak lekte. Ondanks verschillende pogingen tot reparatie ( 7 ) kon het euvel niet worden verholpen. Duarte vroeg daarom aanvankelijk om de levering van een nieuwe auto, hetgeen door Autociba werd geweigerd. Ten slotte stelde Duarte in maart 2011 tegen Autociba en de producent van de auto, Automóviles Citroen España, S.A. (hierna: „Citroen España”) een vordering in, strekkende tot ontbinding van de koopovereenkomst en terugbetaling van de koopprijs. 13. De verwijzende rechter zet uiteen dat de gevorderde ontbinding van de koopovereenkomst op grond van wet 23/2003 uitgesloten is vanwege de geringe betekenis van het gebrek. Duarte zou enkel recht hebben op vermindering van de koopprijs. Het Spaanse burgerlijk procesrecht zou zich evenwel verzetten tegen de toewijzing van deze vermindering, omdat Duarte enkel ontbinding van de koopovereenkomst en terugbetaling van de koopprijs heeft gevorderd en niet (op zijn minst subsidiair) vermindering van de koopprijs. Zij zou de vermindering ook niet in een later geding kunnen vorderen. Hieraan zou de regeling in de LEC inzake de kracht van gewijsde in de weg staan, waaronder ook alle vorderingen vallen die in een eerder geding hadden kunnen worden ingesteld, maar niet zijn ingesteld. 14. De Juzgado de Primera Instancia nr. 2 de Badajoz heeft daarom bij beslissing van 13 januari 2012, ingekomen bij de griffie van het Hof op 24 januari 2012, de handeling van de zaak geschorst en het Hof de volgende prejudiciële vraag voorgelegd: „Kan de rechter ambtshalve een redelijke prijsvermindering toewijzen wanneer een consument, ingeval een gebrek aan overeenstemming van een goed niet is verholpen omdat reparatie – hoewel verschillende keren hierom is verzocht – geen succes had, in het geding enkel ontbinding van de overeenkomst vordert, maar die vordering vanwege de geringe betekenis van het gebrek aan overeenstemming niet kan worden toegewezen?” 15. In de procedure voor het Hof hebben Autociba, de Commissie en de Spaanse regering schriftelijke opmerkingen ingediend en ter terechtzitting het woord gevoerd. Aan de schriftelijke procedure is bovendien deelgenomen door Duarte, de Franse, de Hongaarse en de Poolse regering. De Duitse regering heeft enkel ter terechtzitting opmerkingen gemaakt. IV – Juridische beoordeling A – Ontvankelijkheid 16. Met betrekking tot de ontvankelijkheid van het prejudiciële verzoek wijs ik erop dat ingevolge artikel 267 VWEU het Hof enkel bevoegd is om het Unierecht uit te leggen. De prejudiciële vraag strekt volgens haar bewoordingen evenwel niet tot uitlegging van het Unierecht, maar betreft veeleer in abstracte zin het vraagstuk of een nationale rechter ambtshalve een prijsvermindering mag toewijzen. 17. Gelet op de verdere uiteenzettingen in de verwijzingsbeslissing ben ik met de Spaanse en de Poolse regering van mening dat de prejudiciële vraag in die zin moet worden begrepen dat de verwijzende rechter wenst te vernemen of richtlijn 1999/44 aldus moet worden uitgelegd dat een rechter een prijsvermindering ambtshalve moet kunnen toewijzen, wanneer de consument deze niet heeft gevorderd in het geding, maar recht hierop heeft krachtens de richtlijn. In deze gewijzigde formulering is de prejudiciële vraag dan ook ontvankelijk. 18. Mijns inziens moet de prejudiciële vraag ook nog in een ander opzicht worden geherformuleerd: de verwijzende rechter wenst te vernemen of de richtlijn een ambtshalve prijsvermindering toelaat, dat wil zeggen of de rechter ambtshalve kan verminderen. Teneinde een nuttig antwoord te geven, moet evenwel veeleer worden nagegaan of de richtlijn een ambtshalve prijsvermindering vereist. Met andere woorden: moet de nationale rechter een prijsvermindering ambtshalve toewijzen? 19. Autociba, Citroën España en het Ministerio Fiscal ( 8 ) trekken de ontvankelijkheid van het prejudiciële verzoek bovendien in twijfel met het argument dat de Spaanse wetgever de richtlijn in het nationale recht heeft omgezet, zodat de onderhavige zaak enkel betrekking heeft op vragen van nationaal recht. Het Hof zou daarom niet bevoegd zijn tot uitlegging. 20. Deze redenering snijdt evenwel geen hout. Zij is in tegenspraak met het beginsel van de uniforme toepassing van het Unierecht. Het feit dat een richtlijn is omgezet in nationaal recht laat uiteraard onverlet dat de bepalingen waar het om gaat, uiteindelijk zijn gebaseerd op een Unierechtelijke regeling. Ter waarborging van de uniformiteit van het Unierecht is het voor de uitlegging van die bepalingen dus onverminderd doorslaggevend hoe de hieraan ten grondslag liggende richtlijn moet worden uitgelegd. Enkel het Hof is bevoegd voor de uitlegging van die richtlijn. Het verzoek om een prejudiciële beslissing is derhalve ook op dit punt ontvankelijk. 21. Autociba voert ten slotte aan dat de vordering tot prijsvermindering en ontbinding van de overeenkomst verjaard is en dat het verzoek om een prejudiciële beslissing daarom niet ontvankelijk is. Wanneer uit de richtlijn voortvloeiende rechten verjaren, wordt in beginsel bepaald door het nationale recht, dat hierbij evenwel in acht moet houden dat ingevolge artikel 5, lid 1, van de richtlijn de verjaringstermijn niet korter dan twee jaar mag zijn. Enkel de nationale rechter is bevoegd om na te gaan of deze termijn al dan niet is verstreken. Bovendien is het in het kader van een prejudicieel verzoek uitsluitend een zaak van de nationale rechter aan wie het geschil is voorgelegd en die de verantwoordelijkheid voor de te geven rechterlijke beslissing draagt om de noodzaak van een prejudiciële beslissing voor het wijzen van zijn vonnis te beoordelen. Wanneer de vragen betrekking hebben op de uitlegging van het Unierecht, is het Hof derhalve in beginsel verplicht daarop te antwoorden. ( 9 ) Aangezien de verwijzende rechter het Hof geen vraag heeft gesteld met betrekking tot de uitlegging van artikel 5, lid 1, van de richtlijn, blijft in het kader van het onderhavige prejudiciële verzoek de mogelijke verjaring van de rechten van Duarte buiten beschouwing en speelt zij geen rol voor de ontvankelijkheid van het prejudiciële verzoek. B – Uitlegging van richtlijn 1999/44 22. De verwijzende rechter wenst te vernemen of richtlijn 1999/44 vereist dat een rechterlijke instantie de koopprijs van een gebrekkig goed ambtshalve vermindert wanneer een consument in een geding enkel ontbinding van de overeenkomst heeft gevorderd, wat hij evenwel niet kan vorderen. 23. De prejudiciële vraag moet worden begrepen in het licht van de inrichting van het Spaanse burgerlijk procesrecht. Duarte heeft enkel ontbinding van de koopovereenkomst en terugbetaling van de volledige koopprijs gevorderd, welke vordering haar niet kon worden toegewezen vanwege de geringe betekenis van het gebrek (artikel 7, tweede volzin, van wet 23/2003, respectievelijk artikel 3, lid 6, van de richtlijn). Weliswaar staat het buiten kijf dat zij recht heeft op vermindering van de koopprijs (artikel 7, eerste volzin, van wet 23/2003, respectievelijk artikel 3, lid 5, van de richtlijn), maar een prijsvermindering heeft zij niet gevorderd in de dagvaarding. De verwijzende rechter zet uiteen dat het in het Spaanse recht geldende samenhangsbeginsel ( 10 ) hem belet om in plaats van ontbinding van de overeenkomst enkel prijsvermindering toe te wijzen. Hij zou namelijk zijn gebonden aan hetgeen de consument concreet heeft gevorderd. ( 11 ) Het Spaanse burgerlijk procesrecht zou zich tevens verzetten tegen een wijziging van het gevorderde. Ook een nieuwe rechtsvordering strekkende tot betaling van de prijsvermindering zou afstuiten op de kracht van gewijsde van het eerste geding (artikel 400 LEC). De verwijzende rechter vraagt zich daarom af of deze uitkomst verenigbaar is met richtlijn 1999/44. 24. Zoals de Spaanse regering terecht opmerkt, moeten bijgevolg twee vragen worden onderscheiden. In de eerste plaats: welke rechten kan Duarte aan de richtlijn ontlenen en, in de tweede plaats, hoe een bestaand recht processueel kan worden geëffectueerd. Nu het volgens de verwijzende rechter buiten kijf staat dat Duarte recht heeft op vermindering van de koopprijs en hij eveneens heeft geconstateerd dat het recht op ontbinding van de overeenkomst uitgesloten is, heeft de onderhavige zaak enkel betrekking op de tweede vraag: hoe kan Duarte haar recht in een gerechtelijke procedure geldend maken? 25. Zoals uit punt 1 van haar considerans blijkt, beoogt richtlijn 1999/44 een hoog niveau van consumentenbescherming. ( 12 ) De richtlijn verleent in artikel 3 dan ook talrijke rechten aan de consument ingeval er bij de aflevering van de goederen sprake is van een gebrek en dus van non-conformiteit. De richtlijn bevat evenwel geen regelingen met betrekking tot de uitoefening van deze rechten in een gerechtelijke procedure. ( 13 ) 26. Volgens vaste rechtspraak van het Hof is het, wanneer regelgeving van de Unie ter zake ontbreekt, een aangelegenheid van de interne rechtsorde van elke lidstaat om de procedureregels vast te stellen voor de rechtsvorderingen die dienen ter bescherming van de rechten die de justitiabelen aan richtlijn 1999/44 ontlenen. ( 14 ) De lidstaten moeten hierbij evenwel de beginselen van gelijkwaardigheid en doeltreffendheid in acht houden. ( 15 ) 27. Een verplichting om ambtshalve de prijs te verminderen komt derhalve, zoals de Franse regering uiteenzet, in het onderhavige geval enkel in aanmerking wanneer de mogelijkheid daartoe reeds in het nationale recht bestaat dan wel wanneer een dergelijke verplichting noodzakelijk is om de volle werking van het Unierecht te waarborgen. Aangezien het Spaanse burgerlijk procesrecht, zoals uit de verwijzingsbeslissing blijkt, geen ambtshalve vermindering kent, rijst de vraag of het in overeenstemming is met het gelijkwaardigheids‑ en het doeltreffendheidsbeginsel. 1. Waarborging van de beginselen van gelijkwaardigheid en doeltreffendheid 28. Het gelijkwaardigheidsbeginsel houdt in dat de concrete procedureregels voor aan het Unierecht ontleende rechten niet ongunstiger mogen zijn dan die voor soortgelijke nationale vorderingen. ( 16 ) Ik kan in het onderhavige geval geen schending van het gelijkwaardigheidsbeginsel ontdekken, aangezien de betrokken regelingen van het Spaanse burgerlijk procesrecht van toepassing zijn los van de vraag of het gevorderde een aan het Unierecht dan wel een aan het nationale recht ontleend recht betreft. 29. Het doeltreffendheidsbeginsel schrijft voor dat een nationale procedureregel de uitoefening van de aan het Unierecht ontleende rechten niet onmogelijk of uiterst moeilijk mag maken. ( 17 ) Hierbij moet rekening worden gehouden met de plaats van die bepaling in de gehele procedure, en het verloop en de bijzondere kenmerken van de procedure voor de verschillende nationale instanties ( 18 ), alsook, in voorkomend geval, met de beginselen die aan het nationale stelsel van rechtspraak ten grondslag liggen, zoals de bescherming van de rechten van verdediging, het rechtszekerheidsbeginsel en het goede verloop van de procedure. ( 19 ) 30. In deze samenhang moet om te beginnen in aanmerking worden genomen dat Duarte de vermindering van de koopprijs in beginsel in het kader van de gerechtelijke procedure had kunnen vorderen. ( 20 ) Ook bestond de mogelijkheid om de prijsvermindering subsidiair te vorderen, naast ontbinding van de koopovereenkomst. Desgevraagd heeft de Spaanse regering geantwoord dat een subsidiaire vordering geen nadeel, zoals hogere proceskosten, zou hebben opgeleverd voor Duarte. Bijgevolg wordt de uitoefening van haar aan de richtlijn ontleende rechten in een gerechtelijke procedure niet fundamenteel uitgesloten door het Spaanse burgerlijk procesrecht. Integendeel, iedere consument kan zich wat zijn rechten uit hoofde van de richtlijn betreft tot de rechter wenden, hetgeen betekent dat de uit de richtlijn voortvloeiende rechten kunnen worden uitgeoefend. 31. Ik ben evenwel van mening dat de inrichting van het Spaanse burgerlijk procesrecht de uitoefening van deze rechten uiterst moeilijk maakt. 32. Weliswaar kan in beginsel niet worden getornd aan het uitgangspunt dat de rechter gebonden is aan hetgeen door de eisende partij concreet wordt gevorderd. Dit veronderstelt dat de eisende partij de juiste vordering zal moeten instellen om in het geding het gewenste resultaat te bereiken. Deze regeling weerspiegelt het niet alleen in het Spaanse burgerlijk procesrecht maar ook in dat van vele andere lidstaten geldende lijdelijkheidsbeginsel, volgens hetwelk het primaat over het proces aan de partijen toekomt en elk initiatief in een proces enkel van hen kan uitgaan. Dit beginsel heeft tot doel de rechten van verdediging te beschermen en een goed verloop van de procedure te verzekeren, met name doordat vertraging, waartoe de beoordeling van nieuwe middelen leidt, wordt voorkomen. ( 21 ) Dat het lijdelijkheidsbeginsel niet haaks staat op het doeltreffendheidsbeginsel is door het Hof reeds verschillende keren bevestigd. ( 22 ) Bijgevolg mag in beginsel van een consument worden verwacht dat hij de hem toekomende rechten in rechte geldend maakt en in zoverre de juiste vordering instelt, indien nodig ook subsidiair. Dit geldt te meer wanneer, zoals in het onderhavige geval, vertegenwoordiging door een advocaat verplicht is. 33. Het Spaanse burgerlijk procesrecht is evenwel zodanig ingericht dat één enkele procedurefout, namelijk het instellen van een verkeerde vordering respectievelijk het nalaten van een subsidiaire vordering, tot gevolg heeft dat een beroep op een daadwerkelijk uit een richtlijn voortvloeiend recht voor altijd uitgesloten is. Deze uitkomst is, vooral gezien het feit dat de richtlijn een hoog niveau van consumentenbescherming beoogt, buitengewoon ingrijpend en rigoureus en lijkt mij, ook gelet op de met de betrokken regelingen nagestreefde doelstellingen, onevenredig. 34. In de eerste plaats hanteert het Spaanse recht namelijk, volgens de inlichtingen van de verwijzende rechter, wanneer het gaat om het lijdelijkheidsbeginsel, enerzijds een zeer nauwe opvatting door enkel en alleen uit te gaan van het concreet gevorderde. Wat anderzijds de kracht van gewijsde betreft, is evenwel sprake van een zeer ruime opvatting, volgens welke hieronder ook al die vorderingen vallen die de consument had kunnen instellen, en die dus in een nieuwe procedure uitgesloten zijn. Dit leidt tot een bovenmatige belasting van de consument. 35. In de tweede plaats gaan de regelingen verder dan nodig is om de hiermee nagestreefde doelstellingen te bereiken. De gebondenheid aan het concreet gevorderde beoogt de rechten van verdediging van de gedaagde te beschermen en bij te dragen aan de beslechting van het geding. Terwijl echter de rechten van de gedaagde ook nog in een latere fase van de procedure zouden kunnen worden beschermd, bijvoorbeeld door hem de mogelijkheid te bieden stelling te nemen tegen de wijziging van het gevorderde, is vanwege de zich hiertegen verzettende kracht van gewijsde bescherming van de rechten van de eiser later niet meer mogelijk. Het staat weliswaar buiten kijf dat de regelingen van de LEC bijdragen aan een voortvarende beslechting van het geding, maar in het onderhavige geval is helemaal geen sprake van een aanzienlijke vertraging van de procedure. De vraag van de vermindering betreft dezelfde feiten en partijen als de ontbinding van de overeenkomst, zodat kan worden uitgegaan van hetgeen reeds in het geding is aangevoerd. Het kleine – in het ergste geval – gevaar van vertraging van de procedure staat in geen enkele verhouding tot de drastische maatregel van volledige uitsluiting van de rechtsbeschermingsmogelijkheden van de consument. 36. Daar komt nog bij dat juist met betrekking tot feitelijke punten, zoals de vraag of een gebrek wel of niet gering van betekenis is, het slagen van een vordering vaak afhangt van de bewijslevering in het proces en vóór de aanvang ervan nog niet duidelijk is. Het onderhavige geval toont dit duidelijk aan: Duarte heeft de ontbinding van de overeenkomst gevorderd, omdat het gebrek in een deskundigenrapport als niet gering is gekwalificeerd. Bij de beoordeling van de feiten is de bevoegde rechter evenwel tot een andere slotsom gekomen. Om te voldoen aan de – zoals in de verwijzingsbeslissing geschetste – eisen van het Spaanse burgerlijk procesrecht zou een consument dus – op zijn minst ook subsidiair – altijd alle mogelijk in aanmerking komende vorderingen in de dagvaarding opnemen. Dat zou voor hem de enige manier zijn om ervoor te zorgen dat hij zijn met betrekking tot een concreet feitencomplex aan de richtlijn ontleende rechten ook daadwerkelijk kan uitoefenen, hoe het proces zich ook ontwikkelt. Gezien de dreigende gevolgen van het nalaten van een subsidiaire vordering maakt dit de uitoefening van de rechten uiterst moeilijk en is daarom in strijd met het doeltreffendheidsbeginsel. 2. Gevolgen van schending van het doeltreffendheidsbeginsel 37. Bijgevolg rijst de vraag hoe in casu recht kan worden gedaan aan het doeltreffendheidsbeginsel. Het Hof heeft reeds verklaard dat in geval van schending van het doeltreffendheidsbeginsel de verwijzende rechter de nationale bepalingen zoveel mogelijk aldus moet uitleggen dat zij bijdragen aan de verwezenlijking van het doel, een effectieve rechterlijke bescherming te waarborgen van de rechten die de justitiabelen aan het Unierecht ontlenen. ( 23 ) Is dit niet mogelijk, dan moet de nationale rechter de strijdige nationale regeling, dat wil zeggen in casu de in het geding zijnde nationale procesregels die strikte gebondenheid aan het in de dagvaarding gevorderde voorschrijven, op eigen gezag buiten toepassing laten. ( 24 ) 38. De verwijzende rechter dient dus na te gaan of door middel van de uitlegging van het nationale procesrecht wegen kunnen worden gevonden die het mogelijk maken de doeltreffende bescherming van de rechten van de consument te waarborgen en zijn aan de richtlijn ontleende recht in weerwil van zijn aanvankelijk onjuiste vordering toch nog uit te oefenen. 39. Hierbij mag evenwel de procedurele autonomie van de lidstaten niet uit het oog worden verloren. Met de aan de respectieve nationale regeling ten gronde liggende belangenafweging moet bij de uitlegging van het nationale recht rekening worden gehouden. De Spaanse procesrechtelijke bepaling beoogt onder andere de rechten van verdediging van de andere procespartij te beschermen en de definitieve beslechting van het geding te bevorderen. Het is daarom niet noodzakelijk dat een consument onbeperkte mogelijkheden heeft om zijn vordering naar believen te wijzigen of nieuwe vorderingen in te stellen. Dat zou in strijd zijn met de rechten van verdediging van de tegenpartij. Het is reeds voldoende wanneer de consument de mogelijkheid wordt geboden om ten minste één keer te kunnen reageren op mogelijke ontwikkelingen het proces, zoals de uitkomst van beoordeling van het bewijs. Op deze wijze komt ook de uiteindelijke beslechting van het geding niet in gevaar. 40. De verwijzende rechter geeft een ambtshalve vermindering van de koopprijs in overweging. Ongetwijfeld biedt dit de mogelijkheid de consument de uitoefening van zijn rechten te verzekeren. Dit zou evenwel ook een aanzienlijke beperking van het lijdelijkheidsbeginsel betekenen, een van de wezenlijke procesbeginselen van de lidstaten. Zou de eis van een concrete vordering worden losgelaten, dan zou de consument zich tijdens het geding passief kunnen opstellen en afwachten totdat de rechter hem toewijst waarop hij materieel recht heeft. Dit gaat verder dan nodig is voor de bescherming van de consument. 41. De richtlijn vereist namelijk niet dat de rechten die de consument aan artikel 3 kan ontlenen, hem zonder enig initiatief van zijn kant worden toegewezen. Zou dit de bedoeling zijn geweest, dan zouden in de richtlijn bepalingen hiertoe zijn opgenomen. Veeleer bepaalt de richtlijn in de eerste plaats, zoals de Poolse regering terecht opmerkt, dat de consument kan kiezen welke uit de richtlijn voortvloeiende rechten hij wenst uit te oefenen (zie artikel 3, leden 2 en 5, van de richtlijn). In de tweede plaats gaat de richtlijn ervan uit dat de consument voor de uitoefening van zijn rechten de gewone rechtsgang moet kunnen volgen (en dit ook daadwerkelijk moet doen, wanneer hij zijn rechten wil handhaven), in voorkomend geval zelfs onder de voorwaarde dat de consument bepaalde mededelingstermijnen in acht neemt. ( 25 ) Meer verlangt ook het vereiste van doeltreffende rechtsbescherming niet. ( 26 ) Dit vereist enkel dat de consument zijn rechten kan uitoefenen. Dit impliceert evenwel reeds dat hij zulks ook moet doen. De richtlijn kent derhalve geen algemene verplichting tot ambtshalve vermindering. 42. Een verplichting tot vermindering volgt ook niet uit de rechtspraak van het Hof met betrekking tot richtlijn 1993/13 ( 27 ), zoals door de Commissie in overweging gegeven. Anders dan de Commissie ben ik namelijk niet van mening dat deze rechtspraak op het onderhavige geval kan worden toegepast. 43. Weliswaar lijken de twee richtlijnen in zoverre op elkaar dat zij beide betrekking hebben op de bescherming van de consument in het rechtsverkeer en een hoog niveau van consumentenbescherming willen verwezenlijken. Aangezien zij evenwel niet dezelfde doelstellingen hebben, zijn zij niet zodanig vergelijkbaar dat de rechtspraak van het Hof inzake de richtlijn betreffende oneerlijke bedingen op de onderhavige zaak toepassing kan vinden. 44. Terwijl richtlijn 1993/13 namelijk de zwakkere positie van een consument bij het sluiten van een overeenkomst met een ondernemer beoogt te compenseren, heeft richtlijn 1999/44 betrekking op de nakoming van een reeds gesloten overeenkomst. Dit zijn twee zeer verschillende situaties. 45. De ongelijkheid tussen consument en verkoper bij het sluiten van een overeenkomst kan namelijk enkel worden opgeheven door ingrijpen van een derde. ( 28 ) Een consument kan in de regel niet beoordelen of een beding oneerlijk is. Zou men deze kennis van de consument verwachten en hem verplichten zich te beroepen op de nietigheid van het beding, dan zou dit de verwezenlijking van de doelstelling van de richtlijn in gevaar brengen. ( 29 ) 46. Daarenboven dienen ondernemers te worden afgeschrikt van het gebruik van oneerlijke bedingen. Deze afschrikkingsfunctie kan richtlijn 1993/13 enkel vervullen wanneer het voor een ondernemer niet meer „loont” om oneerlijke bedingen te gebruiken. Dit kan wederom enkel door het ingrijpen van een derde worden gewaarborgd. Zo niet, dan zou het voor een ondernemer gunstiger zijn om oneerlijke bedingen te gebruiken in de hoop dat de consument onwetend is van zijn uit de richtlijn betreffende oneerlijke bedingen voortvloeiende rechten en deze tijdens de procedure niet inroept, zodat het oneerlijke beding uiteindelijk toch in stand blijft. Zonder ingrijpen van een derde zou daarom het nuttig effect van richtlijn 1993/13 worden ondermijnd. 47. Wat richtlijn 1999/44 betreft liggen de kaarten evenwel anders. In de eerste plaats treft de afschrikwekkende werking van het ambtshalve ingrijpen bij de nakoming van de overeenkomst geen doel. In de meeste gevallen staat de tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst namelijk los van de wil van partijen, in het bijzonder wanneer de contractpartij niet de producent van het gekochte goed is en geen invloed heeft op de kwaliteit ervan, respectievelijk in de regel geen kennis heeft van verborgen gebreken. 48. Bovendien bevindt zich de consument mijns inziens bij de nakoming van de overeenkomst niet in een vergelijkbare zwakke positie. Of het gekochte goed de overeengekomen kwaliteit heeft, valt voor een consument namelijk – anders dan de oneerlijkheid van een beding – gemakkelijk te constateren. Dit blijkt ook uit het onderhavige geval, waarin het juist de consument is die zijn rechten in een procedure uitoefent. In de arresten ter zake van de richtlijn betreffende oneerlijke bedingen waren het in de regel de ondernemers die rechten uit hoofde van het gebruik van een oneerlijk beding inriepen. Een ambtshalve ingrijpen zou bijgevolg niet de bescherming van de consument versterken, maar hem juist een aanvullende handhavingsmogelijkheid bieden. Ook de rechtspraak met betrekking tot richtlijn 1993/13 leidt bijgevolg niet tot een verplichting krachtens richtlijn 1999/44 tot ambtshalve vermindering. 49. Daarom is het mijns inziens ter waarborging van het doeltreffendheidsbeginsel voldoende, wanneer het nationale procesrecht aldus kan worden uitgelegd en toegepast dat het de consument een instrument biedt om zijn rechten zelf uit te oefenen. In aanmerking hiervoor komt bijvoorbeeld de mogelijkheid van een wijziging van het petitum, in voorkomend geval na hierop door de bevoegde rechter te zijn gewezen, voor zover het nationale recht dit toelaat. 50. Ook in aanmerking komt een uitlegging van het petitum die inhoudt dat de vordering tot vermindering besloten ligt in de vordering tot ontbinding van de overeenkomst. Het gaat hierbij echter niet om de vraag of de materieelrechtelijke vordering tot vermindering krachtens artikel 3, lid 5, eerste liggend streepje, van de richtlijn deel uitmaakt van het recht op ontbinding van de overeenkomst krachtens artikel 3, lid 5, tweede liggend streepje, van de richtlijn. Dit zou een vraag van uitlegging van het Unierecht zijn die niet door de verwijzende rechter is gesteld. Waar het veeleer om gaat, is de vraag of de processuele vordering tot ontbinding van de overeenkomst tegelijkertijd – a majore ad minus – een vordering tot vermindering inhoudt. Of de processuele vordering in het licht van de richtlijn op die manier kan worden uitgelegd, moet worden beoordeeld door de nationale rechter, die als enige bevoegd is om het nationale recht uit te leggen. Volgens de Spaanse regering wijst evenwel niets erop dat het Spaanse procesrecht zich tegen een dergelijke uitlegging verzet. ( 30 ) Haars inziens moeten de respectieve bepalingen van de LEC aldus worden begrepen dat de vordering tot ontbinding van de overeenkomst ook de vermindering omvat. 51. Een andere mogelijkheid is om de nationale bepaling die betrekking heeft op de kracht van gewijsde, vergelijkbaar nauw of ruim uit te leggen als de gebondenheid aan het concreet gevorderde en het samenhangsbeginsel. 52. Mochten al deze mogelijkheden evenwel niet in aanmerking komen, dan kan als laatste middel worden gedacht aan een ambtshalve vermindering. De richtlijn verzet zich namelijk hoe dan ook niet tegen een dergelijke aanpak. Uit de punten 1 en 5 van de considerans ervan blijkt integendeel dat het door de richtlijn nagestreefde hoge niveau van consumentenbescherming enkel een minimumstandaard op het vlak van de consumentenrechten inhoudt. Ingevolge artikel 8, lid 2, van de richtlijn kunnen de lidstaten daarom strengere voorschriften vaststellen of handhaven teneinde de consument een nog hogere graad van bescherming te verzekeren. ( 31 ) Voor zover het nationale procesrecht dus een ambtshalve vermindering kent, respectievelijk een nationale rechter het interne recht op deze wijze toepast, zou dit met de richtlijn verenigbaar zijn. 53. Los van de door de nationale rechter gekozen aanpak moeten twee aspecten in aanmerking worden genomen. In de eerste plaats mag een dergelijke aanpak niet ingaan tegen de wil van de eisende partij. Het recht op doeltreffende rechtsbescherming houdt ook de bevoegdheid in om rechten juist niet uit te oefenen. Bijgevolg moet worden nagegaan wat de consument nu precies wil. In het onderhavige geval lijkt dit duidelijk, aangezien Duarte thans vermindering van de koopprijs wenst. In de tweede plaats mogen de rechten van verdediging van de tegenpartij niet uit het oog worden verloren. Zij moet dus in elk geval op zijn minst de gelegenheid hebben om haar standpunt nogmaals kenbaar te maken, respectievelijk zelf nog een vordering in te stellen. Voorlopige conclusie 54. Samenvattend kan worden vastgesteld dat de richtlijn geen verplichting tot ambtshalve vermindering bevat. De nationale rechter moet evenwel geschikte maatregelen nemen om de consument in staat te stellen een onjuist petitum te corrigeren, wanneer hij anders zijn uit de richtlijn voortvloeiende rechten in het geheel niet meer kan uitoefenen. Bij alle door de rechter te bepalen oplossingen moeten de rechten van verdediging van de andere partij worden gewaarborgd. C – Geringe betekenis van het gebrek 55. De verwijzende rechter heeft vastgesteld dat ontbinding van de overeenkomst uitgesloten is, omdat het gebrek aan het voertuig slechts gering van betekenis is. Deze vaststelling wordt door enkele van de deelnemers aan de procedure in twijfel getrokken. 56. De verwijzende rechter heeft evenwel niet gevraagd om uitlegging van artikel 3, lid 6, van de richtlijn, waarin het begrip „gebrek aan overeenstemming van geringe betekenis” is opgenomen. De waardering van de feiten en de beslissing welke vragen aan het Hof worden voorgelegd, staan uitsluitend aan de verwijzende rechter. 57. Aangezien de vraag wat een gebrek van geringe betekenis inhoudt, evenwel een vraag van uitlegging van het Unierecht is, neem ik niettemin de vrijheid om het volgende op te merken: het Hof heeft zich nog niet uitgesproken over de vraag wat onder het in artikel 3, lid 6, van de richtlijn opgenomen begrip „geringe betekenis” moet worden verstaan. Andere Europese rechterlijke instanties, in het bijzonder ook de hoogste rechters ( 32 ), hebben in gevallen die vergelijkbaar lijken, verklaard dat een lekkage niet als een gebrek van geringe betekenis is te beschouwen. ( 33 ) Dat de auto ondanks de lekkage nog steeds als vervoermiddel kan worden gebruikt, hetgeen door de verwijzende rechter in de verwijzingsbeslissing als motivering van zijn vaststelling wordt aangevoerd, heeft bij deze rechterlijke beslissingen geen rol gespeeld. Het zou daarom voor de eenheid van het Unierecht zinvol en ook voor de beslechting van het bij hem aanhangige geding ongetwijfeld bevorderlijk zijn geweest, wanneer de Juzgado de Primera Instancia nr. 2 de Badajoz het Hof tevens zou hebben verzocht om opheldering van het begrip „gebrek van geringe betekenis” en daarmee om uitlegging van artikel 3, lid 6, van richtlijn 1999/44. V – Conclusie 58. Concluderend geef ik het Hof in overweging de prejudiciële vraag te beantwoorden als volgt: „Richtlijn 1999/44 moet aldus worden uitgelegd dat een nationale rechter, wanneer een consument uitsluitend ontbinding van de overeenkomst vordert, maar deze vordering vanwege de geringe betekenis van het gebrek aan overeenstemming niet toewijsbaar is, een geschikte maatregel moet nemen om de consument in staat te stellen zijn uit de richtlijn voortvloeiende rechten uit te oefenen. Met welke processuele maatregel dit kan worden bereikt, is een aangelegenheid van nationaal recht. Hierbij moet evenwel rekening worden gehouden met de rechten van verdediging van de andere partij.” ( 1 ) Oorspronkelijke taal: Duits. ( 2 ) Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen (PB L 171, blz. 12; hierna: „richtlijn 1999/44” of „richtlijn”). ( 3 ) Zie met betrekking tot de andere twee prejudiciële verzoeken inzake richtlijn 1999/44 arresten van 16 juni 2011, Weber en Putz (C-65/09 en C-87/09, Jurispr. blz. I-5257), en 17 april 2008, Quelle (C-404/06, Jurispr. blz. I-2685). ( 4 ) Boletín Oficial del Estado (BOE) nr. 165 van 11 juli 2003, blz. 27160. ( 5 ) Deze regeling is weliswaar ingetrokken bij koninklijk wetsbesluit nr. 1/2007 van 16 november 2007 tot vaststelling van de herziene tekst van de algemene wet betreffende de bescherming van consumenten en gebruikers en overige aanvullende wetten (BOE nr. 287 van 30 november 2007, blz. 49181), maar is op het onderhavige geval van toepassing omdat de nieuwe regeling op 1 december 2007 in werking is getreden, dus na de aankoop van het betrokken voertuig. ( 6 ) Wet nr. 1/2000 van 7 januari 2000 (BOE nr. 7 van 8 januari 2000, blz. 575). ( 7 ) Uit de verwijzingsbeslissing valt op te maken dat de auto zich tussen november 2005 en juli 2008 ten minste vijf keer voor reparatie in de garage bevond. ( 8 ) Openbaar ministerie. ( 9 ) Arresten van 8 september 2010, Winner Wetten (C-409/06, Jurispr. blz. I-8015, punt 36), en 27 oktober 2009, ČEZ (C-115/08, Jurispr. blz. I-10265, punt 57 en aldaar aangehaalde rechtspraak). ( 10 ) Zie artikel 218 LEC. ( 11 ) Zie artikel 216 LEC. ( 12 ) Zie dienaangaande ook arrest Quelle (aangehaald in voetnoot 3, punt 36). ( 13 ) Zoals de Hongaarse regering terecht opmerkt, is dit niet het geval bij bijvoorbeeld richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (PB L 95, blz. 29), die in artikel 7, lid 1, uitdrukkelijk bepaalt dat de lidstaten erop toezien dat er doeltreffende en geschikte middelen bestaan om een eind te maken aan het gebruik van oneerlijke bedingen. ( 14 ) Zie arresten van 18 maart 2010, Alassini (C-317/08-C-320/08, Jurispr. blz. I-2213, punt 47); 15 april 2008, Impact (C-268/06, Jurispr. blz. I-2483, punt 44 en aldaar aangehaalde rechtspraak); 13 maart 2007, Unibet (C-432/05, Jurispr. blz. I-2271, punt 39); 26 oktober 2006, Mostaza Claro (C-168/05, Jurispr. blz. I-10421, punt 24), en 16 december 1976, Rewe (33/76, Jurispr. blz. 1989, punt 5), en arrest Comet (45/76, Jurispr. blz. I-2043, punt 13). ( 15 ) Zie arresten van 8 september 2011, Rosado Santana (C-177/10, Jurispr. blz. I-7907, punt 89); 6 oktober 2009, Asturcom Telecomunicaciones (C-40/08, Jurispr. blz. I-9579, punt 38); 7 juni 2007, Van der Weerd e.a. (C-222/05-C-225/05, Jurispr. blz. I-4233, punt 28); arrest Mostaza Claro (aangehaald in voetnoot 14, punt 24); arresten van 16 mei 2000, Preston e.a. (C-78/98, Jurispr. blz. I-3201, punt 31), en 14 december 1995, Van Schijndel en Van Veen (C-430/93 en C-431/93, Jurispr. blz. I-4705, punt 17). ( 16 ) Zie onder andere arresten Impact (aangehaald in voetnoot 14, punt 44) en Van der Weerd e.a. (aangehaald in voetnoot 15, punt 28); arrest van 14 december 1995, Peterbroeck (C-312/93, Jurispr. blz. I-4599, punt 12), en arrest Rewe (aangehaald in voetnoot 14, punt 5). ( 17 ) Zie arrest van Schijndel en Van Veen (aangehaald in voetnoot 15, punt 19). ( 18 ) Idem. ( 19 ) Zie arrest Asturcom Telecomunicaciones (aangehaald in voetnoot 15, punt 39); arrest van 3 september 2009, Fallimento Olimpiclub (C-2/08, Jurispr. blz. I-7501, punt 27), en arrest Peterbroeck (aangehaald in voetnoot 16, punt 14). ( 20 ) Zie in zoverre opnieuw artikel 216 LEC, dat bepaalt dat de rechter de zaak beslist op grond van de feiten, bewijzen en vorderingen die de partijen hebben aangevoerd. ( 21 ) Zie arrest van 17 december 2009, Martín Martín (C-227/08, Jurispr. blz. I-11939, punt 20); arresten Van der Weerd (aangehaald in voetnoot 15, punt 35) en Van Schijndel en Van Veen (aangehaald in voetnoot 15, punt 21). ( 22 ) Zie arresten Van der Weerd (aangehaald in voetnoot 15, punten 36 en 41) en Van Schijndel en Van Veen (aangehaald in voetnoot 15, punt 22). ( 23 ) Zie arresten Impact (aangehaald in voetnoot 14, punt 54) en Unibet (aangehaald in voetnoot 14, punt 44). ( 24 ) Zie arresten van 20 oktober 2011, Interedil (C-396/09, Jurispr. blz. I-9915, punt 38), en 5 oktober 2010, Elchinov (C-173/09, Jurispr. blz. I-8889, punt 31). ( 25 ) Zie artikel 5, lid 2, van richtlijn 1999/44, volgens hetwelk de lidstaten kunnen bepalen dat de consument zijn rechten niet kan uitoefenen dan wanneer hij de verkoper binnen een termijn van twee maanden na de datum waarop hij het gebrek aan overeenstemming heeft vastgesteld, hiervan op de hoogte heeft gebracht. ( 26 ) Zie in zoverre ook arresten van 15 april 2010, Fritz (C-215/08, Jurispr. blz. I-2497, punt 44), en 3 september 2009, Messner (C-489/07, Jurispr. blz. I-7315, punt 25), waarin het Hof heeft verklaard dat het beginsel van de bescherming van consumenten niet absoluut van aard is en de respectieve richtlijnen niet ertoe strekken de consument rechten te verlenen die meer omvatten dan hetgeen hij nodig heeft om naar behoren zijn herroepingsrecht te kunnen uitoefenen. ( 27 ) Aangehaald in voetnoot 13. ( 28 ) Zie arrest van 27 juni 2000, Océano Grupo Editorial S.A. (C-240/98-C-244/98, Jurispr. blz. I-4941, punten 27 en 29). ( 29 ) Zie arrest Océano Grupo Editorial S.A. (aangehaald in voetnoot 28, punt 26). ( 30 ) De Commissie heeft in haar opmerkingen eveneens dit standpunt ingenomen. Zij verwijst hierbij naar een arrest van het Spaanse Tribunal Supremo van 27 september 2011, STS 7744/2011, blz. 14 en 15, waarin deze rechterlijke instantie het in artikel 218 LEC opgenomen samenhangsbeginsel op basis van het beginsel iura novit curia zou hebben gemitigeerd. ( 31 ) Zie in die zin ook punt 24 van de considerans van de richtlijn. ( 32 ) Zie bijvoorbeeld arrest van de Duitse Bundesgerichtshof van 5 november 2008, VIII ZR 166/07. ( 33 ) Bij gebreke van voldoende inlichtingen over de precieze omvang van het gebrek aan de auto van Duarte kan op deze plaats niet worden nagegaan of de feiten van de diverse zaken ook echt vergelijkbaar zijn. Dit geldt evenwel niet voor de juridische argumentatie met betrekking tot de beoordeling van het gebrek.
24,363
https://nl.wikipedia.org/wiki/Antonij%20Johan%20ten%20Cate
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Antonij Johan ten Cate
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Antonij Johan ten Cate&action=history
Dutch
Spoken
137
273
Antonij Johan ten Cate (Delden, 10 augustus 1822 − aldaar, 17 december 1886) was een Nederlands burgemeester. Biografie Ten Cate was een zoon van Hendrik ten Cate en Maria ter List of Elbert. Hij trouwde in 1871 met Gerharda barones Sloet tot Westerholt (1831-1918), telg uit het oud-adellijke geslacht Sloet, uit welk huwelijk geen kinderen werden geboren. In 1852 werd hij benoemd tot burgemeester van Blokzijl (tot 1859), in 1859 van Stad Vollenhove en Ambt Vollenhove (tot 1885) en in 1885 tot burgemeester van Stad Delden en Ambt Delden. Het laatste ambt bekleedde hij tot zijn overlijden. A.J. ten Cate overleed in die laatste gemeente in 1886, op 64-jarige leeftijd. Zijn weduwe overleefde hem meer dan dertig jaar. Burgemeester van Blokzijl Burgemeester van Stad Vollenhove Burgemeester van Ambt Vollenhove Burgemeester van Stad Delden Burgemeester van Ambt Delden
12,532
https://nl.wikipedia.org/wiki/Dineutus%20varians
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Dineutus varians
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Dineutus varians&action=history
Dutch
Spoken
28
52
Dineutus varians is een keversoort uit de familie van schrijvertjes (Gyrinidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1833 door Dejean. Schrijvertjes
42,965
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kanton%20Vimoutiers
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Kanton Vimoutiers
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Kanton Vimoutiers&action=history
Dutch
Spoken
138
379
Vimoutiers is een kanton van het Franse departement Orne. Het kanton maakte deel uit van het arrondissement Argentan, maar werd op 1 januari 2017 overgeheveld naar het arrondissement Mortagne-au-Perche, bij toepassing van het arrest van 20 december 2016. Gemeenten Het kanton Vimoutiers omvatte tot 2014 de volgende gemeenten: Aubry-le-Panthou Avernes-Saint-Gourgon Le Bosc-Renoult Camembert Canapville Les Champeaux Champosoult Crouttes Fresnay-le-Samson Guerquesalles Orville Pontchardon Le Renouard Roiville Saint-Aubin-de-Bonneval Saint-Germain-d'Aunay Le Sap Ticheville Vimoutiers (hoofdplaats) Bij de herindeling van de kantons door het decreet van 25 februari 2014, met uitwerking op 22 maart 2015 werden de 14 gemeenten van het kanton Gacé eraan toegevoegd, namelijk: Chaumont Cisai-Saint-Aubin Coulmer Croisilles La Fresnaie-Fayel Gacé Mardilly Ménil-Hubert-en-Exmes Neuville-sur-Touques Orgères Résenlieu Saint-Evroult-de-Montfort Le Sap-André La Trinité-des-Laitiers Op 1 januari 2016 werden de gemeenten Orville en Le Sap samengevoegd tot de fusiegemeente (commune nouvelle) Sap-en-Auge. Vimoutiers
5,082
https://stackoverflow.com/questions/11073151
StackExchange
Open Web
CC-By-SA
2,012
Stack Exchange
Basic, Iain Holder, S2S2, akjoshi, https://stackoverflow.com/users/1122, https://stackoverflow.com/users/156755, https://stackoverflow.com/users/45382, https://stackoverflow.com/users/885920
Dutch
Spoken
588
868
Why System.Windows.Automation.Peers.AutomationPeer.GetPattern() method does not use Generics? The GetPattern() method implementation of WPF UI Automation system is implemented taking the enum parameter PatternInterface and we normally use it in the following way: //Code with original implementation ButtonAutomationPeer buttonPeer = new ButtonAutomationPeer(button1); IInvokeProvider provider = (IInvokeProvider)buttonPeer.GetPattern(PatternInterface.Invoke); //Line in Question //To invoke the click event of button we then use the following code: provider.Invoke(); From the above code, it seems that the line with comment Line in Question is not strongly typed, we need to cast the return from GetPattern() method to the required interface and then use it to invoke the specific UI automations. Question is: Would it not have been better if the implementation of the GetPattern() method in WPF was done using already present Generics in .Net Framework as below: public T GetPattern<T>; where, I would then pass the required interface pattern name while calling the GetPattern<T> method and get that interface instance strongly typed and would also not need a cast. What thought has Microsoft given in the original implementation of GetPattern() method requiring an enum? Would using enums in the method parameters not break the maintainability of the GetPattern() original implementation. I would say that when a new Control interface pattern is needed to be supported, that pattern interface's enum value would need to be added to the enum parameter named PatternInterface I suppose it is easier and better to call the method and get the interface pattern using the below new code that uses calling the Generic implementation: //Code with New Generics based implementation ButtonAutomationPeer buttonPeer = new ButtonAutomationPeer(button1); IInvokeProvider provider = buttonPeer.GetPattern<IInvokeProvider>(); //Line in Question //To invoke the click event of button we then use the following code: provider.Invoke(); We can't tell you why Microsoft made a certain design decision - You should ask on the appropriate forum and see if you get a reply @Basic in case you can't tell it, keep away from the question and dont vote to close it, because there are many other people on this site who might very well know the answer to the question and have more suggestions as well in terms of the pros and cons of the implementation, and this question is not asking why Microsoft had implemented this way; rather it asks whether another way to present the method would have benefited the programming world and how.. @CSharpVJ If someone can exactly answer your question then that will be great, but in case you don't get an answer or question is closed, then I would suggest you to post this idea on MS Coneect, that is the only place you can get a good answer to this question. This is another example of people being far too keen to close questions. I think it's a perfectly good question. I wish people would stop being holier-than-thou. It is for the usual reason: they didn't have a time machine. Visible from the "History" annotations in the source code files available from the Reference Source, work on the UI Automation classes started around June 2003 with evidence that it got derived from earlier work. Generics didn't become available until 2005. From dd/wpf/src/UIAutomation/UIAutomationTypes/System/Windows/AutomationPattern.cs: // History: // 06/02/2003 : BrendanM Ported to WCP Which was very likely Brendan McKeon. No decent guess at what "WCP" might have meant. I suppose then this API's signature can't be changed now, doing that will cause a compatibility issue (or can it be changed?)..And this may be largely becoz this feature may not have been tested much and code reviewed much..
25,037
https://nl.wikipedia.org/wiki/Cloeodes%20penai
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Cloeodes penai
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Cloeodes penai&action=history
Dutch
Spoken
41
67
Cloeodes penai is een haft uit de familie Baetidae. De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1980 door Morihara & Edmunds. De soort komt voor in het Neotropisch gebied. Baetidae Dier uit het Neotropisch gebied
675
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sioldengan
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Sioldengan
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Sioldengan&action=history
Dutch
Spoken
23
61
Sioldengan is een bestuurslaag in het regentschap Labuhan Batu van de provincie Noord-Sumatra, Indonesië. Sioldengan telt 8914 inwoners (volkstelling 2010). Plaats in Noord-Sumatra
24,479
2016/32016D0716/32016D0716_NL.txt_1
Eurlex
Open Government
CC-By
2,016
None
None
Dutch
Spoken
425
892
L_2016125NL.01002401.xml 13.5.2016    NL Publicatieblad van de Europese Unie L 125/24 UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/716 VAN DE COMMISSIE van 11 mei 2016 tot intrekking van Uitvoeringsbesluit 2012/733/EU tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad voor wat betreft het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk, en een nieuwe opzet van Eures (Kennisgeving geschied onder nummer C(2016) 2772) (Voor de EER relevante tekst) DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie (1), en met name artikel 38, Overwegende hetgeen volgt: (1) Verordening (EU) 2016/589 van het Europees Parlement en de Raad (2) vervangt het regelgevend kader betreffende Eures, als vervat in hoofdstuk II van Verordening (EU) nr. 492/2011. (2) Uitvoeringsbesluit 2012/733/EU van de Commissie (3) bevat nadere bepalingen over het functioneren van het Europees netwerk van diensten voor arbeidsvoorziening („het Eures-netwerk”, in het bijzonder voor wat betreft het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk. (3) Verordening (EU) 2016/589 bevat nieuwe regels voor het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk en geeft een nieuwe opzet aan het Eures-netwerk door alle aspecten die in Uitvoeringsbesluit 2012/733/EU aan bod komen, te integreren. (4) Omwille van de rechtszekerheid en de duidelijkheid moet Uitvoeringsbesluit 2012/733/EU daarom uiterlijk op de datum waarop Verordening (EU) 2016/589 in werking treedt, worden ingetrokken, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 Uitvoeringsbesluit 2012/733/EU wordt ingetrokken met ingang van 12 mei 2016, de datum van inwerkingtreding van Verordening (EU) 2016/589. Artikel 2 Dit besluit is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, 11 mei 2016. Voor de Commissie Marianne THYSSEN Lid van de Commissie (1)  PB L 141 van 27.5.2011, blz. 1. (2)  Verordening (EU) 2016/589 van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2016 inzake een Europees netwerk van diensten voor arbeidsvoorziening (Eures), de toegang van werknemers tot mobiliteitsdiensten en de verdere integratie van de arbeidsmarkten en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 492/2011 en (EU) nr. 1296/2013 (PB L 107 van 22.4.2016, blz. 1). (3)  Uitvoeringsbesluit 2012/733/EU van de Commissie van 26 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad voor wat betreft het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk, en een nieuwe opzet van Eures (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 21).
23,071
https://nl.wikipedia.org/wiki/CR127%20%28Luxemburg%29
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
CR127 (Luxemburg)
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=CR127 (Luxemburg)&action=history
Dutch
Spoken
99
183
|} |} De CR127 (Chemin Repris 127) is een verkeersroute in Luxemburg tussen Senningen (N1) en Oberanven (CR132). De route heeft een lengte van ongeveer 3 kilometer. Routeverloop De route begint aan de westkant van Senningen aan de N1 en gaat eerst door de woonkern van Senningen heen om vervolgens naar het noorden te gaan en de N1 weer te kruisen. De route gaat vervolgens verder heuvel op naar Hostert om daarna weer te dalen naar Oberanven waar het aansluit op de CR132. De gehele route ligt in bebouwd gebied. Plaatsen langs de CR127 Senningen Senningerberg Hostert Oberanven 127
23,917
https://nl.wikipedia.org/wiki/Paracloeodes%20pacawara
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Paracloeodes pacawara
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Paracloeodes pacawara&action=history
Dutch
Spoken
41
68
Paracloeodes pacawara is een haft uit de familie Baetidae. De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 2006 door Nieto & Salles. De soort komt voor in het Neotropisch gebied. Baetidae Dier uit het Neotropisch gebied
50,289
2022/52022XC0510(01)/52022XC0510(01)_NL.txt_5
Eurlex
Open Government
CC-By
2,022
None
None
Dutch
Spoken
6,125
12,992
Wanneer de verplaatsing van de activiteiten of de verbouwing van gebouwen of andere voorzieningen, naast het in de eerste alinea bedoelde demonteren, verhuizen en weer opbouwen van bestaande voorzieningen, leidt tot een modernisering van die voorzieningen of tot een verhoging van de productiecapaciteit, mogen de steunintensiteiten niet hoger zijn dan de maximale steunintensiteit die voor de kosten in verband met de modernisering van voorzieningen of de verhoging van de productiecapaciteit is vastgesteld op de regionalesteunkaart die van kracht is op het tijdstip waarop de steun in het betrokken gebied wordt verleend. De loutere vervanging van een bestaand gebouw of van bestaande voorzieningen door een nieuw, modern gebouw of nieuwe, moderne voorzieningen waarbij de betrokken productie of technologie niet fundamenteel wordt gewijzigd, wordt niet geacht met modernisering gepaard te gaan. Artikel 47 Aanloopsteun voor niet-agrarische activiteiten in plattelandsgebieden 1.   Aanloopsteun voor niet-agrarische activiteiten in plattelandsgebieden is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, punt c), van het Verdrag en vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag als hij voldoet aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in de leden 2 tot en met 8 van dit artikel en in hoofdstuk I. 2.   De steun moet aan de twee onderstaande voorwaarden voldoen: (a) hij wordt verleend in het kader van een strategisch GLB-plan overeenkomstig Verordening (EU) [SPR]: i) als steun die uit het Elfpo wordt gecofinancierd; of ii) als aanvullende nationale financiering bij de in punt i) genoemde steun; (b) hij is identiek aan de desbetreffende maatregel van het strategisch GLB-plan als bedoeld in punt a). 3.   Er wordt steun verleend aan de volgende categorieën begunstigden: (a) landbouwers of leden van een landbouwhuishouden in plattelandsgebieden die diversifiëren naar niet-agrarische activiteiten; (b) kleine en micro-ondernemingen in plattelandsgebieden; (c) natuurlijke personen in plattelandsgebieden. 4.   Als het in lid 4, punt a), bedoelde lid van een landbouwhuishouden een rechtspersoon of een groep rechtspersonen is, moet dat lid op het tijdstip dat de steunaanvraag wordt ingediend, een landbouwactiviteit op het landbouwbedrijf uitoefenen. 5.   De steun is afhankelijk van de indiening van een bedrijfsplan bij de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat. De uitvoering van dat bedrijfsplan moet uiterlijk negen maanden na de datum van het besluit tot steunverlening van start gaan. Het bedrijfsplan bevat de volgende gegevens: (a) de economische beginsituatie van de begunstigde; (b) mijlpalen en streefcijfers voor de ontwikkeling van de nieuwe activiteiten van de begunstigde: (c) nadere gegevens over de acties die vereist zijn voor de ontwikkeling van de activiteiten van de begunstigde, zoals gegevens over investeringen, opleiding en advies. Het bedrijfsplan heeft een looptijd van hoogstens vijf jaar. 6.   De steun wordt in ten minste twee tranches betaald. De tranches kunnen degressief zijn. 7.   De laatste tranche wordt slechts betaald als het in lid 5 bedoelde bedrijfsplan correct is uitgevoerd. Bij de vaststelling van het steunbedrag houden de lidstaten rekening met de sociaaleconomische toestand in het gebied waarop het strategisch GLB-plan betrekking heeft. 8.   De steun bedraagt ten hoogste 70 000 EUR per begunstigde. Artikel 48 Steun voor landbouwers die tot een kwaliteitsregeling voor katoen of levensmiddelen toetreden 1.   Steun voor landbouwers en groeperingen van landbouwers die toetreden, of gedurende de voorgaande vijf jaren zijn toegetreden, tot een kwaliteitsregeling voor katoen of levensmiddelen, is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, punt c), van het Verdrag en vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag als hij voldoet aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in de leden 2 tot en met 7 van dit artikel en in hoofdstuk I van deze verordening. 2.   De steun moet aan de twee onderstaande voorwaarden voldoen: (a) hij wordt verleend in het kader van een strategisch GLB-plan overeenkomstig Verordening (EU) [SPR]: i) als steun die uit het Elfpo wordt gecofinancierd; of ii) als aanvullende nationale financiering bij de in punt i) genoemde steun; (b) hij is identiek aan de desbetreffende interventie van het strategisch GLB-plan als bedoeld in punt a). 3.   Er wordt steun verleend voor toetreding tot een van de volgende soorten kwaliteitsregelingen: (a) op grond van Verordening (EU) nr. 1151/2012 vastgestelde kwaliteitsregelingen voor katoen en levensmiddelen; (b) kwaliteitsregelingen, met inbegrip van certificeringsregelingen, voor katoen en levensmiddelen waarvan de lidstaten erkennen dat die aan de volgende criteria voldoen: i) de specificiteit van het eindproduct dat volgens dergelijke kwaliteitsregelingen wordt gemaakt, vloeit voort uit duidelijke verplichtingen die een van het volgende garanderen: — specifieke productkenmerken; — specifieke landbouw- of productiemethoden; — een kwaliteit van het eindproduct die uit het oogpunt van de gezondheid van mens, dier of plant, het dierenwelzijn of milieubescherming veel verder gaat dan de voor het handelsproduct geldende normen; ii) de regeling staat open voor alle producenten; iii) de regeling behelst het opstellen van een bindend productdossier voor eindproducten en de naleving daarvan wordt geverifieerd door openbare autoriteiten of door een onafhankelijke inspectie-instantie; iv) de regeling is transparant en garandeert de volledige traceerbaarheid van de landbouwproducten; (c) vrijwillige certificeringsregelingen voor levensmiddelen die, naar de betrokken lidstaat erkent, voldoen aan de eisen van de mededeling van de Commissie “EU-richtsnoeren betreffende de beste praktijken voor vrijwillige certificeringsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen”. 4.   De steun wordt verleend in de vorm van een jaarlijkse financiële stimulans waarvan het niveau wordt bepaald op basis van de hoogte van de vaste kosten die voortvloeien uit de deelname aan kwaliteitsregelingen. 5.   De steun wordt gedurende ten hoogste vijf jaar verleend. 6.   Als de eerste deelname aan de kwaliteitsregeling vóór de steunaanvraag is gestart, wordt de maximale duur van vijf jaar verminderd met het aantal jaren dat is verlopen tussen die eerste deelname en het tijdstip van de steunaanvraag. 7.   De steun bedraagt ten hoogste 3 000 EUR per begunstigde per jaar. Artikel 49 Steun voor voorlichtings- en afzetbevorderingsactiviteiten voor katoen en levensmiddelen die onder een kwaliteitsregeling vallen 1.   Steun voor voorlichtings- en afzetbevorderingsactiviteiten voor katoen en levensmiddelen die onder een kwaliteitsregeling vallen, is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, punt c), van het Verdrag en vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag als hij voldoet aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in de leden 2 tot en met 10 van dit artikel en in hoofdstuk I. 2.   De steun moet aan de twee onderstaande voorwaarden voldoen: (a) hij wordt verleend in het kader van een strategisch GLB-plan overeenkomstig Verordening (EU) [SPR]: i) als steun die uit het Elfpo wordt gecofinancierd; of ii) als aanvullende nationale financiering bij de in punt i) genoemde steun; (b) hij is identiek aan de desbetreffende maatregel van het strategisch GLB-plan als bedoeld in punt a). 3.   De steun wordt verleend aan de producentengroeperingen die de voorlichtings- en afzetbevorderingsactiviteiten verrichten. 4.   Alleen voorlichtings- en afzetbevorderingsactiviteiten die op de interne markt worden uitgevoerd, komen voor steun in aanmerking. 5.   Er wordt steun verleend voor voorlichtings- en afzetbevorderingsactiviteiten voor katoen en levensmiddelen die onder een kwaliteitsregeling vallen en waarvoor steun wordt verleend krachtens artikel 48. 6.   In aanmerking komen de kosten van activiteiten met de volgende kenmerken: (a) activiteiten die de consument ertoe willen aanzetten levensmiddelen of katoen te kopen die onder een in artikel 48, lid 4, van deze verordening bedoelde kwaliteitsregeling vallen; (b) activiteiten die de aandacht vestigen op de specifieke kenmerken of voordelen van het levensmiddel of de katoen, met name op de kwaliteit, de specifieke productiemethode, de hoge dierenwelzijnsnormen en het respect voor het milieu die met de betrokken kwaliteitsregeling samenhangen. 7.   De in lid 6 bedoelde activiteiten mogen de consument er niet toe aanzetten katoen of een levensmiddel te kopen wegens de bijzondere oorsprong ervan, behalve als die katoen of dat levensmiddel valt onder kwaliteitsregelingen als bedoeld in titel II van Verordening (EU) nr. 1151/2012. 8.   De oorsprong van het levensmiddel of de katoen mag worden aangegeven op voorwaarde dat de oorsprongsvermelding ondergeschikt is aan de hoofdboodschap. 9.   Voorlichtings- en afzetbevorderingsactiviteiten die verband houden met specifieke ondernemingen of handelsmerken, komen niet voor steun in aanmerking. 10.   De steunintensiteit bedraagt ten hoogste 70 % van de in aanmerking komende kosten. Artikel 50 Steun voor kosten van kmo’s die deelnemen aan CLLD-projecten of projecten van operationele groepen in het kader van het EIP 1.   Steun voor kosten van kmo’s die deelnemen aan projecten voor vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling (CLLD), die in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling Leader-projecten worden genoemd en onder Verordening (EU) 2021/1060 vallen, of aan projecten van operationele groepen in het kader van het EIP die onder artikel 77 van Verordening (EU) [SPR] vallen, is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, punt c), van het Verdrag en vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag mits de voorwaarden zijn vervuld die zijn vastgesteld in de leden 2 en 3 van dit artikel en in hoofdstuk I. 2.   De volgende kosten voor CLLD-projecten en projecten van operationele groepen in het kader van het EIP komen in aanmerking: (a) de kosten van voorbereidende ondersteuning, capaciteitsopbouw, opleiding en netwerkvorming met het oog op het opzetten en uitvoeren van een CLLD-strategie of een project van een operationele groep in het kader van het EIP; (b) de kosten van de uitvoering van goedgekeurde verrichtingen; (c) de kosten van de voorbereiding en de uitvoering van samenwerkingsactiviteiten van de groep; (d) de lopende kosten in verband met het beheer van de uitvoering van de CLLD-strategie of het project van een operationele groep in het kader van het EIP; (e) dynamisering van de EIP-gemeenschap of de CLLD-strategie om uitwisseling tussen belanghebbenden te bevorderen met het oog op informatieverstrekking en promotie van de strategie en de projecten, en om potentiële begunstigden te ondersteunen met het oog op de ontwikkeling van verrichtingen en de voorbereiding van aanvragen. 3.   De steunintensiteit mag niet hoger zijn dan de maximale steunpercentages die in Verordening (EU) [SPR] voor elke verrichting zijn vastgesteld. Artikel 51 Beperkte steunbedragen voor kmo’s die profiteren van CLLD-projecten of projecten van operationele groepen in het kader van het EIP 1.   Steun aan ondernemingen die deelnemen aan of profiteren van CLLD-projecten of projecten van operationele groepen in het kader van het EIP, als bedoeld in artikel 50, lid 1, is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, punt c), van het Verdrag en vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld. 2.   Het totale steunbedrag dat krachtens dit artikel per project wordt toegekend, bedraagt hoogstens 200 000 EUR voor CLLD-projecten en hoogstens 350 000 EUR voor projecten van operationele groepen in het kader van het EIP. HOOFDSTUK IV OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Artikel 52 Intrekking 1.   Verordening (EU) nr. 702/2014 wordt ingetrokken. 2.   De in die verordening vastgestelde voorschriften blijven evenwel tot en met 31 december 2023 van toepassing op steun die wordt verleend op grond van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van de Raad (45). Artikel 53 Overgangsbepalingen 1.   Deze verordening is van toepassing op individuele steun die vóór de inwerkingtreding van deze verordening is toegekend, indien die individuele steun voldoet aan alle in deze verordening vastgestelde voorwaarden, met uitzondering van artikel 9. 2.   Steun die niet van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag is vrijgesteld, wordt door de Commissie beoordeeld aan de hand van de richtsnoeren van 2023 en van de andere toepasselijke kaderregelingen, richtsnoeren, mededelingen en bekendmakingen. 3.   Individuele steun die vóór 1 januari 2023 wordt toegekend op grond van een krachtens artikel 1 van Verordening (EU) 2015/1588 vastgestelde verordening die van kracht is op de datum van toekenning van de steun, is verenigbaar met de interne markt en vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag. 4.   Na het verstrijken van de geldigheidsduur van deze verordening blijven op grond van deze verordening vrijgestelde steunregelingen nog gedurende een aanpassingsperiode van zes maanden vrijgesteld. In afwijking van de eerste alinea blijven steunregelingen die binnen het toepassingsgebied van Verordening (EU) [SPR] vallen en worden gecofinancierd uit het Elfpo of via aanvullende nationale financiering bij dergelijke gecofinancierde maatregelen, aan het einde van de geldigheidsduur van de onderhavige verordening vrijgesteld voor de duur van de programmeringsperiode overeenkomstig Verordening (EU) [SPR]. Artikel 54 Deze verordening treedt in werking op de [XX] dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij is van toepassing tot en met 31 december 2027. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, … Voor de Commissie De voorzitter Ursula VON DER LEYEN (1)  PB L 248 van 24.9.2015, blz. 1. (2)  PB […] van […], blz. […]. (3)  Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in de plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 193 van 1.7.2014, blz. 1). (4)  Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671). (5)  Richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2020 (PB C 204 van 1.7.2014, blz. 1), gewijzigd bij de berichten in PB C 390 van 24.11.2015, blz. 4, PB C 139 van 20.4.2018, blz. 3 en PB C 403 van 9.11.2018, blz. 10, en bij de rectificatie in PB C 265 van 21.7.2016, blz. 5. (6)  PB C 249 van 31.7.2014, blz. 1. (7)  PB C 155 van 20.6.2008, blz. 10. (8)  PB C 14 van 19.1.2008, blz. 6. (9)  Richtlijn (EU) 2019/1024 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie (PB L 172 van 26.6.2019, blz. 56). (10)  Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 tot uitvoering van Verordening (EU) 2015/1589 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1). (11)  Verordening (EU) 2015/1589 van de Raad van 13 juli 2015 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB L 248 van 24.9.2015, blz. 9). (12)  Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36). (13)  Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (PB L 328 van 21.12.2018, blz. 82). (14)  Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7). (15)  Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 20 van 26.1.2010, blz. 7). (16)  Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van 26.6.2014, blz. 1). (17)  WT/MIN(15)/45 — WT/L/980. (18)  Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1184/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 1). (19)  Verordening (EU) 2016/1012 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende de zoötechnische en genealogische voorwaarden voor het fokken van, de handel in en de binnenkomst in de Unie van raszuivere fokdieren, hybride fokvarkens en levende producten daarvan en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 652/2014, de Richtlijnen 89/608/EEG en 90/425/EEG van de Raad en tot intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van dierfokkerij (“Fokkerijverordening”) (PB L 171 van 29.6.2016, blz. 66). (20)  Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (PB L 328 van 21.12.2018, blz. 82). (21)  Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1). (22)  Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad (PB L 317 van 23.11.2016, blz. 4). (23)  Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen (PB C 153 van 29.4.2021, blz. 1). (24)  Verordening (EU) nr. 229/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 41). (25)  Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1). (26)  Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19). (27)  Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320). (28)  “State Aid Transparency - publieke zoekpagina”, beschikbaar via https://webgate.ec.europa.eu/competition/transparency/public?lang=nl (29)  Richtlijn 2011/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (PB L 26 van 28.1.2012, blz. 1). (30)  Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1). (31)  Verordening (EU) 2020/741 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 inzake minimumeisen voor hergebruik van water (PB L 177 van 5.6.2020, blz. 32). (32)  Wat het begrip zeggenschap betreft, is hoofdstuk II, punt 1, van de Geconsolideerde mededeling van de Commissie over bevoegdheidskwesties op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB C 95 van 16.4.2008, blz.1) van overeenkomstige toepassing. (33)  Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91 (PB L 189 van 20.7.2007, blz. 1). (34)  Verordening (EU) 2019/787 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de definitie, omschrijving, presentatie en etikettering van gedistilleerde dranken, het gebruik van de namen van gedistilleerde dranken in de presentatie en etikettering van andere levensmiddelen en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken, het gebruik van ethylalcohol en distillaten uit landbouwproducten in alcoholhoudende dranken, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 110/2008 (PB L 130 van 17.5.2019, blz. 1). (35)  Verordening (EU) nr. 251/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 inzake de definitie, de aanduiding, de aanbiedingsvorm, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gearomatiseerde wijnbouwproducten en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 14). (36)  Mededeling van de Commissie – EU-richtsnoeren betreffende de beste praktijken voor vrijwillige certificeringsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB C 341 van 16.12.2010, blz. 5). (37)  Richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa (PB L 152 van 11.6.2008, blz. 1). (38)  Richtlijn (EU) 2016/2284 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 betreffende de vermindering van de nationale emissies van bepaalde luchtverontreinigende stoffen, tot wijziging van Richtlijn 2003/35/EG en tot intrekking van Richtlijn 2001/81/EG (PB L 344 van 17.12.2016, blz. 1). (39)  Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad (PB L 317 van 23.11.2016, blz. 4). (40)  Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) ( PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1). (41)  Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1). (42)  Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 71). (43)  “Een Europees “één gezondheid”-actieplan tegen antimicrobiële resistentie (AMR)” (COM(2017) 339 final). (44)  General Guidelines for the Sustainable Management of Forests in Europe (https://www.foresteurope.org/docs/MC/MC_helsinki_resolutionH1.pdf). (45)  Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487). BIJLAGE I DEFINITIE VAN KLEINE, MIDDELGROTE EN MICRO-ONDERNEMINGEN Artikel 1 Onderneming Als onderneming wordt beschouwd iedere entiteit, ongeacht haar rechtsvorm, die een economische activiteit uitoefent. Met name worden als zodanig beschouwd entiteiten die individueel of in familieverband ambachtelijke of andere activiteiten uitoefenen, personenvennootschappen en verenigingen die regelmatig een economische activiteit uitoefenen. Artikel 2 Aantal werkzame personen en financiële drempels ter bepaling van de categorieën ondernemingen 1.   Tot de categorie kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (“kmo’s”) behoren ondernemingen waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet 50 miljoen EUR of het jaarlijkse balanstotaal 43 miljoen EUR niet overschrijdt. 2.   Binnen de categorie kmo’s is een “kleine onderneming” een onderneming waar minder dan 50 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal 10 miljoen EUR niet overschrijdt. 3.   Binnen de categorie kmo’s is een “micro-onderneming” een onderneming waar minder dan 10 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal 2 miljoen EUR niet overschrijdt. Artikel 3 Soorten ondernemingen die voor de berekening van het aantal werkzame personen en van de financiële bedragen in aanmerking worden genomen 1.   Een “zelfstandige onderneming” is elke onderneming die niet als partneronderneming in de zin van lid 2 of als verbonden onderneming in de zin van lid 3 wordt aangemerkt. 2.   “Partnerondernemingen” zijn alle ondernemingen die niet als verbonden ondernemingen in de zin van lid 3 worden aangemerkt en waartussen de volgende band bestaat: een onderneming (van een hoger niveau) heeft, alleen of samen met een of meer verbonden ondernemingen in de zin van lid 3, 25 % of meer van het kapitaal of de stemrechten van een andere onderneming (van een lager niveau). Ook als de drempel van 25 % wordt bereikt of overschreden, kan een onderneming als zelfstandige onderneming en dus als onderneming zonder partnerondernemingen worden aangemerkt indien het om de volgende categorieën investeerders gaat en mits die investeerders individueel noch gezamenlijk met de betrokken onderneming verbonden zijn in de zin van lid 3: (a) openbare participatiemaatschappijen, risicokapitaalmaatschappijen, natuurlijke personen of groepen natuurlijke personen die geregeld risicokapitaal beleggen en eigen vermogen in niet-beursgenoteerde ondernemingen investeren (business angels), mits de totale investering van deze business angels in eenzelfde onderneming 1 250 000 EUR niet overschrijdt; (b) universiteiten of onderzoekscentra zonder winstoogmerk; (c) institutionele beleggers, met inbegrip van regionale ontwikkelingsfondsen; (d) autonome lokale autoriteiten die een jaarlijkse begroting van minder dan 10 miljoen EUR hebben en minder dan 5 000 inwoners tellen. 3.   “Verbonden ondernemingen” zijn ondernemingen die met elkaar een van de volgende banden onderhouden: (a) een onderneming heeft de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten van een andere onderneming; (b) een onderneming heeft het recht de meerderheid van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van een andere onderneming te benoemen of te ontslaan; (c) een onderneming heeft het recht een overheersende invloed op een andere onderneming uit te oefenen op grond van een met deze onderneming gesloten overeenkomst of een bepaling in de statuten van de laatstgenoemde onderneming; (d) een onderneming die aandeelhouder of vennoot is van een andere onderneming, heeft op grond van een met andere aandeelhouders of vennoten van die andere onderneming gesloten overeenkomst als enige zeggenschap over de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten van de laatstgenoemde onderneming. Van overheersende invloed wordt geacht geen sprake te zijn indien de in lid 2, tweede alinea, genoemde investeerders zich niet direct of indirect met het beheer van de betrokken onderneming bemoeien, onverminderd de rechten die zij als aandeelhouders of vennoten bezitten. Ondernemingen worden eveneens als verbonden ondernemingen beschouwd indien zij via een of meerdere andere ondernemingen of via een investeerder als bedoeld in lid 2, een van de in de eerste alinea bedoelde banden onderhouden. Ondernemingen die via een natuurlijke persoon of een in gemeenschappelijk overleg handelende groep van natuurlijke personen een van deze banden onderhouden, worden eveneens als verbonden ondernemingen beschouwd indien zij hun activiteiten of een deel van hun activiteiten op dezelfde markt of op verwante markten uitoefenen. Als “verwante markt” wordt beschouwd de producten- of dienstenmarkt die zich direct boven of onder het niveau van de betrokken markt bevindt. 4.   Behalve in de in lid 2, tweede alinea, bedoelde gevallen kan een onderneming niet als kmo worden aangemerkt indien een of meer overheidsinstanties, gezamenlijk of afzonderlijk, direct of indirect zeggenschap hebben over 25 % of meer van het kapitaal of de stemrechten. 5.   Ondernemingen kunnen een verklaring opstellen over hun hoedanigheid van zelfstandige onderneming, partneronderneming of verbonden onderneming, met vermelding van de gegevens betreffende de in artikel 2 vermelde drempels. Ook wanneer het wegens de spreiding van het kapitaal onmogelijk is precies te weten wie het in handen heeft, kan deze verklaring toch worden opgesteld mits de onderneming te goeder trouw verklaart dat zij redelijkerwijs mag aannemen niet voor 25 % of meer in handen te zijn van één onderneming of van verscheidene verbonden ondernemingen gezamenlijk. Dergelijke verklaringen doen geen afbreuk aan de controles of verificaties waarin de nationale regelgeving of de regelgeving van de Unie voorziet. Artikel 4 Gegevens voor de berekening van het aantal werkzame personen en van de financiële bedragen en referentieperiode 1.   De gegevens voor de berekening van het aantal werkzame personen en van de financiële bedragen hebben betrekking op het laatste afgesloten boekjaar en worden jaarlijks berekend. Zij worden vanaf de datum van afsluiting van de rekeningen in aanmerking genomen. Het bedrag van de omzet wordt berekend exclusief belasting over de toegevoegde waarde (btw) en andere indirecte rechten of heffingen. 2.   Wanneer een onderneming op de datum van afsluiting van de rekeningen vaststelt dat de op jaarbasis berekende gegevens boven of onder de in artikel 2 aangegeven drempels voor het aantal werkzame personen of de financiële maxima liggen, verkrijgt of verliest zij de hoedanigheid van middelgrote, kleine of micro-onderneming slechts wanneer deze situatie zich in twee opeenvolgende boekjaren voordoet. 3.   In het geval van recentelijk opgerichte ondernemingen waarvan de eerste jaarrekening nog niet is afgesloten, worden de in aanmerking te nemen gegevens bepaald door middel van een in de loop van het boekjaar te goeder trouw gemaakte schatting. Artikel 5 Aantal werkzame personen Het aantal werkzame personen komt overeen met het aantal arbeidsjaareenheden (AJE), d.w.z. het aantal personen dat het hele desbetreffende referentiejaar voltijds in de betrokken onderneming of voor rekening van deze onderneming heeft gewerkt. Het werk van personen die niet het hele jaar hebben gewerkt, deeltijdwerk ongeacht de duur ervan en seizoenarbeid worden in breuken van AJE’s uitgedrukt. Het aantal werkzame personen bestaat uit: (a) de loontrekkenden; (b) de personen die voor deze onderneming werken, er een ondergeschikte verhouding mee hebben en voor het nationale recht met loontrekkenden gelijkgesteld zijn; (c) de eigenaren-bedrijfsleiders; (d) de vennoten die geregeld een activiteit in de onderneming uitoefenen en financiële voordelen van de onderneming genieten. Leerlingen en studenten die een beroepsopleiding volgen en een leer- of beroepsopleidingsovereenkomst hebben, worden niet meegeteld in het aantal werkzame personen. De duur van zwangerschaps- en ouderschapsverlof wordt niet meegerekend. Artikel 6 Vaststelling van de gegevens van de onderneming 1.   In het geval van een zelfstandige onderneming worden de gegevens, met inbegrip van het aantal werkzame personen, uitsluitend op basis van de rekeningen van die onderneming vastgesteld. 2.   De gegevens, met inbegrip van het aantal werkzame personen, van een onderneming die partnerondernemingen of verbonden ondernemingen heeft, worden vastgesteld op basis van de rekeningen en andere gegevens van de onderneming of, zo van toepassing, van de geconsolideerde rekeningen van de onderneming of van de geconsolideerde rekeningen waarin de onderneming door consolidatie is opgenomen. De in de eerste alinea bedoelde gegevens worden samengeteld met de gegevens van de eventuele partnerondernemingen van de betrokken onderneming die zich meteen boven of onder het niveau van die onderneming bevinden. De samentelling geschiedt in evenredigheid met het aandeel in het kapitaal of de stemrechten (het hoogste van de beide percentages). Bij wederzijdse participatie geldt het hoogste van deze percentages. De in de eerste en tweede alinea bedoelde gegevens worden samengeteld met alle, nog niet door consolidatie in de rekeningen opgenomen gegevens (100 %) van de eventuele, direct of indirect met de betrokken onderneming verbonden ondernemingen. 3.   Voor de toepassing van lid 2 resulteren de gegevens van de partnerondernemingen van de betrokken onderneming uit de, indien van toepassing, geconsolideerde rekeningen en andere gegevens. Deze worden samengeteld met alle gegevens (100 %) van de met deze partnerondernemingen verbonden ondernemingen, tenzij hun gegevens reeds door consolidatie daarin zijn opgenomen. Voor de toepassing van het genoemde lid 2 resulteren de gegevens van de met de betrokken onderneming verbonden ondernemingen uit hun, indien van toepassing, geconsolideerde rekeningen en andere gegevens. Deze worden evenredig samengeteld met de gegevens van de eventuele partnerondernemingen van deze verbonden ondernemingen die zich meteen boven of onder het niveau van de laatstgenoemde ondernemingen bevinden, mits deze gegevens in de geconsolideerde rekeningen nog niet zijn opgenomen in een verhouding die ten minste gelijk is aan het in de tweede alinea van lid 2 vastgestelde percentage. 4.   Indien het aantal werkzame personen van een bepaalde onderneming niet uit de geconsolideerde rekeningen blijkt, wordt het berekend door de gegevens van haar partnerondernemingen evenredig samen te tellen en daaraan de gegevens toe te voegen van de ondernemingen waarmee zij is verbonden. BIJLAGE II GEGEVENS BETREFFENDE KRACHTENS DEZE VERORDENING VRIJGESTELDE STAATSSTEUN als bedoeld in artikel 9, lid 1 (Voor de EER relevante tekst (1)) DEEL I Referentie steunmaatregel (wordt door de Commissie ingevuld) Lidstaat … Referentienummer lidstaat … Regio Naam van de regio (NUTS  (2)) Soort regionale-steungebied  (3) Steunverlenende autoriteit Naam … Postadres Webadres … Benaming steunmaatregel … Nationale rechtsgrondslag (verwijzing naar de betrokken nationale officiële publicatie) … Weblink naar de volledige tekst van de steunmaatregel … Soort maatregel ☐ Regeling   ☐ Ad-hocsteun Naam begunstigde en groep  (4) waarvan deze deel uitmaakt Aanpassing bestaande steunregeling of ad-hocsteun   Referentie steunmaatregel bij de Commissie ☐ Verlenging … ☐ Wijziging … Looptijd  (5) ☐ Regeling dd/mm/jjjj tot en met dd/mm/jjjj Datum van toekenning ☐ Ad-hocsteun dd/mm/jjjj Betrokken economische sector(en) Specificeer op NACE-groepsniveau  (6) … Soort begunstigde ☐ Kmo   ☐ Grote onderneming Budget   ☐ Regeling: totaalbedrag  (7) Nationale valuta … (hele bedragen)   ☐ Ad-hocsteun: totaalbedrag  (8) Nationale valuta … (hele bedragen)   Voor garanties  (9) Nationale valuta … (hele bedragen)   Steuninstrument ☐ Rechtstreekse subsidie / rentesubsidie ☐ Gesubsidieerde diensten ☐ Lening/terugbetaalbaar voorschot ☐ Garantie (in voorkomend geval met een verwijzing naar het besluit van de Commissie  (10)) ☐ Belastingvoordeel of belastingvrijstelling ☐ Andere, namelijk Geef aan in welke van de onderstaande ruime categorieën het instrument het best zou passen wat impact/functie betreft: ☐ subsidie ☐ lening ☐ garantie ☐ belastingvoordeel Bij cofinanciering uit EU-fonds(en) Naam EU-fonds(en): Financieringsbedrag (per EU-fonds) Nationale valuta ... (hele bedragen)       Overige informatie   DEEL II Geef aan op grond van welke bepaling van deze verordening de steun wordt uitgevoerd. (2)  NUTS = Nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek. Meestal wordt de regio op NUTS 2-niveau vermeld. (3)  Steungebied artikel 107, lid 3, punt a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (code “A”); steungebied artikel 107, lid 3, punt c), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (code “C”); niet voor regionale steun in aanmerking komend gebied (code “N”). (4)  Een onderneming is, in de zin van de mededingingsregels van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en voor de toepassing van deze verordening, elke entiteit die een economische activiteit uitoefent, ongeacht de rechtsvorm ervan en de wijze waarop zij wordt gefinancierd. Het Hof van Justitie heeft bepaald dat entiteiten die (juridisch of feitelijk) onder de zeggenschap staan van dezelfde entiteit, als één onderneming moeten worden beschouwd. (5)  Periode waarvoor de steunverlenende autoriteit zich kan verbinden tot het verlenen van de steun. (6)  NACE herz. 2 is de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Unie. Meestal wordt de sector aangegeven op groepsniveau. (7)  Als het om een steunregeling gaat: vermeld het totaalbedrag van het voor de regeling geplande budget of de geraamde belastingderving voor de hele looptijd van de regeling voor alle steuninstrumenten uit de regeling. (8)  Als het om ad-hocsteun gaat: geef het totale steunbedrag of de totale belastingderving. (9)  Voor garanties: geef het maximale bedrag aan gegarandeerde leningen. (10)  In voorkomend geval, de referentie van het besluit van de Commissie tot goedkeuring van de methode voor het berekenen van het brutosubsidie-equivalent overeenkomstig artikel 5, lid 2, punt c), ii), van deze verordening. BIJLAGE III Bepalingen inzake de bekendmaking van de in artikel 9, lid 2, bedoelde informatie De lidstaten moeten hun uitgebreide staatssteunwebsite, waarop de in artikel 9, lid 2, bedoelde informatie moet worden bekendgemaakt, zodanig opzetten dat die informatie gemakkelijk toegankelijk is. De informatie moet worden bekendgemaakt in een spreadsheetformaat waarmee de gegevens kunnen worden doorzocht en geëxtraheerd en gemakkelijk op het internet kunnen worden gepubliceerd, zoals in CSV- of XML-formaat. Iedere belanghebbende partij krijgt onbeperkt toegang tot de staatssteunwebsite. Gebruikers hoeven zich niet vooraf te registreren om toegang tot de staatssteunwebsite te krijgen. Over in artikel 9, lid 2, punt c), bedoelde individuele steunstrekkingen wordt de volgende informatie bekendgemaakt: (a) referentie van het identificatienummer van de steun (1); (b) identificator van de begunstigde; (c) soort onderneming (kmo/grote onderneming) op de datum van de toekenning van de steun; (d) regio waar de begunstigde is gevestigd, op NUTS 2-niveau (2); (e) activiteitensector op NACE-groepsniveau (3); (f) steunelement, uitgedrukt in hele bedragen, in nationale valuta (4); (g) steuninstrument (5) (subsidie/rentesubsidie, lening/terugbetaalbaar voorschot/terugbetaalbare subsidie, garantie, belastingvoordeel of belastingvrijstelling, risicofinanciering, overige (gelieve te specificeren)), (h) datum van de toekenning van de steun; (i) doel van de steun (6); (j) steunverlenende autoriteit. (1)  Zoals door de Commissie meegedeeld in het kader van de in de artikel 9, lid 1, van deze verordening bedoelde procedure. (2)  NUTS = Nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek. Meestal wordt de regio op NUTS 2-niveau vermeld. (3)  Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad van 9 oktober 1990 betreffende de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap (PB L 293 van 24.10.1990, blz. 1), als gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 761/93 van de Commissie van 24 maart 1993 (PB L 83 van 3.4.1993, blz. 1) en gerectificeerd (PB L 159 van 11.7.1995, blz. 31). (4)  Brutosubsidie-equivalent. (5)  Als de steun via meerdere steuninstrumenten wordt verleend, moet het steunbedrag per steuninstrument worden vermeld. (6)  Als met de steun meerdere doelstellingen worden nagestreefd, moet het steunbedrag per doelstelling worden vermeld.
44,660
https://nl.wikipedia.org/wiki/Arturo%20Sosa
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Arturo Sosa
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Arturo Sosa&action=history
Dutch
Spoken
233
401
Arturo Marcelino Sosa Abascal S.J. (Caracas (Venezuela), 12 november 1948) is een rooms-katholiek priester en politicoloog. Sosa is sinds 2016 generaal-overste van de Sociëteit van Jezus. Arturo Sosa liep school in het college van San Ignacio in Caracas. Hij trad in 1966 toe tot de religieuze orde van de jezuïeten en studeerde theologie aan de Pauselijke Universiteit Gregoriana in Rome. In 1972 behaalde hij een graad in filosofie aan de Universidad Católica Andrés Bello in Caracas. Op 30 juli 1977 werd hij tot priester gewijd. In 1990 rondde hij zijn studie politicologie af aan de Universidad Central de Venezuela. Hij schreef enkele boeken over de Venezolaanse geschiedenis en politiek en hij was van 1976 tot 1996 hoofdredacteur van het tijdschrift Revista SIC over katholieke sociale ethiek en politiek. Van 1996 tot 2004 was hij provinciaal der jezuïeten in Caracas. van 2004 tot 2014 was hij rector van de jezuïetenuniversiteit in Táchira. In 2008 werd hij door de nieuwe generaal-overste Adolfo Nicolás benoemd tot een van zijn adviseurs. Van 2014 tot 2016 was hij afgevaardigde van de jezuïeten in Rome als delegaat voor de zaken die direct onder gezag van de generaal-overste vallen. Op 14 oktober 2016 werd hij verkozen tot generaal-overste van de jezuïeten. Externe link From Caracas to Rome: The Story of Arturo Sosa An interview with the new Superior General of the Society of Jesus Rome, October 16, 2016. Venezolaans jezuïet
1,629
<urn:uuid:7cff98f3-55fc-4e8c-b3d1-fbef0a122274>
French Open Data
Open Government
Various open data
null
https://francearchives.gouv.fr/fr/facomponent/aa37c87faa342ec2168dc46b49f22cc020fe3552
francearchives.gouv.fr
Dutch
Spoken
7
15
Document d'archives : Dossier : 2001X 040121
9,147
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bazzano
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Bazzano
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Bazzano&action=history
Dutch
Spoken
88
217
Bazzano is een gemeente in de Italiaanse provincie Bologna (regio Emilia-Romagna) en telt 6386 inwoners (31-12-2004). De oppervlakte bedraagt 14,0 km², de bevolkingsdichtheid is 469 inwoners per km². Demografie Bazzano telt ongeveer 2683 huishoudens. Het aantal inwoners steeg in de periode 1991-2001 met 15,0% volgens cijfers uit de tienjaarlijkse volkstellingen van ISTAT. Geografie De gemeente ligt op ongeveer 93 meter boven zeeniveau. Bazzano grenst aan de volgende gemeenten: Castelfranco Emilia (MO), Crespellano, Monteveglio, San Cesario sul Panaro (MO), Savignano sul Panaro (MO). Externe link http://www.comune.bazzano.bo.it/ Gemeente in Bologna
50,205
https://nl.wikipedia.org/wiki/Samsung%20Galaxy%20Fame
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Samsung Galaxy Fame
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Samsung Galaxy Fame&action=history
Dutch
Spoken
174
321
De Samsung Galaxy Fame is een smartphone van het Zuid-Koreaanse Samsung. De telefoon werd aangekondigd in februari 2013 en zal beschikbaar zijn in de kleuren wit en donkerblauw. Software Het toestel maakt gebruik van het besturingssysteem Android versie 4.1 ("Jelly Bean"). De Galaxy Fame kan via Samsung Kies synchroniseren met de pc. Net zoals de fabrikanten HTC en Sony met hun respectievelijk Sense UI en Timescape UI doen, legt Samsung over zijn smartphone een eigen grafische gebruikersinterface heen, namelijk TouchWiz. Hardware Het toestel heeft een tft-lcd-touchscreen met een schermdiagonaal van 8,9 cm met een resolutie van 480 x 320 pixels, wat uitkomt op 165 pixels per inch. Het scherm kan 256.000 kleuren weergeven. De Galaxy Fame heeft een singlecore-processor van 1 GHz en een werkgeheugen van 512 MB. Het toestel heeft 4 GB aan opslaggeheugen, dat kan worden uitgebreid met een microSD-kaart tot een maximumcapaciteit van 32 GB. Het ontwerp van de Fame lijkt op dat van de Galaxy S III door de afgeronde hoeken en plastic behuizing. Externe links Productpagina op Samsung.com Fame
50,765
<urn:uuid:c5568e9b-87cb-489b-be2c-dc944061d173>
French Open Data
Open Government
Various open data
null
https://francearchives.gouv.fr/facomponent/99601355571bfb4fe8357e08ecc86ab6b4b4f020
francearchives.gouv.fr
Dutch
Spoken
19
36
Dossier de pension de BAKARY KEITA Document d'archives : Dossier de pension de BAKARY KEITA GR 13 YF 4047
41,315
https://nl.wikipedia.org/wiki/Buslijn%20341%20%28Amsterdam-Hoofddorp%29
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Buslijn 341 (Amsterdam-Hoofddorp)
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Buslijn 341 (Amsterdam-Hoofddorp)&action=history
Dutch
Spoken
544
980
Buslijn 341 is een R-net buslijn van Connexxion die station Amsterdam Zuid met Schiphol en Hoofddorp verbindt. De lijn werd in december 2017 ingesteld als opvolger van de Hoofddorpse stadslijn 168. Geschiedenis Lijn 161 en 177 Tot 1981 kende Hoofddorp geen stadsdienst maar werd uitsluitend bediend door streeklijnen van de toenmalige vervoerder Centraal Nederland (CN). Op 31 mei 1981 bij de opening van het station Hoofddorp werd een eerste stadsdienst ingesteld, lijn 161 die het station met het centrum en diverse nieuwbouwijken verbond onder meer Bornhom, Pax en Toolenburg. Op 1 juni 1986 werd de lijn vernummerd tot 177 en werden ook de nieuwe wijken Overbos en Corversbos bediend. Lijn 76/77 en 195 Op 2 juni 1991 werd de lijn vernummerd in lijn 77 en vormde samen met lijn 76 een halve ringlijn in Hoofddorp van Corversbos naar het station waarbij lijn 76 de noordelijke en lijn 77 de zuidelijke wijken van Hoofddorp bediende. Op 29 mei 1994 werd CN opgeheven en verdeeld tussen NZH en Midnet; de lijnen in Hoofddorp waren voortaan NZH-lijnen. Op 24 mei 1998 stelde NZH de voorloper van de huidige lijn 341 in tussen Corversbos, centrum, station, Schiphol Zuid en Centrum. Lijn 168 I, 167 en 194 In 1999 fuseerde NZH met Midnet en de omringende streekvervoerders tot Connexxion. Op 9 december 2007 stelde Connexxion de stadslijnen 167 en 168 in van het NS-station naar Spaarne Ziekenhuis; lijn 168 reed op het traject via Pax, Toolenburg en Floriande dat voorheen door lijn 52 werd bediend. Op 14 december 2008 werd de frequentie op zaterdag verhoogd van een halfuursdienst naar een kwartierdienst; lijn 168 werd daarbij losgekoppeld van lijn 167 en op 13 december 2009 in sternetlijn 194 naar Schiphol-Oost geïntegreerd. Zodoende ontstond er overdag een kwartierdienst binnen Hoofddorp met twee spitsritten over het gehele traject; deze werden op 13 december 2010 ingekort tot Schiphol Rijk waarbij er zowel 's ochtends als 's middags nog maar in één richting werd gereden. Lijn 168 II en 169 Op 12 december 2011 werd lijn 194 opgeheven en vervangen door een nieuwe lijn 168; de frequentie van een kwartierdienst overdag en 's avonds en op zondag een halfuursdienst bleef dezelfde. Daarnaast reed er een lijn 169 die via een ontsluitende andere route dezelfde wijken bediende. Lijn 341 en 169 Op 10 december 2017 werd lijn 168 omgezet in R-net lijn 341 en doorgetrokken naar station Amsterdam Zuid ter vervanging van lijn 310 welke in lijn 397 is opgenomen. Lijn 341 rijdt doordeweeks overdag acht ritten per uur en daarbuiten twee tot vier waarvan de helft over het gehele traject. Op 's zondags rijdt de lijn elk halfuur alleen binnen Hoofddorp. Het aantal haltes in Hoofddorp werd sterk verminderd. Lijn 169 bleef gehandhaafd als ontsluitende lijn en bedient binnen Hoofddorp dezelfde wijken met een andere route met meer haltes. Op 9 december 2018 ging lijn 341 via de Zuidtangent rijden. hierdoor kwam het traject via de Siriusdreef te vervallen en werd de halte De Hoek Beneden opgeheven. Ook werd de frequentie tussen Schiphol en Amsterdam Zuid verlaagd door de geringe bezetting. Trivia Voormalig staatssecretaris van veiligheid en justitie Fred Teeven is na zijn politieke loopbaan nu deeltijd busschauffeur op deze lijn. Bronvermelding NZH dienstregelingboekje Zuid 1998-1999 OV Wiki Amsterdamse bus Connexxion Buslijn in Nederland
28,772
https://nl.wikipedia.org/wiki/Burgst
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Burgst
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Burgst&action=history
Dutch
Spoken
174
340
Landgoed Burgst is een landgoed gelegen in het midden van de Haagse Beemden in het noorden van Breda. Landgoed Burgst is wat er is overgebleven van de Heerlijkheid Burgst dat al voor 1200 bestond. Burgst is een samentrekking van burg en ast, dat vruchtbare akker betekent. Het omvatte de Grote en Kleine Hoeve van Burgst. In de Grote Hoeve vergaderden de Leenhof en Laatbank. Ridder Jan Uten Houte is de oudste bewoner van het landgoed Burgst. In 1790 wordt het nu nog bestaande landhuis gebouwd en daaromheen wordt een park aangelegd. Constant Smits liet de Torendreef aanleggen in de richting van de Grote Kerk van Breda. In 1898 werd de Koninginnedreef met bruine en groene beuken aangeplant. Het landgoed bestaat tegenwoordig nog uit het oorspronkelijke huis met bijgebouwen met daar omheen een park. Het wordt nog bewoond en is niet toegankelijk voor publiek. Het is een Rijksmonument. Bronnen Breda 2002 na 750 jaar. Sectie D Zandbergse Boekstichting. ISBN 90-75291-04-3 Externe links Video over landgoed Burgst Bouwwerk in Breda Landgoed in Noord-Brabant Kasteel in Breda
47,419
https://nl.wikipedia.org/wiki/Carimate
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Carimate
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Carimate&action=history
Dutch
Spoken
89
216
Carimate is een gemeente in de Italiaanse provincie Como (regio Lombardije) en telt 4074 inwoners (31-12-2004). De oppervlakte bedraagt 5,2 km², de bevolkingsdichtheid is 760 inwoners per km². De volgende frazioni maken deel uit van de gemeente: Cascina Valle-Stazione di Carimate en Montesolaro. Demografie Carimate telt ongeveer 1543 huishoudens. Het aantal inwoners steeg in de periode 1991-2001 met 9,7% volgens cijfers uit de tienjaarlijkse volkstellingen van ISTAT. Geografie Carimate grenst aan de volgende gemeenten: Cantù, Cermenate, Figino Serenza, Lentate sul Seveso (MI), Novedrate. Externe link http://www.comunecarimate.it/ Gemeente in Como
29,949
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kampung%20Dalam%20%28Kabanjahe%29
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Kampung Dalam (Kabanjahe)
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Kampung Dalam (Kabanjahe)&action=history
Dutch
Spoken
24
59
Kampung Dalam is een bestuurslaag in het regentschap Karo van de provincie Noord-Sumatra, Indonesië. Kampung Dalam telt 7072 inwoners (volkstelling 2010). Plaats in Noord-Sumatra
8,251
https://nl.wikipedia.org/wiki/Pegagan%20Julu%20II
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Pegagan Julu II
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Pegagan Julu II&action=history
Dutch
Spoken
26
62
Pegagan Julu II is een bestuurslaag in het regentschap Dairi van de provincie Noord-Sumatra, Indonesië. Pegagan Julu II telt 2471 inwoners (volkstelling 2010). Plaats in Noord-Sumatra
17,016
2016/02016D1250-20160801/02016D1250-20160801_NL.txt_3
Eurlex
Open Government
CC-By
2,016
None
None
Dutch
Spoken
7,117
12,868
c)    Toepassing van het toegangbeginsel Het aanvullende toegangbeginsel verschaft richtsnoeren ten aanzien van de redenen op grond waarvan verzoeken om toegang tot personeelsgegevens kunnen worden afgewezen dan wel de toegang tot deze gegevens kan worden beperkt. Het spreekt vanzelf dat werkgevers in de Europese Unie er overeenkomstig de wetgeving van hun land voor moeten zorgen dat hun werknemers in de Europese Unie toegang hebben tot dergelijke informatie, ongeacht de plaats waar de gegevens worden verwerkt en opgeslagen. Overeenkomstig de privacyschildbeginselen moet een organisatie die dergelijke gegevens in de Verenigde Staten verwerkt, deze toegang direct of via de werkgever in de Europese Unie verlenen. d)    Handhaving i) Voor zover persoonlijke informatie alleen in het kader van een arbeidsverhouding wordt gebruikt, ligt de primaire verantwoordelijkheid voor de gegevens ten opzichte van de werknemer bij de organisatie in de EU. Hieruit volgt dat Europese werknemers die over schendingen van hun rechten inzake gegevensbescherming klagen en niet tevreden zijn met de resultaten van interne controle-, klachten- en beroepsprocedures (of elke andere toepasselijke klachtenprocedure in het kader van een overeenkomst met een vakbond), zich moeten wenden tot de bevoegde deelstaat- of nationale gegevensbeschermingsautoriteit of arbeidsrechtbank in het rechtsgebied waar zij werken. Dit geldt ook voor gevallen waarin het beweerde misbruik van de persoonlijke informatie onder de verantwoordelijkheid valt van de organisatie in de Verenigde Staten die de informatie van de werkgever heeft ontvangen. In dergelijke gevallen gaat het dus om een schending van de privacyschildbeginselen. Dit is de efficiëntste manier om een oplossing te vinden voor de elkaar vaak overlappende rechten en verplichtingen uit hoofde van de lokale arbeidswetgeving en arbeidsovereenkomsten en de wetgeving inzake gegevensbescherming. ii) Een aan het privacyschild deelnemende organisatie in de Verenigde Staten die gebruikmaakt van in het kader van een arbeidsverhouding vanuit de Europese Unie doorgegeven gegevens over personeel in de Europese Unie en die wil dat dergelijke doorgiften onder het privacyschild vallen, moet zich er dus toe verplichten mee te werken aan onderzoeken van de bevoegde autoriteiten in de Europese Unie en hun advies in dergelijke gevallen op te volgen. e)    Toepassing van het Beginsel van de aansprakelijkheid voor verdere doorgifte Voor incidentele arbeidsgerelateerde operationele behoeften van de privacyschildorganisatie ten aanzien van in het kader van het privacyschild doorgegeven persoonsgegevens, zoals de boeking van een vlucht of een hotelkamer, of het afsluiten van een verzekering, kan de doorgifte van persoonsgegevens van een klein aantal werknemers aan verwerkingsverantwoordelijken plaatsvinden zonder het toegangsbeginsel toe te passen of een overeenkomst te sluiten met een derde verwerkingsverantwoordelijke, zoals anders vereist is op grond van het Beginsel van aansprakelijkheid voor verdere doorgifte, mits de privacyschildorganisatie het kennisgevingsbeginsel en het keuzebeginsel in acht heeft genomen. 10.    Verplichte overeenkomsten voor verdere doorgifte a)    Gegevensverwerkingsovereenkomsten i) Wanneer persoonsgegevens alleen om ze te laten verwerken uit de Europese Unie naar de Verenigde Staten worden doorgegeven, is een overeenkomst vereist, ongeacht of de verwerker aan het privacyschild deelneemt. ii) De voor de verwerking verantwoordelijken in Europa moeten altijd een overeenkomst sluiten wanneer gegevens alleen voor verwerking worden doorgegeven, ongeacht of dit binnen de Europese Unie of daarbuiten gebeurt en ongeacht of de verwerker deelneemt aan het privacyschild. Het doel van de overeenkomst is ervoor te zorgen dat de verwerker: 1. slechts volgens instructies van de verwerkingsverantwoordelijke handelt; 2. passende technische en organisatorische veiligheidsmaatregelen treft om persoonsgegevens te beschermen tegen vernietiging, hetzij per ongeluk, hetzij onrechtmatig, verlies, vervalsing of niet-toegelaten verspreiding of toegang, en begrijpt of verdere doorgifte toegelaten is; en, 3. rekening houdend met de aard van de verwerking, de verwerkingsverantwoordelijke bijstaat bij het antwoorden van de personen die hun rechten uit hoofde van de Beginselen uitoefenen. iii) Aangezien door de privacyschilddeelnemers passende bescherming wordt verleend, is er voor overeenkomsten met privacyschilddeelnemers die alleen de verwerking van gegevens ten doel hebben, geen voorafgaande toestemming nodig (of deze toestemming wordt automatisch door de EU-lidstaten verleend), hetgeen voor overeenkomsten met ontvangers die niet aan het privacyschild deelnemen of die geen passende bescherming bieden, wel vereist is. b)    Doorgifte binnen een gecontroleerde groep van ondernemingen of entiteiten Wanneer persoonlijke informatie wordt doorgegeven tussen twee verwerkingsverantwoordelijken binnen een gecontroleerde groep van ondernemingen of entiteiten, is een overeenkomst in het kader van het Beginsel van aansprakelijkheid voor verdere doorgifte niet altijd nodig. Voor de verwerking verantwoordelijken binnen een gecontroleerde groep van ondernemingen of entiteiten kunnen een dergelijke doorgifte baseren op andere instrumenten, zoals bindende EU-bedrijfsvoorschriften of andere intragroepsinstrumenten (bv. nalevings- en controle programma's), waarmee de voortzetting van de bescherming van persoonlijke informatie in het kader van de privacyschildbeginselen wordt gegarandeerd. In geval van een dergelijke doorgifte blijft de privacyschildorganisatie verantwoordelijk voor de naleving van de privacyschildbeginselen. c)    Doorgifte tussen verwerkingsverantwoordelijken Voor doorgifte tussen verwerkingsverantwoordelijken hoeft de ontvangende verwerkingsverantwoordelijke geen privacyschildorganisatie te zijn en niet te beschikken over een onafhankelijk verhaalsmechanisme. De privacyschildorganisatie moet een overeenkomst sluiten met de ontvangende derde verwerkingsverantwoordelijke, die dezelfde mate van bescherming biedt als beschikbaar is in het kader van het privacyschild, waarbij het niet vereist is dat de derde verwerkingsverantwoordelijke een privacyschildorganisatie is of beschikt over een onafhankelijke beroepsmechanisme, mits hij een gelijkwaardig mechanisme ter beschikking stelt. 11.    Geschillenbeslechting en handhaving a) Het Beginsel van verhaal, handhaving en aansprakelijkheid stelt de eisen vast waaraan handhaving van het privacyschild moet voldoen. Hoe aan de eisen van punt (a) (ii) van het Beginsel moet worden voldaan, wordt uiteengezet in het aanvullend beginsel inzake controle. Dit aanvullend Beginsel heeft betrekking op de punten (a)(i) en (a)(iii), die beide onafhankelijke verhaalsmechanismen vereisen. Deze mechanismen kunnen verschillende vormen aannemen, maar moeten voldoen aan de eisen van het Beginsel van verhaal, handhaving en aansprakelijkheid. Op de volgende wijze voldoen organisaties aan deze eisen: i) door naleving van programma's van de particuliere sector inzake privacybescherming die de privacyschildbeginselen in hun voorschriften integreren en doeltreffende handhavingsmechanismen omvatten zoals die welke in het Beginsel van verhaal, handhaving en aansprakelijkheid worden beschreven; ii) door zich te onderwerpen aan wettelijke of regulerende toezichthoudende autoriteiten die individuele klachten behandelen en geschillen afhandelen; of iii) door zich ertoe te verbinden met de gegevensbeschermingsautoriteiten in de Europese Gemeenschap of hun gemachtigde vertegenwoordigers samen te werken. b) Deze lijst is bedoeld ter illustratie en is niet uitputtend. De particuliere sector kan aanvullende handhavingsmechanismen ontwikkelen mits deze aan de eisen van het Beginsel van verhaal, handhaving en aansprakelijkheid en de aanvullende Beginselen voldoen. Er zij op gewezen dat de eisen van het Beginsel van verhaal, handhaving en aansprakelijkheid een aanvulling zijn op de eis dat bepalingen die het resultaat zijn van zelfregulering moeten kunnen worden gehandhaafd op grond van sectie 5 van de Federal Trade Commission Act, die oneerlijke en misleidende handelingen verbiedt, dan wel op grond van een andere wet of regeling die dergelijke handelingen verbiedt. c) Om te bevorderen dat de nakoming van hun toezeggingen in het kader van het privacyschild wordt garandeerd en het beheer van het programma te ondersteunen, moeten de organisaties evenals hun onafhankelijke beroepsmechanismen informatie over het privacyschild verstrekken wanneer het ministerie daarom vraagt. Bovendien moeten organisaties snel reageren op klachten over hun naleving van de Beginselen die gegevensbeschermingsautoriteiten via het ministerie indienen. In het antwoord moet worden aangegeven of de klacht gegrond is, en zo ja, hoe de organisatie het probleem zal verhelpen. Het ministerie zal de vertrouwelijkheid van de ontvangen informatie beschermen in overeenstemming met VS-wetgeving. d) Verhaalsmechanismen i) De consumenten moeten worden aangemoedigd eventuele klachten met de desbetreffende organisatie te bespreken alvorens een beroep te doen op onafhankelijke verhaalsmechanismen. Organisaties moeten een consument binnen 45 dagen na ontvangst van diens klacht een reactie doen toekomen. De onafhankelijkheid van een verhaalsmechanisme kan met name worden aangetoond op grond van onpartijdigheid, een transparante samenstelling en financiering en aantoonbare ervaring. Zoals het Beginsel van verhaal, handhaving en aansprakelijkheid vereist, moet het verhaalsmechanisme voor particulieren direct beschikbaar en kosteloos zijn. Instanties die geschillen afhandelen, moeten alle klachten van particulieren onderzoeken tenzij deze duidelijk ongegrond of onbeduidend zijn. Dit sluit niet uit dat de organisatie waar men verhaal moet halen, acceptatiecriteria vaststelt, maar deze moeten transparant en gerechtvaardigd zijn (bijvoorbeeld om klachten uit te sluiten die buiten het toepassingsgebied van het programma vallen of door een andere instantie moeten worden behandeld) en mogen er niet toe leiden dat de verplichting om gegronde klachten te onderzoeken, wordt ondermijnd. Bovendien moeten verhaalmechanismen particulieren die een klacht indienen, complete en direct beschikbare informatie verstrekken over de wijze waarop de procedure verloopt. Deze informatie moet ook betrekking hebben op de door het mechanisme overeenkomstig de privacyschildbeginselen toegepaste praktijken inzake de privacybescherming. Zij moeten ook meewerken bij de ontwikkeling van hulpmiddelen als gestandaardiseerde klachtenformulieren om de klachtenafhandelingsprocedure te vergemakkelijken. ii) Onafhankelijke verhaalsmechanismen moeten op hun openbare websites informatie opnemen over de privacyschildbeginselen en de diensten die zij in het kader van het privacyschild aanbieden. Deze informatie moet het volgende bevatten: 1) informatie over of een link naar de vereisten van privacyschildbeginselen voor onafhankelijke beroepsmechanismen; 2) een link naar de privacyschildwebsite van het ministerie; 3) een toelichting dat hun diensten inzake geschillenbeslechting in het kader van het privacyschild voor particulieren kosteloos zijn; 4) een beschrijving van de wijze waarop een klacht in verband met het privacyschild kan worden ingediend; 5) de termijnen waarbinnen klachten inzake het privacyschild worden behandeld; en 6) een beschrijving van de reeks van verhaalsmogelijkheden. iii) Onafhankelijke verhaalsmechanismen moeten een jaarverslag publiceren met geaggregeerde statistieken over hun geschillenbeslechtingsdiensten. Het jaarverslag moet het volgende bevatten: 1) het totale aantal tijdens het verslagjaar ontvangen klachten in verband met het privacyschild; 2) de soorten ontvangen klachten; 3) maatstaven inzake de kwaliteit van de geschillenbeslechting, zoals de tijd die met de verwerking van klachten gemoeid was; en 4) de resultaten van de ontvangen klachten, met name het aantal en de soorten genomen maatregelen of opgelegde sancties. iv) Zoals uiteengezet in bijlage I beschikken particulieren over een arbitrage-optie teneinde ten aanzien van resterende klachten te bepalen of een privacyschildorganisatie haar verplichtingen in het kader van de Beginselen tegenover hen heeft geschonden, en of een dergelijke schending in het geheel niet of maar gedeeltelijk werd verholpen. Deze optie is alleen beschikbaar voor deze doeleinden. Zij is bijvoorbeeld niet beschikbaar met betrekking tot de uitzonderingen op de Beginselen ( 8 ) of met betrekking tot een bewering over het passend karakter van het privacyschild. In het kader van deze arbitrage-optie is het privacyschildpanel (bestaande uit één of drie arbiters, zoals overeengekomen door de partijen) bevoegd om een individuele, specifieke, niet-geldelijke, billijke oplossing te gelasten (zoals toegang, correctie, schrapping of teruggave van de betrokken gegevens van de persoon) die nodig is om de schending van de Beginselen in verband met slechts deze persoon te verhelpen. Particulieren en privacyschildorganisaties kunnen op grond van de Federal Arbitration Act de rechterlijke toetsing en tenuitvoerlegging van de arbitragebeslissingen vorderen krachtens Amerikaans recht. e) Rechtsmiddelen en sancties De rechtsmiddelen die de geschillenafhandelingsinstantie biedt, moeten ertoe leiden dat de gevolgen van de niet-naleving door de organisatie, voor zover mogelijk, ongedaan worden gemaakt of worden hersteld, dat de organisatie gegevens in de toekomst conform de Beginselen zal verwerken en dat, waar nodig, de verwerking van de persoonsgegevens van de klager wordt stopgezet. De sancties moeten zwaar genoeg zijn om de naleving van de Beginselen door de organisatie te waarborgen. Aan de hand van een scala van lichte tot zware sancties zullen geschillenafhandelingsinstanties op passende wijze kunnen reageren op in ernst variërende gevallen van niet-naleving. Tot de sancties moeten behoren bekendmaking van geconstateerde gevallen van niet-naleving en de eis gegevens in bepaalde omstandigheden te wissen ( 9 ). Andere mogelijke sancties zijn de opschorting en intrekking van een keurmerk, schadeloosstelling van personen voor verliezen die ze als gevolg van niet-naleving hebben geleden, en dwangmaatregelen. Particuliere geschillenbeslechtingsinstanties en zelfregulerende instanties moeten in voorkomend geval de rechter of de ter zake bevoegde overheidsinstantie in kennis stellen van de niet-inachtneming van hun uitspraken door privacyschildorganisaties, en het ministerie daarvan op de hoogte stellen. f) Actie van de FTC De FTC zal prioriteit geven aan zaken die haar in verband met de niet-naleving van de Beginselen worden voorgelegd door: i) zelfregulerende organisaties voor privacybescherming en andere onafhankelijke geschillenbeslechtingsinstanties; ii) de EU-lidstaten; en iii) het ministerie, om na te gaan of er sprake is van schending van sectie 5 van de FTC Act, die oneerlijke of misleidende handelspraktijken verbiedt. Indien de FTC concludeert dat zij reden heeft om aan te nemen dat sectie 5 werd geschonden, kan zij de zaak oplossen door om een administratief verbod van de bestreden praktijken te verzoeken, of door bij een federale rechtbank een klacht in te dienen, die als zij wordt gehonoreerd, kan resulteren in een uitspraak die hetzelfde effect sorteert. Daarbij kan het gaan om valse verklaringen inzake de onderschrijving van de privacyschildbeginselen of deelname aan het privacyschild door organisaties die ofwel niet meer op de privacyschildlijst staan ofwel nooit bij het ministerie een zelfcertificeringsverklaring hebben ingediend. De FTC kan civielrechtelijk optreden wegens overtreding van een administratief verbod, dan wel civiel- of strafrechtelijk wegens niet-naleving van een uitspraak van een federale rechtbank. De FTC zal het ministerie van dergelijke acties in kennis stellen. Het ministerie moedigt andere overheidsinstanties ertoe aan hem van het uiteindelijke resultaat van dergelijke verwijzingen of andere uitspraken in verband met de naleving van de privacyschildbeginselen in kennis te stellen. g) Permanente niet-naleving i) Als een organisatie voortdurend de Beginselen overtreedt, komt ze niet langer in aanmerking voor de voordelen van het privacyschild. Een organisatie zal in geval van permanente niet-naleving van de privacybeginselen door het ministerie van de privacyschildlijst worden verwijderd en de in het kader van het privacyschild ontvangen persoonsgegevens moeten terugbezorgen of wissen. ii) Er is sprake van permanente niet-naleving indien een organisatie die bij het ministerie een zelfcertificeringsverklaring heeft ingediend, weigert zich te conformeren aan een definitieve uitspraak van een zelfregulerende, onafhankelijke geschillenbeslechtingsinstantie op het gebied van de privacy of van een overheidsinstantie of indien een dergelijke instantie constateert dat een organisatie zich vaak niet aan de Beginselen houdt en haar verklaring deze te zullen naleven niet langer geloofwaardig is. De organisatie moet het ministerie daarvan dan onverwijld in kennis stellen. Als zij dit niet doet, kan op grond van de False Statements Act (18 U.S.C. § 1001) vervolging tegen deze organisatie worden ingesteld. Wanneer een organisatie zich terugtrekt uit een particulier zelfreguleringsprogramma op het gebied van privacy of een onafhankelijk geschillenbeslechtingsmechanisme, ontslaat dat de organisatie niet van de verplichting om de Beginselen na te leven en kan van een permanente niet-naleving sprake zijn. iii) Het ministerie zal een organisatie van de privacyschildlijst verwijderen wanneer zij ervan in kennis wordt gesteld dat een organisatie de Beginselen permanent niet naleeft, ongeacht of deze kennisgeving uitgaat van de organisatie zelf, van een zelfregulerende instantie op het gebied van de privacy of een ander zelfstandig geschillenbeslechtingsmechanisme, of van een overheidsinstantie, maar pas na de organisatie daarvan 30 dagen van tevoren in kennis te hebben gesteld en de kans te hebben gegeven om te reageren. Uit deze door het ministerie bijgehouden privacyschildlijst blijkt derhalve welke organisaties verder voor de voordelen van het privacyschild in aanmerking komen en welke niet. iv) Een organisatie die zich bij een zelfregulerende instantie aansluit om opnieuw voor het privacyschild in aanmerking te komen, moet deze instantie volledige informatie over haar vroegere deelneming aan het privacyschild verstrekken. 12.    Keuze — Tijdstip van verzet (opt-out) a) Het keuzebeginsel heeft ten doel ervoor te zorgen dat persoonlijke informatie wordt gebruikt en bekend wordt gemaakt op een manier die tegemoetkomt aan de verwachtingen en de keuzes van de betrokkene. Daarom moet deze te allen tijde de mogelijkheid hebben zich tegen het gebruik van zijn persoonlijke informatie voor directe marketing te verzetten; hij dient dit wel te doen binnen door de organisatie vastgestelde, redelijke termijnen, zodat de organisatie de tijd heeft gevolg aan de keuze te geven. Een organisatie kan ook eisen dat haar voldoende informatie wordt verstrekt ter bevestiging van de identiteit van de persoon die zich verzet. In de Verenigde Staten kunnen particulieren dit recht uitoefenen via een centraal verzetprogramma zoals de Direct Marketing Association's Mail Preference Service. Organisaties die hieraan deelnemen, moeten de beschikbaarheid van deze dienst voor consumenten die geen commerciële informatie wensen te ontvangen, promoten. In ieder geval moet de betrokkene een beroep kunnen doen op een direct beschikbaar en betaalbaar mechanisme om dit keuzerecht uit te oefenen. b) Een organisatie kan ook informatie voor sommige direct-marketingactiviteiten gebruiken wanneer het praktisch onmogelijk is om de betrokkene de gelegenheid te geven verzet aan te tekenen voordat de informatie wordt gebruikt, op voorwaarde dat de organisatie de betrokkene meteen daarna (en op verzoek altijd) de mogelijkheid biedt om verdere ontvangst van direct-marketingmededelingen te weigeren (zonder dat dit voor de consument kosten met zich brengt) en op voorwaarde dat de organisatie tegemoetkomt aan de wensen van de betrokkene. 13.    Reisinformatie a) Informatie over boekingen van luchtvaartpassagiers en andere reisinformatie, bijvoorbeeld over bonusregelingen voor vaste klanten of hotelreserveringen, en speciale behandelingen, zoals aan religieuze vereisten aangepaste maaltijden of fysieke bijstand, mogen in een aantal verschillende omstandigheden aan organisaties buiten de Europese Unie worden doorgegeven. Ingevolge artikel 26 van de richtlijn mogen persoonsgegevens „naar een derde land dat geen waarborgen voor een passend beschermingsniveau in de zin van artikel 25, lid 2, biedt” worden doorgegeven op voorwaarde dat i) dit noodzakelijk is om de door de passagier gevraagde diensten te leveren of voor de uitvoering van de vervoersovereenkomst, zoals een bonusregeling; of ii) de passagier op ondubbelzinnige wijze met de doorgifte heeft ingestemd. Organisaties in de Verenigde Staten die aan het privacyschild deelnemen, zorgen voor een adequate bescherming van persoonsgegevens en kunnen daarom gegevens vanuit de Europese Unie ontvangen zonder te voldoen aan deze voorwaarden of aan andere in artikel 26 van de richtlijn genoemde voorwaarden. Aangezien het privacyschild specifieke regels voor gevoelige informatie omvat, kan dergelijke informatie (die soms moet worden verzameld, bijvoorbeeld omdat een passagier fysieke bijstand nodig heeft) naar deelnemers aan het privacyschild worden doorgegeven. In alle gevallen moet de organisatie die de informatie doorgeeft, zich echter houden aan de wet van de EU-lidstaat waar zij actief is; deze kan onder meer bijzondere voorwaarden aan de behandeling van gevoelige gegevens stellen. 14.    Farmaceutische en Medische Producten a)    Toepassing van de wetgeving van de EU-lidstaten of de privacyschildbeginselen De wetgeving van de EU-lidstaten is van toepassing op de verzameling van de persoonsgegevens, alsmede op de verwerking voor zover die plaatsvindt vóór de doorgifte aan de Verenigde Staten. De privacyschildbeginselen zijn op de gegevens van toepassing vanaf het moment dat zij naar de Verenigde Staten zijn doorgegeven. Gegevens die voor farmaceutisch onderzoek en andere doeleinden worden gebruikt, moeten indien nodig worden geanonimiseerd. b)    Later wetenschappelijk onderzoek i) Persoonsgegevens uit specifiek medisch of farmaceutisch onderzoek spelen veelal een belangrijke rol bij later wetenschappelijk onderzoek. Als de voor een bepaald onderzoek verzamelde persoonsgegevens worden doorgegeven aan een organisatie in de Verenigde Staten die aan het privacyschild deelneemt, mag de organisatie de gegevens gebruiken voor nieuw wetenschappelijk onderzoek, mits de betrokkene hiervan in eerste instantie op de juiste wijze in kennis was gesteld en hij een keuzemogelijkheid had. Deze kennisgeving moet informatie bevatten over ieder specifiek gebruik van de gegevens in de toekomst, zoals periodieke follow-up, verwante studies of verkoopactiviteiten. ii) Het spreekt voor zich dat niet ieder toekomstig gebruik van de gegevens kan worden voorzien, aangezien het nieuwe onderzoek waarvoor de gegevens zullen worden gebruikt, kan voortvloeien uit op grond van de oorspronkelijke gegevens verworven nieuwe inzichten, nieuwe medische ontdekkingen en vorderingen en de ontwikkeling van de volksgezondheid en regelgeving. In voorkomende gevallen moet de kennisgeving dan ook een toelichting bevatten waarin is aangegeven dat de persoonsgegevens voor toekomstig, nog niet te voorzien medisch en farmaceutisch onderzoek kunnen worden gebruikt. Als dit gebruik afwijkt van de algemene onderzoeksdoelstelling(en) waarvoor de persoonsgegevens oorspronkelijk zijn verzameld of waarvoor het individu later toestemming heeft gegeven, is opnieuw toestemming vereist. c)    Opzegging van medewerking aan een klinische proef Deelnemers kunnen op ieder moment hun medewerking aan een klinische proef opzeggen, of hiertoe worden verzocht. Alle persoonsgegevens die voorafgaand aan deze terugtrekking zijn verzameld, mogen toch, samen met de overige verzamelde gegevens, in de klinische proef worden verwerkt, mits de deelnemer hiervan op het moment dat hij in deelname toestemde, in kennis is gesteld. d)    Overdrachten met het oog op Regelgeving en Toezicht Producenten van geneesmiddelen en medische apparatuur mogen persoonsgegevens uit in de Europese Unie uitgevoerde klinische proeven met het oog op regelgeving en toezicht doorgeven aan instanties in de Verenigde Staten. Een soortgelijke doorgifte is ook toegestaan aan andere partijen dan regelgevende instanties, zoals bedrijfsvestigingen en andere onderzoekers, mits dit in overeenstemming is met het kennisgevings- en het keuzebeginsel. e)    „Blinde” tests i) Met het oog op de objectiviteit mogen deelnemers, en vaak ook onderzoekers, bij veel klinische proeven niet weten welke behandeling iedere deelnemer ondergaat. Als dit wel het geval was, zouden de validiteit van het onderzoek en de resultaten in gevaar komen. Deelnemers aan dergelijke klinische proeven (aangeduid als „blinde” tests) hoeven tijdens de proef geen toegang te krijgen tot de gegevens over hun behandeling indien deze beperking is aangegeven toen de deelnemer toestemde in deelname aan de proef en bekendmaking van dergelijke informatie de validiteit van het onderzoek in gevaar brengt. ii) Toestemming in deelname aan de proef onder deze voorwaarden geldt als het afzien van het recht op toegang tot deze informatie. Na de voltooiing van de proef en de analyse van de resultaten, moeten de deelnemers desgewenst toegang tot hun gegevens krijgen. Zij moeten zich hiervoor in eerste instantie wenden tot de arts of andere zorgverstrekker door wie zij in het kader van de medische proef zijn behandeld en in tweede instantie tot de opdrachtgever van de proef. f)    Toezicht op productveiligheid en efficiëntie Producenten van geneesmiddelen en medische apparatuur hoeven de privacyschildbeginselen niet toe te passen met betrekking tot de Beginselen inzake kennisgeving, keuze, aansprakelijkheid voor verdere doorgifte en toegang, wanneer zij maatregelen in verband met de controle op de veiligheid en doeltreffendheid van hun producten nemen, zoals rapportage van incidenten en het volgen van patiënten/proefpersonen die bepaalde geneesmiddelen of medische apparatuur gebruiken, voor zover de naleving van de Beginselen samenvalt met de naleving van de wettelijke voorschriften. Dit geldt zowel voor de rapportage door bijvoorbeeld zorgverstrekkers aan producenten van geneesmiddelen en medische apparatuur als voor de rapportage door producenten van geneesmiddelen en medische apparatuur aan overheidsinstanties, zoals de Food and Drug Administration. g)    Gegevens met een unieke code De hoofdonderzoeker voorziet de onderzoeksgegevens altijd al bij de bron van een unieke code, zodat de identiteit van de individuen waarop de gegevens betrekking hebben geheim blijft. De farmaceutische bedrijven die de opdracht voor het onderzoek hebben gegeven, krijgen niet de beschikking over de sleutel. Deze is uitsluitend bij de onderzoeker bekend, zodat hij onder bepaalde omstandigheden (bv. als achteraf nog medische zorg nodig is) de betrokkene kan identificeren. Een doorgifte van dusdanig gecodeerde gegevens van de EU naar de Verenigde Staten geldt niet als een doorgifte van persoonsgegevens waarop de privacyschildbeginselen van toepassing zijn. 15.    Informatie uit openbare bestanden of openbaar beschikbare informatie a) Een organisatie moet de privacyschildbeginselen van veiligheid, de integriteit van gegevens en doelbinding en verhaal, handhaving en aansprakelijkheid toepassen op persoonsgegevens uit openbare bronnen. Deze Beginselen gelden ook voor persoonsgegevens die worden verzameld uit openbare bestanden d.w.z., bestanden die door overheidsdiensten op alle mogelijke niveaus worden bewaard en die voor iedereen toegankelijk zijn. b) Het is niet nodig de Beginselen van kennisgeving, keuze of aansprakelijkheid voor verdere doorgifte toe te passen op informatie uit openbare bestanden, op voorwaarde dat deze informatie niet is gecombineerd met informatie uit niet-openbare bestanden en alle voorwaarden die de bevoegde instanties voor raadpleging stellen, worden nageleefd. In het algemeen is het evenmin nodig de Beginselen van kennisgeving, keuze of aansprakelijkheid voor verdere doorgifte toe te passen op openbaar beschikbare informatie, tenzij de Europese organisatie die de informatie doorgeeft, aangeeft dat voor deze informatie restricties gelden, op grond waarvan die Beginselen in verband met het gebruik dat zij van de informatie wil maken door de organisatie moeten worden toegepast. Organisaties zijn niet aansprakelijk voor de manier waarop dergelijke informatie wordt gebruikt door degenen die de informatie uit gepubliceerd materiaal hebben verkregen. c) Indien wordt geconstateerd dat een organisatie persoonlijke informatie opzettelijk in strijd met de Beginselen openbaar heeft gemaakt, zodat zij of anderen van deze uitzonderingen kunnen profiteren, komt zij niet langer voor het privacyschild in aanmerking. d) Het is niet nodig het toegangsbeginsel op informatie uit openbare bestanden toe te passen, voor zover deze niet wordt gecombineerd met andere persoonlijke informatie (tenzij het hierbij gaat om kleine hoeveelheden die worden gebruikt om informatie uit openbare bestanden te indexeren of te organiseren); de voorwaarden die de bevoegde instanties voor raadpleging stellen, moeten evenwel worden nageleefd. Wanneer daarentegen informatie uit openbare bestanden wordt gecombineerd met andere informatie uit niet-openbare bestanden (afgezien van bovengenoemd specifiek geval), dan moet een organisatie wel toegang tot al deze informatie verlenen, voor zover niet andere toegestane uitzonderingen op deze informatie van toepassing zijn. e) Net als voor informatie uit openbare bestanden is het niet nodig toegang te verlenen tot informatie die reeds voor iedereen beschikbaar is, voor zover deze niet wordt gecombineerd met niet-openbaar beschikbare informatie. Organisaties die openbaar beschikbare informatie verkopen, kunnen het voor hun organisatie gebruikelijke tarief in rekening brengen om aan de verzoeken tot toegang te voldoen. Particulieren kunnen echter ook toegang tot hun persoonsgegevens trachten te verkrijgen bij de organisatie die oorspronkelijk de gegevens heeft verzameld. 16.    Verzoeken om toegang door de overheid a) Met het oog op de transparantie inzake gerechtvaardigde verzoeken van openbare instanties om toegang tot persoonlijke informatie, kunnen privacyschildorganisaties op vrijwillige basis periodieke transparantieverslagen uitbrengen inzake het aantal verzoeken om persoonlijke informatie die zij van openbare instanties ontvangen om redenen van rechtshandhaving of nationale veiligheid, voor zover dergelijke bekendmakingen overeenkomstig het toepasselijke recht toegestaan zijn. b) De door de privacyschildorganisaties in deze verslagen verstrekte informatie kan samen met de informatie die werd vrijgegeven door inlichtingendiensten, alsook andere informatie, gebruikt worden ten behoeve van de jaarlijkse gezamenlijke evaluatie van de werking van het privacyschild overeenkomstig de Beginselen. c) Het ontbreken van een kennisgeving overeenkomstig punt (a)(xii), van het Kennisgevingsbeginsel mag de mogelijkheid voor een organisatie om te reageren op een gerechtvaardigd verzoek niet verhinderen of beperken. Bijlage I Arbitrage-model Deze bijlage I beschrijft wanneer privacyschildorganisaties verplicht zijn klachten op grond van het Beginsel inzake verhaal, handhaving en aansprakelijkheid aan arbitrage te onderwerpen. De hieronder omschreven bindende arbitrage-optie geldt voor bepaalde „resterende” klachten in verband met gegevens die onder het EU-VS-privacyschild vallen. Het doel van deze optie is een snel, onafhankelijk en eerlijk mechanisme te bieden, waarvan de betrokken personen desgewenst gebruik kunnen maken in geval van een geschil over schendingen van de Beginselen dat niet via een van de andere privacyschildmechanismen werden beslecht. A.    Toepassingsgebied Deze arbitrage-optie staat ter beschikking van natuurlijke personen en maakt het mogelijk om ten aanzien van nog niet anderszins opgeloste klachten te bepalen of een privacyschildorganisatie haar verplichtingen in het kader van de Beginselen tegenover iemand heeft geschonden, en of een dergelijke schending volledig of gedeeltelijk niet werd verholpen. Deze optie is alleen beschikbaar voor deze doeleinden. Deze optie is bijvoorbeeld niet beschikbaar met betrekking tot de uitzonderingen op de Beginselen ( 10 ) of met betrekking tot een bewering over het passend karakter van het privacyschild. B.    Beschikbare rechtsmiddelen In het kader van deze arbitrage-optie is het privacyschildpanel (bestaande uit één of drie arbiters, zoals overeengekomen door de partijen) bevoegd om een individuele, specifieke, niet-geldelijke, billijke voorziening vast te stellen (zoals toegang, correctie, wissen of teruggave van de betrokken gegevens van de persoon) die nodig is om de schending van de Beginselen in verband met enkel deze persoon te verhelpen. Dit zijn de enige bevoegdheden van het arbitragepanel qua voorzieningen. Bij het overwegen van voorzieningen moet het arbitragepanel voorzieningen in overweging nemen die reeds door andere mechanismen werden vastgesteld in het kader van het privacyschild. Schadevergoeding of vergoeding van kosten of honoraria of andere voorzieningen zijn niet mogelijk. Elke partij betaalt de honoraria van zijn eigen advocaat. C.    Aan abritrage voorafgaande vereisten Een persoon die beslist een beroep te doen op deze arbitrage-optie, moet alvorens een arbitrageverzoek te doen de volgende stappen ondernemen: 1) rechtstreeks bij de organisatie bezwaar tegen de beweerde schending maken en de organisatie de gelegenheid bieden om de kwestie binnen de in sectie III, punt 11, onder (d) (i), van de Beginselen bepaalde termijn op te lossen; 2) gebruikmaken van het onafhankelijk verhaalsmechanisme in het kader van de Beginselen, dat voor de betrokken persoon gratis is; en 3) de zaak via de betreffende gegevensbeschermingsautoriteit aankaarten bij het ministerie van Handel en dit ministerie de mogelijkheid bieden zijn uiterste best te doen om het probleem op de lossen binnen de termijnen die voorzien zijn in de Brief van de International Trade Administration van het ministerie van Handel. Hieraan zijn voor de betrokken persoon geen kosten verbonden. Deze arbitrage-optie kan niet worden ingeroepen indien de beweerde schending van de Beginselen 1) reeds eerder was onderworpen aan bindende arbitrage; 2) het voorwerp uitmaakt van een onherroepelijk vonnis dat is gegeven in het kader van een gerechtelijke procedure waarbij de betrokkenen partij was; of 3) reeds eerder door de partijen werd geregeld. Bovendien kan deze optie niet worden ingeroepen als een EU-gegevensbeschermingsautoriteit 1) bevoegd is krachtens de secties III.5 of III.9 van de Beginselen, of 2) de bevoegdheid heeft om inzake de beweerde schending rechtstreeks met de organisatie tot een oplossing te komen. De bevoegdheid van een gegevensbeschermingsautoriteit om een klacht jegens een EU-verwerkingsverantwoordelijke af te handelen, sluit op zich niet de mogelijkheid uit om inzake dezelfde klacht van deze arbitrage-optie gebruik te maken jegens een andere juridische entiteit waarover de gegevensbeschermingsautoriteit geen bevoegdheid heeft. D.    Bindend karakter van beslissingen De beslissing van een persoon om deze bindende arbitrage-optie in te roepen is volledig vrijwillig. Arbitragebeslissingen zijn bindend voor alle partijen bij de arbitrage. Wanneer de betrokken persoon deze optie eenmaal heeft ingeroepen, doet hij afstand van de mogelijkheid om de zaak aan een andere forum voor te leggen, zij het dat wanneer de niet-geldelijke, billijke schadevergoeding de beweerde schending niet volledig vergoed, de keuze voor de arbitrage de betrokkene niet belet om eventueel bij de rechter een vordering tot schadevergoeding in te stellen. E.    Rechterlijke toetsing en tenuitvoerlegging Particulieren en privacyschildorganisaties kunnen op grond van de Federal Arbitration Act de rechterlijke toetsing en tenuitvoerlegging van de arbitragebeslissingen vorderen krachtens Amerikaans recht ( 11 ). In dergelijke gevallen moet een zaak worden ingeleid bij het federal district court dat bevoegd is met betrekking tot de hoofdzetel van de privacyschildorganisatie. Deze arbitrage-optie beoogt individuele geschillen te beslechten; het is niet de bedoeling dat arbitragebesluiten fungeren als een overtuigend of bindend precedent in zaken waarbij andere partijen betrokken zijn, met inbegrip van toekomstige arbitrages of in procedures voor rechtbanken in de EU of de VS, of FTC-procedures. F.    Het arbitragepanel De partijen zullen de arbiters selecteren uit de hieronder besproken lijst van arbiters. In overeenstemming met het toepasselijke recht zullen het ministerie van Handel van de Verenigde Staten en de Europese Commissie een lijst opstellen van ten minste 20 arbiters, geselecteerd op basis van onafhankelijkheid, integriteit en expertise. Het volgende is van toepassing in het kader van deze procedure: Arbiters: 1) blijven op de lijst staan gedurende een periode van 3 jaar, behoudens buitengewone omstandigheden of dwingende redenen, welke periode met 3 jaar kan worden verlengd; 2) zijn niet onderworpen aan enige instructie van, of gelieerd aan een partij, of een privacyschildorganisatie, of de VS, EU, of een EU-lidstaat of een andere regeringsinstantie, overheidsinstantie, of handhavingsautoriteit; en 3) dienen toegelaten te zijn als advocaat in de Verenigde Staten en deskundige te zijn op het gebied van VS-wetgeving inzake privacybescherming, en deskundigheid te hebben op het gebied van EU-wetgeving inzake gegevensbescherming. G.    Arbitrageprocedures In overeenstemming met het toepasselijke recht, moeten het ministerie van Handel en de Europese Commissie binnen zes maanden na de vaststelling van het adequaatheidsbesluit overeenstemming bereiken over de goedkeuring van een bestaande, beproefde reeks van VS-arbitrageprocedures (zoals AAA of JAMS) die worden toegepast op de procedures voor het privacyschildpanel, met inachtneming van de volgende onverwegingen: 1. Een natuurlijk persoon kan tot bindende arbitrage overgaan, met inachtneming van de bovenvermelde bepaling inzake aan de arbitrage voorafgaande vereisten, via afgifte van een „kennisgeving” aan de organisatie. De kennisgeving bevat een samenvatting van de stappen die zijn genomen op grond van punt C om de klacht op te lossen, een beschrijving van de beweerde schending en, naar keuze van de natuurlijke persoon, de bewijsstukken en de documenten en/of een uiteenzetting van de wetgeving met betrekking tot de klacht. 2. Er zullen procedures worden ontwikkeld om ervoor te zorgen dat één en dezelfde beweerde schending niet meermaals wordt verholpen of behandeld. 3. FTC-maatregelen kunnen parallel met arbitrage worden genomen. 4. Vertegenwoordigers van de VS, de EU, een EU-lidstaat of een andere regeringsinstantie, overheidsinstantie, of uitvoerende autoriteit mogen niet deelnemen aan deze arbitrages, zij het dat EU-gegevensbeschermingsautoriteiten op verzoek van een EU-burger bijstand mogen verlenen bij de voorbereiding van enkel de kennisgeving, zonder echter toegang te hebben tot bekendmakings- of andere documenten met betrekking tot deze arbitrages. 5. De arbitrage zal plaatsvinden in de Verenigde Staten en de betrokken persoon kan opteren voor deelname per video of telefoon, zonder dat voor die persoon aan die deelname kosten zijn verbonden. Fysieke aanwezigheid wordt niet vereist. 6. De arbitrage vindt plaats in de Engelse taal, tenzij door partijen anders is overeengekomen. Op gemotiveerd verzoek, en in aanmerking nemend of de betrokken persoon door een advocaat wordt vertegenwoordigd, zal tijdens de arbitragezitting ten behoeve van de betrokken persoon voor kosteloze vertolking en kosteloze vertaling van de abitragestukken worden gezorgd, tenzij het panel van oordeel is dat dit gelet op de specifieke omstandigheden van de arbitrage in kwestie zou leiden tot ongerechtvaardigde of buitensporige kosten. 7. Stukken die aan de scheidsrechters worden voorgelegd, moeten vertrouwelijk behandeld worden en mogen alleen worden gebruikt in het kader van de arbitrage. 8. Individuele specifieke openbaarmaking kan worden toegestaan indien nodig, en een dergelijke openbaarmaking moet vertrouwelijk worden behandeld door de partijen en mag alleen worden gebruikt in verband met de arbitrage. 9. Arbitrages moet worden voltooid binnen 90 dagen na de afgifte van de kennisgeving aan de betrokken organisatie, tenzij anders door partijen anders overeengekomen is. H.    Kosten Arbiters moeten redelijke maatregelen treffen om de kosten of vergoedingen inzake de arbitrages zo laag mogelijk te houden. In overeenstemming met het toepasselijke recht zal het ministerie van Handel de oprichting van een fonds bevorderen waaraan de privacyschildorganisaties een jaarlijkse bijdrage zullen moeten betalen, welke deels gebaseerd is op de omvang van de organisatie, om de kosten van de arbitrage, inclusief de honoraria van de scheidsrechters, te dekken, ten belope van maximumbedragen („caps”), na overleg met de Europese Commissie. Het Fonds zal worden beheerd door een derde partij, die regelmatig verslag uitbrengt over de werkzaamheden van het Fonds. Bij de jaarlijkse evaluatie zullen het ministerie van Handel en de Europese Commissie de werking van het fonds evalueren, inclusief de vraag of het bedrag van de bijdragen of van de caps moet worden aangepast, en zullen zij onder andere het aantal arbitrages en de kosten en timing van de arbitrages in aanmerking nemen, waarbij er onderling van wordt uitgegaan dat aan de privacyschildorganisaties geen buitensporige financiële lasten zullen worden opgelegd. Honoraria voor advocaten vallen niet onder deze bepaling en worden ook niet gedekt door enig fonds uit hoofde van deze bepaling. BIJLAGE III Brief van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry 7 juli 2016 Geachte commissaris Jourová, Ik ben blij dat wij overeenstemming hebben bereikt over het privacyschild tussen de Europese Unie — Verenigde Staten, dat een ombudsmanmechanisme zal bevatten door middel waarvan de autoriteiten in de EU verzoeken namens EU-burgers zullen kunnen indienen inzake praktijken in het kader van „inlichtingen uit berichtenverkeer” van de VS. Op 17 januari 2014 heeft president Barack Obama belangrijke hervormingen van de inlichtingendienst aangekondigd, die zijn opgenomen in de Presidential Policy Directive 28 (Richtlijn Presidentieel Beleid — PPD-28). Krachtens PPD-28 heb ik Under Secretary of State Catherine A. Novelli, tevens belast met de functie van Senior Coordinator for International Information Technology Diplomacy, aangewezen als ons contactpunt voor buitenlandse regeringen die zaken aan te orde wensen te stellen in verband met activiteiten van de VS met betrekking tot inlichtingen uit het berichtenverkeer. Voortbouwend op deze taak heb ik een privacyschildombudsman-mechanisme ingesteld overeenkomstig de in bijlage A uiteengezette voorwaarden, welke sinds mijn brief van 22 februari 2016 zijn geactualiseerd. Ik heb Under Secretary Novelli met deze functie belast. Under Secretary Novelli is onafhankelijk van de VS inlichtingendiensten en brengt rechtstreeks verslag aan mij uit. Ik heb mijn ambtenaren de opdracht gegeven de nodige middelen ter beschikking te stellen voor de uitvoering van dit nieuwe ombudsmanmechanisme en ik heb er alle vertrouwen in dat het een doeltreffend middel zal zijn om zorgen van EU-burgers weg te nemen. Met vriendelijke groet, John F. Kerry Bijlage A EU-VS-privacyschildombudsmanmechanisme met betrekking tot inlichtingen uit het berichtenverkeer Gelet op het belang van het EU-VS-privacyschildkader bevat dit Memorandum de procedure voor de uitvoering van een nieuw mechanisme, in overeenstemming met de Presidential Policy Directive 28 (PPD-28), met betrekking tot inlichtingen uit het berichtenverkeer ( 12 ). Op 17 januari 2014 heeft president Obama een toespraak gehouden waarin belangrijke hervormingen van de inlichtingendienst werd aangekondigd. In deze toespraak, wees hij erop dat „[o]nze inspanningen […] niet alleen [bijdragen] tot de bescherming van ons land, maar ook van onze bondgenoten en vrienden. Onze inspanningen zullen pas effectief zijn als normale burgers in andere landen erop vertrouwen dat ook de Verenigde Staten hun persoonlijke levenssfeer respecteren.” president Obama kondigde de uitvaardiging aan van een nieuwe presidentiële richtlijn — PPD-28 — teneinde „duidelijk te bepalen wat we doen, en niet doen, als het op onze overzeese observatie aankomt.” Sectie 4(d) van 28-PPD geeft de minister van Buitenlandse Zaken de opdracht om een „Senior Coordinator for International Information Technology Diplomacy” (Senior Coordinator) te benoeme, die moet „te dienen als aanspreekpunt voor buitenlandse regeringen die bezorgd zijn over activiteiten van de Verenigde Staten met betrekking tot inlichtingen uit berichtenverkeer.” Met ingang van januari 2015 is C. Novelli de Senior Coördinator. Dit memorandum beschrijft een nieuw mechanisme dat de Senior Coordinator zal toepassen om eenvoudiger verzoeken te kunnen behandelen met betrekking tot de toegang in verband met de nationale veiligheid tot gegevens die vanuit de EU zijn doorgegeven naar de Verenigde Staten in het kader van het privacyschild, modelcontractbepalingen, bindende bedrijfsvoorschriften, „afwijkingen” ( 13 ) of „mogelijke toekomstige afwijkingen” ( 14 ), via gevestigde kanalen uit hoofde van toepasselijke VS-wetgeving en -beleidregels, en het antwoord op die verzoeken. 1. De privacyschildombudsman. De Senior Coördinator fungeert als privacyschildombudsman en wijst ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken aan om haar zo nodig bij te staan in de uitoefening van de in dit memorandum omschreven verantwoordelijkheden. (Hierna zullen de Coördinator en de ambtenaren die dergelijke taken verrichten worden aangeduid als „privacyschildombudsman”.) De privacyschildombudsman zal nauw samenwerken met de daarvoor in aanmerking komende ambtenaren van andere ministeries en agentschappen die verantwoordelijk zijn voor de verwerking van verzoeken overeenkomstig de toepasselijke wetten en beleidsregels van de Verenigde Staten. De ombudsman is onafhankelijk van de inlichtingendiensten. De ombudsman brengt rechtstreeks verslag uit aan de minister van Buitenlandse Zaken, die ervoor zal zorgen dat de ombudsman zijn taak uitoefent op objectieve wijze en vrij van ongepaste beïnvloeding die gevolgen voor het te geven antwoord kan hebben. 2. Doeltreffende coördinatie. De privacyschildombudsman zal effectief gebruik kunnen maken en tot afstemming kunnen komen met de hieronder beschreven toezichthoudende organen, teneinde ervoor te zorgen dat het antwoord van de ombudsman op de vragen die worden ingediend door de EU-instantie voor de behandeling van individuele klachten gebaseerd is op de noodzakelijke informatie. Wanneer het verzoek betrekking heeft op de verenigbaarheid van surveillance met de wetgeving van de VS zal de ombudsman kunnen samenwerken met een van de onafhankelijke toezichthoudende organen met onderzoeksbevoegdheden. a) De privacyschildombudsman zal nauw samenwerken met andere regeringsambtenaren van de Verenigde Staten, waaronder passende daarvoor in aanmerking komende toezichthoudende organen, om ervoor te zorgen dat verzoeken volledig zijn en in overeenstemming met de toepasselijke wetten en beleidsregels worden behandeld en afgehandeld. In het bijzonder zal de privacyschildombudsman nauw kunnen samenwerken met het bureau van de directeur van de nationale inlichtingendienst, het ministerie van Justitie en andere ministeries en agentschappen die in voorkomend geval betrokken zijn bij de nationale veiligheid van de Verenigde Staten, en met inspecteurs-generaal, ambtenaren die met de uitvoering van de Freedom of Information Act zijn belast en ambtenaren op het gebied van burgerlijke vrijheden en privacy. b) De regering van de Verenigde Staten zal gebruikmaken van ministeries en agentschappen overkoepelende mechanismen voor de coördinatie van en toezicht op aangelegenheden van nationale veiligheid, om ervoor te zorgen dat de privacyschildombudsman in staat is te reageren in de zin van sectie 4(e) op volledige verzoeken krachtens sectie 3(b). c) De privacyschildombudsman kan aangelegenheden in verband met verzoeken ter overweging doorverwijzen naar de Privacy and Civil Liberties Oversight Board. 3. Indiening van verzoeken. a) Een verzoek wordt in eerste instantie ingediend bij de toezichthoudende autoriteiten in de lidstaten die bevoegd zijn voor het toezicht op de nationale veiligheidsdiensten en/of de verwerking van persoonsgegevens door overheidsdiensten. Het verzoek wordt ingediend bij de ombudsman door een centraal EU-orgaan (hierna de „EU-instantie voor de behandeling van individuele klachten” genoemd). b) De EU-instantie voor de behandeling van individuele klachten zal er, door middel van de volgende handelingen, op toezien dat het verzoek volledig is: i) door de identiteit van de persoon te controleren en door te controleren of de persoon in eigen naam handelt en niet als vertegenwoordiger van een gouvernementele of een intergouvernementele organisatie; ii) door erop toe te zien dat het verzoek schriftelijk wordt ingediend en dat het de volgende basisinformatie bevat: — alle informatie die de basis vormt voor het verzoek, — de aard van de informatie of het gewenste herstel, — in voorkomend geval de nationale overheidsorganen van de Verenigde Staten die geacht worden betrokken te zijn, en — de andere maatregelen die zijn genomen om de gevraagde informatie of het gevraagde herstel te verkrijgen en het naar aanleiding van die andere maatregelen ontvangen antwoord; iii) door te controleren of het verzoek betrekking heeft op gegevens die redelijkerwijs worden verondersteld uit de EU te zijn doorgegeven naar de Verenigde Staten in het kader van het privacyschild, modelcontractbepalingen, bindende bedrijfsvoorschriften, afwijkingen, of mogelijke toekomstige afwijkingen; iv) door het doen van een eerste vaststelling dat het verzoek niet lichtzinnig, vexatoir, of te kwader trouw werd gedaan. c) Om met het oog op een verdere behandeling door de privacyschildombudsman in het kader van dit memorandum volledig te zijn, hoeft in het verzoek niet te worden aangetoond dat de regering van de Verenigde Staten via activiteiten in het kader van inlichtingen uit het berichtenverkeer feitelijk toegang heeft gehad tot de gegevens van de verzoeker. 4. Toezeggingen om met de indienende EU-instantie voor de behandeling van individuele klachten te communiceren. a) De privacyschildombudsman bevestigt de ontvangst van het verzoek aan de indienende EU-instantie voor de behandeling van individuele klachten.
50,292
https://nl.wikipedia.org/wiki/Salcea
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Salcea
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Salcea&action=history
Dutch
Spoken
20
45
Salcea is een stad (oraș) in het Roemeense district Suceava. De stad telt 9194 inwoners (2000). Stad in Roemenië Suceava
40,430
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lumban%20Pasir%20%28Tambangan%29
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Lumban Pasir (Tambangan)
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Lumban Pasir (Tambangan)&action=history
Dutch
Spoken
25
59
Lumban Pasir is een bestuurslaag in het regentschap Mandailing Natal van de provincie Noord-Sumatra, Indonesië. Lumban Pasir telt 588 inwoners (volkstelling 2010). Plaats in Noord-Sumatra
5,396
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gaston%20en%20Leo%20in%20Hong%20Kong
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Gaston en Leo in Hong Kong
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Gaston en Leo in Hong Kong&action=history
Dutch
Spoken
161
362
Gaston en Leo in Hong Kong is een Vlaamse film uit 1987 van regisseur Paul Cammermans. Het was de derde bioscoopfilm met in de hoofdrol het komische duo Gaston en Leo. Regisseur Cammermans schreef het scenario voor de film samen met Jos Vandeloo. Verhaal Gaston en Leo zijn begrafenisondernemers die gespecialiseerd zijn in het luxetransport van de betere klasse van overledenen. Wanneer hen wordt gevraagd om de overblijfselen van een Chinees uit België naar Hongkong te vervoeren, grijpt de Triade de kans om diamanten naar de kolonie te smokkelen. Rolverdeling |- |||Gaston |- |||Leo |- |||Zuster Olivia |- |||Duitse kolonel |- |||Agent 008 |- |||Robert |- |||Jeanneke |- |||Louisa |- |||Duitse douanier |- |||Belgische kolonel |- |||Helper van Robert |- |||Duitse sergeant |- |||Belgische sergeant |- |||Weduwe brouwer |- |||Weduwe generaal |- |||Douanier Zaventem |} Trivia De opnames vonden plaats in Antwerpen, en op locaties in Nice en Hongkong. Bronnen Film uit 1988 Belgische film Komische film Film van Paul Cammermans
47,604
https://nl.wikipedia.org/wiki/Teladan%20%28Bosar%20Maligas%29
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Teladan (Bosar Maligas)
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Teladan (Bosar Maligas)&action=history
Dutch
Spoken
22
56
Teladan is een bestuurslaag in het regentschap Simalungun van de provincie Noord-Sumatra, Indonesië. Teladan telt 1459 inwoners (volkstelling 2010). Plaats in Noord-Sumatra
33,546
https://nl.wikipedia.org/wiki/%F0%9F%87%B9%F0%9F%87%B7
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
🇹🇷
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=🇹🇷&action=history
Dutch
Spoken
129
298
🇹🇷 is een Unicode vlagsequentie emoji die gebruikt wordt als regionale indicator voor Turkije. De meest gebruikelijke weergave is die van de vlag van Turkije, maar op sommige platforms (waaronder Microsoft Windows) ziet men de letters TR. De vlagsequentie is opgebouwd uit de combinatie van de Regional Indicator Symbols 🇹 (U+1F1F9) en 🇷 (U+1F1F7), tezamen de ISO 3166-1 alpha-2 code TR voor Turkije vormend. Deze emoji is in 2010 geïntroduceerd met de Unicode 6.0-standaard. Gebruik Deze emoji wordt gebruikt als regionale aanduiding van Turkije. Codering Unicode In Unicode vindt men de 🇹🇷 met de codesequentie U+1F1F9 U+1F1F7 (hex). Shortcode Er zijn shortcodes voor 🇹🇷; in Github kan deze opgeroepen worden met :turkey:, in Slack kan het karakter worden opgeroepen met de code :flag-tr:. Regional Indicator Symbol Unicode 6.0-teken Turkije
42,104
https://nl.wikipedia.org/wiki/Circuito%20del%20Porto-Trofeo%20Internazionale%20Arvedi
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Circuito del Porto-Trofeo Internazionale Arvedi
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Circuito del Porto-Trofeo Internazionale Arvedi&action=history
Dutch
Spoken
66
147
De Circuito del Porto-Trofeo Internazionale Arvedi is een eendaagse wielerwedstrijd die jaarlijks in mei wordt verreden in de Italiaanse regio Lombardije met Cremona als start- en finishplaats. Tot 2004 was de koers een amateurwedstrijd, sinds 2005 maakt hij deel uit van de UCI Europe Tour met een 1.2-classificatie. Lijst van winnaars Meervoudige winnaars Overwinningen per land Eendagswielerwedstrijd Wielerwedstrijd in Italië UCI Europe Tour Sport in Lombardije
49,229
https://stackoverflow.com/questions/66532535
StackExchange
Open Web
CC-By-SA
2,021
Stack Exchange
Henrik, https://stackoverflow.com/users/1851712, https://stackoverflow.com/users/7941188, tjebo
Dutch
Spoken
287
744
Changing color and fill in geom_histogram results in automatically printed line in y=0 I have Written with ggplot(aa, aes(x = laengde)) + theme_bw() + geom_histogram(bins=30) Changing color as follows results in an unwanted line at y=0. How can I remove this line? Written with ggplot(aa, aes(x = laengde)) + theme_bw() + geom_histogram(bins=30, color = "#6DBCC3", fill = alpha("#6DBCC3", .2)) And data aa <- structure(list(laengde = c(56L, 52L, 52L, 52L, 52L, 53L, 54L, 54L, 54L, 55L, 54L, 51L, 52L, 57L, 53L, 50L, 52L, 54L, 50L, 56L, 52L, 51L, 47L, 52L, 52L, 54L, 55L, 53L, 54L, 53L, 51L, 49L, 50L, 57L, 52L, 54L, 59L, 53L, 54L, 54L, 58L, 53L, 52L, 53L, 54L, 55L, 52L, 52L, 52L, 55L)), row.names = c(NA, -50L), class = "data.frame") Remove baseline color for geom_histogram Does this answer your question? Remove baseline color for geom_histogram Those lines are actually bins in the histogram that have 0 counts. To mask them, you can set the colour of those bins to transparent. In the example below, we use the after_scale function to access the count column computed by the stat part of the layer and to set colour directly (as opposed to mapping colours to a scale). library(ggplot2) aa <- structure(list(laengde = c(56L, 52L, 52L, 52L, 52L, 53L, 54L, 54L, 54L, 55L, 54L, 51L, 52L, 57L, 53L, 50L, 52L, 54L, 50L, 56L, 52L, 51L, 47L, 52L, 52L, 54L, 55L, 53L, 54L, 53L, 51L, 49L, 50L, 57L, 52L, 54L, 59L, 53L, 54L, 54L, 58L, 53L, 52L, 53L, 54L, 55L, 52L, 52L, 52L, 55L)), row.names = c(NA, -50L), class = "data.frame") ggplot(aa, aes(x = laengde)) + theme_bw() + geom_histogram( bins=30, aes(colour = after_scale(ifelse(count == 0, "transparent", "#6DBCC3"))), fill = alpha("#6DBCC3", .2)) Created on 2021-03-08 by the reprex package (v1.0.0)
35,631
http://publications.europa.eu/resource/cellar/5d9d8ae5-51ef-11e9-a8ed-01aa75ed71a1_9278
Eurovoc
Open Government
CC-By
2,019
A Bizottság (EU) 2019/439 végrehajtási rendelete (2019. február 15.) az (EU) 2016/2070 végrehajtási rendeletnek a 2013/36/EU európai parlamenti és tanácsi irányelv 78. cikkének (2) bekezdésében említett adatszolgáltatás céljára az Unióban alkalmazandó benchmarkportfóliók, adatszolgáltatási táblák és adatszolgáltatási útmutatók tekintetében történő módosításáról (EGT-vonatkozású szöveg.)
None
Dutch
Spoken
10,812
19,491
EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_AT_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering AT Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_AU_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering AU Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_BE_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering BE Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_BG_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering BG Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_BR_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering BR Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_CA_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering CA Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_CH_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering CH Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_CN_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering CN Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_CY_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering CY Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_CZ_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering CZ Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_DE_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering DE Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_DK_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering DK Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_EE_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering EE Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_ES_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering ES Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_FI_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering FI Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_FR_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering FR Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_GB_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering GB Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_GR_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering GR Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_HK_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering HK Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_HR_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering HR Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_HU_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering HU Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_IE_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering IE Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_IL_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering IL Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_IT_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering IT Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_JP_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering JP Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_KR_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering KR Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_LT_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering LT Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_LU_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering LU Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_LV_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering LV Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_MT_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering MT Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_NL_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering NL Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_NO_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering NO Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_PL_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering PL Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_PT_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering PT Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_RO_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering RO Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_RU_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering RU Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_SE_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering SE Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_SG_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering SG Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_SI_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering SI Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_SK_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering SK Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_TR_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering TR Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_US_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering US Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_x2_R58_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering Andere landen Rating 58 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_x0_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering Niet van toepassing Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_AT_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering AT Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_AU_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering AU Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_BE_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering BE Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_BG_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering BG Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_BR_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering BR Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_CA_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering CA Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_CH_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering CH Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_CN_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering CN Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_CY_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering CY Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_CZ_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering CZ Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_DE_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering DE Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_DK_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering DK Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_EE_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering EE Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_ES_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering ES Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_FI_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering FI Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_FR_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering FR Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_GB_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering GB Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_GR_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering GR Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_HK_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering HK Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_HR_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering HR Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_HU_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering HU Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_IE_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering IE Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_IL_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering IL Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_IT_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering IT Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_JP_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering JP Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_KR_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering KR Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_LT_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering LT Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_LU_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering LU Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_LV_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering LV Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_MT_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering MT Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_NL_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering NL Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_NO_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering NO Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_PL_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering PL Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_PT_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering PT Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_RO_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering RO Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_RU_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering RU Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_SE_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering SE Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_SG_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering SG Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_SI_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering SI Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_SK_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering SK Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_TR_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering TR Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_US_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering US Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_x2_R59_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering Andere landen Rating 59 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_x0_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering Niet van toepassing Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_AT_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering AT Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_AU_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering AU Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_BE_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering BE Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_BG_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering BG Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_BR_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering BR Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_CA_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering CA Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_CH_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering CH Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_CN_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering CN Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_CY_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering CY Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_CZ_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering CZ Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_DE_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering DE Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_DK_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering DK Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_EE_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering EE Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_ES_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering ES Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_FI_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering FI Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_FR_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering FR Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_GB_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering GB Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_GR_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering GR Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_HK_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering HK Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_HR_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering HR Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_HU_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering HU Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_IE_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering IE Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_IL_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering IL Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_IT_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering IT Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_JP_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering JP Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_KR_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering KR Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_LT_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering LT Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_LU_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering LU Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_LV_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering LV Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_MT_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering MT Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_NL_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering NL Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_NO_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering NO Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_PL_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering PL Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_PT_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering PT Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_RO_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering RO Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_RU_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering RU Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_SE_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering SE Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_SG_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering SG Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_SI_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering SI Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_SK_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering SK Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_TR_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering TR Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_US_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering US Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_x2_R60_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering Andere landen Rating 60 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_x0_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering Niet van toepassing Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_AT_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering AT Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_AU_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering AU Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_BE_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering BE Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_BG_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering BG Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_BR_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering BR Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_CA_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering CA Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_CH_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering CH Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_CN_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering CN Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_CY_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering CY Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_CZ_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering CZ Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_DE_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering DE Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_DK_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering DK Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_EE_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering EE Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_ES_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering ES Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_FI_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering FI Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_FR_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering FR Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_GB_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering GB Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_GR_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering GR Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_HK_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering HK Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_HR_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering HR Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_HU_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering HU Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_IE_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering IE Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_IL_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering IL Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_IT_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering IT Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_JP_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering JP Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_KR_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering KR Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_LT_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering LT Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_LU_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering LU Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_LV_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering LV Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_MT_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering MT Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_NL_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering NL Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_NO_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering NO Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_PL_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering PL Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_PT_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering PT Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_RO_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering RO Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_RU_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering RU Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_SE_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering SE Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_SG_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering SG Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_SI_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering SI Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_SK_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering SK Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_TR_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering TR Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_US_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering US Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_x2_R61_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering Andere landen Rating 61 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_x0_R62_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering Niet van toepassing Rating 62 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_AT_R62_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering AT Rating 62 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_AU_R62_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering AU Rating 62 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_BE_R62_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering BE Rating 62 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln. EUR Andere blootstellingen dan gespecialiseerde kredietverlening Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing CORP_ALL_0086_CT_FIRB_BG_R62_ALL CORP - Niet in wanbetaling Kredietrisico, tegenpartijkredietrisico en niet-afgewikkelde transacties Foundation IRB-benadering BG Rating 62 Ondernemingen - Andere dan kmo's Niet van toepassing Niet in wanbetaling Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing >50 mln. EUR en <=200 mln.
38,737
https://nl.wikipedia.org/wiki/Choroterpes%20pacis
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Choroterpes pacis
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Choroterpes pacis&action=history
Dutch
Spoken
39
70
Choroterpes pacis is een haft uit de familie Leptophlebiidae. De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1991 door Sartori. De soort komt voor in het Afrotropisch gebied. Leptophlebiidae Dier uit het Afrotropisch gebied
37,005
https://openalex.org/W4312306375
OpenAlex
Open Science
CC-By
2,010
Bosgraaf, Emke, (2009), Gebroken wil, verstorven vlees. Een historisch-psychologische studie over versterven in het Nederlandse kloosterleven (1950 – 1970)
Jan Sloot
Dutch
Spoken
843
1,642
79 79 Boekbesprekingen van het werk van de eerste kan worden gezien, en als een veelbelovende opmaat voor dat van de laatste. Bosgraaf, Emke, (2009), Gebroken wil, verstorven vlees. Een historisch-psychologische studie over versterven in het Nederlandse kloosterleven (1950 – 1970), Groningen, pp. 342, ISBN 9789036740265, (diss. Rijksuniversiteit Groningen). Een van huis uit protestantse theologiestudent (“ik zou me nu eerder als agnost bestem- pelen” p. 13) die zich verdiept in ascetische praktijken in het recente verleden van het ka- tholieke kloosterleven: een merkwaardige combinatie! Het wordt nog spannender als men bedenkt dat die praktijken geen centrale rol speelden in dat kloosterleven. ‘Versterven’ heeft hier niet de moderne betekenis van ‘iemand laten sterven door hem niet meer te voeden’, maar het vrijwillig je (lichamelijk) iets ontzeggen. De studie bestaat uit een historisch onderzoek via gerichte bronnenstudie (vooral tijdschriften voor kloosterlingen) en mondelinge interviews met kloosterlingen die deze praktijken hadden meegemaakt. Omdat die praktijken rond 1950-1960 verdwenen zijn, ging het om interviews met oude en zeer oude religieuzen (acht paters en acht zusters; dat er ook religieuze broeders zijn is de auteur kennelijk ontgaan). De gemiddelde leeftijd van de geïnterviewden is niet te achterhalen, maar moet rond de 80 jaar liggen. Na de analyse van de literatuur over versterving zoals kloosterlingen in die tijd (1935- 1960) kregen voorgeschoteld, en de praktijk, zoals uit de interviews naar voren kwam, volgt een beschrijving van het verdwijnen van deze praktijken vanaf het midden van de jaren ’50. Meestal ging dat geruisloos. Het betrof hier praktijken als zelfgeseling (in zeer gematigde vorm!), openlijk schuld belijden voor formele vergrijpen; het nachtkoor en het vasten. Deze laatste twee praktijken bestaan overigens nog, zij het in gematigde vorm (p. 178). De meeste praktijken hadden meer de vorm van een rite (het was vaak ook een ge- meenschappelijk gebeuren), en geen zelfgekozen praktijk. Daarom kon men er later ook gemakkelijk afstand van nemen en er vriendelijk mee spotten. Uit de interviews komt ner- gens naar voren dat ze diepe wonden hebben achtergelaten. Maar dat hangt natuurlijk ook samen met de keuze van de geïnterviewden; er zijn geen ex-kloosterlingen benaderd. In hoofdstuk 6 komt de psychologische en vooral de psychoanalytische interpretatie van deze verstervingspraktijken aan bod. De auteur is zeer voorzichtig: de onderzoeks- gegevens bieden weinig bodem voor een interpretatie van zelfbestraffing, en de dynamiek van het narcisme is ook niet sterk aanwezig. Religie & Samenleving, Jrg. 5, nr. Religie & Samenleving, Jrg. 5, nr. 1 (mei 2010)­­ Religie & Samenleving, Jrg. 5, nr. 1 (mei 2010) 79 1 (mei 2010)­­ Religie & Samenleving, Jrg. 5, nr. 1 (mei 2010)­­ 80 Boekbesprekingen­­­­­­­ Boekbesprekingen­­­­­­­ Het geheel is een zorgvuldige studie waarin de auteur zijn invoelen goed laat blijken, en zijn plezier in de interviews (zie ook stelling 9). Ik heb het boek ook als ervarings- deskundige met veel plezier gelezen. Het geeft een goede bijdrage aan de studie van de verschuiving in de cultuur van het kloosterleven in de tweede helft van de twintigste eeuw. Jan Sloot Tilburg Dekker, Gerard (2010), Heeft de kerk zichzelf overleeft? Beschouwingen over de kerk in de moderne samenleving, Zoetermeer: Meinema, pp. 243, ISBN 9789021142555, € 19,90; Kennedy, James C. (2009), Bezielende verbanden. Gedachten over religie, politiek en maatschappij in het moderne Nederland, Amsterdam: Bert Bakker, pp. 300, ISBN 9789035132382, € 22,50; Kennedy, James C. (2010), Stad op een berg. De publieke rol van protestantse kerken, Zoetermeer: Boekencentrum, pp. 187, ISBN 9789023921356, € 17,90. Heeft Nederland een moreel en religieus réveil van node en kunnen de bestaande kerken daarvoor zorgen? Deze vraag komt aan de orde in twee boeken en één bundel, die onlangs verschenen van een socioloog en een historicus, beiden uit gereformeerde kring. De voortgaande marginalisering van de Protestantse Kerk in Nederland vormt voor emeritus-hoogleraar godsdienstsociologie Gerard Dekker de aanleiding om de funda- mentele vraag te stellen of kerken, in Nederland althans, niet hun langste tijd gehad heb- ben. In plaats van zich vast te klampen aan haar maatschappelijk rendement en op deze wankele grond haar bestaan te verdedigen, dienen kerkbestuurders onder ogen te zien dat de kerk niet veel meer in de melk te brokkelen heeft en juist onder die voorwaarde breed wordt gewaardeerd. Ook van binnenuit gezien is er alle reden om het kerkelijk instituut ernstig te relativeren. Het gaat immers om het evangelie, niet om de kerk – een overtuiging die grondiger instemming zal vinden aan reformatorische dan aan katholieke zijde. En al het moois wat óók door die kerk wordt gedaan (zoals maatschappelijke activiteiten, mo- rele ondersteuning en het verzorgen van rituelen) is waardevol, maar hoeft niet per se in kerkelijk ge organiseerd verband te gebeuren. Na een lange status questionis, waarin veel eerder werk van de auteur in een vernieuwde versie terugkeert, suggereert Dekker dat er toekomst is voor een kerk, die hij liever ‘ekklesia’ noemt, als een verband van kleine gemeenschappen rond Gods Woord. De institutionele kant van de huidige kerk zou dan mogen ‘ verwereldlijken’: gericht op het goede leven en open voor alle mensen van goede wil. De band met de geloofsgemeenschap mag hier losser zijn, ongeveer zoals het Leger
28,487
https://nl.wikipedia.org/wiki/Spinirythus%20martini
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Spinirythus martini
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Spinirythus martini&action=history
Dutch
Spoken
41
74
Spinirythus martini is een haft uit de familie Tricorythidae. De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1998 door Oliarinony & Elouard. De soort komt voor in het Afrotropisch gebied. Tricorythidae Dier uit het Afrotropisch gebied
496
https://nl.wikipedia.org/wiki/Imbersago
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Imbersago
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Imbersago&action=history
Dutch
Spoken
81
205
Imbersago is een gemeente in de Italiaanse provincie Lecco (regio Lombardije) en telt 2103 inwoners (31-12-2004). De oppervlakte bedraagt 3,1 km², de bevolkingsdichtheid is 645 inwoners per km². Demografie Imbersago telt ongeveer 869 huishoudens. Het aantal inwoners steeg in de periode 1991-2001 met 9,7% volgens cijfers uit de tienjaarlijkse volkstellingen van ISTAT. Geografie De gemeente ligt op ongeveer 249 m boven zeeniveau. Imbersago grenst aan de volgende gemeenten: Calco, Merate, Robbiate, Villa d'Adda (BG). Galerie Externe link http://www.comune.imbersago.lc.it/ Gemeente in Lecco
33,192
https://nl.wikipedia.org/wiki/Federico%20Sanseverino
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Federico Sanseverino
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Federico Sanseverino&action=history
Dutch
Spoken
360
662
Federico Sanseverino (Napels, 1475/1477 – Rome, 7 augustus 1516) was een kardinaal van de Rooms-Katholieke Kerk. Biografie Federico was de zoon van hertog Roberto di Sanseverino d’Aragona en zijn tweede vrouw Elisabetta da Montefeltro. Zijn vader was een generaal van het pauselijk leger, waaraan Federico zijn benoeming tot kardinaal te danken had. Al op 9 maart 1489, nog geen 14 jaar oud, werd Federico in pectore verheven door paus Innocentius VIII. Door de dood van de pontifex werd zijn naam pas op 26 juli 1492 tijdens de sedisvacatie gepubliceerd en werd hij kardinaal-diaken van San Teodoro. Federico’s naam is verbonden met de groep opstandige kardinalen tijdens het pontificaat van paus Julius II, die met steun van de Franse koning een concilie in Pisa (1511) bijeenriepen om de paus ter verantwoording te roepen met betrekking tot zijn voornemen om de Fransen uit de Noord-Italiaanse gebieden te verdrijven. Julius II, die hem in juni 1510 gedreigd had met opsluiting in de Engelenburcht als hij geen afstand zou nemen van zijn standpunten inzake Pisa, nam Federico op 30 januari 1512 het kardinaalschap af evenals al zijn beneficiën, omdat Federico bleef volharden. Van koning Lodewijk XII van Frankrijk had Federico inmiddels de toezegging gekregen, dat hij gouverneur zou worden van de Kerkelijke Staat nadat Julius II afgezet zou zijn. Het plan zou echter mislukken. Omdat hij geen kardinaalstitel bezat, nam Federico niet deel aan het conclaaf van 1513 waarin paus Leo X gekozen werd. De nieuwe paus liet Federico in Florence arresteren en zegde hem toe hem te vergeven indien hij tot inkeer zou komen. Op 17 juni 1513 veroordeelde Federico het schismatische concilie en onderwierp zich aan het pauselijk gezag. Hierdoor verkreeg hij zijn kardinaalstitel terug en slaagde erin de jaren daarop enkele van zijn verloren gegane beneficiën terug te krijgen. De beschuldiging dat een van zijn medewerkers een pauselijke bewaker vermoord zou hebben, resulteerde erin dat Federico door paus Leo X opnieuw werd opgesloten in de Engelenburcht, zij het voor één dag, omdat de paus de aanklacht als ongegrond verklaarde. Federico Sanseverino overleed op 7 augustus 1516 en werd begraven in de Santa Maria in Aracoeli in Rome. Bron Sanseverino Frans kardinaal
17,050
https://nl.wikipedia.org/wiki/Zonitis%20nigripennis
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Zonitis nigripennis
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Zonitis nigripennis&action=history
Dutch
Spoken
28
53
Zonitis nigripennis is een keversoort uit de familie van oliekevers (Meloidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1905 door Fauvel. Oliekevers
4,789
MMUBA08:000001452_15
Dutch-PD
Open Culture
Public Domain
1,843
Encyclopedisch woordenboek der praktische geneesmiddelleer, naar de beste bronnen en eigene veeljarige ondervinding bewerkt
Most, G.F.
Dutch
Spoken
7,590
16,650
In de angina maligna gangraenosa, bij variolae putridae, in febris nervosa versatilis, in rheumatismus fixus non febrile en rheumatismus vagus, bij verouderde catarrhale borstaandoeningen inef, torpor, bij priapismus, satyriasis en nympliomanie, bij epilepsie van jonge, zeer prikkelbare, bleeke, spastische meisjes ten tijde der puberteit, en bij dien vorm van epilepsie, welke bij in de afnemingsperiode zich bevindende vrouwen voorkomt, — in amaurosis ex causa rhcumatica, metastatica, — bij epilepsia infantum ex vermibus intestinalibus, — bij paralysis pulmonum (hier met goudzwavel en moschus), •— bij tetanus rlieumaticus (met opium), — ook in gevallen van manie, melancholie, paralysis, doofheid, pollutiones nocturnae, alsmede bij pas ontstaan zijnde en verouderde ophthalmia catarrlialis en rheumatica (met calomel en sulphur auratum anlimonii), — in de mania puerperalis, bij spasmus vesicae urinariae en stranguria spastiea, is de kamfer mij een onontbeerlijk middel. Zeer waar zegt Neumann (1. c. S. -188): »In koortsige ziekten is de kamfer dikwijls het eenige redmiddel van het met gevaar bedreigde leven, voornamelijk bij plaatselijke keelontstekingen, die der parotides, der longen, zoodra zij spoedig in versterving dreigen over te gaan, — bij teruggewekene roos, wanneer de hersenvliezen aangetast zijn, bij mania puerperalis." — Uitwendig wendt men de kamfer nog aan: in alle ziekten met typheuse, septische aandoening, bij gangraeneuse, stinkende zweren, decubitus, hospitaal versterving, bij koude gezwellen, verstuitingen, contusie der gewrichten (nadat omslagen met koud water eenige dagen te voren zijn aangewend), — bij vochtige versterving, speekselvloed, ulcera mercurialia, winterbuilen, ter verstoring van het typhus-contagium, — ter verdrijving van de roodheid der likteekens na de genezing van wonden en zweren. (Neumann.) Dosis. De gewone gift der kamfer is 1, 2—5 grein, 2, 3, 4—6 maal daags; voor kinderen 7,-1 grein; sterkere giften tot 9 /? in subparalytische zenuwkoortsen, typhus putridus. Bij watervrees, bij groote verwardheid van geest, paralyses, zeer hardnekkig rheumatismus, heeft men ook wel 9 j kamfer p. D. toegediend; voor een lavement zijn 10—20 grein voldoende. Doelmatig verbindt men de kamfer met nitrum, wanneer zij bij pas ontstaan zijnde gebreken, subinflammatoire toestanden en matige congestie, zuiver aangewend, te opwekkend zijn zoude; verder met hyoscyamus of opium bij erethismus nervorum, met pulvis Doveri ter ondersteuning der huidcrisis, met liq. anodynus om haar sterk te doen werken. Tegenaanwijzingen zijn: active congestie, en zoodanige bloedvloeiingen , erethismus vasorum, plethora, habitus apoplecticus, habitus phthisicus, status gastricus, graviditas, puerperium, groote prikkelbaarheid en zwakte der maag, obstructio alvi hystericarum, eigendommelijke idiosyncrasie tegen kamfer,, waaraan vele vrouwen lijden, bij welke reeds haar reuk hevige hoofdpijn doet ontstaan. De bereidingen der kamfer zijn: 1. Mixtura camphorata (Julep e camphora). Men bereidt dit praeparaat door 3 j met alcohol tot poeder gebragte kamfer met 3 P suiker af te wrijven en hierbij aq. destillatae calid. § x te voegen. Het werkt zachter dan de kamfer in zelfstandigheid, en past daarom beter in de ligtere vormen van typheuse koortsen, bij catarrhaal-rheumatische aandoeningen. 2. Spiritus camphoratus, Tinctura camphorae, Kamferspiritus (1 deel kamfer met 12 deelen spiritus vini grad. 20 getrokken, z. Pharm. Belg. p. 471) uitwendig aan te wenden bij kneuzingen, verstuilingen en oedemateuse zwellingen. 3. Spiritus camph'orato-crocatus (12 deelen spirit, camphoratus op 1 deel tinctura croci) kan van 50—40 droppels inwendig toegediend worden. 4. Oleum camphoratum, Kamferolie (1 deel kamfer en 8 deelen oleum papaveris). Deze olie wordt uitwendig tegen ulcera mercurialia, bij rheumatische tandpijn en gehoorlijden als middel om te pcnseelen aangewend. Inwendig kan men baar van 40—60 droppels toedienen. 5. Linimentum. saponato-camphoratum, Sapo aromaticus, s. Balsamum opodeldoch (sapon. domest. sapon. hispanici aa g j /?, camphorae 3 iij, solve leni calore in alcohol. § xx, filtra, post refrigerat. adde: olei thymi 3 /?, olei rorismarini 3 j, ammoniae liquidae 3 iij) wordt tegen pijnlijk rheumatismus, acute verlammingen, contusie, koude gezwellen aangewend. Het voorschrift der Pharm. Belgic. (p. 179) is: N°.' 508. 1^. Sapon albi § ij/?, Spirit, rorismarini ® j, Ammoniae liquid. Camphorae SS 3 ij. Balnei aquae calore liquenlur. C. Linimentum ammoniato-camphoratum, Linimentum vo~ latile camphoratum (uit ol. olivar. s. papav. § ij, olei camphorae, ammoniae liquid. aa ^ j.) Dit liniment wordt tegen verouderd rheumatismus, paralyses', torpide zwellingen en ver* hardingen aangewend. Met oleum hyoscyami coctum vermengd, wordt het als middel om in te wrijven gebezigd tegen spastische buikpijnen, kolijk en cardialgie, en nagenoeg bij alle met het darmkanaal in verbinding staande kinderziekten. 7. Acidum aceticum aromatico-camphoratum. Is een zeer opwekkend riek- en waschmiddel, bestaande uit camphor. 3 /?, olei caryophyll. gtt. xx, olei citri gtt. x, acid. acetici § iv. Bovendien bevatten nog de volgende zamengestelde geneesmiddelen kamfer: Species amarae usitatae, Elixir ad vitam longarn (z. Purgantia), Spiritus angelicae compositus, Unguent. cerussae campliorat, Emplastrum fuscum s. nigruni saponatum, Emplastrum sulphuratum en de Pasta cosmetica. Bij dit laatste middel moet men vooral in het oog houden, dat het slechts weinig kamfer bevatten mag, vermits anders de hals, de boezem en andere daarmede in aanraking gebragte deelen slap en week worden en' hunnen turgor vitalis verliezen (Neümann). Voorschriften. Sobernheim (1. c. p. 173) geeft er 30, Sundelin (1. c. edit. 3 1833) 3, Lincke (1. c. p. 339—357) zelfs 75 op. Wij vermelden hier slechts de voornaamste, vermits ook de beginnende genees- of heelkundige reeds moet kunnen componeren. N°. 309. 1^3. Emuls. amygdalar. dulc. ree. express. § viij» Camphorae tritae 9 j, Syr. capitum papaveris § j. M. S. Alle 2 uren 1 eetl. vol. N°. 310. 1^. Camphorae tritae gr. xxiv, Moschi optimi gr. viij, Extr. opii aquos. gr, ij. M. f. c. Syr. simplic. pil. N. vj. S. Alle 3 uren 1—2 pillen. (Dupüytren's pillen tegen hospitaalversterving.) N°. 311. Bp. Pulv. resinae guajaci 3 j, Sapon. stibiat. 3 /?, Extr. ealami arom. q. s. ut fiant pil. N. liv. consp. cinnam. dent. in vitro. S. 3 Maal daags 6 pillen. (Volgens HockstSdt, bij chronische jicht.) Thaer (z. Casper's Wochenschrift, 1853, N. 7) prijst aan het einde van rheumatische pneumonie, na eene antiphlogistische .behandeling door venae sectio, nitrurn enz., het volgende bijzonder aan: N°. 512. fy. Camphorae tritae, Sulph. aurat. antimonii ai gr. j /3—ij, Jfitrat. potass. 3 /?—3 j, Gummi mimosae, Sacchar. albi aa 3 j. M. f. pulv. div. in vj part. aeq. S. Alle 2 uren 1 poeder. Bij status nervosus febr. exanthemat. cum torpore geeft Sobernheim: N°. 313. Py:. Camphorae gr. iij, Subcarb. ammon. pyro-animalis gr v, Eleosacch. valerian. 9 /?. M. f. pulv. dent. dos. tal. N. vj. S. Alle 2 uren 1 poeder. Wanneer in longontstekingen (voornamelijk bij zwakke kinren, dronkaards) het opgeven van sputa plotseling ophoudt, groote angst, moeijelijke ademhaling en kleine pols opgemerkt worden, en alle zoodanige teekenen paralysis pulmonum en den naderenden dood voorspellen, zoo kan men volgens Hoffmann's en mijne ondervinding dikwijls nog het leven redden door: *N°. 514. Pip Camphorae tritae gr. ij, Acidi benzoici gr. vj, Sulphur. aurati antim. gr. j, Sacch. albi 9 j. M.T. pulv. disp. dos. tal. vj. dent in chart. cerat. S. Alle ï—la uur 1 poeder. Bardtley (Gazette médicale de Paris, 1831, Janv.—Mars) f- 19 wendde in de chorea St. Viti steeds met gelukkig gevolg aan: N°. 513. Rp Camphor. tritae, Moschi tunquin. aa gr. ïv, Sacchari albi 9 j. M. f. pulv. dent. doses tal. vj. S. Alle 3 uren 1 poeder. Gelijktijdig kreeg de patiënt iederen avond een lavement Uit asa foetida en laudanum. De Mixtura camphorata acida Pharm. Siles., een werkzaam middel in typheuse koortsen, bestaat uit: N°. 316. 1^. Camphor. tritae 3 ij, tere eum: Gummi arabic, pulv. 3 ij, Sacchari albi 3 iij, exacte mixtis paul. subcont. triturat. affundantur: Aceti vini § /?, Aq. destillatae § v. S. Alle 1—2 uren §, 1—2 eetl. vol. Sommervail (Schmidt's Jahrb. 183S, Bd. 6, S. 74) prijst legen retentio urina paralytica aan: N". 517. Rp. Camphor. tritae gr. iij, Mur. ammon. gr v, Gummi mimosae, Aq. petroselini aa q. s. ut fiat emulsio; disp. dos. tal. vj. S. Alle 2 uren 1 gedeelte te nemen. ScuaFFER prijst tegen chronischen hoest, bij verslijmde, ongevoelige personen zonder koorts: N°» 318. 1^3. Camphor. tritae, Sulph. aurat. antiin. aa gr. j, Sal. ammoniaci, Rad. liquirit. aa 3/3. M. f. pulv. disp. dos. xij. S. Alle 2 uren 1 poeder. G. A. Richter prijst bij catarrhale typheuse koortsen aan : N°. 519. 1^,. Mixt. eainphorat. § (3, Aq. flor. sambuci § iij, Acetat. ammon. liq. ^ j, Spir. nitri dulcis, Vini stibiati aa 3 j, Oxymell. squillit. § /?. M. S. Omgeschud, alle 2 uren l eetk vol. Het Liquor nervinus Bangii is zamengesteld uit: N°. 520. Camphorae 3 ij, Liq. anodyni § /?. M.S. 20—30 droppels, met witten wijn in te neoien. Dit Liquor is in Denemarken, waar, even als in Zweden, vele krampachtige aandoeningen, cardialgie en rlieumatismus eene en dezelfde bron (refrigeratio) hebben, zeer werkzaam, en daarom ook beroemd. Het is een heerlijk sudorificum. De Aura cumphorata Goelisii bestaat uit: N°. 521. 1^. Decoct. rad. althaeae § ij, Camphor. tritae gr. /?, Laud. liquid. Sydenhami gtt. ij. S. Alle 1—2 uren 1 theel. vol. (Voor kleine kinderen met langdurige, catarrhale diarrhoea.) Het Pulvis pecloralis Sellii tegen catarrhus en pneumonia notha is zamengesteld uit: N°. 522. fy. Flor. arnicae, Nitri antimoniati aa 3 P, Camphorae gr. v, 19 * Opii puri gr. ij. M. f. pulvis. S. 5—4 Maal daags 1 theel. vol. Het Pulvis diaphoreticus Hufelandi bestaat uit: N°. 525. Ejc. Sulphur. depurati 5 ij, Sulphur. aurati antimon.. Camphorae aa gr. viij, Sacch. albi 3 ijM. f. pulvis. S. 2—4 maal daags 10 gr. van hetzelve te gebruiken. « Bij volbloedige personen is aan het Pulvis diaphoreticus Graefii de voorkeur te geven: N°. 324. Rp. Opii puri gr. /?, Camphorae gr. ij, Nitri depurati gr. v, Sacch. albi 3 ij. M. f. pulvis. S. Vóór liet naar bed gaan met thee te gebruiken. Wanneer met gonorrhoeën pijnlijke erectiones en aandoening van den hals der blaas gepaard gaan, geeft Ricord: N°. 325. Ep. Camphorae 9 ij, Extr. opii gummos. gr. viij, Mucilag. q. s. ut fiant pilul. N. vj. S. 's Avonds 2—5 pillen in te nemen. Neumann raadt tegen variolae op de oogen, zoodra deze laatste bij het opkomen van het exantheem pijnlijk zijn, of er zich reeds roode stipjes op de conjunctiva of donkere op dc cornea vertoonen, aan: N". 526. fy. Camphorae tritae 9 j, solve in: Aetlicr. sulphurici 3 j, ülei earyophyll. gtt. vj. S. Met hetzelve bevochtigd linnen op het oog te leggen. Nog beter is hier het emplastrum mercuriale simplex, op linnen gestreken en dagelijks verscli over het geheele gezigt en de oogleden gelegd. Gelijktijdig voorkomt men hierdoor iedere misvorming door pokkenlikteekens (Most). Tegen cophosis nervosa laat Rust 3 j3 kamfer, in3ij aether sulphuricusopgelost, in den oorlap en het tepelvormig uitsteeksel inwrijven, en 2—5 droppels van het volgende middel in het oor droppelen: N°. 327. ly,. Camphorae gr. j, Olei amygdal. dulc. § j, Spir. sal. ammoniae. anis. gtt. v. M. Op woekerende oppervlakten van slijmvliezen, beenvliezen enz., bij osteosareosis, dient, volgens v. Ammon: N". 528. 1^. Camphor. tritae 3 j, Herb. sabinae 3 ij, Sal. ammon. dep. 3 v. M. f. pulv. det. in vitro. S. Om in te strooijen. Het Pulvis ophthalmicus antirheumaticus Mostii bestaat uit: *N\ 329. Calomel gr. /?, Sulph. aurat. antimon. gr. '/<, Camphor. tritae gr. ij, Liquirit. coctae 9 j. M. f. pulv. disp. dos. xij. S. 3 Maal daags 1 poeder. (Nevens het uitwen* (lig gebruik van kruidenkussenljes, waarin flor. chamomillae, sambuci en lierb. menthae erisp. bevat zijn.) Bij oude contusiones met extravasaat van bloed, zwakte der ledematen, door commotio, eenen val enz., heb ik, slechts dan, wanneer de toestand atonisch en er geene irritatie of inllammatie aanwezig was, het volgende zeer werkzaam bevonden: *N°. 330. I^p. Spiritus vini, Spirit, eamphorati, Spirit, saponis Sa 3 j? Ammoniae liquidae 3 /?. M. S. Om in te wrijven. Tegen peesknoopen prijst Vogt het inwrijven van 3 j kamfer en § J3 terpentijnolie aan. Toirac geeft legen tandpijn en gelijktijdige earies: N". 551. Rp. Alcohol, camphorat. saturat. | ij, Bals. eommendat. gtt. x, Tinct. opii gtt. xxx, Olei menthae crispae gtt. x. M. S. Met een watje eene kleine hoeveelheid in den tand te brengen, waarna de pijn terstond wijkt. Bij vochtige versterving dient, volgens Rust: N°. 332. Rp. Camphorae, Myrrhae aa 3 ij, Cortic. peruv. fusc., Flor. chamomill. vulgar. aa § /?, Pulv. earbonum § j. M. fiat pulvis. S. Om in te strooijen. Tegen winterbuilen is zeer werkzaam: CAMPHORA—CANELLA ALBA. *N°. 333. Rp. Camphorae 3 /?, Olei petrae rubr. § 0, Ammon. liquid., Tinct. opii composit 5a 3 j. M. S. Om in te wrijven. De zalf van Lockstüdt is in overeenkomstige gevallen van niet suppurerende winterbuilen ook zeer werkzaam. Zij bestaat uit camphor. en bals. peruviani SS 3 j et unS- rosati 3 j /?. Tegen darmzweren in het 2de tijdperk »an typhus abdominalis prijst Berendt aan: N°. 334. Rp. Camphor. trit. 3 /?, Olei tercbinth., Ammoniae liquid. aa 3 /?• BI. S. Om op den onderbuik in te wrijven. G. A. Richter prijst bij pijnlijk rheumatismus aan: N°. 33:1. R,c. Resinae pini burgund. § /?, liquef. admisc. Camphorae tritae 3 j, Opii pulv. 3 (3 antea trit. rum Petrolei s. q. ut fiat emplastrum. S. Op leder gestreken op te leggen. *-j-CANELLA ALBA Murray (Class. IX. Ord. \. Dodecandria Monogynia, Ord. nat.Meliaceae Juss., Guttiferae De Cand.pr.) Witte kaneel. De bast van dezen boom, ook Coslus corticosus, Costus dulcis, Costus amarus, Cortex ivinteranus spurius genoemd, was vroeger in de Geneeskunde in gebruik. Hoewel Sachs (I. c. Rd. I. p. 706) van dezen specerijachtigen bast, welke eene zoo krachtige, aetherische olie en bittere extractiefstof bevat, zegt, dat hij nog niet als geneesmiddel beproefd is, zoo is dit slechts voor onzen tijd waar; want het middel is ten onregte in vergetelheid geraakt. Ik toch herin' CANELLA ALBA—CANNABIS SAT1VA. ner mij nog zeer goed, dat mijn vader, vóór 30 en meer jaren, aan arme, aan intermittens lijdende personen het pulvis eanellae albae p. D. van 12—15 grein, alle 2 uren in de apyrexie gaf, en de koorts gewoonlijk daarna wegbleef. Ook tegen maagzwakte, flatulentie, kólijk en diarrhoeën, alsmede als bijvoegsel bij de kina, wanneer deze, alleen toegediend, de maag te zeer bezwaart, heeft men hetzelve aangeprezen; b. v. inden volgenden vorm: *N\ 536. ï^. Canellae albae * /?, Aq. fervidae J xij, infund. ut remaneat col. % viij, adde: Extr. cardui benedieti 3 ij, Liquor anodvni 5 j. M. S. 5—4 maal daags 1 eetl. vol. Yogt raadt de volgende maagversterkende species aan: N°. 337. Bp. Flaved. cortic. aurant. § ij, Ligni quassiae 3 j, Canell. albae 5 ij, M. c. c. S. Thee voor 6 dagen. Dagelijks '/6 met 3 kopjes kokend water geinfundeerd te gebruiken. tfCANIRAMIUM, z. Brucinum. -{-♦CANNABIS SATIVA Linn. (Class. XXII. Ord. 5. Dioeci.i Pentandria, Ord. natur. Urticeae), Tamme hennip." Vroeger werd uit de zaden en het kruid een extract bereid, hetwelk raen in plaats van opium gaf. De Oostersche volken bereiden uit hetzelve met opium, nieswortel enz. de zoogenaamde vrolijkheids-pillen, een dronkenmakend middel. Sachs (1. c. Bd. I. S. 708) meent, dat de hennip ontbeerlijk en slechts een zwak surrogaat van opium is (?). Intusschen heeft het cxtractum cannabis als anodynum toch in IIüfeland eenen aanprijzer gevonden, namelijk in kinkhoest, bij ontsteking van den pisweg. strangurie, gonorrhoea. Het bezit niet de nadeelige CANNABIS SATIVA—CANTIIARIDES. werking van het opium, en is daarbij een onschadelijk aphrodisiacum. Dosis en Vorm. Inwendig als emulsio (sem. cannabis 5 (3 op § xij met gummi arabicum cn suiker, alle 2 uren £ kopje vol) — het Extractum cannabis p. D. van 2, 4—6 grein. Bij ontstekingaardigen druiper dient, volgens Yogt en Hufeland: N°. 558. Py. Radic. althaeae, Sem. cannabis aa § ij, Sem. foeniculi, Rad. liquirit. aa M. c. c. f. Species. S. 2—4 goede eetl. vol met 4 kopjes water te koken. CANTIIARIDES, Spaansche vliegen (Cantharis vesicatoria, officinalis Geoff., Meloë vesicatorius Linn., Lytta vesicatorialFabric.). De Spaansche vliegen zijn een der hevigst prikkelende middelen, een diureticum acre, welks werkzaam beginsel de in 1810 door Gmelin ontdekte Cantharidinum (blarentrekkende stof) is, welke in vette oliën eene verhoogde werkzaamheid verkrijgt, van daar dat, bij vergiftiging met eantharides, oleosa den toestand vcrslimmercn. Inwendig gebruikt vermeerderen de Spaansche vliegen de werkzaamheid der nieren in eenen hoogen graad, vermeerderen daardoor de afscheiding van urin, de geslachtsdrift, ja kunnen in grootegiften strangurie, priapismus, cystitis, nephritis, bloedvloeijinguit de pisbuis of den uterus, abortus, gastritis, enteritis teweeg brengen. (Het beste tegengift in den aanvang is kamfer.) De dood volgt dikwijls reeds vroeg onder convulsiones, tetanische cn hydrophobische toevallen. — Het inwendig gebruik van Spaansche vliegen vordert groote voorzigtigheid, en past slechts bij torpide toestanden, verlamming der pisbereidende en geslachts-organen, bij paralytische isehurie, bij impotentia van torpide, magere, onverschillige mannen, bij menostasie uit atonie voorkomende, bij verouderde blennorrhoea, leucor- CANTHARIDES. rhoea, nadruiper, bij asthma pituitosum senum, bij torpide -waterzucht, zoodanige verlammingen enz. Het inwendige (sub conditione ook het uitwendige) gebruik der cantliarides is tegenaangewezen bij alle sensibile personen en kinderen, daarom ook in kinkhoest, bij de zeldzame gevallen, waarin volwassenen dezen krijgen, bij eiken synochaal-ontstekingaardigen toestand, congestie, voornamelijk der blaas en haemorrhoidaalvaten, en bij active bloedvloeijingen. Uitwendig dienen de Spaansche vliegen als rubefaciens en vesicans tegen rheumatismus, jicht, verlammingen, als derivans bij pijnlijke neuroses, voornamelijk migraine, bij groote collapsus in adynamische koortsen, cn gelijktijdige verlamming van blaas en endeldarm. Dosis cn Vorm. Aanvankelijk geeft men inwendig p. D. V,o—Vb—'/, grein in substantie, en voorziglig gestegen, totdat er een ligt gevoel van branding bij en menigvuldiger aandrang tot urinlozing ontstaat. Hoe fijner het poeder gestooten is, des te sterker werkt het. Lymphatische, ongevoelige, torpide ' personen, met verlamming der onderste ledematen, verdragen zelfs doses tot 1 grein. Als voorbehoedend en geneesmiddel der watervrees geeft men dezelve in de grootste giften. In deze ziekte zag Rüst (p. D. i grein met lapid. cancrorum en suiker, 5 maal daags 1 poeder) gedurende 18 jaren steeds de heilzame gevolgen van de toediening van dit middel; hetzelfde nam ür. Axteii gedurende 27 jaren in het ziekenhuis te Wee. nen waar; men moet evenwel de uitwendige behandeling der gebetene wonde niet verzuimen. (Rust's Magaz. Bd. I. S. 144.) Van de Tinctura cantharidum (1 deel cantharides op 8 deelen Spirit, vini grad. 20, gedurende 6 dagen getrokken, z. Pharm. Belg. pag. 171) geeft men 5—4 maal daags 2, 5—5 droppels in een kopje haverslijm, of men voegt bij een mixtuur of emulsio van § viij de dosis van tinct. cantharid. 9 j—3 /?, waarvan alle 2 uren een eetlepel vol toegediend wordt. Uitwendig wendt men het middel in zalven, pleisters, strooipoeders, in linimenta enz. aan. Hierbij is het volgende op te merken: 1. De plaatselijke aanwending van Spaansche vliegen brengt niet alleen plaatselijke ontsteking met de bekende blaarvorming voort, maar-verbreidt zich veel meer, dan vele artsen gelooven, over het geheele organismus uit, yoornamelijk bij zwakke personen, kinderen, vrouwen, vermits de cantharides, nadat dc blaarvorming is voorafgegaan en door liet breken der blaar het deel van epidermis is beroofd, opgeslorpt worden. Deze algemeene werking is dikwijls zelfs zoo sterk, dat de bovengenoemde pathologische verschijnselen zich aan de pisbereidende en geslachtsorganen vertoonen. 2. Daaruit volgt, dat het verkeerd is steeds aan te nemen, dat het vesicatorium in zamengestelde ziektegevallen slechts als plaatselijk derivans weldadig gewerkt en door den huidprikkel het bestaande rheumatischc lijden verwijderd heeft. Zeer dikwijls toch geschiedt in zoodanige gevallen de afleiding ten gevolge van de opslorping van het middel in het bloed en van daar als specificum locale naar de nieren (als de zuiveringstoestellen van het eerste), verder door deszelfs prikkelende op de ruggemergszenuwen. Zoo verklaart zich ook de heerlijke werking van dc voortgezette aanwending eens vesicatoriums op het heiligbeen, in de streek der eauda equina, bij verlamming der onderste ledematen. 5. Om de resorptie der plaatselijk aangewende cantharides te verhoeden, laat men a. het vesicatorium slechts 2—G uren liggen, wanneer gewoonlijk de huid reeds sterk rood gekleurd is; men legt vervolgens een eataplasma seminum lini daarover, en de blaarvorming begint terstond, welke wijze van handelen bijzonder Bosqüillon (z. Hecker Mat. Chirurg. 1858. S. 25d) aanprijst. Bovendien verhoedt men door bijvoeging van eene kleine hoeveelheid kamfer gemakkelijk alle erge toevallen; waarom de oudere geneeskundigen hierop steeds bedacht waren. b. Men lette wel op, dat bij het afnemen van de pleisters geene stukjes van dezelve op het deel blijven zitten. Tot dit einde leg ik eerst floers over het deel, en daarover dc Spaanschevliegpleistcr. c. Men zorge vooral, dat bij de opening van de blaar, en nog meer later bij het afnemen van het verband, de epidermis niet verwijderd worde. Dit brengt niet alleen onnoodige pijn te Weeg, maar vermeerdert ook de resorptie. Het is (enkele gevallen, waarin men bij torpide voorwerpen, verlammingen enz., hevige irritatie te weeg bren- gen wil, uitgezonderd) eeiie slechte wijze van handelen van oude heelkundigen, de zieken zoo regt lege artis met schaar en pincet te pijnigen, en door het verwijderen der opperhuid onnoodige hevige pijn aan te doen. 4. Onder alle blaartrekkende middelen, waaronder ook de cortex mezerei en het kokende water behooren, bekleeden de cantharides de eerste plaats. De gevallen, waarin wij eene Spaansclievliegpleister leggen, zijn zeer talrijk. Als omstemmend en prikkelend middel, weken lang gebruikt, dienen zij bij verlammingen der pisblaas, onderste ledematen (op het heiligbeen), 'bij incontinentia urinae paralytica (op de regio hypogastrica), bij verlamming van de pharynx (op het strottenhoofd), bij amaurosis en andere dergelijke paralyses, bij diabetes (op het heiligbeen). Hier werken de cantharidis niet alleen als prikkelend middel, mag ook daardoor, dat hare werking dieper indringt, en eene eigenaardige (seroso-lymphatische) afscheiding te weeg brengt en deze lang onderhoudt. Slechts door deze laatste eigenschap zijn zij zoo onontbeerlijk en heilzaam, ja redden in alle die gevallen, waar het er op aankomt, door eenen tot exsudative ontsteking geklommen zijnde, periperischen prikkel langs een directen ofindirecten (antagonistischen) weg, uit- of inwendige, dynamische of met verandering der bewerktuigde stof gepaard gaande kwalen zoo mogelijk te genezen, dikwijls alleen het leven. (Sobernheim 1. c. !M.) De groote waarde der Spaanschevliegpleister, als deriverend, revulsief geneesmiddel, als kramp- en pijnstillend middel in verschillende neuroses (ischias nervosa, prosopalgie, migraine enz.), in rheumatismus, bij alle ontstekingen met neiging tot exsudatie, nadat de hevigheid der ontsteking is verminderd, b. v. bij arachnoïtis infantum, pleuritis, peritoneïtis, angina membranacea , kent iedereen. Hier zoude ik zonder dit middel geen arts kunnen zijn. Bij hydrops pericardii kon in 2 gevallen geen middel het verschrikkelijke gevoel van angst en slikking zoo spoedig verminderen als een vesicatorium op het borstbeen. Daar deze plaats spoedig genas, moest er dikwijls eene nieuwe Spaansche vlieg opgelegd worden. Hier zette hetzelve bepaaldelijk de resorptie in het hartezakje aan, en deed zoo het exsudaat verminderen. Bij alle chronische ontstekingen der gewrichten en hunne seroso-fibreuse bekleedselen ex causa venerea, arthritica, scrophulosa, als arthrocace, tumor albus, phlegmasia alba dolens (hier handvormig rondom liet been, boven de knie), bij alle metastases van roos, jicht, rheumatismus, om voor het verdwenen ziekteproces eene overeenkomstig voort'te brengen, verder bij ophoudende expectoratie en verstikkingsgevaar van asthma-lijders, in een later tijdperk van pneumonie, bij hydrocephalus acutus (volgens I. Frank rondom het kaal geschoren hoofd; vergelijk ook Sachse in IIufeland's Journal 1821, Julij. pag. 12, en Balieu, Sur le traitement de l'inflammation du cerveau etc. 1825), bij hardnekkige herpes, lepra (Biett, Thompson) , vergiftigde wonden, atonische voetzweren, ter verbetering van de metamorphosis der huid en daaronder liggende delen, ter vernieling van huidgezwellen, wratten, condylomata, tot vorming van kunstmatige zweren, wendt men vesicatoria dikwijls met goed gevolg aan. Reeds vóór 6 jaren werden Ricord's (z. zijne prakt. Abhandl. über venerische Krankheiten etc., deutsch v. II. Muller, Leipz. 1838, ook in het Nederduitsch bewerkt door Dr. Focke, Amst. -1859) en Berends ausl. med. cliir. Journalistiek, 1854, Junij p. 184) voortreffelijke waarnemingen, inliet Jlópital des Vénériens te Parijs gedaan, bekend, waaronder ook zijne heerlijke methode om ontstekingaardige, pijnlijke bubones met eene Spaanschevliegpleister te bedekken en later met eene sublimaatoplossing te fomenteren. Mijne eigene ondervinding over deze behandeling is zoodanig, dat ik dezelve (van welke noch de anders zoo uitvoerige Sorernheim in de 5do deel zijner prakt, Arzneimittellehre van 1840, noch ook Lincke of Radius (I. c.) melding maken) niet genoeg aanbevelen kan. Vóór 2 jaren kreeg ik eenen aOjarigen overigens gezonden man met eene venerische bubo, welke 6 dagen bestaan had en op eene chancre gevolgd was, onder behandeling. De pijn was hevig, de zwelling sterk en hard, de huid rood; er bestond onvermogen om le gaan of te staan en slapeloosheid. Species emollientes met lierb. liyoscyami hielpen weinig; de nacht werd slapeloos doorgebragt. Nu werd er des avonds van den tweeden dag eene groote Spaanschevliegpleister over de bubo gelegd, zoodat zij zich nog § duim in den omtrek uitbreidde. Den volgenden morgen gevoelde de zieke, welke niet wist, waaruit de pleister bestond, zich buitengemeen wel; hij had den geheelen nacht goed geslapen, en alle pijn was verdwenen. Ik verwijderde de pleister, en vond tot mijne verwondering de bubo zamengevallen, week, in plaats van de vroegere, donkerroode eene natuurlijke huidkleur, maar — merkwaardig! — geene blaarvorming op de gansche oppervlakte der bubo. Dat de pleister niet oud en onwerkzaam geweest is, bewezen de in den omtrek der bubo, waar de pleister zich verder had uitgestrekt, zich bevindende blaren ter groote eener erwt. Ik opende deze, fomenteerde nog 4 dagen lang met sublimaatoplossing volgens het voorschrift van Ricord , en de bubo was volkomen verdeeld, zoodat de man weder kon uitgaan. Zoude hier het Spaansche-vliegen-vergift een tegengift voor de syphilitische smetstof zijn, zoodat het ter verstoring van het laatste alle werkzame deelen gebruiken moest, en daardoor geene werking op de huid , geene blaarvorming kon te weeg brengen? Wenschelijk is het, dat ook andere geneeskundigen hunne waarnemingen over deze nog nader beproefde methode bekend maken. Fricke (Zeitschr. fur d. gesammte Medicin, 1830, Bd. 2, Heft. 5) beveelt bij tumor albus, coxartbrocace, omarthrocace en spondvlarthrocace de wandelende vesicantia aan. Sanson (Pathologie medico-chirurgicale, VI, p. 582) en Dupitytren (Lecons orales. Tom. 2. p. 235) leggen een vesicatorium, de eerste om, de tweede op de door erysipelas aangedane huid, ter bepaling van de ziekte op deze plaats; Dewees prijst deze behandeling ook bij erysipelas neonatorum aan. Malenfant (IIeckers Ut. Annalen, 1828. p. 158) beveelt bij chronische gonorrhoea een Spaanschevliegpleister in den bilnaad. Ook bij Iangdurigen fluor albus is dit middel te beproeven. Sobernheim prijst tegen hardnekkigen, voor geen enkel middel staanden nadruiper: N". 559. I^j. Bals. copaivae, Res. guajaci nativ. aa. 3 ij, Vitell. ovor. N. ij, lerendo sensim misce cum Aq. menth. pip § vj, ut fiat emulsio cui adde: Tinct. cantharid. 3 J3, Syr. amygdalar. 5 j. M. S. Omgescli. allo 3 uren 1 eetl. vol. Tegen enuresis paralytica van oude lieden, alsmede van kraamvrouwen, prijzen v. Siebold Senr., Krause en Meissner aan: N°. 340. Bp. Pulv. cantharid. subtiliss. pulv. 9 j, Ferri pulverati 9 ij, Succi liquiritae 3 j. M. f. pil. gr. j. consp. lycopod. S. 4 Maal daags 3— 4 pillen, en allengs gestegen. Daarbij kan men ook in den bilnaad, de Maasstreek of op liet heiligbeen den volgenden spiritus laten inwrijven: N". 341. 1^. Tinct. cantharid. 3 j, Spir. rorismarini, Spir. serpilli aa l 'ijM. Als middel om in te wrijven in onwerkzame fistulcuse gangen bezigt men 3 ij—3 vj tinct. cantharid. op § vj—§ viij water; voor torpide winterbuilen 3 j tinctuur op § /?—3 j unguent. cereum. In het Ilópital de la Charité geeft men tegen paralysis vesicae urinar. atonica: N°. 342. 1^. Sem. lini 3 ij, Rad. liquirit. 3 j, Aquae bullientis ffi ij, inf. per x minut., cola et adde: Tinct. cantharid. gtt. x—xx—lx. D. S. Dagelijks te gebruiken. In het tweede tijdperk van kinkhoest geeft Wendt: N°. 345. 1^. Cantharid. gross. pulv. gr. j, Sacch. albi, Gummi mimos. pulv. § ij, ► conter. et sensim. admisce: Emuls. amygd. ^ v. M. S. 2—5 maal daags i—1 eetl. vol. Vogt dient bij verlammingen van torpide voorwerpen toe: N°. 544. 1^. Tinct. nucis vomicae, Tinct. cantharid. SS 3 ij, Aether. phosphor. 9 ij. 51. S. Dagelijks 5—4 maal 50 droppels met infusio arnicae. Rust geeft als voorbehoedmiddel tegen watervrees: N°. 545. 1^,. Cantharid. gr. xij, Lapid. cancror., Sacch. albi aa 3 j /?. M. f. Pulv. subtiliss. divide in vj part. aeq. D. S. Dagelijks 2—3 poeders in haverslijm. Eene zeer werkzame, door mij dikwijls beproefde Tinctvru antiodontalgica is: *N°. 346. Bp. Tinct. cantjjarid., Tinct. guajaci vol., Laud. liq. Sydenh. aa 3 j. M. S. Biet een watje in den hollen tand te brengen. Een prikkelend collyrium tegen amaurosis, blepharoplcgic en blepliaroptosis van A. G. Richter is: N°. 547. 1^,. Tinct. cantharid., Aquae regin. Hungar. aa la- 31. S. Op de buitenste vlakte der oogleden en in de wenkbraauwen in te wrijven. * Het Emplastrum cantharidum s. vesicatorium ordinarium, hetwelk het doelmatigst aangewend wordt in al die gevallen, waar eene spoedige werking als rubefaciens en derivans volgen moet, bestaat uit 12 oneen cera flava, 5 oneen terpentijn, o oneen boomolie en C oneen lot poeder gestampte Spaanselie vliegen. Wegens de boomolie laat zich evenwel de gewone Spaansehevliegpleister niet goed smeren, en brokkelt en schimmelt zeer ligt. Daarom 'is aan het voorschrift van Martius de voorkeur te geven, hetwelk op de volgende wijze zamengesteld is: N°. 348. Pulv. cantharidum 3 vj, Cerae flavae 3 ïx, Resinae albae, Terebinlh. commun. aa 3 iv /?. 31. exactiss. fiat emplastrum. (Z. Pharm. Centralblatt 1834. S. 362.) Het Emplastrum cantharidum s. vesicatorium perpetuum Janini bestaat uit: N°. 349. I^. Cerae flavae § j, Picis Burgundie. 3 iij, Adip. bovini, Terebinth. comm. ^ 3 ij, Pulv. cantharidum. 3 j. b 31. f. emplastrum. Het bezit meer consistensie, kleeft vaster, en dient in chronische gevallen, doch werkt langzamer dan het empl. vesicat. ordinar., vermits het de Spaansche vliegen in eenc verhouding als 1:15, het gewone emplastrum daarentegen als 1 : 3 bevat. Het voorschrift van de Pharm. Belgica is zameugesleld uit: L 20 N". 550. i\=. Cerae flavae 3 viij, Resinae flavae, Pieis solidac aa 3 iv, Axung. dcpur. ^ iij, liquatis et fcre refrigeratis admisce: Cantharidum pulv. § viij. f. einjilastrum. Het Emplaslrum vesicatorium vel serlcum Druoti Ph. Saxon, bestaande uit pulv. cantharid. ^ j /?, aether. acetici § ij, welke gedurende 8 dagen, en uit cortic. meserei conc. * /?, aeth. acetic. 3 ij, welke eveneens gedurende 8 dagen moeten getrokken, vervolgens uitgeperst en daarbij sandarac. 3 ij gevoegd worden, waarna alles, even als Engelsche pleister, op een stuk laf van 480 duim gestreken wordt, dient in zoodanige gevallen, waar men wegens chronisch lijden van het oog, chronisch rheumatismus enz. een exutorium verschaffen, en in het algemeen voor langeren tijd omstemmen en afleiden wil. N°. 351. 1^,. Ung. simplicis § vj, Cantharid. pulv. 3 j- Leni igne liquef. ung. admisc. canlharides. (Tiet Unguentum cantharidum Pharm. Belg.) De Tinctura cantharidum aetherea Brugnatelli (cantharid. 3 vj, aeth. acet. § ij) is een goed roodmakcnd middel bij chronisch rheumatismus; spoediger werkend en blaartrekkend is Yoüng's Tinctura cantharidum acetico-ulcoholica (cantharid. ' iv, alcohol rectific. § iij, acidi acetici concentr. ^ ix, dig. 5 dies). Sjiith laat tegen verouderd rheumatismus en paralysis inwrijven: *N°. 552. 1^:. Tinct. cantharid. § j, Olei eamphorat., Terebinthin. rectif. Óa § /?. S. Omgesch. 2—3 maal daags in te wrijven. Kopf's Linimentum diureticum tegen hydrops abdom. bestaat uit: Herb. conii macul. aa 3 j Pulv. aromat. 9 /?, Carb. carnis, SubcarI10n.it. fcrri SS 3 iij, Rad. liquiriliae, Sacch. albi Sa % 0. M. f. pulvis. S. d Maal daags §—1§ theel. vol. Zij neemt nog voortdurend dit poeder, hetwelk tot nog toe heeft te weeg gebragt, dat het algemeene lijden verdwenen is, alsmede de periodische bloed- en aanhoudende ettervloeijing, terwijl ook de steenharde zwelling tot de helft in omvang is verminderd. Radius en Schindler bevelen tegen rachitis, herpes, scrophulosis, ophthalmia scrophulosa aan: N°. 569. 1^,. Carbon, animal., Rad. liquirit. (seu saceh. albi) SS 3 vj. 51. f. pulvis. S. 2—5 Maal daags |—\ theel. vol (z. Radids I. c. p. £02). Dezelfde geneeskundige geeft tegen verzwering van klieren: N°. 570. 1^,. Carbon, carni pulv. 2; /?, Ung. allhaeae vel digitalis 3 vj. M. f. unguentum. S. Om mede te verbinden. Magendie beveelt bij zwelling en verharding der prostata en der mucosa urethrae: N°. 571. 1^3. Carb. carn. pulv. gr. iij, Sal. ammon. dep. pulv. 9 j, Extr. conii macul. gr. ij, Extr. liquirit q. s. CARBO CARNIS—CARBO L1GNI LEVIORIS. ut fiat bolus. Disp. dos tal. xij. S. 5 Maal daags één in te nemen. ♦CARBO LIG NI LEVIORIS, Carbo llgtii tiliae, Carbo vegetabilis, Plantaardige kool, Lindenlioutskool. De werking der kool als inwendig geneesmiddel is nog niet naauwkeurig onderzocht. Dat zij antiseptisch werkt, de lucht en het hedorvene water, alsmede bedorven vleeseh verbetert en onaangenaam riekende gassoorten absorbeert, eene op scheikundige wetten berustende eigenschap, hieraan wordt niet getwijfeld ; want zij werkt, zoo als Neumann (t. a. p. s. 201) teregt aanmerkt, op dood vleeseh even zoo, als op levende etterende of gangraeneuse oppervlakten. Het is eene bcwezene zaak, dat zij de neiging der vochten tot ontbinding tegengaat, en, even als limaturi cupri (z. Cuprum), de ettering en andere profuse se- en excretiones verbetert en vermindert. Daarom is zij bij sordes primarum viarum, bij bedorvene, zure ructus, in febris putrida, in diarrhoea en dysenteria putrida, in dephthisis purulenta enz. aangeprezen. — Uitwendig werkt zij eveneens bederfwerend, verstoort of juister absorbeert (niet alleen wegens hare scheikundige zamenslelling, maar ook en wel bet meest wegens hare zwarte kleur. Z. Fr. Stark in Pliilos. Transactions 1833. Vogel, über d. Einfluss. cl. Farben enz. Rostock 1835) den slechten reuk, welke, zich ontwikkelende, de lucht verontreinigt, en vermindert en verbetert, als strooipoeder aangewend, de ettering. Zij is daarom bijzonder dienstig bij ichoreuse, stinkende etterafscheiding, bij gangraeneuse, vochtige, chronische exanthemata, carics dentium (van daar, dat zij een bestanddeel van nagenoeg alle tandpoeders uitmaakt), stinkend voctzweet, ter verbetering der lucht, verstoring van contagia enz. Gift en vorm. Men geeft 5—6 maal daags, 5, 10—15 grein in poeders, electuaria, morsuli, trochisci, pillen. Uitwendig dient zij in mondspoelingen, strooipoeders, tand-opiaten, cataplasmata, linimenta, zalven. CARBO LIGNI LEVIORIS. N°. 572. ï^,. Carbon, praep. 3 vj, Ligni quassiac, Subearb. magnesiae ^ 5 jM. fiat pulvis. S. 2—5 Maal daags 1 theel. vol. (Heim, tegen pyrosis.) Tegen phthisis florida prijst Wqide aan: N°. 373. Carbon, ligni praep. 9 /?, Ilerb. digital, gr. j. M. f. pulv. dispens, dos. tal. xij. S. 3 Maal daags 1 poeder, allengs tot 9 iv earbo klimmende. De Pliarm. Ccistr. Ruthen. deelt tegen walgelijk riekende diarrhoea van soldaten het volgende voorschrift mede: N°. 574. Py;. Carbon, ligni 9 j, Acidi citrici conc. gr. v. M. f. pulv. tenerrimus, disp. dos. tal. xij. S. 5 Maal daags 1 poeder. Schubarth geeft tegen onaangename ructus en maagzuur: N°. 375. 1^,. Pulv. carbon, tiliae ^ j, Syr. cortic. aurant. 5 iij. M. ƒ. electuarium. S. Alle 2 uren -1—2 theel. vol. Aan een zoodanigen electuarium-vorm is, vermits het poeder zich moeijelijk met water aanmengen laat, de voorkeur te geven, wanneer ten minste de kool door de verbinding met syroop niet aan absorberende kracht verliest, hetgeen nog nader te onderzoeken is. Kopp prijst tegen diarrhoeën, in het acme van typhus abdominalis alle 2 uren 1 poeder aan, uit kool en melksuiker ïi N". 379. Rp. Pulv. carbon, tiliae, liiilv. ligni santali rubr., Pulv. cortic. aurantior. Pulv. corlic. peruvian. Tartari depurati aa 3 j, Olei bergamottae gtt. xx. M. f. pulv. subtiliss. S. Tandpoeder. De Pharm. Silesiens. geeft het volgende voorschrift: *N°. 380. Rp. Carbon, praep. % j, Cortic. peruv. fusci § /?, Myrrhae 3 ij. M. f. pulv. subtiliss. S. Tandpoeder. L. W. Sachs (1. c. I. 761) beveelt zeer bijzonder het volgende tandopiaat aan, hetwelk hij door eigene ondervinding goed bevonden heeft: *N°. 381. 1^,. Pulv. cort. peruv. fusc., Pulv. rad. irid. florent., Pulv. carbon. lignor. subtiliss. aa 9 j, Tinct. myrrhae spirituos. 5 /?, Mell. despumati q. s., ut fiat electuarium. Om het voortgaan van caries dentium te beletten, kan ik het volgende electuarium aanbevelen: *N°. 382. 1^,. Pulv. lapid. haemat., Pulv. myrrhae Ha 3 /?, Pulv. cort. peruv. 3 ij, Pulv. carb. ligni 3 j, Mell. despumati 5 iij, Olei caryophyllorum gtt. vj. M. f. electuarium. CARBO LIGNI LEVIORIS—CARBONAS AMMONIAE. Rüst heeft de groote verdienste van opmerkzaam te hebben gemaakt op het groote nut der houtskool bij stinkende voetzwcren en zoodanige vochtige tinea capitis, welke dikwijls eenen waarlijk zwerenden vorm aanneemt. Hij geeft hier ad ulcera pedum sordida sananda: *N°. 583. 1^,. Unguent. styrac., Carbon, liliae alcohol, aa X, j, Camphorae, Myrrhae ™ 3 j—3 ij, Olei terebinth. q. s. ut fiat unguentum. Bij stinkend, vochtig hoofdzeer heb ik de crustae eerst met zeepwater laten verwijderen, vervolgens 5 dagen lang zuiver koolpoeder laten opstrooijen, en daarna alles weder met zeepwater laten reinigen, waarna, weken lang voortgezet, de genezing dikwijls zonder inwendige kuur volgde. Dat SoBEBNHiiiM (1. e. p. 3'iO) plantaardige en dierlijke kool onder eéne rubriek afhandelt, is niet goed te keuren, vermits beide in hare werking zeer verschillen, hetgeen ook Sundelin (I. e. 5 edit. 1853 Th. I. p. 502 en II. p. 290) bewogen heeft om earbo earnis onder de oplossende, earbo purus daarentegen onder de versterkende (?) middelen te rangschikken. Dat men de laatste zonder nadeel van 3 /? — 3 ij, ja nog in grootere doses gebruiken kan, terwijl daarentegen de eerste dikwijls reeds in doses van 5—10 grein misselijkheid, dyspepsie, diarrhoea, brandig riekende excrementen, furunculi, wier etter overeenkomstig riekt (Riecke I. e. 100) te weeg brengt, moet ons reeds overtuigen, dat het twee in hunne werking geheel en al verschillende geneesmiddelen zijn. *CARIÏO LIGNI TILIAE, z. Carbo ligni levioris. CARBO MINERALIS, z. Carburetum ferri. CARBO SPONGIAE, z. Spongia usta. *CARBO VEGETABILIS, z. Carbo ligni levioris. *CARBONAS AMMONIA E. z. Subcarbonas ammoniae. CARBONAS AMMONIAE—CARBONAS POTASSAE. *CARBONAS AMMONIAE LIQÜIDÜM, z. t. z. p. CARBONAS AMMONIAE PYRO-ANIMALE, z. Subcarbonas ammoniae pyro-animale. CARBONAS AMMONIAE PYRO-ANIMALE LIQÜIDÜM, z. t. z. p. CARBONAS CALCIS, z. Subcarbonas calcis. *CARBONAS FERRI PRAECIPITATUS, z. Subcarbonas ferri. *CARBONAS MAGNESIAE, z. Subcarbonas magnesiae. ' CARBONAS PLUMBICUS, z. Subcarbonas plumbi. *CARBONAS POTASSAE, z. Subcarbonas potassae en Carbonas potassae completum. *CARBONAS POTASSAE ALCALINUM, z. Subcarbonas potassae. ♦CARBONAS POTASSAE COMPLETUM, Carbonaspotassae, Potassa aiirata, Kali carbonicum acidulum, Kali bicarbonicum, Bicarbonas Kalicus cum aqua, Zure koolzure Potasch. Dit praeparaat werd het eerst in 1685 door Boiin daargesteld, is zachter en minder loogachtig dan subcarbonas potassae, komt reeds digter bij de middcnzouten, en "werkt daardoor zacht purgerend en diuretisch, voornamelijk evenwel antispasmodisch , bij krampachtige aandoeningen van"1 het zenuwknoopstelsel, als cardialgie, soda acida et rancida, vomitus et colica hypochondriacorum, icterus spasticus, nephrilis spastica, strangurie; verder tegen piszure steenvorming (hier, volgens Blane, met opium), maculae corneae (Himly, Frank, Burdacii, z. Voorschrift N°. 587), waterzucht (Huss), tegen prurigo genitalium (z. \oorschrift N°. 588). Gift en Vorm. Inwendig p. d. 9 /?—9 j in poedervorm (want het wordt niet vochtig in de lucht) 3—4 maal daags. Het meest wordt het met zuren als Pulvis aërophorns toegediend, waartoe op 9j 15 grein wijnsteen- of citroenzuur ter saturatie noodig zijn (z. Acidum carbonicum). Ook in oplossing (3 j — 3 i j op § vj — § viij) en ter bereiding van kunstmatig mineraalwater wordt dit middel gebezigd. N". 584. Py,. Carbonat. potass. compl. gr. xv, Flaved. cortic. aurantior. gr. v. CATECHU. vini) p. D. van 20—40 droppels alle drie uren. N°. 416. Catecliu pulv., Gummi arabici Sa 3 /?, Alum. crudi 3 j, solve in Aq. menlh. pip. ^ iv t Vini generosi § ij. M. S. Alle 2 uren 1 eetl. vol. Het Electuarium catechu s. Confectio Japonica Pharm. Belg. bestaat uit: N°. 417. Extr. catechu % iv, Kino § iij, Cort. cinnamomi, Nucis moschatae aa § j, Opii (in s. q. vini albi diffusi) 3 j /?, Syr. rosarum ® ij «/4. , M. f. electuarium. De Trochisci catechu Pharm. Belgic. zijn zamengesteld uit: N°. 418. I^,. Extr. catechu ^ ij. Gummi arabici % iij, Sacchari albi jf xij, exactissime mixt. eum: Aq. rosarum s. q. ut fiant trochisci. Vogel geeft tegen chronische diarrhoeae: N°. 419. 1^,. Opii puri gr. vj, Catechu 3 j /?, Eleosacchari caryophyll. § /?. M. f. pulv. divid. in xij part. det. in chart. cerat. S. 3 Maal daags 1 poeder. I. 22 CATECIIU. De Codex Franc, heeft tegen onaangenaam riekenden adem en als stomachicum het volgende voorgeschreven: N°. 420. fy. Pulv. catechu 3 vj, Pulv. magnes. pur. * iv, Pulv. cinnam. 3 iij, Sacchari albi § vj, Pulv. tragacanth. gr. xij, Aq. cinnamomi s. q. ut fiant trochisci gr. xij. S. Dagelijks 3—10 stuks. De zeer werkzame Pilulae adstringentes Ilufelandi tegen iluor albus en andere chronische bloed- en slijmvloeijingen (z„ Hufelands Armenpharmalc. p. 50) bestaan uit: *N°. 421. ï^>. Catechu, Alum. crudi aa 3 j Extr. gentian. s. q. ut fiant pil. gr. ij, consp. cinnam» S. Alle 3 uren 4 pillen. De Pilulae antidysentericae Willisii zijn: N°. 422. 1^. Cerae flav. 3 /?, Sperm. ceti 3 j, leni igne liquefact. immisce: Pulv. catechu 3 j, Olei cinnam. gtt. xij. f. pil. gr. vj, consp. cinnam. S. 3—4 Pillen daags. Bij ulcera mercurialia prijst Himly het volgende werkzame mengsel aan: N°. 423. Rp. Tinct. catechu, Tinct. myrrhae, Tinct. kino aa /?. CATECHU—CENTAUREA BENEDICTA. M. S. 40—60 droppels in een glas water als gorgeldrank. De Pasta stijptica A. Cooper, welke in het St. Thomashospitaal te Londen steeds in voorraad aanwezig is, bestaat uit: N°. 424. Py,. Pulv. catechu, Boli armen. Óa 3 ij, Alum. usti § j, Tinct. opii s. q. ut fiat pasta. "#] Capukon prijst aan het einde van gonorrhoea aan: N°. 425. fy. Catechu 3 j, Alumin. 3 ij, Opii puri gr. x. Syr. simpl. q. s. ut fiant pilul. N*. xx. S. Dagelijks 1—2 pillen. *CATHARTICA, z. Purgantia. CATIIARTINUM, z. Cassia senna en Ahamnus catharticus. *CAULES AMARAE DULCIS, z. Solarium dulcamara. ♦CAULES DULCAMARAE, z. t. z. p. *CAULES SOLANI LIGNOSI S. SCANDENTIS, z. t. z. p. CAUSTICUM AMMONIACALE GONDRETI, z. Ammonia liquida. CAUSTICUM ANGLICANUM, z. Deutoxydum hydrargyri nitratum. -j-fCAUSTICUM ANTIMONIALE, z. Murias stibii. ♦CAUSTICUM LUNARE, z. Nitras argenti fusum. CAUSTICUM VIENNENSE, z. Potassa fusa. CAUTERIUM POTENTIALE, z. t. z. p. *CEDRIA, z. Pix nigra liquida. ♦CENTAÜREA BENEDICTA Linn., Cnicus benedictus Sprengel, Carduus benedictus (Cl. XIX. Ord. 3. Syngenesia 22* CEJV'TAUREA BENEDICTA. Fruslanea, Ord. nat. Synanthereae Rich.), Cardebenedikt, Gezegende distel, Bittere eentaurie. Het kruid van deza eenjarige, gele bloemen bezittende, in Spanje, Frankrijk en Griekenland in het wild grocijende, bij ons aangekweekte plant is, even als de gentiana rubra, trifoliuin enz., een zuiver amarum, hetwelk resolverend en maagversterkend werkt. Het bevat, volgens Soltmann , veel azijnzure potaseh en bittere extractiefstof, volgens Moria zelfs eene bittere, eigenaardige zelfstandigheid. Tegen atonie der maag, blennorrhoea ventriculi, pulmonum, voornamelijk na het misbruik van geestrijke dranken, is het Extractum cardui benedicti, hetwelk even als het extr. trifolii fibrini ook ligte dronkenschap tegengaat, een keerlijk middel. In atonische onderbuiksverstoppingen, chro-, nisch leverlijden (L. W. Sachs, 1. c. I. 767), nerveuseslijmen tusschenpoozende koortsen (in koortsen, welke met saburra gastrica gepaard gaan, in verbinding met salmiak en potio Riverii), in borstaandoeningen van kinderen en volwassenen, voorts ten tijde der epidemische griep, tegen asthma pituitosum', aan het einde van pneumonie, is de carduus benedictus evenzeer een uitstekend geneesmiddel, hetwelk evenwel in chronisch lijden weken lang gebruikt moet worden, en wel in eene dosis van l —2 drachm. extract daags. Zoo genas Sachs oude leverkwalen , welke jaren lang hadden bestaan, en waarmede apepsie, ja zelfs oedema pedum gepaard ging; doch den zieke werd het extract maanden lang toegediend. *N°. 426. ï^,. Extr. cardui benedicti 3 j—3 ij , Extr. hyoscyami gr. viij—xij, Aquae ioeniculi, Syr. liquiritiae aa § j/3, Spir. salis ammoniaci anis. 3 j. M. S. Alle 2 uren \ theelepel vol. (Tegen chronischen catarrhus met krampachtigen hoest.) *N°. 427. 1^,. Extr. cardui benedicti § /?, Extr. taraxaci, f.ENTAUREA BENEDICTA—CEPHAëLIS IPECACUANHA. Extr. chelidonii liq. aa 3 ij. Tartr. potassae 3 iij, Aq. raenth. crisp. , Aq. mclissae aa § iv, Aq. laurocerasi 3 ]{3, Liq. anodyni 3 j. M. S. Omgeschud, 3—4 maal daags 1 eetl. vol. (Tegen chronisch leverlijden met anormale galafscheiding en torpide verstoppingen van het poortaderstelsel.) Ook in het Elixir anticalarrliale Hufelandi is het extr. card. bened. een hoofdbestanddeel (z, Acidum hydrocyanicum), even als het pulv. herb. eardui benedict, in het Pulvis pectoralis Vocjleri, hetwelk bestaat uit: N°. 428. I^>. Herb. card. benedict. , Flor. sulphuris aa 5 /?, Rad. ari 3 ij , Sem. foeniculi, Sem. anisi aa 3 jM. f. pulvis. S. Theelepelswijze te gebruiken. CENTAURIUM MINUS, z. Erythraea centaurium. ♦CEPHAëLIS IPECACUANHA Wild. (Cl. V. Ord. 1. Pentandria Monogynia, Ord. nat. Rubiaceaé). Deze kleine, kruipende plant groeit in vochtige, schaduwrijke bosschen van Brazilië. Haar wortel, Braakwortel, Persloopwortel (Radix ipecacuanhae) genaamd , is rolvormig, knoestig, dun , gebogen, met talrijke, ongelijkmatig uitstekende wratten bezet. Hij bestaat uit eene zwartachtige opperhuid, uit eenen witachtigen, glanzigen, brozen, bitter en scherp walgelijksmakenden bast, en uit een inwendig, houtachtig, geelachtig gekleurd (onwerkzaam) gedeelte, dat bij de bereiding van het poeder weggeworpen wordt. Sobernheim (1. c. p. 9fi) rekent de ipecaeuanha onder de CEPHAëLFS IPECACUANHA. acria emetica. Het zoude evenwel te betreuren zijn, zoo de practische arts niets meer van dit onontbeerlijk middel wist, dan dat het een braakwekkend, scherp geneesmiddel is. Dergelijke acria zijn er meer, welke ons, evenzeer als de ipecaeuanha, de werkzame braakstof leveren (z. Emeticum). l. W. Sachs (I. c. Bd. 2b. p. 484) heeft daarom volkomen gelijk, wanneer hij zegt: »Het geringste gedeelte van de geneeskundige waarde der ipecaeuanha bestaat zeker daarin, dat zij braking veroorzaakt." In kleine doses toegediend, schat ik dit middel zeer hoog, als heerlijk, niet verhittend, specifiek op vaatstelsel en huid werkend antispasmodicum, alterans en diaphoreticum. Bij kramp- en kinkhoest, astlima spasticum nocturnum, cardialgie, hardklopping, kolijk , bij alle spastische aandoeningen der pisbereidende en geslaehtswerktuigcn, als haemorrhagia uteri erethica et atonica, haemorrliagia pulmonum spastica, dysurie, strangurie, ischurie, voorts bij alle periodieke ziekten , wanneer zij des nachts komen, als intermittens larvata et non larvata nocturna, epilepsia nocturna, diarrhoea nocturna, en bij vele andere ziektevormen, is de ipecaeuanha (p. D. van 'la—V*—'/a— gr.) een onschatbaar middel.
35,052
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gorkovskaja%20%28metrostation%20Nizjni%20Novgorod%29
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Gorkovskaja (metrostation Nizjni Novgorod)
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Gorkovskaja (metrostation Nizjni Novgorod)&action=history
Dutch
Spoken
76
155
Gorkovskaja (Russisch: Горьковская) is een metrostation aan de metro van Nizjni Novgorod en is het noordelijke eindpunt op de Avtozavodskaja-lijn. Het werd geopend op 4 november 2012. Het is ook het enige station op de rechteroever van de Oka-rivier in de historische bovenstad van Nizjni Novgorod. Het station is vernoemd naar Gorki-plein, waaronder het station ligt. Maksim Gorki werd geboren in Nizjni Novgorod en de stad zelf werd tot 1990 Gorky genoemd. Metrostation in Nizjni Novgorod
27,263
https://nl.wikipedia.org/wiki/Fulke%20Greville
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Fulke Greville
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Fulke Greville&action=history
Dutch
Spoken
456
779
Fulke Greville (Beauchamp Court, Warwickshire, 3 oktober 1554 – 30 september 1628) was een Engels dichter, hoveling en staatsman, die diende onder Elizabeth I en Jacobus I. Greville werd als enige zoon geboren in een rijke adellijke familie. In 1564 ging hij naar Shrewsbury School, een public school in Shrewsbury, op dezelfde dag als Philip Sidney, met wie hij levenslang bevriend zou blijven. In 1568 ging hij naar de Universiteit van Cambridge, waarna hij door Philip Sidneys vader een positie kreeg aangeboden in het bestuur van de Welsh Marches. Deze baan gaf hij echter na korte tijd op en hij volgde Sidney naar het hof van Elizabeth, waar hij al spoedig de gunst verwierf van de koningin. Hij werd lid van een gezelschap dichters dat bekend werd als de 'Areopagus', een club waar ook Edmund Spenser en Sidney deel van uitmaakten. De groep hield zich onder meer bezig met het metrum in de poëzie, en streefde naar invoering van onder meer klassieke versvormen. Ook raakte hij bevriend met vermaarde schrijvers als Samuel Daniel en Francis Bacon. Greville en Sidney wilden in 1585 graag op avontuur gaan met Sir Francis Drake, maar de koningin verbood dit nadrukkelijk. In 1586 verbood zij hem ook om deel te nemen aan de campagne van Robert Dudley in de Nederlanden. Sidney kreeg hiervoor wel toestemming, maar deze beslissing werd hem noodlottig: hij kwam in datzelfde jaar om in de Slag bij Warnsveld. Hierover schreef Greville de elegie An Epitaph upon Sir Philip Sidney. In 1591 kreeg hij toch kortstondig zijn oorlogsavontuur toen hij onder Hendrik IV van Frankrijk diende in Normandië. Greville maakte diverse keren deel uit van het parlement namens Warwickshire, was thesaurier van de marine van 1589 tot 1604 en Chancellor of the Exchequer van 1614 tot 1622. Hij werd in 1597 door Elizabeth geridderd en Jacobus I benoemde hem in 1621 tot Baron Brooke. De koning schonk hem Knowle Park en Warwick Castle, dat hij geheel restaureerde. Fulke Greville kwam op tragische wijze om het leven. Hij werd op 30 september 1628 vermoord door een van zijn bedienden, Ralph Heywood, die van mening was dat hij ten onrechte niet werd vermeld in Grevilles testament. Heywood pleegde hierna zelfmoord. Werk Geen van Grevilles werken werden tijdens zijn leven gepubliceerd. Zijn bekendste werk, The Life of the Renowned Sir Philip Sidney, waarschijnlijk geschreven tussen 1610 en 1614, verscheen in 1652. Zijn bundel Caelica, met gedichten over liefde, godsdienst en filosofie, verscheen in 1633 in Certain Learned and Elegant Works. Hierin verschenen ook enkele 'kamerdrama's', dat wil zeggen toneelstukken die niet waren bedoeld voor opvoering maar slechts om te lezen: Alaham en Mustapha. Een derde stuk, Antony and Cleopatra vernietigde hij zelf. Externe links Biografie en bibliografie in luminarium.org Engels dichter
41,373
MMUBA08:000001308_48
Dutch-PD
Open Culture
Public Domain
1,846
Handboek der geneesmiddelleer
Oesterlen, F.
Dutch
Spoken
7,026
13,726
Het zou vergeefsche moeite zijn, de gevallen waarin braakwijnsteen bij bovengenoemde aandoeningen behoort gegeven te worden nog meer in het bijzonder te willen aangeven , daar het ons ook hier aan vaste grondslagen ontbreekt. Wij laten dus hier alleen het een en ander, tot meerdere volledigheid, volgen. Bij pneumonie werd de reeds gemelde wijze van aanwending van den braakwijnsteen (volgens peschier, laennec enz.) nagenoeg in alle vormen en tijdperken gevolgd en dikwijls met gunstig gevolg, zoo b. v. bij pneumonie van pasgeborenen, van kinderen, hetzij deze primitief of bij mazelen, kinkhoest enz. ontstaan zij, bij lobaire zoowel als lobulaire pneumonie (ïrousseau , valleix , legen dijk , rilliet en barthez en anderen). Ook hier late men de noodige bloedonttrekkingen voorafgaan, geve dan gr. [i — ij in water, tot meerdere giften verdeeld, waarbij gewoonlijk braking ontstaat, en herhale deze toediening naar omstandigheden, des avonds of den volgenden dag. Vele voorwerpen worden hierdoor buitengemeen aangetast, zoodat spoedig collapsus volgt, weshalve men vooral bij zuigelingen met groote voorzigtigheid moet te werk gaan (bouchut en anderen) ! Men doe geene pogingen, om eene zoogenoemde tolerantie af te dwingen. Dit zelfde geldt ook voor de pneumonie van grijsaards (prus en anderen); het gunstigste werkt hier de braakwijnsteen (als emeticum of zoogenoemd sedativum, contrastimulans) wanneer eene ophooping van slijm in de luchtpijpstakken derzelver ontlediging wenschelijk maakt. — Bij de zoogenoemde hypostatische pneumonie wordt de braakwijnsteen door piorry niet aangeprezen; hij werkt hier minder dan bij eene acute, zuivere pneu- monie. Hoe waarschijnlijk dit ook zijn moge, moet mén toch in aanmerking nemen, dat de braakwijnsteen door anderen juist bij zwakke, uitgeputte, cachectische lijders aan pneumonie, met verwerping van aderlatingen, wordt aangeprezen. Bij pleuritis wordt bovenstaande behandeling minder geprezen (zoobenoemde bilieuse, gastrische complicatiën daar gelaten); doch ligt hieraan wel genoegzame ondervinding ten gronde ? Zouden de verschillende aard der exsudatie-processen , der bloedsmenging of wel ondergeschikte punten van geheel anderen aard het misschien bestaande verschil in werking daarstellen? Evenzeer aan twijfel onderhevig is nog de werking vau den braakwijnsteen bij uitstorting in het borstvlies (hydrothorax) en bij gewrichts-rheumatismus, bij welk laatste zelfs la enne g (vroeger een bewonderaar van den braakwijnsteen), chomel, dance en anderen geene stellig gunstige werking van dit middel waargenomen hebben. Ditzelfde is misschien ook geldig voor zijne nog onlangs herhaalde aanprijzing bij pericarditis en endocarditis , alhoewel ook hier een zoo veelzijdig middel in niet weinige gevallen nuttig zijn kan. Bij lyphus werd de boven vermelde methode het eerst door rasori ingevoerd (bij eene zoogenoemde febris petèchialis te Genua); daar echter bij eene ziekte als typhus van geene uitsluitende behandeling sprake zijn kan en alles op de afzonderlijke gevallen en de afzonderlijke epidemie aankomt , laat het zich verklaren, dat de ongeloofelijk gunstige berigten van rasori tamelijk öp zich zelvén staan. Hetgünstigste zal nog de braakwijnsteen werken bij krachtige voorwerpen, bij complicatie met plaatselijke ontstekingën, vooral ook in twijfelachtige gevallen (meningitis, pneumonie enz.), bij zoogenoemde gastrische , bilieuse complicatie, en in den aanvang der ziekte, somwijlen ook in het herstellingstijdperk, wanneer slechts de toestand van het darmkanaal geene tegenaanwijzing oplevert. De beginnende geneesheer zij daarbij altijd indachtig aan de bedriegelijkheid van eenzijdige en overdrevene aanprijzingen en aan de van vele zijden bevestigde mogelijkheid, dat, ten minste door groote giften braakwijnsteen, gastritis en andere bedenkelijke gevolgen kunnen te wêeg gebragt worden , zoodat eene naauwkeurige waarneming van den lijder hier vooral vereischt wordt. p. 149 r. 2 v. o. — 8. 189 r. 13 v. o. Eindelijk kan de braakwijnsteen nog gebezigd worden om de voortbeweging en ontlasting van concrementen (galsteenen, niersteenen) të bevorderen en kan hier, uit hoofde zijner inwerking op de zamentrekbarè weefsels, welligt dienstiger zijn dan andere emetica. Waarom in al de aangegevene ziektetoestanden de braakwijnsteen gunstig werkt, alsook op welke wijze deszelfs therapeutische werking tot stand komt, is ons grootendeels nog onbekend. Deze werking schijnt meestal af te hangen van den invloed van dit middel op de zenuwmiddelpunten en dien ten gevolge (door middel van verschillende zenuwbanen , b. v. van den vagus, de ruggemergszenuwen, den sympathicus) op den toestel voor den bloedsomloop en op de zamentrekbare weefsels. Hiermede schijnt deszelfs werking op de scheikundige za- 3 * menstelling van het bloed, op de omzetting van de protein-houdende bestanddeelen van dit laatste en van de bestanddeelen der weefsels gelijken tred te honden , en wel grootendeels ten gevolge der vermeerderde uitscheiding van gal en in het algemeen van koolstofrijke en waterstofrijke stoffen, van plantenzure en andere zouten, van water enz. Dit leert ons ten minste de nieuwere scheikunde, alsmede, dat hierdoor de oxydatie der proteïn-houdende ligchamen, derzelver omzetting tot piszuur en andere uitscheidingsstoffen, die van het piszuur tot pisstof enz. middellijk bevorderd wordt. Welligt ware het voordeeliger, wanneer voorloopig de chemische daadzaken meer omvattend waren vastgesteld geworden en men op enkele, dikwijls scheikundig zeer onvolledig onderzochte gevallen met minder voorbarigheid theoriën gebouwd had. p. 151 r. 22 v. b. — s. 191 r. 5. v. o. De inentipg met eene zooveel mogelijk geconcentreerde oplossing van braakwijnsteen in water of een mengsel met olie, door middel van het lancet, om puisten voort te brengen, wordt door debouge , b. v. bij naevus , neuralgiën , hypertrophijin, ophthalmie enz. aanbevolen 1). p. 153 r. 9—1 y. o. — s. 194 r. 4—14 v. o. De oplosbare loodverbindingen zijn naar hare scheikundige eigenschappen , duur van inwerking, hoeveelheid der giften en naar de individuele gesteldheid der bewerktuiging, waarop zij worden aangewend, verschillend van werking. Wanneer oplosbare loodzouten (b. v. azijnzuur lood-oxyde) met albumine en andere protein-houdende ligchamen (b. v. in de maag, op etterende vlakten) in aanraking komen, vormen zij of hun lood-oxyde hiermede onoplosbare verbindingen (lood-albuminaten enz.). Daar verder het lood en zijne zouten overal in het ligchaam , in de maag en hare afscheidingen, in de exsudaten der zweren enz. chloorverbindingen van sodium, potassium enz. aantreffen, zoo vormt zich ligtelijk chloor-lood (benevens eene nieuwe alcaliscbe verbinding 2). Zoodanige nieuwgevormde loodverbindingen zijn het nu , welke b. v. bij de aanwending van groote giften in de maag, het slijmvlies dezer laatste als grijswitte lagen bedekken. Alhoewel in water onoplosbaar, worden zij toch in verdunde zuren en alcalische vloeistoften (b. v. van het kunstmatig maagsap, van de afscheidingen der maag en des darmkanaals) opgelost en eraan dan in het bloed over. Allen kunnen zij van uit het darmkanaal in liet bloed geraken en vooral de oplosbare zouten zeer gemakkelijk; zoo ook derzelver emanatièn, welke met het slijmvlies der luchtpijpstakken in aanraking komen. Men vindt lood in de pis 3), in het weefsel van de longen, nieren, lever, milt, hersenen en andere organen. In het bloed is de aanwezigheid van lood reeds 1) Vergel. Journ. de méd. et de chir. prat. Juill. 1844. 2) Vergel. Mialtte Mém. sur les émanations de plomb. etc. Paris 1844 en Journal des connaiss. méd. prat. Janv. 1844. 3) Taylor Guy's JIosp. reports , t. VI. 1841. 172. flandin en danger (Académie des sciences Janv. 1844). door tiedemann en gmelin , guibourt , lassaigNE en anderen aangetoond en COZZI (scheikundige 1844) lieeft buitendien gevonden dat hier het loodoxyde (en loodzouten ?) met het albumine van het bloed, doch niet met fibrine of haematosine verbonden is. Wanneer oplosbare zouten in eene zoo groote hoeveelheid in het spijsverteringskanaal geraken, dat de stoffen der aldaar afgescheidene vochten niet toereikende zijn, worden zij door de slijmvliezen geïmbibeerd, en het weefsel defcer laatsten ondergaat nu zelf de scheikundige inwerking der loodzouten (van daar gedeeltelijk hyperaemie, roode of bruine kleuring der slijmvliezen enz.) De verwijdeide werking van alle opgeslorpte loodverbindingen uit zich vooral in het ruggemerg en de peripherische, vooral motorische zenuwbanen, alsmede in de afscheidingen. p. 156 r. 17 v. b. — s. 197 r. 9 v. o.. Als kenschetsende teekenen (van loodvergiftiging) worden daarentegen beschouwd rondaclitige uitpuilingen en zwellingen tusschen de voor- en nahandsbeentjes, te weeg gebragt (volgens taJïQUEkel) door het los worden van de vereenigende banden, en gevormd door de hoofdjes der beenderen van den metacarpus en van het scheepswijze en halvemaanswijze been. — Ten gevolge eener verlamming der stem-organen kan stotteren, aphonie enz. ontstaan. p. 150 r. 3 v. o. — s. 200 r. 10 V. O. _ De loodbereidingen worden verder aangewend bij tyrnpanitis; ook tegen den doorloop bij aziatischen braakloop heeft graves loodsuiker aangeprezen (bij dezen laatsten gr. ij p. d., alle ^ uren, tot dat de doorloop nalaat!). In alle deze gevallen verbindt men de loodbereiding gaarne met opium. Bij ingewandswormen, zelfs taenia, zag ik van groote giften met daarop volgende toediening van purgantia dikwijls een gunstig gevolg. p. 103 r. 1 v. o. — s. .206 r. 15 v. o. Tot bereiding zijner papier-moxa bezigt marmorat ongelijmd diukpapier , hetgeen in eene oplossing van loodazijn of loodextract gedompeld wordt; gedroogd zijnde brandt dit zeer goed. p. 165 r. 3 v. o. — s. 208 r. 4 v. u. Volgens de mededeelingen van chevallier (Annal. dhygiene, t. 30. 1843) worden de koperslagers in la Manche veelvuldig door koperkolijk aangetast, vooral zij welke de groote ketels vervaardigen , en volgens blandlet 1) ondervinden bijna alle leerlingen in de werkplaatsen den nadeeligen invloed van het koper, welke zich door kolijkpijnen met doorloop of constipatie, groote spierzwakte enz. openbaart; deze toevallen laten gewoonlijk binnen de 48 uren weder na. Even als bij loodkolijk worden ook hier onreinheid en het inademen van fijn koperstof als de belangrijkste oorzaken beschouwd. De aibeiders trachten zich zeiven en anderen door het gebruik van melk (?) hiertegen te beschermen. Ook de koperzouten (even als vroeger reeds van de zouten van l) AcaiJ. des scienc. 17 Fcvr. 1845. koper, zilver en lood is aangegeven geworden) bezitten eene sterke verwantschap voor protein-houdende ligchamen. Wanneer zij met deze m aanraking komen vormen zij in water onoplosbare verbindingen (het is nog twijfelachtig of het geheele zout of alleen het oxyde in dezelve treedt); deze zijn in verdunde zuren en alcaliën, dus'ook in de afscheiding van maag en darmen oplosbaar en worden in het oed opgenomen. Dit geschiedt echter in zeer geringe hoeveelheid zoo als reeds de onderzoekingen van keiter en wiümer en nu ook die van flandin en dangek bewijzen, daar bijna al het koper weder door den stoelgang ontlast wordt. Bij honden, aan welke men maanden lang koper had toegediend werden alleen in de lever duidelijke sporen van hetzelve aangetroffen, doch niet in andere organen en ook niet in de pis (?). Wanneer koperzouten in groote ioe\eelheid met de maag (ook met zweervlakten, de huidbekleedse en) in aanraking komen, zijn de protein-houdende stoften enz. "lel toereikende tot derzelver binding, zoodat zij zich met de stoffen der weefsels zeiven verbinden en dan als bijtmiddelen, als escharotica werken. p. 166 r. 20 v. b. — s. 209 r. 17 v. n. * Men gaf zich vroeger veel moeite, bepaalde diagnostische grenslijnen usschen koperkolijk en loodkolijk te trekken; de ondervinding heeft ech.' l' 'u fateren tijd geleerd, dat zulks inderdaad eene overtollige poging is, daar beiden in hunne verschijnselen overeenkomen. — Ditzelfde is ook voor hunne behandeling geldig. — Niet zelden schijnen zich (bij het gebruik van koper) chronische ontstekingen van de slijmvliezen van het spijsverteringskanaal en de ademhalingsorganen te ontwikkelen. eu a's bij kwikzilver en andere metalen heeft men ook in de theiapeutische werking der oplosbare koperzouten wezenlijke verschik fen aangenomen, doch zonder genoegzamen grond. Veeleer schijnt vooral de verwijderde werking, welke men zich alleen ten nutte maakt, van alle oplosbare zouten in wezen dezelfde te zijn; de somij en voorkomende verschillen in kracht van werking kunnen door eene doelmatige giftsbepaling weggenomen worden. Zoo schijnt het ongepast, kopervitriool hoofdzakelijk als etneticum te beschouwen en van kopersalmiak bijzonder gunstige gevolgen bij «neuroses" te Verwachten, welke het eerste zout niet even goed zou kunnen geven* e 9!-fi van alle koperbereidingen is als emeticum gr. iij—vi, in audere gevallen gr. j—ij. p. 169 r. 8 v. o. — s. 213 r. 6 v. u. _ ' >U chronischen doorloop, met of zonder verzwering van het darmsiijmvlies, vooral na dysenterie heeft onder anderen elliotson het zwavelzuur koper-oxyde zeer werkzaam bevonden (med. chir. transact. t. 13 1827), tot gr. ijS-iij meermalen daags. Indien het misselijkïeict en buikpijnen veroorzaakte, gaf hij hetzelve in pillenvorm en alleen na den maaltijd, niet nucliteren; ook liet hij het zout met opium verbinden. —■ Men bediende zich van het kopervitriool als emeticum niet alleen in gewone gevallen, maar ook bij longtering in hare eerste tijdperken (simmons, maryat), alsook bij slijmvloeij'in- <ren der luchtpijpstakken en dér pis- en geslachtswerktuigen. Bij croup komt het er vooral op aan, om dit middel (even als ieder ander braakmiddel) vroegtijdig genoeg en in toereikende, braking verwekkende o-iften toe te dienen, en wel herhaalde malen, zelfs meerdere dao-en na elkander, om zoo iedere nieuwe vorming van exsudaten te "en te gaan of deze laatsten spoedig uit den weg te ruimen (foeget). — In diaetetisch opzigt verdient het de aandacht der geneeskundigen , dat in vele landen kopervitriool (ook zinkvitriool) dooide bakkers gebezigd wordt om de gisting van het brooddeeg te bevorderen, en het brood aldus ligter en poreuser te maken ; bij groote hoeveelheden veroorzaakt dit niet zelden gevaarlijke toevallen, p. 172 r. 1 v. o. — s. 217 r. 15 v. u. Volgens blandlkt (Vergel. Arch. gén. Mars 1845. 375.) oefenen de dampen, welke zich bij het smelten van brons, geel koper enz. uit zink ontwikkelen (zink-oxyde) en door de arbeiders ingeademd worden op dezen eene nadeelige werking uit. Zij worden door contractuur der spieren, spierpijnen, angst, hoofdpijn en braking aangetast, doch bevinden zich na eenige uren weder wel. (Hierbij komt nog in aanmerking, dat het in den handel voorkomende zink behalve ijzer, dikwijls ook nog arsenik bevat). De zinkverbindingen verhouden zich tot de bestanddeelen der dioilijke afscheidingen en weefsels even als de zouten van lood en koper. Zij vormen, b. v. met albumine en andere protein-houdende ligchamen, verbindingen, die in water slechts moeijelijk, doch in zure en alcalisclie vloeistoffen, in de afscheidingen van maag en darmen, lig— telijk oplosbaar zijn. Dat zoodanige- zinkverbindingen (b. v. als albuminaten) in het bloed geraken, is door ORFILA aangetoond; of zij evenwel eene scheikundige inwerking op de bestanddeelen^ van liet bloed en de organen uitoefenen en hierdoor derzelver scheikundige menging veranderen, weten wij niet, en evenmin oi zij door de nieren of andere uitscheidingstoestellen weder verwijderd worden. p. 180 r. 2 v. b. — s. 226 r. 7 v. o. ... ■. •• v-i De werking van valerianas zitici schijnt die van andere moeijelijk oplosbare zinkzouten te zijn. Even als andere modemiddelen, waarmede zoowel de industnële chemie en journalistiek als de blinde ijver of de ijdelheid van sommige artsen ons beschonken, werd ook dit zinkzout, reeds spoedig na zijne ontdekking, als een der'krachtigste antispasmodische, pijnstillende middelen aangeprezen en aangewend, bij neuralgiën, gastralgie, krampachtige aandoeningen, zenuwachtige hoofdpijnen, oorsuizing en dergelijke » zenuwverschijnselen" meer (muratori , cerulli , de\ ai , curt1s en anderen 1). Naauwkeurige waarnemers zijn, zoo zij al niet de onwerkzaamheid van dit middel hebben aangetoond, toch tot de overtuiging gekomen, dat het niet meer werkt dan andere zinkbereidingen. Reeds wegens zijnen hoogen prijs verdient het geene aanbeveling. 1) Vorgel. Bullct. gé.n. de thérapeut. Fevr. 1844. Journ. des connaist. med. chir. Dcc. 1844. Janv. Mai 1845. •' gr. j—ij in pillen-of poedervorm, ook in water opgelost. 1'akio gat 15 20 gr. in 2 dagen, om slechts eenige werking te verkrijgen. ' ° Uitwendig werd de bereiding van fario bij aandoeningen der conjunctiva en cornea (even als zink-oxyde) gebezigd, gr. ij —iv op unc. ij overgehaald water; ook in zalfvorm. J>. 182 r. 8 v. O. — S. 229, r. 12 v. u. In de laatste tijden heeft poumet het chloortin als tegenmiddel bij sublimaat-vergiftiging voorgeslagen, daar sublimaat door hetzelve ontleed en metallisch kwikzilver uitgescheiden zou worden (Annal. d'hygüne etc. Juillet, Octobre 1845). Men zoude ongeveer eene dubbele hoeveelheid der geconcentreerde oplossing van chloortin moeten aanwenden. Deze handelwijze schijnt reeds daarom ongepast, dewijl deze tinbereiding in groote hoeveelheid zelve eene bijtende werkinc kan uitoefenen. p. 194 r. 13 v. b. — S. 243 r. 20 v. o. De scheikunde heeft ons tot nog toe niet geleerd, welke veranderingen het acid. arsenicosum in het darmkanaal ondergaat en in deszelfs afscheidingen, in het bloed enz. te weeg brengt, en in welken toestand liet in de pis en andere uitscheidingen weder verwijderd wordt. Alleen deszelfs overgang in het bloed (welligt in verbinding met albumine) is bewezen, terwijl wij omtrent de oorzaken van deszelrs vergiftige werking nog bijna niets weten. De hvpothese \ .in liebig , dat deze laatste van de krachtige verbinding van het arsenik met albumine (uithoofde van het hooge atomistisch gewicht \an liefeerste) afhankelijk zij, is zelfs niet waarschijnlijk. Voorzoo \ erre mij bekend is bezitten wij geene naauwkeurige analysen van het bloed van met arsenicum vergiftigden ; volgens de onderzoekingen van ko\ \ii en james is hetzelve in het oog loopend donker gekleurd, vloeibaar , niet strembaar, ongeveer als bij cholera; doch ook deze afwijkende gesteldheid van het bloed schijnt niet standvastio- te zijn (ge\al van COQUEret en anderen). Orfila trof bij het door COQUERET waargenomen geval nog 23 dagen na de vergiftiging arsenik in het bloed aan. p. 197 r. 22 v. b. — s. 247 r. 6 v. o. Zoowel oudere als nieuwere waarnemingen hebben den dikwijls buiten verwachting gunstigen invloed van arsenicum bij alle typische, tusschenpoozende ziektevormen, doch inzonderheid bij tusschenpoozende koorts, buiten twijfel gesteld, zoodat dit middel ten onregte bijna geheel door chimne verdrongen wordt. De lof, dien reeds slèvogt, .TACOBI, FOWLER, jenner, schnatjbert en anderen aan arsenik bij ïntermittens toegezwaaid hebben, wordt tegenwoordig door BöUDiN , besnard en anderen herhaald, en wanneer duizende gevallen deszelfs zeker gunstig gevolg, zonder eenig nadeel voor den lijder bewijzen, zou dan niet een zoo goedkoop middel meermalen in aanwending gebragt moeten worden? Het doelmatigste is hier, het arsenik met opium , kina, gentiaan en andere bittere middelen te verbinden. >]J hypwlTophie der milt (ook onafhankelijk van intermittens) ver- dient het arsenicum voorzeker meer in aanmerking te komen. Ook bij typische psychoses, b. v. melancholie (jeitteles), bij bloedvloeijingen, bij angina pcctoris, neuralgièn en chorea verrigt het dikwijls de beste diensten. Bij kinkhoest heb ik onder deszelfs gebruik buiten verwachting snel de hevige hoestaanvallen zien verdwijnen, zoodat slechts een eenvoudige catarrhus nog korten tijd nableef. Wanneer echter het arsenicum bij epilepsie geene grondige genezing tot stand brengt, doet het ten minste niet veel minder dan alle overige artsenijmiddelen. p. 196 r. 3 v. b. — s. 247 r. 5 v. u. Yoor het gebruik van arsenicum bij secundaire syphilis ontbreken ons naauwkeurige aanwijzingen, evenzeer als voldoende waarnemingen voor deszelfs resultaten, niettegenstaande de opgaven van hoefman, harless, adams, biett , bondin en anderen. Hetzelfde geldt voor jicht (hoffmann, bardeley), sorophulosis, tuberculosis, voor caries en andere beenziekten. Talrijker zijn de stemmen ten gunste van het arsenicum bij kanker (harless , bernard, lefébre, e: home , simmons en anderen), doch niet minder stemmen verkondigen zijne onwerkzaamheid (bell , acrel, fodéré en anderen). Bij hydrops met een zoogenoemd passief, atonisch karakter, met tuberculosis der darmscheilsklieren enz. werd het arsenicum reeds door arnemann, fodéré, desgranges en anderen, en in lateren tijd doorTROUSSeau en debavay 1) geroemd; of dit op goede gronden geschiedde is twijfelachtig. Buitendien werd liet arsenicum zelfs bij typhus (ferrier) en tegen verschillende chronische aandoeningen der baarmoeder, inzonderheid bij kanker en metrorrhagiën aangeprezen 2). p. 200 r. 19 v. o. — s. 250 r. 5 v. u. Men heeft het arsenicum in verschillende vormen en giften uitwendig aangewend en ook het poeder van Cosmus veelvuldige wijzigingen doen ondergaan (volgens de Pharm. gall. 1 deel arsenicum op 2 deelen cinnaber en 2 deelen drakenbloed. Wannneer het ar- senik als krachtig causticum werken zal (en anders moet het niet .... • •• i i gebezigd worden) moet zijne gift niet te gering zijn, daar men dan liet minste voor vergiftiging te vreezen heeft. Ik neem gewoonlijk 1 deel ars. op 4 — 8 deelen cinnaber of (zoo als juSTAMONd) antimonium crudum. dupuytren nam in den beginne 4 decigr. op 40 gramm. calomel (ongeveer gr. vj op dr. x), later dr. j ars. op dezelfde hoeveelheid calomel; gewoonlijk dient het als zacht werkend bijtmiddel bij vrouwen, op gevoelige deelen enz., doch kan dan beter door andere caustica vervangen worden, ofschoon het geenszins onwerkzaam is. Men bepoedert het deel met dit mengsel, b. v. door middel eener kwast; er vormt zich dan eene grijsachtige korst welke fceer langzaam wordt afgestooten. Gewoonlijk is eene enkele aanwending niet voldoende, zoodat ook in dit opzigt eene sterkere gift van het arsenik doelmatiger schijnt. — Bij de aanwending van allo deze bijtende 1) Gaz. méd. de Paris. Mars. 1844. 2) IIünt. Med. cliir. transact. t. 21. 1838. mengsels moeten de deelen eerst van de korsten enz. bevrijd en des noods (inzonderheid bij zoogenoemden lupus hypertrophicus) de opperhuid door een blaartrekkend middel verwijderd worden. In het algemeen moet niet meer dan eene vlakte van ongeveer 1 tot hoogstens !■? vierkante duimen omvang op eens door het bijtmiddel bedekt worden, p. 205 r. 3 y. b. — s. 256 r. 9 v. o. • Terwijl men vroeger de zoogenoemde aschbestanddeelen der organische zelfstandigheden als toevallige en zeer onbelangrijke bijmengsels beschouwde, werd hun door de nieuwere chemie (peout,liebig) eene geheel andere beteekenis gegeven. In het bloed, de afscheidingen en de verschillende weefsels zien wij de phosphorzure, zwavelzure, koolstofzure en zoutzure alcaliën en aarden (met ijzer, mangaan) in eene zoo groote regelmatigheid en hoeveelheid voorkomen, dat reeds hieruit derzelver belangrijkheid blijkt. Dit is b. v. geldig voor het keukenzout, tot welks gebruik alle dieren door instinct geleid worden, en zonder hetwelk geene gezondheid voor den mensch mogelijk is. In Engeland gebruikt ieder persoon jaarlijks , alleen in het brood, ongeveer 6| ® keukenzout (pakis), buiten de gebruikte kalk en kalkzouten. Niet minder gewigtig schijnen verder de veranderingen in hoeveelheid der zouten bij ziekten (typhus, scorbutus, cholera, phthisis, bij alle ziektetoestanden , welke met aanhoudende ontlastingen, overvloedige uitzweeting en afscheidingen gepaard gaan) te zijn. Uit dit alles blijkt het belang dezer stoffen niet alleen als geneesmiddelen, maar ook en inzonderheid als diaetetische middelen, p. 205 r. 12 y. b. — s. 256 r. 7 v. u. De bijtende alcaliën, alcalische aarden en vele van derzelver verbindingen bezitten eene sterke verwantschap tot albumine en andere protein-houdende ligchamen. Wanneer zij met deze in aanraking komen , lossen zij dezelve op en vernietigen dus, geconcentreerd en in groote hoeveelheden aangewend, de weefsels zeiven, b. v. het maagen darmslijmvlies. Velen, zoo als de bijtende potasch, verbinden zich tevens met het water en de vetten der aangeraakte weefsels. Door hunne verbinding met koolstofzuur en andere zuren wordt in het algemeen de verwantschap tot protein-houdende ligchamen verminderd, doch ook geconcentreerde zouten (b. v. keukenzout, salpeter, koolstofzure potasch) oefenen nog eene vrij hevige inwerking op dezelve uit. TV anneer alcaliën en vele van derzelver zouten met slijmvliezen, b. v. der maag, in aanraking komen, maken zij het slijm vloeibaar, vermeerderen tevens deszelfs afscheiding en velen (vooral zwavelzure, phosphorzure en meerdere plantenzure zouten) werken zoo in groote giften als laxantia, anderen (zoutzure, salpeterzure zouten) in mindere mate. Anderen weder (aluin) vormen met de protein-houdende ligchamen (b. v. in de afscheidingen en weefsels der slijmvliezen, op etterende vlakten), in water onoplosbare verbindingen en beperken welligt hierdoor reeds gedeeltelijk de afscheiding en uitzweeting op de aangeraakte vlakten. Terwijl eindelijk de met sterkere mineraio zuren verbondene alcaliën en aarden door het vrije zuur in de maag niet ontleed worden, ondergaan omgekeerd de koolstofzure en ook plantenzure zouten ten minste eene gedeeltelijke omzetting in de maag, worden in zoutzure (?) zouten veranderd en als zoodanig opgeslorpt, terwijl het vrij geworden zuur (koolstofzuur) ontwijkt of (b. v. azijnzuur) in het bloed overgaan en ziek met de alcalische bestanddeelen verbinden kan. — Alcaliën en aarden, welke vrije zuren, b. v. in de maag, aantreffen, verzadigen deze en vormen zoo zoutzure, melkzure of azijnzure zouten, welke opgeslorpt ofwel grootendeels, vooral , wanneer zij laxerend werken, ontlast worden, terwijl het overschot der alcaliën, dat met geen zuur meer in verbinding treedt, waarschijnlijk in verbinding met de protein-houdende stoffen der in het darmkanaal afgescheidene vochtep ÏH het bloed overgaat. Gedurende het smelten, oplossen, van keukenzout, salpeter en andere fouten in water wordt warmtestof gebonden, en daarmede in aanraking zijnde dierlijke weefsels, b. v. de huid, worden op deze wijze afgekoeld. Komen daarentegen zouten met minder beschermde zenuwvlechten (b. v. jn de slijmvliezen) in aanraking, zoo brengen zij veeleer een gevoel van warmte, kitteling, branding te weeg, gewQQttJijk gepaard gaande met een gevoel van dorst; deze laatste kan gedeeltelijk als een gevolg der aantrekking van Avater door het zout, vooral wanneer dit in vasten vorm gebruikt is, verklaard worden, p. 206 r. 10 v, b. — s. 257 r. 15 v. u, Vrije en koolstofzure alcaliën en aarden werken, andere gronden daargelaten, reeds door het verzadigen der zuren van het maagsap, op den duur storend op de processen van omzetting en oplossing der spijzen, dat is op de spijsvertering ; jn kleinere en zeldzame giften worden zij door liet later afgescheiden maagsap ligtelijk opgewogen (keuss) en slechts bij lang voortgezette aanwending zal het zich eindelijk anders verhouden. Hier bestaat dan ook de mogelijkheid, dat door het allengs vermeerderde gehalte van alcaliën in het bloed (inzonderheid het poortaderbloed) in de afscheiding van de maag en het darmkanaal zelfs de voor de spijsvertering (inzonderheid tot oplossing der proteïn-houdende ligchamen) noodzakelijke vrije zuren verloren gaan. Aan de andere zijde stoort een te groot gehalte aan zuren insgelijks de spijsvertering en hier zullen matige giften van alcaliën e|i aarden de spijsvertering bevorderen, Alcaliën , aarden en derzelver zouten schijnen van de spijsverteringswegen ligter en in grootere hoeveelheid in de chijlvaten dan in de bloedvaten over te gaan (nasse en anderen), vooral de in water ligtelijk oplosbare zouten (bij vele metaalzouten heeft het omgekeerde plaats , vooral wanneer zij zich krachtig met proteïn-houdende ligchamen verbinden). De hoeveelheid waarin zij eindelijk in het bloed geraken is van derzelver scheikundige zamenstelling en wijze van werking op het darmkanaal afhankelijk. Laxerende zouten (zwavelzure , plantenzure zouten) worden, wanneer zij in groote giften zijn toegediend, bij den ontstaanden doorloop grootendeels weder ontlast (meestal als zoodanig, somwijlen veranderd); in kleine, niet laxerende giften worden zij daarentegen grootendeels opgeslorpt en komen dan in de alcalisch gewordene pis voor, b. v. als koolstofzure zouten. — In liet bloed schijnen deze stoffen zich vooral met albumine en fibrine te verbindpri. De albuminaten , fibrinaten van alcaliën en aarden in het bloed schijnen grootendeels spoedig weder ontleed en langs verschillende wegen uitgescheiden te worden. Zij komen b. v. in de pis voor als koolstofzure en zoutzure, in het zweet als melkzure en zoutzure zouten. Zwavelzure, salpeterzure, welligt ook phosphorzure zouten schijnen als zoodanig uitgescheiden te worden; salpeter b. v. treft men als zoodanig weder in de pis aan; koolstofzure zouten, b. v. koolstofzure potasch, vertoonen zich in de pis als dubbel-koolstofzure zouten. Daarentegen worden azijnzure, wijnsteenzure, citroenzure zouten gedurende hunnen doortogt door het ligchaam verbrand, en voor zoo verre zij niet, wegens hunne geringe hoeveelheid, door de vrije zuren der pis verzadigd worden 1), komen zij in de pis als koolstofzure zouten voor. Welligt ondergaat een gedeelte derzelve in het bloed zelf nog verdere omzettingen (gelijk de koolstofzure ammoniak). Uit het bovenstaande kan men opmaken, onder welke omstandigheden de pis door vele stoffen dezer groep alcalisch kan worden; petit en chevallier hebben waargenomen, dat reeds een enkel bad in Vichy-water (een alcalisch koolstofzuur-houdend water) deze werking kan uitoefenen. Even als de afscheiding van zoodanige toestellen , welke de ingebragte stoffen uit het bloed uitscheiden, door deze stoffen gewoonlijk vermeerderd wordt, zoo heeft ook na de 1) Dc pis bij koorts, welke gewoonlijk rijk is aan vrij piszuur, maakt de opslorping van eene grooiere hoeveelheid zouten noodig, om haar alcalisch te maken. aanwending van vele, vooral salpeterzure en plantenzure zouten, iets dergelijks In de nieren, bij de pisafscheiding plaats, hetzij ten gevolge eener verandering der bloedsmenging (b. v. door vermeerden, watergehalte), hetzij, dewijl de heterogene stoffen eigendommelyk op de afscheidingstoestellen zeiven inwerken en tevens eene aantiekkmg der in het bloed bevatte stoffen tot de aan hare natuur het meest beantwoordende uitscheidingsorganen plaats vindt, Behalve de pis worden door den invloed der aangewende zouten ook andere afscheidingen bevorderd, welke buitendien reeds rijk aan zouten zijn, b. v. het" zweet, slijm (door ammoniacalia vooral op het ademhalingsslijm vlies); en voor zoo verre de alcaliën een wezenlijk bestanddeel der gal daarstellen, wordt ook deze welligt in grootere hoeveelheid gevormd. , ,.. De albuminaten der alcaliën en meerdere 111 het bloed aanwezige zouten schijnen evenwel niet altijd in hunne gansche hoeveelheid en met gelijke snelheid omgezet en uitgescheiden te worden b. v. wanneer allengs groote hoeveelheden in het bloed geraakt waren, hai- kele gedeelten derzelve blijven voorzeker meermalen gedurende langen tijd in het bloed terug en schijnen dan vooral hunnen invloed uit te oefenen, op de voeding en verrigtingen van zoodanige weefsels welke rijk zijn aan albumine en andere protein-houdende ligchamen en deze voor hunne eigene vorming bij voorkeur noodig hebben (). v. de zenuwzelfstandigheid, de parenchymateuse klieren). Daar echter door vele zouten , deels uit hoofde hunner laxerende werking, deels wegens de door dezelve vermeerderde afscheiding van pis, zweet, slijm, gal enz. nu eens eene meerdere dan weder eene miiideie hoeveelheid ligtelijk oxydeerbare kool- en waterstofrijke stoffen uit het ligchaam verwijderd worden, schijnt op deze wijze de oxydatie en omzetting der protein-houdende bestanddeelen van het bloed en de weefsels indirect bevorderd te kunnen worden; men ziet b. v. in de pis de hoeveelheid piszuur meermalen afnemen, terwijl die dei' pisstof betrekkelijk kan toenemen. In therapeutisch opzigt is dit bij eene vezelstofrijke bloedsmenging en bij neiging tot piszuurvorming van gewigt (jones en anderen) en welligt ook in gevallen, waar, b. v. ten gevolge van ziekten der ademhalingswegen, der huid enz., te weinig zuurstof in het ligchaam ingevoerd wordt. Niettegenstaande dit alles zijn wij niet in staat, te bepalen, in hoeverre de verwijderde werking dezer stoffen op derzelver scheikundige werking op de bestanddeelen van het bloed en de weefsels berust ; het ontbreekt ons ook hier aan stellige bewijzen. Misschien werken zij, en vooral zoodanige stoffen, welke bij normalen toestand niet in liet ligchaam voorkomen, gedeeltelijk alleen daardoor, dat zij als vieemdaardige stoffen met de zenuwzelfstandigheid, de afsclieidingsorganen enz. in aanraking komen. p. 209 r. 10 v. b. — s. 261 r. 10 v. O. _ _ _ ; Men heeft de door salina te bewerkstelligen vermindering van fibrine in ontstekingachtig bloed op verschillende wijzen trachten te verklaren, b. v. door eene verhinderde omzetting (oxydatie) van het albumine en an~ dere protein-houdende ligchamen tot fibrine, hoogere oxyden van próteinë (van mulder), döor versnelde omzetting en oxydatie "der protein-houdende stoften tot piszuur, pisstof, dioleïnzuür enz. Yoor alles zoude liet mtussclien noodig geweest zijn, de daadzaak, welke men wildé verklaren, eerst beter te constateren, en te onderzoeken, in hoe verre de aangewende stoften eene vermindering van fibrine te weeg gebragt hadden en welk aandeel hieraan misschien de bloedontlastingen , diëet en andere invloeden hadden. Millon en LaVer.yn welke Seignette^zout bij pneumonie en gewrichts-rheumatismus aanwendden, namen geene vermindering van fibrine of van crusta-vorming in het bloed waar. — Bij typhus, cholera en andere' ziekten schijnt, deels ten gevolge der overvloedige ontlastingen, het zoutgehalte van het bloed verminderd te zijn (clanny, o'shaitgnessy , stevens en anderen), en zulks zal wel bij alle langdurige, met ontlastingen gepaard gaande ziekten min of meer het geval zijn. Zoolang hetechter niet bewezen is, dat hierin de eenige en Wezenlijke stoornis bestaat, zal ook het gebruik van zouten i zelfs in een scheikundig opzigt, als onvoldoende te beschoüwen zijn, daar juist bij die ziekten he? bloed nog andere afwijkingen vertoont, bi V? een verminderd gehalte aan fibrine (becquerèLi en rodier , andral en gavarret). p. 209 r. 14 t. o. — Si 261 r. 7 tj U; Bij de giftsbepaling dezer zelfstandigheden fcdmt het er vooral op aan, of men dezelve met het doel eener plaatselijke laxerende dan wel eener verwijderde werking op het bloed, de pis enz. wil aanwenden. In het eerste geval zijn groote, in het laatste kleine' giften aangewezen, terwijl alleen bij kleine giften de vereischte hoeveelheid wordt opgeslorpt (om deze reden moet ook in het laatste geval een bestaande doorloop eerst bestreden en de opslorping zoo veel mogelijk bevorderd worden). Bij de keuze aer zouten neme men hunne veranderingen in het darmkanaal en verder in het inwendige der bewerktuiging in aan-4 merking. AV anneer men eene meer prikkelende werking (b. v. op den toestel voor den bloedsomloop, op de afscheidingswerktuigen) verlangt, verdienen in het algemeen de mineraal-züre zouten de voorkeur ; men verkiest daarentegen plantenzure (ook köolstofzure) zouten , op grond hunner omzetting in het bloed , Wanneer men meer eene verandering der bloedsmenging of van de pis bedoelt 1). p. 210 r. 20 v. bi — s. 262 r. 8 v. u. \ erdere proefnemingen (met alcalina bij pissteenen) werden door lekoy d'etiolles en door gay-lussac en pelouze bewerkstelligd (Compt. rend, t. 14. 1842) ; de laatste beschouwde echter de resultaten als tamelijk onbevredigend, en wanneer ook de regtstreeksehe aanwending van enkele of dubbele koolstofzure alcaliën, borax en anderen in oplossing ecnigen invloed op pissteenen uitoefenden, zoo scheen zulks meer aan de oplossing van derzelver dierlijke stoften dan 1) Vergel. onder anderen bukrows in Med. Gazette t. 14 en rowe in Dublin iounu t. 18. 1840 277. aan hunne*zelfstandigheid zelve te moeten worden toegeschreven. Ure (Phcirmaceut. journ. vergel. Dublin• journ. 1844. t. 24) schrijft een. sterker oplossend vermogen aan het koolstofzuur lithium-oxyde toe; wanneer 1 gr. gekristalliseerde soda in unc. j water opgelost, bij eene hoogere temperatuur, slechts 1 gr., borax 1,2 gr. en koolstotzure potasch 1,4 gr. piszuur oploste, werden door 1 gr. koolstofzuur lithium-oxyde 2 gr. piszuur opgelost. Dergelijke proefnemingen verdienen voortgezet te worden en de hoop op derzei ver gunstige gevolgen wordt nog aangewakkerd , wanneer wij bedenken, dat bij het bestaan van blaassteenen somwijlen spontane verweeking en oplossin"- derzelve worden waargenomen, welke misschien onder medewerking van het bij catarrhus vesicae of cystitis gevormde slijm en de omgezette pis plaats vinden (de gevallen van ségalas en anderen), p. 213 r. 13 v. O. — s. 266 r. 8 v. u. De genezende werking van alle absorbontia, dus ook van koolstofzure potasch , bij het zoogenoemde zuur in de maag is geheel daarvan afhankelijk, of de ziekelijke toestanden, waarvan het een verschijnsel uitmaakt, door absorbentia al dan niet kunnen opgeheven worden. Dit laatste zal wel gewoonlijk het geval zijn, en daarom zal de rationele geneesheer ook meer gewigt aan andere , vooral diaetetische middelen hechten. Yoor zoo verre echter het vrije zuur in de maag normaal en voor de spijsvertering noodzakelijk is, zal een overvloedig gebruik van absorbentia schadelijk werken en alleen dan voor eenigen tijd nuttig zijn , wanneer dit zuur , in overvloedige hoeveelheid aanwezig, reeds eene nadeelige werking heeft uitgeoefend (volgens osbokue werken de absorbentia vooral dan niets uit, wanneer liet zuur, ook zonder aanwezigheid van spijzen, zich in de ledige maag vormt, zoo als gewoonlijk bij pyrosis). Of deze middelen misschien ook op eene andere wijze, door afstemming der gevoeligheid, vermindering van den geprikkelden toestand van het slijmvlies werken (howsiiip en anderen) is nog twijfelachtig. Bij dysenterie werden alcaliën door maetinet , loeffler , eademacher en anderen aangeprezen, in verbinding met opium of rheum. p. 214 r. 10 y. b. — 8# 267 r. 12 v. o. Bij exsudaten, verhardingen, tuberculeuse infiltratiën van klieren en andere organen werden potassa en andere alcaliën op goed geluk beproefd, in het kinderlijk geloof, dat zij de uitgezweete en veranderde stoffen, zouden oplossen. Bij eenig nadenken over de scheikundige veranderingen , welke de alcaliën zelvtm in het inwendige des ligchaams ondergaan, en over de geringe hoeveelheid der in het bloed tredende artsenijmiddelen, treedt de ongegrondheid eener dusdanige meening reeds van zelve te voorschijn. Veeleer zou derzelver langdurig gebruik de vorming en verdere ontwikkeling dier stoffen kunnen tegengaan; voor alles echter moeten de eenvoudige therapeutische resultaten op betere grondslagen gevestigd zijn. Bij phthisis en andere longaandoeningen werken de alcaliën misschien alleen door vloeibaarmaking der in de luchtpijpstakken afgescheidene stoffen, zoo als ook reeds laennec de koolstofzure potasch en am- — 48 - inoniak werkzaam bevonden heeft bij droogen catarrhus der lucht-' pijpstakken, empliysema der longen enz. — Of en hoedanig de alcaliën werken bij bovenmatige vetvorming (polypiosis), als ook bij galsteenen, is niet minder duister. Dat men door derzelver toediening het vet zou kunnen verzeepen, gelijk men vroege^ wel eens meende, is ongeloof baar. — Wanneer ook het vet in hoeveelheid moge verminderen, zoo zal dit veeleer het gevolg zijn van eene verhinderde vetvorming uit de voedsels , eene stoornis der spijsvertering en bloedsmaking, welligt ook van eene vermeerderde galafscheiding of eene indirect verhoogde oxydatie der koolstof- en waterstofrijke bestanddeelen van het bloed en de weefsels. Hoe dit ook zijn moge, nimmer mag de behandeling tot aan werkelijke vermagering en eene verhoogde omzetting der proteinhoudende stoffen en der weefsels zeiven voortgezet worden (prout). In den laatsten tijd heeft onder anderen devergie het inwendig en uitwendig gebruik van alcaliën aangeprezen bij chronische huidaandoeningen, vooral bij de schubachtige en papuleuse vormen (psoriasis, lepra , prurigo, lichen en anderen). Inwendig geeft hij koolstofzure soda (1 — 3 grammen dagelijks), uitwendig koolstofzure potaseh of soda in baden, wasschingen en pomaden. p. 218 7 r. y. b. — s. 271 r. 1 v. u. olgens rognetta zouden zelfs. dr. ij—iij nitrum pro dosi bij volwassenen geene bedenkelijke toevallen veroorzaken, vooral in verdunde oplossingen, waarin men dagelijks tot 2 oneen en meer zonder nadeel zou kunnen toedienen; doch in geconcentreerde oplossing en in zelfstandigheid zoude er daarentegen eene geheel andere verhouding ont-1staan. — De wijze van werking van het salpeter is ons onbekend. Wanneer ook zijne geconcentreerde oplossing vezelstof vermag op te lossen, volgt hieruit nog niet, dat dit zout, in kleine hoeveelheden m het bloed overgaande, hier eene gelijke werking uitoefent, en uit den somwijlen ontwaarden »verkoelenden" indruk volgt niet, dat nitrum het oxydatie-proces, de warmte-ontwikkeling zelve afstemt. Iedere theorie echter, welke de zuurstof van het salpeterzuur eene rol laat spelen, wordt omver geworpen door de eenvoudige omstandigheid, dat het salpeter als zoodanig in de pis overgaat. Handelwijze bij vergiftiging. Een tegengift tegen salpeter bezitten wij niet. De verschijnselen zijn gedeeltelijk het tegenovergestelde der therapeutische verschijnselen, — plaatselijke ontsteking van maag en darmkanaal, Tiverigens collapsus zelfs tot flaauwten stijgende. De behandeling kan dus slechts eene symptomatische zijn (na ontlasting, ■\erdunning van het zout); in dringende gevallen zijn somwijlen excitantia, naphthae (welligt ook opium) aangewezen. Als tegengift werd in den laatsten tijd hydraat van ijzer-oxyde aangeprezen (?). p. 226 r. 9. T. o. — s. 232 r. 8 v. o. De zwavelzure soda wordt in de maag onveranderd opgeslorpt en in de pis weder uitgescheiden (millon en laveran en anderen), doch bij groote laxerende giften (veelal onverminderd) met de drekstoft'en ontlast. In de dunne darmen schijnt evenwel dit zout voor een gedeelte (door den invloed der gal ?) tot zwavel-sodium te kunnen worden omgezet, waaruit zich verder zwavelwaterstofgas (flatus) ontwikkelt. Bij een langdurig gebruik van het water der kruisbron te Mariënbad ontstaat veelal groene stoelgang, die men vroeger als critische en als galachtige ontlastingen beschouwde; zij hangen echter alleen af van de omzetting der zwavelzure soda fdoor den invloed van organische stoffen) tot zwavel-sodium, hetgeen nu verder het in het vrije zuur der maag opgeloste ijzer als dubbel zwavelijzer praecipiteert (kersten). Uit hoofde van zijn aanmerkelijk watergehalte werkt dit zout slechts in groote giften als laxans en staat in zooverre beneden andere zouten, b. v. zwavelzure potasch. p. 227 r. 19 v. b. — v. 282 r. 5 y. u. Het keukenzout werkt in geconcentreerden toestand plaatselijk als prikkelend middel, veroorzaakt, in groote giften ingenomen, braking, en kan zelfs door gastro-enteritis dooden. In eene ader ingespoten schijnt het de zamentrekkingen van het hart, wanneer zij hadden nagelaten, dikwijls weder te kunnen opwekken. Een langdurig en eenzijdig voortgezet gebruik van dit zout begunstigt het ontstaan van scorbutische aandoeningen ; deszelfs gemis in spijzen zou wormziekte veroorzaken. Evenzeer als door bijvoeging van keukenzout bij een kunstmatig maagsap de oplossing van gestremde .eiwitstof, vezelstof en kaasstof wezenlijk bevorderd wordt (lehmann) , zoo schijnt het ook voor de gewone vertering der protein-houdende ligchamen een wezenlijk ondersteuningsmiddel daar te stellen. Buitendien maakt dit zout het slijm vloeibaar, vermeerdert deszelfs afscheiding, wordt onveranderd opgeslorpt en met de pis, het zweet en het slijm der slijmvliezen weder uitgescheiden. In het bloed schijnt het inzonderheid door het vloeibaar houden der eiwitstof en vezelstof wezenlijke dienst te doen, daar het, in verbinding met de eiwitstof, de bloedligchaampjes in hunnen vorm en menging behoudt (mueller) en door de vloeibaarmaking der protein-houdende ligchamen de noodzakelijke veranderingen in het blped en de weefsels mogelijk maakt, p. 234 r. 15 v. o. — s. 291 r. 17 v. o. Lithion. Lithium-oxyde. De werking van het lithion en zijne zouten werd totnogtoe niet onderzocht; ook worden deze therapeutisch niet aangewend, als soms toevallig in sommige minerale wateren (Karlsbad, Mariënbad, enz.). In lateren tijd heeft ure gevonden, dat koolstofzuur lithion (in water moeijelijk oplosbaar) voor piszuur en piszure zouten een krachtiger oplossingsmiddel uitmaakt dan andere alcaliën en hunne koolstofzure zouten. Op grond hiervan slaat hij deszelfs gebruik voor, bij piszure diathesis, bij piszure concrementen , zoowel inwendig als voor inspuitingen in de pisblaas. Hoewel wij bovenstaande daadzaak niet betwijfelen, schijnt het ons niet waarschijnlijk, dat ook dit middel beter werkt dan andere alcaliën (vergel. p. 214). p. 235 r. 6 v. b. — s. 292 r. 2 v. o. De bijtende kalk verdient als zacht werkend causticum altijd nog 4 hare plaats in den artsenij voorraad, b. v. bij gevoelige huid, oppervlakkige moedervlekken, enz. Men wendt dezelve als fijn poeder aan, en (dewijl zij niet vervloeit) met een weinig water of potaschloog, groene zeep (1—2 deelen) bevochtigd, door middel eener ge venster de pleister (zie potassa caustica). Na eenige uren heeft zich eene korst gevormd, welke een meestal weinig zigtbaar likteeken nalaat. Om eenen hoogeren graad van werking te verkrijgen vermenge men de kalk naar omstandigheden met [, \ en zelfs met gelijke deelen bijtende potasch (zie deze, Weener bijtmiddel). — Osborne bezigt versch uitgebrande kalk, op het oogenblik dat zij met water bevochtigd wordt, als moxa (lime moxa). — Als tcind-cement brengt OSïermaier ongebluschte kalk 52 dn. met watervrij phosphorzuur 48 dn. snel vermengd in de alvorens uitgedroogde tandholte. p. 236 r. 2 v. b. — s. 293 r. 6 v. o.
48,555
https://stackoverflow.com/questions/66530270
StackExchange
Open Web
CC-By-SA
2,021
Stack Exchange
https://stackoverflow.com/users/90527, outis
Dutch
Spoken
315
1,586
unexpected token: com.github.HaarigerHarald:android-youtubeExtractor:v1.7.0 I am not able to add the GitHub repository of Youtube video extractor for exoplayer, implementing in android studio project. build.gridle(abc app) buildscript { repositories { google() jcenter() } dependencies { classpath 'com.android.tools.build:gradle:4.1.2' classpath 'com.google.gms:google-services:4.3.0' // NOTE: Do not place your application dependencies here; they belong // in the individual module build.gradle files } } allprojects { repositories { google() jcenter() maven { url "https://jitpack.io" } } } task clean(type: Delete) { delete rootProject.buildDir } build.gridle(app) plugins { id 'com.android.application' } android { compileSdkVersion 30 buildToolsVersion "30.0.3" defaultConfig { applicationId "com.example.abc" minSdkVersion 20 targetSdkVersion 30 versionCode 1 versionName "1.0" multiDexEnabled true testInstrumentationRunner "androidx.test.runner.AndroidJUnitRunner" } buildTypes { release { minifyEnabled true // multiDexEnabled true //useProguard true proguardFiles getDefaultProguardFile('proguard-android-optimize.txt'), 'proguard-rules.pro' } } compileOptions { sourceCompatibility JavaVersion.VERSION_1_8 targetCompatibility JavaVersion.VERSION_1_8 } } dependencies { implementation 'androidx.appcompat:appcompat:1.2.0' implementation 'com.google.android.material:material:1.2.1' implementation 'androidx.constraintlayout:constraintlayout:2.0.4' implementation 'androidx.recyclerview:recyclerview:1.1.0' implementation "androidx.recyclerview:recyclerview-selection:1.1.0-rc03" implementation 'androidx.cardview:cardview:1.0.0' implementation 'com.android.support:multidex:1.0.3' implementation 'androidx.navigation:navigation-fragment:2.3.2' implementation 'androidx.navigation:navigation-ui:2.3.2' implementation 'androidx.lifecycle:lifecycle-livedata-ktx:2.2.0' implementation 'androidx.lifecycle:lifecycle-viewmodel-ktx:2.2.0' implementation 'androidx.annotation:annotation:1.1.0' implementation 'androidx.legacy:legacy-support-v4:1.0.0' testImplementation 'junit:junit:4.+' androidTestImplementation 'androidx.test.ext:junit:1.1.2' androidTestImplementation 'androidx.test.espresso:espresso-core:3.3.0' implementation ('com.squareup.retrofit2:retrofit:2.1.0') { // exclude Retrofit’s OkHttp dependency module and define your own module import exclude module: 'okhttp' } implementation 'com.google.code.gson:gson:2.6.2' implementation 'com.squareup.retrofit2:converter-gson:2.1.0' implementation 'com.squareup.okhttp3:logging-interceptor:3.4.1' implementation 'com.squareup.okhttp3:okhttp:3.4.1' implementation 'com.payumoney.core:payumoney-sdk:7.4.4' implementation 'com.payumoney.sdkui:plug-n-play:1.6.0' // Import the Firebase BoM implementation platform('com.google.firebase:firebase-bom:26.6.0') // Declare the dependency for the Firebase SDK for Google Analytics implementation 'com.google.firebase:firebase-analytics' implementation 'com.android.support:multidex:1.0.3' //Adding exoplayer dependencies implementation 'com.google.android.exoplayer:exoplayer:r2.4.0' implementation 'com.google.android.exoplayer:exoplayer-core:r2.4.0' implementation 'com.google.android.exoplayer:exoplayer-dash:r2.4.0' implementation 'com.google.android.exoplayer:exoplayer-hls:r2.4.0' implementation 'com.google.android.exoplayer:exoplayer-smoothstreaming:r2.4.0' implementation 'com.google.android.exoplayer:exoplayer-ui:r2.4.0' //Youtube extractor Implementation 'com.github.HaarigerHarald:android-youtubeExtractor:v1.7.0' // getting error in this line } When I'm trying to add the "Implementation 'com.github.HaarigerHarald:android-youtubeExtractor:v1.7.0'", I don't know why showing the below error - unexpected token: com.github.HaarigerHarald:android-youtubeExtractor:v1.7.0 Could not compile build file 'C:\Users\Rupesh\AndroidStudioProjects\abc\app\build.gradle'. > startup failed: build file 'C:\Users\Rupesh\AndroidStudioProjects\abc\app\build.gradle': 84: unexpected token: com.github.HaarigerHarald:android-youtubeExtractor:v1.7.0 @ line 84, column 20. Implementation 'com.github.HaarigerHarald:android-youtubeExtractor:v1.7.0' Does this answer your question? Why does case matter in gradle task method names? Use i instead of I in implementation. The correct line should be implementation 'com.github.HaarigerHarald:android-youtubeExtractor:v1.7.0'
14,642
https://nl.wikipedia.org/wiki/Onze-Lieve-Vrouw%20Middelareskerk%20%28Verviers%29
Wikipedia
Open Web
CC-By-SA
2,023
Onze-Lieve-Vrouw Middelareskerk (Verviers)
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Onze-Lieve-Vrouw Middelareskerk (Verviers)&action=history
Dutch
Spoken
141
302
De Onze-Lieve-Vrouw Middelareskerk (Église Marie-Mediatrice) is een rooms-katholiek kerkgebouw, gelegen in de Belgische stad Verviers aan de Rue de Jehanster. Geschiedenis De kerk was bedoeld voor een nieuwe parochie, die in 1959 afgesplitst is van de Sint-Jozefparochie. De kerk werd in 1958 als noodkerk gebouwd naar ontwerp van Moureau, en in 1962 werd de kerk voltooid naar ontwerp van Prosper Cool. Gebouw Het is een doosvormige kerk in modernistische stijl. Beton en gasbetonblokken vormen de belangrijkste bouwmaterialen, en ook is er een opvallende glaswand. Van blauwgeverfde staalprofielen is een kruis vervaardigd. Interieur De kruiswegstaties zijn van keramisch materiaal, en werden omstreeks 1960 vervaardigd door Brinon. Uit dezelfde tijd is een groot kruisbeeld met een Mariafiguur. Aan de buitenzijde van de kerk vindt men een grafkruis van 1835, afkomstig van de Sint-Remigiuskerk te Warnant. Kerkgebouw in Verviers Kerkgebouw in het bisdom Luik
30,144